balastore Vrees voor nadelige invloed van arbeidstijdverkorting op economie s Chemische industrie uitgegroeid tot grote pijler onzer industrie Ir. Otten bepleit de noodzaak om veel meer te investeren in mensen Nieuwe sociale verzekeringen: niet bij incidentele besluiten maar volgens vast programma Steeds hogere cijfers grote uitbreidingen en vestigingen Onderwijs en vorming als grote bijdragen voor welvaartsgroei VRIJDAG 26 MEI 1961 Visie Centraal Sociaal Werkgevers Verbond Het Centraal Sociaal Werkge vers Verbond vreest, dat de natio nale economie na verloop van tijd toch een nadelige invloed van de arbeidstijdverkorting zal onder vinden. Blijkens het jaarverslag 1960 meent het namelijk, dat de vrees gerechtvaardigd is, dat het effect van de maatregelen, die werden getroffen om extra produktiviteits- stijging te bereiken, slechts tijdelijk zal zijn. Voorts verwacht het kostenverhogende neveneffecten en tenslotte kan het zich niet aan de indruk onttrekken, dat in sommige ondernemingen in verband met de krappe arbeidsmarkt besloten werd tot korter werken, ook al was dat eco nomisch niet verantwoord. „Het is zeer duidelijk, dat de spanningen op de ar beidsmarkt het tempo van de werktijd verkorting versneld hebben," merkt het jaarverslag op, waarin er voorts by de regering op wordt aangedrongen „op korte termijn" haar standpunt inzake verdere huurverhoging te bepalen. Het C.S.W.V. stelt zich achter het werkgeversstandpunt, zoals dat in de S.E.R. naar voren is gebracht: afschaf fing van de subsidies by de woningbouw en een huurverhoging van 30 a 40 pro cent, te verdelen over een verhoging per april 1962 en de laatste in april 1964. Wat de lonen betreft, het C.S.W.V.. ver wacht, dat tegen het einde van dit jaar de loonsverhoging in vergelijking met medio 1959 ongeveer 20 procent zal be dragen. Het ziet dat echter niet als een gevolg van de gedifferentieerde loonpo litiek. Bij uniforme loonmaatregelen zou „de gemiddelde stijging waarschijnlijk niet veel anders zijn uitgevallen. Wel heeft zich thans een grotere differen tiatie voorgedaan en een grotere sprei ding in tyd." Ander systeem Vanzelfsprekend besteedt het Verbond ook aandacht aan de behoefte aan een ander systeem van loonpolitiek, dat zich steeds meer is gaan manifesteren, min der gecompliceerd van opzet met de mogelijkheid tot differentiatie en gro tere vrijheid voor de onderhandelende partijen. Het Verbond acht zekere vrijheidsbe perkingen voor de eerstkomende jaren aanvaardbaar. Al wordt de realisering van de bekende doelstellingen van de nationale, economische en sociale poli tiek op de eerste plaats met behulp van monetaire en budgetaire maatregelen nagestreefd, de ervaring heeft geleerd aldus het jaarverslag dat deze twee categorieën globale middelen veelal niet voldoende zijn voor de beheersing van de conjunctuurontwikkeling. Het is op die grond, dat aanvullende globale mid delen, waarbij met name wordt gedacht aan maatregelen met betrekking tot het loonniveau en het prijsbeleid, voorals nog ook naar de mening van het C.S.W. V. behoefte blijft bestaan. Het Verbond doet geen voorstellen over een nadere uitwerking, maar het neemt als vast staand aan, dat de ontwikkeling van de nationale produktiviteit een centrale plaats ook in het nieuwe systeem moet innemen. Sociale verzekering In zijn beschouwing over de sociale verzekeringen karakteriseert het Cen traal Sociaal Werkgevers Verbond de voorgenomen en inmiddels gerealiseerde verhoging van de kinderbijslagen met de daarbij inbegrepen progressie en de ad viesaanvraag aan de S.EH. over een verlenging van de uitkeringsduur van de werkeloosheidswet als „Incidentele politieke maatregelen, waarvan men de urgentie en de uiteindelijke consequentie niet voldoende heeft afgewogen, doch