KLM-COMMANDOWISSELING
Gaande man I. A. Aler besluit lange
carrière in dr. A. Plesmans schaduw
Sceptici kregen ongelijk: zijn
leiding was rustig en bekwaam
DRS. E. H. VAN DER BEUGEL
Hulp aan Afrika is een
Europees eigenbelang
In mei moet het gebeuren
rrEn nu maar vissen,
varen en rusten
De komende man:
Staatsbegrafenis voor Joden
die al 18 eeuwen dood zijn
de lekkerste chocolade-korrels
in de lenkste doos
West-Europa moet durf hebben
op lange termijn te investeren
Een plezierige
avond behoeft
niet bedorven
te worden door
hoofdpijn Neem
direct Rheumin
BRONNLEY
Opgericht 1 maart 1860
Donderdag 30 maart 1961
Vijfde blad no. 30318
(Van onze Haagse correspondent)
De man, die in mei van dit voorjaar de teugels
van de K.L.M. uit handen geeft, kan terugzien op
een uitzonderlijke carrière in dienst van de Neder
landse luchtvaart burger, zowel als militair.
Wat dat betreft is Isaac Alphonse Aler „Fons"
voor zijn vrienden veelzijdiger dan zijn voor
ganger dr. Albert Plesman, hoewel het lot heeft
gewild, dat hij een leven lang in de schaduw van
deze grote figuur heeft gewerkt.
Toen luitenant-vlieger Plesman in 1919 naar
de wereldfaam greep met de oprichting van zijn
K.L.M., werkte luitenant-vlieger Aler nog in de
besloten gemeenschap van de militaire luchtvaart
op Soesterberg. Zes jaar later ging Aler naar de
K.L.M. en hij werd er zelfs chef van de vliegdienst.
Maar de glans van Plesmans ster was toen al zo
intens, dat zij alles overstraalde. Kleinere sterren
vielen nauwelijks op.
Na de tweede wereldoorlog zetten beide man
nen zich tot een gigantentaak. Plesman herbouwde
zijn bij alle Nederlanders populaire K.L.M., Aler
trok het militaire uniform weer aan en moest met
dienstplichtigen en belastinggelden een per defini
tie niet zo populaire luchtmacht zien op te bouwen.
En toen hij eindelijk, na het overlijden van
Plesman, geroepen werd de laatste stap naar voren
te doen om zelf president-directeur van onze
nationale luchtvaartmaatschappij te worden, ook
toen nog werden al zijn daden afgemeten tegen
het licht van zijn voorganger.
Luitenant-generaal-vlieger b.d. I. A. Aler, voormalig chef van de luchtmachtstaf
van de Koninklijke Luchtmacht (de hoogste militaire luchtvaartfunctie in ons
land) en binnenkort ex-president-directeur van de K.L.M., (de hoogste burger
luchtvaartfunctie van Nederland), werd op 3 mei 1896 in Amsterdam geboren.
Nadat hü de h.b.s. had doorlopen studeerde hü achtereenvolgens aan de Cadetten
school te Alkmaar en de K.M.A. te Breda. Op 3 maart 1916 werd hij benoemd tot
tweede-luitenant der artillerie. De verlangt:s en de belangstelling van de jonge
officier gingen echter uit naar de luchtvaart en hü meldde zich aan voor de
opleiding tot vlieger. In 1918 werd hij gedetacheerd bü de luchtvaartafdeling op
Soesterberg en een jaar later behaalde hij het vliegbrevet.
Na een detachering van een jaar naar
Istres en Cazaux in Frankrijk kreeg
hij een jaar verlof om als invlieger bij
de Nationale Vliegtuigindustrie (Kool
hoven) op Waalhaven te gaan werken.
Toen, het was inmiddels 1925, kreeg hy
nogmaals een jaar verlof, nu om erva
ring op te doen by de burgerluchtvaart.
Dat ene jaar bij de KLM werden er
veertien. Veertien drukke jaren aan de
zijde van de dynamische Plesman, een
periode waarin de KLM tot volle bloei
kwam. In oktober 1928 was vlieger Aler
tweede piloot na Smirnof op de eerste
proefvlucht van de KLM naar Batavia.
Mobilisatie
By de voormobilisatie van 1939 werd
kapitein-vlieger Aler opgeroepen in ac
tieve dienst en ingedeeld bij de staf van
de commandant veldleger. Na de capitu
latie in 1940 maakte hij van de wacht
geldregeling gebruik om in dienst te
treden bij de Nederlandse stichting voor
Psychotechniek in Utrecht, waar hy
functie-analyse en andere psychologi
sche bedrijfsproblemen, waarvoor zyn
belangstelling in dienst by de KLM was
gewekt, bestudeerde.
In 1942 werd hy als krijgsgevangene
naar Duitsland gevoerd. Pogingen om
uit het kamp te ontsnappen mislukten.
Onmiddellyk na de oorlog werd Aler
in de rang van luitenant-kolonel by de
R.A.F. gedetacheerd om op de hoogte
te komen van de moderne luchtmacht
problemen. Begin 1946 volgde zyn be
noeming tot kolonel-vlieger en tot direc
teur van de luchtstrijdkrachten. Later
werd deze titel veranderd in Comman
dant Luchtmacht Nederland.
In 1948 ging generaal-majoor I. A.
Aler als lid van het Air Advisory Com
mittee naar Londen. In 1950 keerde hü
naar Nederland terug om op 15 septem
ber 1950 de functie op zich te nemen
van chef van de luchtmachtstaf in de
rang van luitenant-generaal.
De gaande man: I. A. Aler
Op 1 oktober 1953 werd hem op ver
zoek wegens volbrachte diensttijd eer
vol ontslag verleend. Zyn militaire loop
baan had hem. behalve de hem toeko
mende achting, de onderscheidingen
van Ridder in de Orde van de Neder
landse Leeuw en Officier in de Orde
van Oranje-Nassau met de zwaarden,
alsmede het Commandeurschap in het
Legion of Merit van de Verenigde Sta
ten opgeleverd.
Ondankbare erfenis
Op 1 januari 1955 werd hy benoemd
tot president-directeur van de Konin-
klyke Luchtvaart Maatschappij.
Het was een ondankbare erfenis, die
hem daar wachtte. Plesmans beleid had
in de leidende administratieve kringen
hoge golven verwekt, golven die nog niet
waren weggeëbd in de maanden tussen
zün overlijden op oudejaarsdag 1953 en
de komst van Aler. Het vliegerkorps be
zag hem met een zekere argwaan. