FRANS BROER VOND OSCAR: voor wie geschreven? HET WERK TE GROF VAN BANKWERKER TOT EDELSMID TIENERS ZETTEN DE SLAAPMUTSWEEROP Oscars waarmee de acteurs niet blij zijn Kern-energieke secretaresse Smokkeldansen Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 8 april 1961 no- 30324 Er is een nieuw maandblad „voor jonge mensenverschenen. En nu we het eenmaal gelezen hebbenhunnen we niet nalaten er over te schrijven, in de krant wel te verstaan, niet naar huis. Want de lectuur in dit blad, dat Oscar is gedoopt, noopt ons bepaald niet tot hoera roepen. Ai lezende hebben we ons afgevraagd voor welke jonge mensen het blad wel bestemd is, nu we dachten dat Romance en Taboe de markt wel hadden afgeroomd. Wat Oscar opdist lijkt soms op aan gelengde Taboe en dan weer op gekruide Romance, maar het komt ons voor dat zowel de vlees- als de visliefhebbers er weinig van hun speci fieke kostje bij vinden. Onze voornaamste bezwaren: de meeste artikelen en verhalen zijn te lang en soms uitgesproken irritant van toon. Neem bijvoorbeeld het verhaal over Harry Mulisch, een interview. De schrij ver van het artikel laat heel duidelijk uitkomen, hoeveel hij weet van Mulisch, welke werken hij van hem heeft gelezen, hoe hij Mulisch doorziet, welk boek van Mulisch hij het beste vindt, en ga zo maar door, zodanig dat je bij het lezen van dit „interview" geregeld verzucht: toe, laat Harry eens aan het woord. Merkwaardig is ook, dat de intervie wer tegelijkertijd als criticus optreedt. Op nogal hbs-achtige wijze, zoals uit de volgende passage blijkt: „Harry Mulisch is, zoals hij daar op zijn divan zit, meer dan ooit voor mij een auteur die de rea liteit zo dicht mogelijk en zo veelzijdig mogelijk vil benaderen. Zijn „Het Ste nen bruidsbed" heeft me van al zijn werken het meest kunnen boeien. In al zijn boeken geeft hij blijk van zijn angst over alles wat de mensen elkaar kunnen aandoen. Zijn sfeer is somber, maar mist de kleinburgerlijke zwartgal ligheid van de „zwarte romantiek". En wat te denken van een artikel als „Ongewoon: Stadhuis", een droge op somming van tientallen cijfers? We zou den meer voorbeelden kunnen geven. Natuurlijk, in Oscar staat ook wel iets lezenswaards: het beste dat we tegen kwamen was het korte verhaal „Eskimo op dak" van Carl Jan Schneider, maar dat lazen we onder de titel „Een eski mo op het dak' al in Vandaag 5. Schrijven over jazz „Weet, dat u in een tijd leeft, waarin iedereen over jazz schrijft en waarin de ondeskundigheid der halve hoogtij viert". Dit lazen we on langs in het jazzperiodiek Rhythme, waarin gefulmineerd werd tegen de bombastische wijze toaarop in Ro mance over jazz geschreven werd. We moesten aan deze ivoorden den ken, toen we in Oscar het volgende lazen: „Thelonious Monk ontlaadt in zijn spel gefrusteerde spanningen, welke zich expressief en geladen een uit weg zoeken". Om bang van te wor den. En dan zo'n zin: „Zijn thema's zijn indringend en intrigant". Nogal intrigant, niet Verleden Burgemeester Willi Brandt van West- Berlijn heeft op een persbijeenkomst gezegd, dat 't proces tegen Adolf Eich- mann de jeugd van Duitsland een gele- genheid zal geven om het verleden onder i ogen te zien. „Duitsland kan zijn jeugd i het verleden laten zien, hoe onaange- naam dat ook is", zei Brandt. Hij sprak in West-Berlijn. Danstrein Aan de speciale treinen van de „Do lomieten-express", die in de paasweek I worden ingelegd tussen Stuttgart en Merano, zal een rijtuig worden gekop peld, dat een dansvloer heeft. De va kantiegangers kunnen dus