die slechts zijn genomen uit opportunis tische overwegingen." Dit komt volgens het Verbond wel zeer sterk tot uiting in overweging, dat de in de betreffende fondsen aanwezige middelen de voorgestelde uitbreidingen wel zouden kunnen dragen. Het Verbond acht het voor ons sociale verzekerings- bestel dan ook „bepaald ongewenst, in dien de regering deze ongelukkige ge dachte van rotverteren" zou blijven vol gen. Men hoopt, dat de regering terug zal keren van de ingeslagen weg, waarop met „premieruimte" wordt gerekend. Algemeen beleid Uitbouw van de sociale verzekering moet niet op Incidentele, veelal uit poli tieke overwegingen genomen beslissin gen worden gebaseerd. De regering dient uit te gaan van een algemeen beleid, dat zijn uitgangspunt vindt in de omvang en de kosten van het totaal van de hui dige voorzieningen en dat voorts is ge richt op afronding en vereenvoudiging van het gehele sociale verzekeringsbe- stel. Indien „tevoren is aangetoond, dat be paalde uitbreidingen van sociale voor zieningen gewenst zijn en de te treffen maatregelen onderdeel uitmaken van een weloverwogen programma, waarin ook de prioriteiten zijn opgenomen", kan de regering volgens het jaarverslag op „con structieve steun" van het CB.W.V. re kenen. Het Verbond brengt dan een aantal wensen naar voren, zoals: Voorshands geen principiële wijzi gingen in A.O.W. en A.W.W. Alleen is nader beraad over de hoogte van ,de A.O.W.-uitkering gewenst. Invoering van de arbeidsongeschikt heidsverzekering. waarin binnen af zienbare tijd op te nemen de ziekte wet. Ten aanzien van de kinderbijslag meent het C.S.W.V., dat voorlopig met de huidige regeling kan worden volstaan. Het voelt mets voor een algemene volksverzekering voor kin derbijslag, zoals die volgens het ver slag ook door de publieke opinie in grote meerderheid wordt afgewezen. Belastingaftrek zou dan de oplos sing kunnen zijn in gevallen, waarin het gezinsinkomen te klein is. Gisteravond arriveerde op Schip hol de Joegoslavische minister van Buitenlandse Zaken, Popovitsj, die een bezoek van vijf dagen aan ons land brengt. Op de luchthaven werd hij begroet door de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, mr. Luns. Afgelopen jaar van grote betekenis Aardgasvondst vormt belangrijke impuls (Speciale berichtgeving) Uit de gegevens, die het jaarverslag 1960 van de Ver. van de Neder landse chemische industrie bevat, alsmede die welke tijdens een pers conferentie werden verstrekt, en hetgeen de voorzitter van de vereni ging heeft gezegd op de vandaag in Maastricht gehouden ledenver gadering, blijkt, dat voor de Ned. Chemische Industrie 1960 in nationaal zowel als in internationaal opzicht, een zeer belangrijk jaar is geweest. De chemische industrie is tot de be langrijkste pijler van onze nationale economie uitgegroeid. De totale omzet van de bedrijfstak steeg in vergelijking met het voorafgaande jaar, met 400 miljoen gulden tot 3,4 miljard gulden, welk bedrag van een totale industriële omzet van 37,2 miljard ruim 9 uit maakt. De export vertoonde een stiji- glng met 164 miljoen gulden tot 1,7 mil jard gulden op een totale industriële agrarische uitvoer van 5,3 miljard gul den. zodat het percentage van de chemi sche export op bijna 11 kwam en daar mee voor het eerst de 10 grens over schreed. Doch niet alleen lettend op de cijfers was het verstreken jaar van grote be tekenis, ook in het licht van de in 1960 gepubliceerde uitbreidingen en ves tigingen, alsmede op grond van de aard gasvondst in Groningen, welke nieuwe grondstof uit eigen bodem in ana logie met wat er in Lacq in Zuid- Frankrijk is gebeurd, na het vinden van aardgas aldaar de mogelijkheid inhoudt voor grote impulsen voor verdere ontwikkeling van de chemische indu strie hier te lande. „De