JOURNALIST
'DIRECTEUR'
BROEKSMA
IS PRECIES
...VIJFTIEN!
Jongeren drijven
onderneming
van 'Facsimile'
in Amsterdam
WAT MOET IK WORDEN?
Net vijftien is Caspar Broeksma van het Amster
damse Spinozalyceum. Directeur Caspar Broeksma.
want zo mag deze ondernemende VHMO-er zich
noemen. In de tijd na school, als het huiswerk ge
daan is, is Caspar zakenman. Leider van een.
17 medewerkers tellend bedrijf in Amsterdam-Noord. En als hij
zijn zoveelste order noteert, weet de directeur: de zaken gaan goed!
BUjven ze zo gaan, dan kan hij zijn aandeelhouders vertellen, dat
tegen het jaareinde een gunstig dividend uitgekeerd kan worden.
Eenmaal per week verruilt Caspar de schoolbank voor zijn direc
teurszetel m het kantoortje van de jeugdondememing Facsimile.
Jongens buigen zich dan, dat is op dinsdagavond, over kasboeken
en orderregistcrs. Verkopers sluiten nieuwe opdrachten af, zaken-
brteven-worden getikt en de in- en uitgaande post „afgedaan".
Op de opcfc**1ngsvergadering Is
Caspar door zijn medescholieren
zelf tot hun directeur gekozen. Zo
moest het in het bedrijfsleven ook
gaan, vinden ze; en al is ir. Van
Eldik het misschien in dit opzicht
niet met hen eens, het enthousias
me waarmee de zaak wordt aan
gepakt, doet hem goed en levert
een bewijs van het welslagen van
zijn plan.
Met elkaar hebben de Jongens en
meisjes, die aan het bedrijf gin
gen deelnemen, hun salariseisen
vastgesteld. En er kwam geen
Staking aan te pas om die gerea
liseerd te krijgen, en Facsimile
kent ook geen vijfdaagse werk
week-zorgen.
Hoog. die lonen? Stellig niet: di
recteur Broeksma krijgt drie
kwartjes per avond, zijn mede
werkers een halve gulden. Het is
dan ook niet om de bijverdien
ste begonnen, maar de jongelui
nemen op hun wijze deel aan het
arbeidsproces om te leren en om
straks meer en beter beslagen
ten ijs te komen, dan hun uitslui
tend theoretisch gevormde leef
tijdgenootjes.
0°
\OK de pers heeft Keregeld befceefte ua Jeoge naeotxa. Acüeve jonge
nensen, die de journalistiek niet alleen als een teefconsttg beroep
zien. maar eok als een maatsebappeUjke reeping. Wie verlangt naar een
wat gezapig leven, met geregelde werktijden, moet beslist geen journalist
worden. Want de actualiteit, waarop de pers krachtens haa
snel moet reageren, laat zich niet dwingen In bet kader
by voorbaat vaststaande werktgdregeling.
Caspar Broeksma (15):
directeur van „Facsimile"^
Nederlandse tieners
hun kantoor, hart van
op
de
jeugdondememing Facsimile
Dit betekent nu weer niet, dat de
Journalist door de bank overmatige
werktijden kent. Maar het komt
toch hierop neer, dat een meestal
onvoorziene samenloop van gebeur
tenissen voor de leden van een re
dactie nu eens voor de een, dan
weer voor de ander beslag kan
leggen op de vrije uurtjes of de
vrije avond, waarop eerder gehoopt
was.
Het is voor welslagen in dit be
roep ook een onafwijsbare voor
waarde, dat de beoefenaar een zeer
ruime maatschappelijke belangstel
ling heeft, wijder dan de sfeer van
zijn eigen interesses De krant is
nu eenmaal de spiegel van het ge
hele openbare leven, waarin de ge
varieerde groepen in de lezerskring
weerspiegeld willen zien wat elk
hunner in het bijzonder belang in
boezemt. De journalist zal dus la
ken, welke hem zelf maar matig
kunnen interesseren, met dezelfde
liefde en toewijding moeten vervul
len als de „karweitjes", die een
kolfje naar zijn hand zijn.
