Ontroerende ereteiitoonstelling voor Floris Ver ster in Lakenhal Prof. dr. A. Klasens aanvaardde Leidse leerstoel Egyptologie Gero-cassetle Vijf - en - dertig jaar in dienst van Leidse volkshuisvesting Een colorist bij uitnemendheid Rijkdom van de bodem brengt verantwoord onderzoek in gevaar Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 20 mei 1961 Tweede blad no. 30359 Prof. Klasens tijdens de receptie na de oratie in gesprek met de Egyptische ambassadeurdie de ambtsaanvaarding bijwoonde. (Foto L.D./Holvast) Zoekt U een van f 40.of f 400. v. d. WATER, Haarlemmerstr. 207 heeft het. De Gero-specialist. WERK WAS HOBBY Vijftig jaren trouw In de gezellige huiskamer aan de Meerhof waren het gouden echtpaar en enkele van kinderen en kleinkinderen verenigd toen wy aanbelden. De heer G. Filippo en zijn echtgenote mevr. H. C. Filippo-Bey zullen op tweede Pinksterdag het heugelijke feit van hun 50-jarige echtvereniging herdenken. Vandaar dat wij een praatje gingen ma ken. Alras bleek, dat het echtpaar Filippo van onvervalste Leidse afkomst is en sedert de huwelijksinzegening trouw abonnee is van het L.D. Terwijl wij onze vragen afvuurden zat een goudgele kanarie vrolijk in zijn kooitje te piepen. „Ik heb altijd in de scheepsbouw gezeten", zei de heer des huizes. Zijn kleinzoon kwam al aan met een foto van een prachtig platbodem jachtje, geschapen door de nijvere han den van deze scheepsbouwer. Na enig vakkundig commentaar op genoemd conterfeitsel kwamen wij al gauw op de liefhebberij van de heer Filippo. Die was al niet anders dan zijn vak: scheepsbouw, zij het op bescheidener niveau. Diverse kano's zijn door de heer Filippo „te water gelaten". „Hoeveel kinderen heeft U wel, me vrouw? Het antwoord op deze vraag bleef niet lang uit. „Ik heb zes kin deren en één pleegkind. Ja, die komt ook uit Leiden". Verder bleek, dat het echtpaar zich mag verheugen in het bezit van maar liefst zeventien klein kinderen en zelfs een achterkleinkind. In zijn kleine, gezellige woning aan de Lage Rijndijk troffen we a*. man. die de oudste in leeftijd is. maar tevens de langste staat van dienst heeft in het bestuur van de wonigbouwver. „De Eendracht Als we de heer A. W. H. Teeuwen sr. vragen of hij iets wil en kan vertellen over de vele jaren van zijn bestuursloopbaan in dienst van genoemde corporatie, komt er een verlegen glimlach over het gezicht. Het kost ook enige moeite hem aan het praten te krijgen. „Och meneer, waarom zouden we er zoveel drukte van maken" is zijn eerste reactie, nadat we het doel van onze komst duidelijk hadden gemaakt. „De omstandigheid" zo vervolgde hij, „dat ik 35 jaar deel uitmaak van het bestuur acht ik niet van zulk een grote betekenis om er veel woorden aan te wijden". Doch al pratende krijgen we toch en kele bijzonderheden los. Zo vernamen we het volgende. In 1926 werd de heer Teeuwsen sr. gekozen als lid van de raad van commissarissen. Na korte tijd overleed de eerste pen ningmeester van „De Eendracht", de heer Zirkzee. Voor de onstane vacature is de heer Teeuwen destijds kandidaat gesteld. Hij aanvaardde de kandidatuur en werd op een ledenvergadering als zodanig gekozen. Tot voor enige jaren heeft hij steeds de functie van pen ningmeester vervuld. Met de groei van de vereniging namen ook de werkzaam heden in omvang toe. „Ik heb de uren niet geregistreerd, maar indien dit wel gebeurd zou zijn, kon men er uit aflezen, welke een grote verantwoordelijkheid