uitdaging onzer economische toekomst" Adenauer weigert tv-interview (Van onze correspondent in Bonn) Bondskanselier Adenauer heeft afwij zend geantwoord op een verzoek van de Beierse omroep om zich in de wekelijk se televisie-uitzending „Onder ons ge zegd" door Westduitse journalisten te la ten interviewen. De kandidaat van de sociaal-democraten, Willy Brandt, zal op 7 juni op het scherm verschijnen en dr. Erich Mende van de liberalen is reeds voor de televisie geweest. Adenauer heeft voorgesteld om in zfjn plaats de Westduitse minister van De fensie Franz Joseph Strauss of die voor Posterijen Stücklen voor de televisie-ca mera's te halen. Ofschoon geen motief voor de weige ring is opgegeven, is bekend dat de 85-jarige Bondskanselier zich onder de hitte van de televisielampen waar hij toch minstens drie kwartier in zou moeten zitten niet wel voelt. Een ander motief heeft ongetwijfeld politieke gronden: het is voor dr. Ade nauer niet mogelijk om zijn functie van partij-chef der Christelijk Demo cratische Unie en lijsttrekker van deze partij bij de algemene verkiezingen van september a.s. te scheiden van die als leider der Westduitse regering. Het ge vaar is inderdaad niet denkbeeldig, dat zulk een televisie-vraaggesprek al te veel zal afglijden in de richting van het regeringsbeleid, waarvan een deel uiter aard aan staatsgeheimen is gebonden. Adenauer heeft al geruime tijd gele den laten weten, dat hij ook niet voor nemens is om naar het voorbeeld van de Amerikaanse KenneayNixon tele visieontmoetingen met de sociaal-demo cratische kanselierskandidaat Willy Brandt voor de Westduitse televisie te verschijnen. (Van onze Haagse correspondent) „Dat wij moeten beschikken over de modernste machines en over de beste geoutilleerde gebouwen, daaraan twijfelt niemand. Maar is men evenzeer overtuigd van de noodzaak meer te investeren in mensen? Toch zijn er aanwijzingen dat deze investering, in de vorm van onder wijs en vorming, een grotere bijdrage vormt tot de groei der welvaart dan men vaak vermoedt Dit zei ir. P. F. S. Otten, president-commissaris van Philips, op het in Scheveningen gehouden voorjaarscongres van het Nederlands Instituut voor Effiency, dat gewijd was aan het ..tekort aan arbeids krachten". De heer Otten gaf zijn inleiding de titel „De uitdaging van onze economische toekomst". Wanneer men zich de vraag stelt: „waar zullen we in 1970 belanden?" leek het hem niet juist weer uit te gaan van een al te voorzichtige prognose. Men zou veeleer een ander uit gangspunt kunnen kiezen en zich de vraag stellen: „wat willen .we in 1970 bereiken?" Om daaruit dan af te leiden wat er in de komende tien jaar moet gebeuren. Taakstelling Het kwam hem redelijk voor zich als taak te stellen een herhaling van de uitermate gunstige ontwikkeling der af gelopen tien jaar, dat wil zeggen, dat de Nederlandse volkshuisvesting weer zou moeten mikken op een jaarlijkse stijging van het reële inkomen per hoofd met circa 4 Op die manier zou in 1970 een verdubbeling van het reële inkomen per hoofJ ten opzichte van 1950 zijn gerea liseerd. Vervolgens ging de heer Otten na aan welke voorwaarden zou moeten worden voldaan om deze taakstelling waar te maken. Hierbij wees hij erop, dat door de sterke betrokkenheid op het buiten land van onze economie de welvaart in Nederland in steeds sterkere mate af hankelijk is van de ontwikkeling in het buitenland. Indien de ontwikkeling el ders dan ook zou stagneren, zou het bijzonder moeilijk zijn haar in Neder land te blijven voortzetten. In het ge ding is derhalve een voorwaarde, die men niet in de macht heeft. Hoge investeringen handhaven Wat de voorwaarden betreft, waaraan Nederland zelf zou moeten voldoen om de taakstelling te realiseren, vond ir. Otten de belangrijkste de handhaving van een hoog niveau der investeringen in ons land. Om een welvaartsvermeer dering te bereiken zoals door hem ge dacht, moet rekening houdend met de bevolkingsgroei minstens 20 van het nationale inkomen worden geïnves teerd. Hij onderstreepte dat er een fun damentele tegenstelling ls tussen de visie op korte en die op lange termijn. Een hoog percentage der nationale welvaart consumeren, leidt op langere termijn tot een lager nationaal inkomen. De lange termijn.