dansend naar het gebergte reizen. Oude liefde De noodlijdende filmindustrie in Engeland heeft enige morele steun gekregen door het nieuws, dat de film voor de Engelsen nog steeds het meest geliefde tijdverdrijf bui tenshuis is. Volgens een dezer dagen gepubliceerd verslag worden in En geland per iveek tienmiljoen bio scoopkaartjes verkocht, dit niet tegenstaande de concurrentie van dc televisie. In het verslag werd de mening uit gesproken, dat het nieuwtje van de TV er af was, en dat de vroegere fiimgan- ger daarom tot zijn oude liefde was teruggekeerd. Tachtig procent van de filmliefhebbers onder het publiek zon der TV gaat tenminste eenmaal in de veertien dagen naar de bioscoop. Voor filmliefhebbers met TV bedraagt dit percentage 73. Een door de Britse bio scoopbond uitgevoerde enquête wees uit, dat bijna 25 miljoen mensen in 1960 ruim 64 miljoen pond sterling neertel den om een bioscoop je te pikken. Terwijl Nederland de laatste dagen wat dieper in de jas moest kruipen, genoot Washington van prachtig voorjaarsweer, waarbij de temperatuur tot boven de 70 graden opliep. Het is dus begrijpelijk dat Reba Wilson anders dan anders deed en op een stevige tak van een bloeiende kerseboom klom die in de tuin van het Kapitool staat te pronken. Wij schrijven anders dan anders", want Reba is, haar fraaie figuurtje ten spijt, geen fotomodel, maar secretaresse bij de Congres commissie voor kernenergie De „Brat wurst"-prijs teen woordspe ling: het Engelse „brat" betekent „kind" en het Duitse „Bratwurst" braadworst.) jaarlijks toegekend door de Amerikaanse bond van winkeliers in levensmiddelen aan het vervelend ste kindsterretje van het jaar, was voor David Ladd in „Dog of flanders". De „Maar ook niet voor ons"-prijs ging naar „But not for me" (Maar niet voor mij). De Roscoe-prijs, een tro fee die wordt verleend aan de ac teur of actrice die het hele jaar door hardnekkig is blijven bewijzen dat hij of zij niet kan spelen, is toe gekend aan Robert Mitchum. De „wilde Oscar", een onderscheiding voor de acteur die de conventie en zijn reputatie aan zijn laars lapt op zoek naar artistieke bevrediging, was voor Jerry Lewis als „Cinderfella". Onder de Amerikaanse tieners komt de slaapmuts weer in de mode. Dit heeft het Internationale Wolse cretariaat in monden meegedeeld. Een Britse onderneming te Ste venage by Londen zendt thans vier honderd slaapmutsen per maand naar de Verenigde Staten, in hoofd zaak naar Manhattan. nieuw vermaak van Belgische tieners De tieners uit de streken ten noorden van Antwerpen hebben een nieuw woord voor een nieuw vermaak be dacht: smokkeldansen. Het is minder tegen de wet dan men zou denken en zeker niet tegen de Nederlandse wet. In België mogen personen onder de achttien jaar echter niet in etablisse menten verschijnen, waar regelmatig of onregelmatig wordt gedanst. Dat is het gevolg van een wet, die ver leden jaar van kracht is geworden. Zelf worden zij bij overtreding niet beboet, maar wel de exploitanten van de etablissementen, waar de dansende minderjarigen worden aangetroffen. In de Antwerpse polder, dat is de streek tussen Antwerpen en de Bra bantse grens, is zo onlangs nog de eigenaar van een café, waar, overi gens heel onschuldig, jongeren toch een dansje maakten, tot veertien maal 1000 Belgische franken boete veroor deeld, omdat- veertien dansende tie ners bij hem werden geconstateerd. Dat heeft er de schrik een beetje in gebracht bij de Belgische café-exploi tanten, maar het heeft de vinding- rij kheid van de tieners uit het