met het ver vullen van een dergelijke functie ge paard gaat", luidde het oordeel van deze in dienst der volkshuisvesting vergrijsde functionaris. „Met een zekere voldoening kunnen we echter vaststellen", zo ging hij voort, Ook de pleegdochter is getrouwd. „Die beschouw ik als mijn eigen kind", aldus mevr. Filippo. De heer en mevrouw Filippo zijn bei den in 1891 geboren. Zij waren buren toen zij elkaar leerden kennen. Op twin tigjarige leeftijd traden zij in de echt. Een zestal Jaren heeft mevrouw in een ziekenhuis gewerkt. Daarna namen de plichten in het kinderrijk gezin haar aandacht geheel in beslag. „dat het werk vruchten heeft gedragen. Ik maakte reeds deel uit van het bestuur, toen de bouwplannen 4-5-5a 6-7 en 8 ter hand werden genomen. Practisch kwam hiermede het gehele Kooikwartier met nieuwe arbeiderswoningen tot stand. Dit gebeurde in een periode van grote activiteit. Ook andere woning bouwverenigingen hadden deel aan het tot stand komen van nieuwe woonwij ken. Onze vereniging heeft thans bijna 1200 woningen in beheer". „Wat was Uw beroep?" vroegen we, toen het gesprek een ogenblik schortte. „Ik ben vele jaren uitvoerder geweest bij de N.V. Wernink" luidde het ant woord. maar ruim 30 jaar geleden over gestapt naar het verzekeringsbedrijf. Vandaar dat ik enige ervaring heb in de bouwnijverheid". En drongen zich enkele vragen aan ons op. Maar de gastheer vervolgde met te zeggen, dat die ervaring hem van veel nut is geweest als bestuurder van de vereniging. Er klonk enige droefheid in zijn stem, toen hij vertelde dat zijn ge zondheidstoestand niet meer had toe ge laten de functie van penningmeester te blijven vervullen. Bij het afscheid viel ons oog op een klein ereteken op het colbertjesje van de jubilaris. Hl) begreep onze vragende blik. Daarop kwam een toelichting zijnerzijds. Het was de zilveren medail le van de Oranje-Nassau-orde. Een on derscheiding, welke hem enige jaren geleden was verleend voor zijn diensten aan de zaak van de volkshuisvesting. Met een handdruk en een woord van dank verlieten we zijn woning. Het zal op de receptie welke hem door het bestuur van „De Eendracht" op 27 mei a.s. des namiddags van 46 uur wordt aangeboden in restaurant „Het Gulden Vlies", zeker niet aan belangstel ling ontbreken. Honderd jaar geleden geboren „Vereniging van Belangstellenden" bood het Museum een waardevol schilderij aan WÉLK een vreugde, wélk een ontroering weer geconfronteerd te mogen worden met het werk i onze grote Leidse schilder Floris Verster!. Ter gelegenheid van zijn 100ste geboortedag op 9 juni 1861 zag hij het levenslicht is in de Lakenhal wederom een tentoonstelling van zijn oeuvre ingericht, die hem dank zij het inzicht van directeur van Wessem de eer doet toekomen, die deze „colorist bij uitnemend heid" tenvolle toekomt! De exposities van 1927 de meest complete! en die van 1952 liggen bij velen nog sterk in het geheugen; de huidige, waarin eveneens talrijke hoogtepunten van Versters oeuvre zijn aan te wijzen en uitmunt door haar hoog niveau, zal, daaraan twijfelen wij niet, eveneens lang in de herinnering van de beschouwer vastgenageld liggen. Floris Verster ging heen op 21 januari 1927. Vereenzaamd, na het verlies van zyn vrouw nam hy alscheid van zyn in nig geliefd en vertrouwd „Groenoord" aan de Haarlemmerweg, de man die zyn ganse leven de verstilling, de stilte zocht Introverte natuurZuiver talent. Kleurzoeker en -vinder by Gods