-visie vraagt een relatief lage consumptie om echter een snellere groei van het nationale inkomen, en daarmee een hogere consumptie en een garantie voor een blijvende hoge graad van werkgelegenheid, In de toekomst te realiseren. Betekenis van academisch onderwijs Op grond van de uitgave per hoofd van de bevolking voor onderwijs in di verse landen, maken de Westeuropese landen tegenover de V.S. en de Sowjet- Unie bepaald geen florissante indruk. De onrust, die men in Amerika kan waarnemen over de dreigende achter stand, met name met betrekking tot de opleiding van technici in de Sowjet- Unie, zou men z.i. ook in Westeuropa sterker moeten gevoelen. Ir. Otten noemde het „ontmoedigend dat, toen men zocht naar sectoren in de bouwnijverheid die zouden moeten wor den ingeperkt in verband met de drei gende overspanning op de bouwmarkt, de minister uitgerekend bij „gebouwen voor hoger onderwas" uitkwam. „Dit is een symptoom van een bedenkelijke on derschatting van de betekenis der inves tering in mensen voor een volk". Hij bracht in herinnering dat een Amerikaans auteur erop heeft gewezen, dat de academische vorming steeds meer een entreebiljet gaat worden voor de ho gere regionen van het bedrijfsleven. Wanneer dit zo is, dan „ls het een cis van rechtvaardigheid, dat men dit en treebiljet niet reserveert voor hen, die voldoende koopkracht voor de academi sche vorming bezitten". Lange termijnvisie is nodig Met betrekking tot de tekorten in de personeelssector, zei de heer Otten, dat wij de laatste tien jaar gewend zijn ge raakt aan het paradoxale verschijnsel van een snel groeiende beroepsbevolking gecombineerd met een groeiend tekort aan arbeidskrachten. Hij vond het ver standig er van uit te gaan, dat, indien de wereldconjunctuur zich goed blyft ontwikkelen, dit tekort aan werkkrach ten de komende tien jaar blijft. Werk gevers kunnen daarom z.i. niet volstaan met maatregelen op korte termijn om de schaarste aan werkkrachten op elk niveau te bestrijden. Een lange termijn visie is nodig. Zo moet worden bedacht, dat het te kort aan ongeschoolden meer nog dan dat aan andere werknemers van struc turele aard is, in welk verband de werk gever of zijn produktie sneller moet me chaniseren en automatiseren, of, indien zulks niet in het gewenste tempo moge lijk is, uitwijken naar die delen van ons land of van de wereld, waar veel onge schoolden zyn. De tijd waarin men voor Nederland vooral de nadruk legde op arbeidsinten sieve produktie is nu wel definitief voor bij. Het tekort aan arbeidskrachten vraagt in toenemende mate diepte-in vestering. Het tekort aan middelbaar kader en aan administratief personeel vraagt om een doelmatige arbeidsverde ling binnen de bedrijven. Zuinig zijn op leiders! De periode van ongekende expansie herinnert voorts aan een oude waarheid, dat de geboren leiders schaars zijn. ,.Een ondernemer behoort daarom", aldus ir. Otten, bijzonder zuinig te zijn op de potentiële leiders, die hij by zijn perso neel ontdekt. „Planning op langere ter mijn van de opvolging der leiders van vandaag, mag In geen geval ontbreken. Jeugd, onafhankelijkheid en oorspron kelijkheid behoren niet tegen een man te pleiten, zoals maar al te vaak het ge val schijnt te zijn. Het milieu binnen de bedrijven behoort zó te