Ant werpse en van de Nederlandse ex ploitanten aan onze kant van de grens verhoogd. Iedere zaterdag- en zondagavond wor den er thans in grensgemeenten als Putte, Ossendrecht, Hoogerheide en zelfs in Bergen op Zoom in tal van gelegenheden bals gegeven en daar heen trekken de Belgische minder jarigen nu met stromen. Zij noemen het „smokkeldansen". Met fietsen, brommers en trams ko men zij naar de Nederlandse grens. Daar staan autobussen klaar die hen tegen middernacht ook weer prompt terug brengen. Het succes van de onderneming is zo groot, dat in verscheidene gemeenten langs de grens de laatste maanden nieuwe danszalen zijn geopend en waar die alle onder de Nederlandse wet vallen, is er voor de ouders van de jonge mensen uit het Antwerpse, die daar hun onschuldig vermaak zoeken, ook geen ongerustheid bij. Ondanks de als op iets strafbaars lijkende be naming „smokkeldansen." Is de 24-jarige Frans Broer uit W addinxveen, Kerkweg 119, een kunstenaar? Als je hem ziet, zeg je neeHij onder scheidt zich althans uiterlijk in niets van andere jongens van zijn leeftijdEn als je aan Frans zelf vraagt of ie een kunstenaar is, zegt ie: ,Jk probeer t te wordenMaar hele maal kunstenaar word ik nooit**. En toch Toch kan Frans aardig tekenen, verdienstelijk boetseren en heeft hij onlangs voor de Kunststichting Waddinxveen geëxposeerd. Broches, ringen en halssnoeren. Gek zul je zeggen. Waarom maakt ie nou broches en ringen als ie tekent en boetseert? Omdat hij op de vakschool in Schoonhoven leert voor goud en zilversmid. Het is hard werken geblazen voor Frans. Vooral omdat hij drie jaar geleden nog gewoon op de am bachtsschool zat. De meeste jongens hebben drie of vijf jaar HBS. Frans daarentegen kende de „groffe" kneepjes van het bankwerken en dat komt hem nu van pas. In dat groffe zit 't 'm nu net. Daarom wil Frans edelsmid worden. Omdat hij van het fijne werk houdt. Frans tekent in z'n vrije tijd - en die is maar spaarzaam - veel. Dat moet ie ook wel, want zonder ontwerp is het bij zonder moeilijk om broches, ringen en halskettingen te maken. Het ontwerp is de basis van waaruit gewerkt moet wor den. Dat het uiteindelijke resultaat vaak anders uitvalt dan het ontwerp is lo gisch. „Het groeit onder je handen", zegt Frans. Toch mag het er niet al te veel van afwijken. Later krijgt hij na melijk opdrachten, die hij precies moet uitvoeren. Hei is soms onprettig om opdrach ten te krijgen, vindt Frans. Als je geen inspiratie hebt moet je er toch iets van maken. „Maar daar ben ik nu net weer genoeg vakman en net weer iets te weinig kunstenaar voor om dat te kunnen doen". Hij zegt het niet met zo veel woorden. Maar het vakmanschap moet boven het kunstenaarschap gaan. Hoe het hem ook spijt. „We werken met duur mate riaal. Ik mag niets verkeerd doen. An ders moet ik het goud weer omsmelten en dat kost geld. Veel geld. Een schil der kan wèl zeggen: dat doek bevalt me niet. Ik maak het over, of ik maak iets anders. Dat kan ik niet doen". Alles tegelijk Het is een merkwaardig ambacht: edelsmid. Hij moet van emailleren net zo veel weten als van kunstge schiedenis en wiskunde, van edel- steenkunde en graveren. Hij is ambachtsman, middenstander en kunstenaar. Drie begrippen, die niet van elkaar weg te denken zijn. Frans vecht met hetgeen hij maakt. En al is het niet goed, al bevredigt het werkstuk hem niet, hij maakt het toch af. Hij zet door, al wilde hij laatst een ring, waarbij hij met tegenslag na te genslag te kampen had, bijna onder-een ponsmachine leggen. Dat Frans zijn