genade. Scnuaer van Luoemen en pianten, öuhc- vens en landschappen en nog zoveel meer! Verweven met het verfynde, het minutieuze, net prec.euze, maai ooit, ui sterk contrast daarmee, zich uitend met een geladenheid van felzinnelijke, ge passioneerde kleuren, daarby grandioos in de opzet van zyn composities. Verster: teruggetrokken levend. Doler door Leiden, waarvan hy de schoonheid wist te vangen. Een aicnterziei, zmn uitend in schildersdoeken, waskrytteke- ningen, pastels, aquarellen, tekeningen. Opnieuw verkregen zij een ereplaats, als een posthume nuioe aan aeze Oc^uneiden voorname, ja, superieure mens! Wie dwaalt door de voor Floris Verster ingerichte zalen .herontdekt" deze mens. Het beschouwen van deze ons reeds lang vertrouwde kunst, doet overtuigen van de waarachtigheid en de werkelijke schoonheid ervan. Hammacher noemde hem een „verjongde en verdiepte im pressionist". Cornelis Veth sprak van de „hartstochtelijke minnaar van de kleur". Zó is het, wanneer men die pracht aan bloemenstillevens beziet, waarna de ver stilling komt, de beheersing, welke de waskryttekemngen hem leerde, liet zyn invloed gelden. Men ziet zyn werk en men laaft er zien aan! Vooral na die confrontatie met aat van de .monochrome" schilders, waarover wy zo juist ons oordeel ga ven, beseffen wy, wat iemand als Floris Verster „waard" is, wat hij ons met zyn „Kunst" aan kostbaars schenkt. Het wordt opnieuw een openbaring! Gelukkig zij, die zó kunnen leven enwerken! Na invloeden van anderen Haagse school! kunnen uitstijgen tot eigen persoonlijkheid, ondanks de betweterij van criticasters. En uiteindelijk toch de overwinning op zichzelf en op anderen behalen. Niet minder dan 73 stukken van Floris Verster desondanks een kleine dooh bewonderenswaardige keuze sieren deze unieke expositie, waarop ge schok na schok ontvangt, door de zich hier uitende liefde voor élk onderwerp, waar aan Verster met zijn stilte en zijn gran deur werkte, een grandeur, die bezit van U neemt, wanneer U deze scheppingen diep tot U laat doordringen. Een „groot" en een „goed" mens is hier aan het woord! Het wordt U duidelijk bij het be schouwen van deze landschappen, deze bloemen In duizendvoud van kleur deze etsen en tekeningen, waarin zijn grote liefde voor Leiden Hooglandse Kerk! tot expressie komt. De tederheid, maar ook de kracht van Verster zijn ten volle aanwezig. Er is geen sensatie. Diè lag Verster verre. Er is de droom, de poëzie, de verinner lijking. Dit alles ondersteund door de wonderbaarlijke techniek, waarover Ver ster beschikte. In schier eindeloze variatie liggen zijn onderwerpen uitgestald. Zij stemmen telkens tot verrukking. Ook in zijn portretten van zichzelf zowel als van anderen betoont hij zich een mees- Fraaie stukjes vakwerk „Gisteren was de Inspecteur-generaal van het onderwys in Thailand hier om de onderwijsmethode van mijn school te bestuderen", aldus de heer F. C. Ma- besoone, directeur van de Gemeentelijke Bedryfstechnische School aan de Me dusastraat, tydens een onderhoud, dat wjj gisteren met hem hadden alvorens de door de leerlingen van de school inge richte tentoonstelling te gaan bezichti gen. De heer Mabesoone gaf uitvoerig in lichtingen over zijn school en in belang stelling deden wij bij de Thailander niet onder. Hij zei, dat zijn leerlingen beslist niet moeten worden gezien als „geestelijk onvolwaardig" zoals men ze vroeger placht uit te krijten doch als „praktisch gericht". De