Met alle ernst bootsen de veertien
tot achttienjarigen van Facsimile
een „werkelijke" onderneming
In ons land zijn er nu zo'n dozijn
jeugdondernemingen, voorlopig
nog beperkt tot de metaalindus
trie en het grafische bedrijf.
Maar het succes tot nu toe houdt
wel in, dat in de toekomst ook
op andere terreinen tieners tus
sen school en huiswerk door hun
tijd aan jeugdondernemingen
zullen gaan geven!
Dan gonst het zakenpand van het
metaalbedrijf Voorwaarts van de
activiteit, maar het is dan niet
het personeel van deze onderne
ming dat overwerk verricht: het
zijn Amsterdamse middelbare en
technische scholieren, die met hun
zeventienen dit vaderlandse tie
ner-bedrijf runnen.
na en met even veel trots wor
den de produkten er geshowd als
in welke firma ook: postbakjes
voor kantoren, kaarsenstandaards
voor particulieren, metalen schra
gen en andere metaalprodukten.
Er wordt gewerkt tegen scherp con
currerende prijzen. Daarin zijn
niet alleen de normale produktie-
kosten, lonen etc. ingecalculeerd,
maar ook een winstpercentage.
Geen spelletje is dit jeugdbe-
drijf, maar voor medewerkers
en (meer dan zestig) aandeelhou
ders, ernst!
Vandaar ook dat men ingeschre
ven is bij de hoofdstedelijke Ka
mer van Koophandel. De meeste
opdrachten komen niet boven de
honderd gulden, maar dat doet
aan de stiptheid, waarmee de or
ders worden uitgevoerd, niets af.
Amerika is het land van de jeugd
ondernemingen. Daar moeten
er al meer dan 3500 zijn, die zich
op de meest uiteenlopende terrei
nen bewegen. Er zijn zelfs jeugd-
banken, reisbureaus, kran
ten en. T.V.-stations. Som
mige daarvan worden later, a's
de bedrijfsleiders en medewer
kers hun studies beëindigd heb
ben, omgezet in een „echt" be
drijf, maar doorgaans is dat bij
de stichting riet de bedoeling ge
weest.
Het Amsterdamse initiatief is uit
gegaan van de directeur van de
Voorwaarts N.V., ir. Van Eldik.
Hij nam contact op met diverse
scholen voor voortgezet onder
wijs, er kwam een oprichtings
vergadering, en bij notariële ac
te werd de jeugdondememing
gesticht. Maatschappelijk kapi
taal 25000. cent!
Primair zijn niet zakendoen en
winstmaken, maar wel het jon
ge mensen in de gelegenheid stel
len de grote stap tussen onder
wijs en bedrijfsleven wat „in te
korten". Dat de leraren van de
jeugdige zakenmensen en indus
triewerkers met de Jeugdonder-
neming zijn ingenomen, blijkt uit
het feit, dat enkelen hunner als
commissaris toezicht oefenen op
de gang van zaken van Facsimi
le.
Deskundigen zijn het er over
eens: de jeugdondememing is ook
in de Nederlandse verhoudingen
levensvatbaar. Meer praktisch in
zicht in de gang van zaken van
de moderne onderneming, dat is
de vrucht er van
Xh
Links: Achter de kappen
verbergen zich jongenshoof
den; rechts: bedrijfschef W.
van Lier van Voorwaarts in
„dienstgesprek" met zijn col-
Fdinrd Vppnhuvzen (1W
Daarbij zal de journalist in de
weergave van de feiten een grote
mate van accuratesse moeten na
streven. Uit een veelheid van fei
ten men denke slechts aan een
uren durende vergadering zal hij
de wezenlijk belangrijke dingen
moeten kiezen, zodat zijn samen
vattende verslag een eerlijk bee'.d
geeft van wat er werkelijk gebeurd
is. Hij zal zich dus niet moeten be
palen tot een „aardig" stukje waar
in alleen een paar anekdotische jd-
cidenten zijn vermeld. Evenmin zal
hij bij de keuze van de vermeldens
waardige feiten, bijv. wanneer in
een vergadering verschillende stand
punten zijn geuit, zich mogen laten
leiden door zijn eigen opinie over
de behandelde zaken, zodat hij dus
niet de van zijn eigen mening af
wijkende opinies zal mogen wegla
ten.