zijn, dat de on dernemersfiguur, ongeacht zijn voorop leiding, naar voren kan komen". De invloed van de Europese gemeen schappelijke markt begint men ook steeds meer te merken. Zo gaan in dustrieën van buiten de zes EEG-lan- den zich vestigen in de Euromarkt. veel al in Nederland. Vooral Amerikaanse chemische bedrijven vestigen zich hier vaak in samenwerking met Nederland se bedrijven. Het wordt onwaarschijn lijk geacht, dat de prikkel tot uitbrei ding reeds zou zijn uitgewerkt. De vraag wordt zelfs geopperd, of het gewaagd is te veronderstellen dat zich hier te landen een concentratie van chemische fabrieken aan het vormen is. Enerzijds door de gunstige ligging van ons land, maar anderzijds ook een be vordering van de ontwikkeling door de hier bovengenoemde aardgasvondst. Zo is het chemisch-industriéle zwaartepunt in West-Europa aan het verschuiven. ONSTUITBAAR Want dacht men vroeger met betrek king tot chemie alleen aan Duitsland inmiddels hebben de Franse en vooral ook de Italiaanse chemische industrieën zich sterk uitgebreid. Hierby heeft zich de Nederlandse gevoegd en het ziet er naar uit dat zij volgend jaar weder om op een aanzienlijke uitbreiding kan wijzen. Weliswaar heeft de revaluatie van de gulden een „rem" gezet op de verdere ontwikkeling, doch de vaart in de ont wikkeling is nu eenmaal zo groot, dat naar verwachting deze ook by afrem ming niet is te stuiten. Het personeelsvraagstuk is onderwerp van grote zorg. Het is zeer moeilijk geschikte krachten aan te trekken voor produktie en laboratoria, „en het ziet er voorzichtig uitgedrukt niet naar uit, dat de toekomst veel soelaas zal bieden". Geraamd wordt, dat in de periode 1960/'65 het tekort aan fysici 31 en aan chemi 38 To van de behoefte zal bedra gen. Voor de daarop volgende jaren wordt met enige verbetering rekening gehouden, maar voor het tijdvak 1975/ '80 worden gereleveerde tekorten toch nog geschat op 22 resp. 9 van de behoefte. RANGORDE De belangrijkheid van de chemische industrie voor ons land zou zo wordt gemeend nog duidelyker in het licht worden gesteld, wanneer de rangorde niet werd bepaald door de bestaande (historische) industrie-indeling, volgens welke de bedryfstak komt op de der de plaats na de metaalindustrie en die van de voeding en genotmiddelen, maar werd gebaseerd op de produktieteeh- niek. Zulks zou er tevens toe leiden dat de proces-industrie, waarvan de chemische industrie een onderdeel is. duidelijk een eigen plaats krijgt. In dit verband zy in herinnering gebracht dat de proces industrie, qua omzet circa 40 van onze totale industriële bedrijvigheid om vat (de chemische industrie een vierde daarvan, circa 10 %)en dat de tot de proces-industrie behorende bedrijfstak ken vanwege de technische verwant schap veel belangen gemeen hebben, die tot samenwerking noden, o.a. op het gebied van de opleiding van technisch personeel, op dat van het speurwerk en dat van de apparatenbouw. Wat de Internationale positie van de chemische industrie betreft, kan er op worden gewezen dat wanneer de in 1960 aangekondigde (indrukwekkende) plan nen omtrent uitbreiding en vestiging zyn verwezenlijkt, het gevolg zal zijn dat ons land in chemisch-industrieel op- zich, qua omzet per hoofd van de be volking, zich zal scharen in de rij van grote landen met de oudste chemische Industrie: Engeland, Duitsland en Frankryk. Advertentie ,NU BREDA 1961" Op 30 juni zal de staatssecretaris van O.K. en W. mr. Y Scholten de nationale manifestatie voor vrije-tydsbesteding „Nu Breda 1961" officieel openen. Aan deze manifestatie, die anderhalve maand zal duren, zullen meer dan 100 artisten uit binnen- en buitenland me- dewereken. Er zijn 35 speciale dagen in het pro gramma vastgesteld. Onder meer zullen door land-, zee- en luchtmacht