directeur vertelde van de aanzienlijke vorderin gen die leerlingen afkomstig van een gewone lagere school met zijn min of meer abstraherend onderwijssysteem door zijn methode hadden gemaakt. Het bleek, dat men er bij deze leerwijze van uitgaat alles aan de hand van prak tische feiten duidelijk te maken. De school telt thans ruim driehonderd leerlingen en de aanvraag is jaarlijks groter dan geplaatst kan worden. Dit komt omdat de klassen niet groter dan zestien leerlingen worden gemaakt ten einde de leerkracht in staat te stellen elk van zijn pupillen individueel te on derwijzen. Veel vakken worden beoefend, oa. timmeren, metselen, metaalbewer king, rekenen en Nederlandse taal. De tentoonstelling, die wij na dit ge sprek bezochten, staafde de woorden van de directeur volledig. Talrijke iraaie stukjes vakwerk vielen hier te bewonderen van servetstandaardjes tot kasten en strijkplanken toe. Duidelijk bleek hoeveel idealisme en liefde voor bun leerlingen de leerkrachten moeten hebben om de scholieren in een tijdvak van slechts drie jaar zoveel bij te bren- cen. ter. Want ieder detail heeft zijn bete kenis. Floris Verster was veelzijdig. Een erudiet, levend naast de actualiteit, maar daarom juist levend in de eeuwig heid. En scheppend vóór de eeuwigheid. Daarom wandelen wij door de zalen met schroom en eerbied voor deze zoe ker naar waarachtige schoonheid, die haar in alle geledingen te vinden wist. Naast zijn werken, wordt de bezoeker in kennis gesteld met foto's van Floris Verster zelf en familieleden, van plekjes uit „Groenoord", waar hij zijn tragi sche dood vond. Ook is daar aanwezig zijn enige illustratie, vervaardigd voor de ..Limburgse novellen" van mr. L. H. J. Lamberts Hurretbrinck. zowel 'in ori gineel als in dat boek zelf. Men laaft zich aan Versters fijnzin nigheid. Men volgt ziin leven tot aan de loutering. Men wordt doordrongen van zyn diepzinnigheid. Is het teveel gezegd, wanneer wij on ze eerste woorden nogmaals aanhalen: „vreugde en ontroering?" „Zó is het". Men ga deze expositie tot 3 juli toe zelf bezichtigen. En onderga dezelfde gevoelens als wij H. Deze expositie is gisteravond onder gróte belangstelling geopend. Daarbij werd door dé heer P. Herfst namens de ..Vereniging van Belangstellenden in de Lakenhal het hierbij afgebeelde „Tul pen in glazen karaf" ..De Lakenhal" aangeboden, als een bewijs van de innige verering, welke men deze grote kunstenaar toedraagt. De heer Herfst, die de directeur van de Lakenhal, drs. J. N. van Wessem. hulde bracht voor diens initiatief en de door hem bijeengebrachte werken van Verster. deelde mede dat prof. dr. A. M. Hammacher. directeur van het Kröl- ler Müllermuseum op 9 juni op uit nodiging van de Vereniging in de Laken hal een lezing zal houden over Floris Verster en diens werken. Spreker, die vervolgens in het kort aandacht schonk aan het veelzijdig santen gestel de oeuvre van Verster, de „kluizenaar van Groen oord". wees er om. op. dat deze man van het palet een colorist bij uitne mendheid was. Verster. aldus de heer Herfst, die zich in zijn beheersing een Gisteren aanvaardde prof. dr. A. Klasens het ambt van hoogleraar in de Egyptologie aan de Leidse Universiteit met een oratie in het Groot Auditorium onder de titel "Egyptologie avant la lettre". Prof. Klasens is de opvolger van prof. dr. A. de Buck, die in oktober 1959 overleed. Prof. Klasens wees er op, dat Egypte nog steeds een ongekende rijkdom