Eerbied voor de feiten moet
het onwrikbare richtsnoer zijn
bij de opstelling van nieuwsberich
ten en verslagen. De journalist
moet dus niet opgesloten blijven in
eigen gedachtengangen, maar open
staan voor wat er buiten hem ge
beurt, en vooral naar anderen kun-
len luisteren.
„GEWONE WERK"
HET is niet ongewoon, dat dege
nen die zich tot de journalistiek
voelen aangetrokken, ervan dromen
als jong journalist al spoedig gere
geld een „cursief hoekje" te mogen
leveren, of vlammende protesten
tegen al dan niet vermeende mis
standen te kunnen lanceren, dan wel
met het schrijven van kunstrecen
sies te worden belast. Zulke dagdro
men houden soms ook in, dat na
slechts een betrekkelijk korte
diensttijd uitzending op reportages
in den vreemde of aanstelling als
buitenlands correspondent zal vol
gen. Deze taken en functies moeten
aan een krant inderdaad worden
vervuld, maar ze vereisen zulk een
journalistieke ervaring en bekwaam
heid, alsmede zulk een gespeciali
seerde kennis, dat de jonge jour
nalist daarvoor nog niet in aanmer-
door prof. dr. mr. M. Rooy,
directeur van het Instituut voor
Perswetenschap.
king kan komen. Het zijn echter
wenkende perspectieven welke voor
ieder openstaan, die op den duur
er blijk van heeft gegeven, de zelf
standige verantwoordelijkheid van
deze taken en functies te kunnen
dragen.
De aankomende journalist moet
er zich dus van meet af aan op
voorbereiden dat hij, hetzij als jong
verslaggever, hetzij als jong bu
reauredacteur, het „gewone" kran-
tewerk zal moeten verrichten: het
maken van minder belangrijke ver
slagen of het „bewerken" van bin
nenkomende berichten. meestal
over niet zo uitzonderlijke gebeur
tenissen. Maar wie de moeite
neemt, de inhoud van een enkel
nummer van een krant eens zorg
vuldig te „ontleden", komt alras
tot de conclusie dat de resultaten
van dit „gewone" werk de rugge-
graat van de krant vormen.
Een dagblad is immers een infor
matiebron niet alleen voor de be
langrijke feiten van de dag, maar
ook voor de zeer talrijke, minder
treffende, kleine dingen des levens,
die voor velen echter soms van
meer direct belang zijn dan wat in
de centra van de wereldpolitiek
wordt besloten. Juist Ln deze infor
matie toont de krant een dienst
baarheid aan haar lezers, waarvan
vooral de jonge journalist zich bij
DIT „gewone** krantewerk is ech
ter afwisselend genoeg. Zelfs
zich herhalende, ogenschijnlijk ge
lijksoortige gebeurtenissen blijken
telkens ietwat verschillende aspec
ten te vertonen, waarop de redac
tie verdacht moet zijn. Bewerking
van binnenkomend nieuws is dus
een arbeid, waareoor een voortdu
rende, kritische oplettendheid ver
eist is. Dit is een voortreffelijke
oefenschool om de journalistieke
techniek te leren beheersen. Deze
techniek omvat ook de taalbeheer
sing, welke de journalist in staat
stelt, zich klaar en duidelijk uit te
drukken, zonder „mooischrijverij"
doch in een levendige stijl. Het ver-
slaggeverswerk is al evenzeer zulk
een oefenschool, vooral omdat het
de jonge journalist in aanraking
brengt met „mensen van allerlei
slag", voorts omdat het hem leert
zich in de maatschappij te bewe
gen, alsmede vertrouwen te wekken
en te bewaren!
Deze leertijd is tevens een oefe
ning in het dragen van zelfstandi
ge verantwoordelijkheid, in het ver
werven van een houding van onaf
hankelijkheid. welke echter niet met
vrijbuiterij moet worden verward.