demon straties in Breda gegeven worden, aan verscheidene steden en streken in ons land zal een speciale dag gewyd wor den. Bijna alle takken van sport zullen op bepaalde dagen worden gedemon streerd. Engeland neemt geen initiatief inzake Spanje en NAVO (Van onze Londense correspondent) Engeland denkt er niet aan enig ini tiatief te nemen om de kwestie van Spanje's toelating tot de NAVO aan de orde te stellen, zo verluidt in Londen. De vraag of Spanje moet worden toe gelaten is reeds vaker opgekomen. Maar het is in Londen natuurlijk bekend, dat zekere NAVO-leden destijds tegen toe lating waren en dat nog zfjn. Speciaal worden in dit verband Nederland en Noorwegen genoemd. Tot op zekere hoogte zijn er ook nog steeds bezwaren van Frankryk, Dene marken en België. Dit is dan ook de reden dat het onderwerp tijdens NAVO- besprekingen niet meer is aangeroerd. Uitdrukkelijk wordt thans te kennen gegeven, dat het verkeerd is te menen, dat het bezoek van Lord Home aan Spanje speciaal te maken zou hebben met Spanje's lidmaatschap van de NAVO. Inmiddels heeft minister Butler, die in Spanje de bal aan het rollen heeft ge bracht door zijn onfortuinlyke speech, verklaard dat de hele kwestie schrome lijk overdreven is. HU zei van mening te zijn, dat Spanje en het Westen nau wer zullen moeten samenwerken, het geen niets bijzonders is. Butler dacht dat zyn woorden slechts bestemd waren geweest voor de intieme kring waarvoor hij sprak. Maar in Londen wordt be weerd, dat Butler later zijn toestemming tot publikatie zou hebben gegeven, zon der echter de tekst van de samenvat ting te hebben gecontroleerd. Indien Butler geen proefballon heeft willen oplaten, heeft hy een blunder begaan die premier Macmillan moet trachten goed te maken. Macmillan en Lord Home zouden hierover gisteren, voor het vertrek van de laatste naar Portugal, overleg plegen. Een diploma tieke correspondent merkt als veelbe tekenend grapje op. dat Macmillan meer dan een prentbriefkaart van Butler, die met vakantie ln Spanje is, verwacht. UW SLAAPKAMER BLIJFT FRIS EN KOEL MET BALASTORE Met balastore ademt uw slaap vertrek een sfeer van intimiteit. Balastore zongordijnen koopt u bij de woning-inrichter. Pas- klaar voor elk raam. Zó op gehangen. Duur Welnee I Ongestoord ongestoord kunt U overdag een uiltje knappen. Uw balastore beschermt U tegen inkijk. 2. Filter Balastore filtert het dag licht tot rustig licht/ dat sluimeren mogelijk maakt. 3. Zo aangebracht Een Balastore hangt in tien minuten. U heeft er slechts een schroevendraaier bij nodig. Onmisbare luxe voor uw slaapkamer JONGEN TE SCHEVENINGEN VERDRONKEN Gistermiddag heeft zich het eerste verdrinkingsgeval in zee van het huidige badseizoen voorgedaan. De tienjarige jongen A. den Besten, wonende aan de Parkweg te Voorburg, is omstreeks half vyf in zee bfj Scheveningen gaan zwem men. Zonder dat lemend iets gemerkt heeft ls hy verdronken. Zijn stoffeiyk overschot spoelde om half zes bij de Pier aan. SOEKARNO IN PRAAG President Soekarno van Indonesië is gisteren per vliegtuig te Praag aangeko men voor een staatsbezoek aan Tsjecho- Slowakye. Hy werd op het vliegveld welkom geheten door de president en de leider van de communistische party, Novotny, en door de minister-president, Siroky. De Westduitse correspondent Heinz Weber heeft opdracht gekregen de Suw- Jet-Unle te verlaten wegens het „onwettig vergaren van gegevens over het politieke en economische leven in de Sowjet-l e Weber. die vaste correspondent voor eco nomische zaken ls van het „Handetsblatt" ln Diisseldorf, is de eerste correspondent in Moskou die na aanschaffing van de oensuur ln maart JJ., ls uitgewezen De Westduitse ambassade beeft een forme* protest Ingediend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 7