aan archeologische schatten in haar bodem herbergt, en dat mede hieruit 't gevaar voortvloeit van een zoeken naar voorwerpen uit het verleden in plaats van een verantwoord oudheidkundig bodem onderzoek waaruit een beter beeld kan worden gevormd omtrent het verleden dan uit de historische voorwerpen op zichzelf. Openluchtmuseum Egypte was reeds in de oudheid een groot openluchtmuseum, aldus prof. Klasens. De Egyptenaren waren gecon fronteerd met de monumenten uit hun verleden en in de loop van hun lange geschiedenis zagen zij het verval van deze monumenten en de plundering van de graven. Dit gaf hun het besef van de betrekkelijkheid van de zorg voor de doden, zodat reeds toen de gedachte op kwam, dat onsterfelijkheid beter bereikt wordt door publkaties, dan door het bouwen van een piramide. De oude Egyptenaren hadden interesse voor hun verleden en al spoedig zochten zij in de tempelarchieven, en later ook in de graven, naar oude documenten. Vondstberichten zijn uit alle perioden van de Egyptische geschiedenis overge leverd. Zij herstelden in de bloeitijden hetgeen in de periode van verval ver- vernietigd was. maar steeds gingen res tauratie en plundering hand in hand. Uit het Nieuwe Ryk is een dossier be waard, dat documenten bevat betreffen de grafroof in de Thebaanse necropool. Eveneens was er in het Nieuwe Rijk sprake van een toeristische belangstel ling voor de oude bouwwerken. Verschil lende grafmonumenten werden schoon gemaakt en voor het bezoek opengesteld. De toeristen schreven hun namen en hun waardering op de muren van het monument, ciat zy bezocht hadden. In de Thebaanse necropool werd zelfs een aparte toeristeningang voor een oud graf gemaakt. Ook werden er in deze tijd en later opgravingen gedaan en van een naambordje voorzien. De archeologische bedrijvigheid van een historische figuur, Setne Chamoeas, de zoon van Ramses II, heeft hem tot romanfiguur gemaakt. In de zgn. Setne- roman werd gezocht naar graven in de necropolen van Memphis en Koptos. Over de methoden van het oudheid kundig bodemonderzoek in het oude Egypte is weinig bekend. Het blijkt, dat men soms met grote zorgvuldigheid te werk ging. Terreinkaarten, evenals plat tegronden van graven, zyn overgeleverd. Bedreigd met ondergang In onze tijd wordt een deel van het Egyptische openluchtmuseum met de ondergang bedreigd. De reactie is nu een ongekende archeologische bedrijvig heid en een toename van het toerisme. De Egyptische bodem is nog steeds ryk aan oudheden; dit brengt het gevaar mee, dat bij opgravingen naar voor werpen als zodanig en niet in de eerste plaats naar kennis omtrent het verleden wordt gezocht, wat het doel van elk ver antwoord oudheidkundig bodemonder zoek moet zijn. Na de oratie, die met de gebruikelijke toespraken werd besloten, vond in de ontvangstzaal van de Academie een re ceptie plaats. Pacific Science Congress Tot Nederlandse gedelegeerden bij het tiende Pacific Science Congress, dat in augustus-september in Honoloeloe wordt gehouden, zyn ondermeer benoemd prof. dr. H. Boschma en prof. dr. C. G. G. J. Steenis, beiden hoogleraar aan de Leidse Universiteit. meester toonde, was begaafd met een groot schilderstalent. Ondanks de tijd, waarin hij leefde, is hij in zijn kunst, waarin hij zovelen aanspreekt, steeds zijn eigen weg gegaan. De heer Herfst verwachtte dat het thans door de vereniging aangeboden geschenk een waardige plaats in de Verstercollectie van het