Ook al wordt op het werk dat de
jonge journalist aflevert, door een
chef of een oudere collega controle
uitgeoefend, de aanpak van elke
taak is voor de leerling in eerste
instantie toch een zaak van eigen
initiatief. Hij moet er zich bij voort
during van bewust zijn, dat hij de
krant representeert en hij is jegens
de krant zo goed als jegens de
lezer er verantwoordelijk voor,
dat hij rijn taak naar behoren ver
richt.
HOE WORDT MEN
JOURNALIST
DE vraag zal rijzen, of er
speciale opleiding voor de jour*
nalistiek bestaat. Bij de beantwoor
ding van deze vraag worde voorop
gesteld, dat er in Nederland geen
scholen of cursussen zijn, die kant
en klaar journalisten afleveren. De
hier te lande in de pers overheer
sende opvatting is, dat de prakti
sche vorming voor het beroep op
een redactiebureau moet geschie
den. De journalistiek blijft nog al
tijd een „kunst", welke men al
doende leert, mits men aanleg voor
het vak heeft. Waarin deze aanleg
zich moet openbaren, is uit de hier
voor gegeven kenschets van wat het
journalistieke beroep vraagt, wel
duidelijk geworden.
Wie dus in de journalistiek wil
treden, moet solliciteren naar een
post van leerling-journalist aan een
dagblad. Daarbij moet wel worden
bedacht, dat zulke posten niet in
onbeperkt aantal openstaan, al heeft
de pers een geregelde aanvulling
met jonge mensen nodig. Uit dege
nen die solliciteren, zal dus door de
leiding van de krant een keuze wor
den gedaan, naar de verwachte ge
schiktheid voor het beroep. Met het
oog op de eisen, die het steeds
moeilijker wordende journalistieke
beroepswerk stelt, wordt tegenwoor
dig, als minimumeis voor aanstel
ling tot leerling, van de betrokke
nen het bezit van een einddiploma
H.B.S. of Gymnasium gevergd.
Naast de praktische vorming zal
de aankomende journalist zich ech
ter een meer theoretische kennis
moeten verwerven van de steeds in
gewikkelder wordende maatschap
pij, waarin hij zal moeten werken
en waarover hij zal moeten Infor
meren. Deze kennis kan hij ver
werven door het voleen van de
(door het perswezen erkende) cur-#
sussen aan het Instituut voor Pers
wetenschap, Keizersgracht 604 te
Amsterdam of het Kat holieke Insti
tuut voor de Journalistiek te Nij
megen (p/a R.K. Universiteit). De
ze cursussen, die op zaterdag wor
den gegeven en twee jaar duren,
kunnen tot een diploma leiden. (Op
aanvraag zenden de Instituten hun
prospectus gaarne aan belangheb
benden toe.)
Hoewel deze cursussen ook prak
tische oefeningen in de journalistiek
omvatten, ligt het zwaartepunt van
het programma toch bij theoreti
sche persvakken (zoals persgeschie
denis, persrecht en -ethiek) en bij
de „maatschappijvakken" (zoals
bijv. inleiding tot het recht, socio
logie, economie, nieuwste geschie
denis. internationale politiek). Al
wordt men tot deze cursussen ook
toegelaten, indien men (nog) niet
praktisch in de journalistiek werk
zaam is, de jonge, werkende jour
nalist zal, wegens de gelijktijdige
praktische ervaring, er toch het
meeste profijt van trekken.
Wanneer de aankomende Journa
list zich op deze wijze, dus ook the
oretisch, beter voor zijn beroep wil
bekwamen, zal zijn hieraan bestede
inspanning zijn bevorderingskansen
zeker verbeteren. Wat de materiële
arbeidsvoorwaarden betreft, deze
zijn vastgelegd in een collectieve
arbeidsovereenkomst, welke ook
voor leerlingen reeds een redelijke
aanvangssalariëring inhoudt
De journalistiek is een boeiend
beroep, dat voor degenen, die er
aanleg voor blijken te hebben en
die zich door voortgezette studie
daarvoor nog beter geschikt willen
maken, ongetw:#'.'eld .en levensver
vulling kan '.Renen.