werk serieus aanvat kan men afleiden uit het feit, dat hij al zijn vroegere liefhebberijen heeft opge geven voor „zijn" ambacht. Geen badminton en tennis meer voor hem, maar ontwerpen, uitsnijden en in elkaar passen totdat hij de juiste vorm heeft gevonden. Frans houdt van elke stijl, maar geeft de voorkeur aan modern. Dat is ook wel te zien aan de werkstukken, die hij on langs tentoon stelde. Ze zijn nog figura tief, maar ze neigen naar het abstracte. Frans zat als kleine jongen al vaak te prutsen. Met stukjes klei, vertelt z'n moeder. Daar maakte ie asbakken en kandelaars van. „Of hij dan geen pottenbakker had willen worden?" Frans hoeft niet lang na te denken. „Natuurlijk niet", zegt hij, „dat werk is me te grof". Gestrand Het gesprek is gestrand. We zitten een beetje doelloos naar de televisie te kij ken, waarvan zijn vader en moeder het geluid hebben uitgedraaid om het ge sprek niet te storen. „Weet je", zegt Frans, „ik had eigen lijk het liefst in de middeleeuwen ge leefd. Toen was een ambachtsman nog een ambachtsman. Nu is alles zo ge mechaniseerd. Daarom wil ik geen hor logemaker worden. Daar zit volgens mij geen brood meer in Waarmee Frans bewijst vooral ambachtsman en middenstander te zijn. Hij pakt een van zijn werkstukjes op. Houdt het voorzichtig in zijn hand. Het stelt een vogel en een vis voor, die in elkaar overvloeien. Het is strak van lijn, bijna streng, maar wonderlijk genoeg toch sierlijk. „Ik probeer het steeds meer te vervolmaken, 't Geeft me zo'n grote voldoening als 't werkelijk helemaal lukt". Waarmee hij bewijst ook nog kunstenaar te zijn. Frans laat zien, dat hij ook boetseren kan. Deze werkstukken van Frans houden expositie van de Kunst- waren te zien op een onlangs ge-\ stichting Waddinxveen. De film ..Butterfield 8", Elizabeth Taylors laatste film voor zij ziek werd, heeft met glans sterke concurrentie doorstaan om in het bezit te komen van twee kwalijke onderscheidingen van Harvard Lampoon's 20ste jaarlijkse „festival van de slechte film". Niet alleen kreeg „Butterfield 8" een plaats onder de slechtste tien films van 1960, maar Eddie Fisher kreeg nog de onderscheiding voor de slechtste bijrol. „In elk ander jaar zou hij zich deze onderscheiding gemakkelijk verwor ven hebben, maar 1960 was een top jaar van wanprodukten", aldus Jack Winter, de president van Harvard Lampoon. Winter heeft „Butterfield 8" zesmaal „uitgezeten", alleen om „Fisher zyn onkunde op breed doek te zien uitsmeren". Volgend op „Butterfield 8" in de rij van snertfilms komen „Strangers when we meet", „The Gazebo", „Ice palace", „Exodus", „It started in Na ples", „Pepe", „Pollyana", „Because they're young" en „High time". In de speciale afdeling kreeg John Way ne's „The Alamo" een prijs voor de humbug aan publiciteit die deze eer steling van de regisseur Wayne heeft aangekondigd. De onderscheiding met de naam „Het spiegeltje aan de wand" was voor de film waarvan de titel eerder de ge moedsgesteldheid van het publiek dan de inhoud aangaf: „The angry silen ce" (De pijnlijke stilte). Sinatra is niet alleen maar succes be schoren bij wat hij aanpakt. Lam poon heeft hem tot de slechtste ac teur van 1960 uitgeroepen voor zijn rol in „Can-can". De slechtste ac trice is Eve Marie Saint geworden voor haar rol in „Exodus". Zanger en (nu ook al) acteur Fabian is in het. bezit gekomen van een on derscheiding als de acteur uit I960 die het minste beloofde voor de toe komst. Hij trad op in „Noth to Alas ka".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 15