museum zou krijgen. De directeur van de Lakenhal zeide in zijn dankwoord, dat de vereniging op dit moment geen zinvoller geschenk had kunnen aanbieden. Het is. aldus spreker, een „edelsteen, van wondere eenvoud, op sublieme wijze de hoge opvattingen van de meester schetsend". Dat uw vereniging, kort na haar weder geboorte, een geschenk van een derge lijk niveau kan aanbieden, is een bewijs van haar opperste gezondheid, aldus drs. Van Wessem. die hierop het ge schenk direct een ereplaats op de ten toonstelling gaf. De heer P. Herfst, drs. J. N. van Wessem en prof. mr. V. Rijpper- da Wierdsma (v.l.n.r.) nemen met grote belangstelling kennis van het door de „Vereniging van Belang stellenden in de Lakenhal" aange boden geschenk. een schilderij Tulpen in karaf" van Floris Ver ster. (Foto L-D./Holvaat) NZH-Eltax Overstapjes Met ingang van 1 juli Naar wij uit zeer goede bron vernemen is er thans tussen de directies van de N.Z.H.V.M. en de Eltax een regeling ge troffen voor de invoering van overstapjes op de buslijnen van de N.Z.H. op het traject Oegstgeest-Leiden-Leiderdorp en de autobusrinqlijn van de Eltax. Het ligt in de bedoeling om deze regeling op 1 juli a.s. in te voeren. Het tarief van een overstap- biljet is vastgesteld op f. 0.25. De overstapplaatsen zullen nog in onderling overleg wor den geregeld. Medische Dienst Voorschoten: Eerste pinksterdag: Dokter F. H. W. Swen, Veurseweg 20. tel. 2356. Tweede pinksterdag: Dokter James, Leidseweg 51, tel. 2520. Beide dagen: Wijkverpleging Gezondheidscentrum, tel. 2177. Warmond: Dokter H. A. G. M. Walen kamp. tel. 01711-220. Zuster Meijssen, Kerklaan 17a Voorhout, tel. 02532-7796. Huldeblijk Drie Octoberver. Kunstenaar werkt reeds aan opdracht Dit jaar bestaat de 3 October-vereeni- ging, zoals bekend. 75 jaar. In het ka der van deze feestelijke viering, waar over wij reeds schreven, is ook ruimte ingeruimd voor de aanbieding van een geschenk van de burgerij aan het be stuur van de jubilerende vereniging. Sinds enkele maanden is een daartoe uit leden der subcommissies van de 3 October-vereeniging gevormd Huldi- gingscomité achter de schermen in ac- I tie gelden voor dit doel bijeen te bren- gen. Behalve, dat hiervoor op de leden van de 3 October-vereeniging een be roep werd gedaan, is dit comité ook in contact getreden met het College van Curatoren en de Senaat van de Leidse Universiteit, het LSC en de VVSL. De tot op heden ontvangen reacties maken het zo goed als zeker, dat het Comité gevolg zal kunnen geven aan zijn voor- namen het bestuur een huldeblijk aan te bieden, dat niet alleen voor dit bestuur, doch vooral ook voor de stad van zin- volle betekenis zal zijn. In de stellige verwachting, dat ook het ontbrekende bedrag nog bijeenkomt, is met een bekend kunstenaar contact op- i genomen over de uiteindelijke vorm, waaruit dit huldeblyk zal bestaan. De besprekingen hebben er toe geleid, dat deze kunstenaar de opdracht heeft aan vaard en reeds direct aan de slag is gegaan. Teneinde dit huldeblijk zo algemeen i mogelijk te doen zyn, vermelden wij ook voor hen, die nog niet op de oproep van het Comité reageerden het gironummer (58680) van de pen ningmeester van het Huldigingscomité, de heer A. W. Taselaar, Tiboel Siegen- i beekstraat 9 Leiden. Onder het motto: „Huldeblijk 3 October-vereeniging" kunnen giften voor dit doel op dit giro nummer worden overgeschreven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 3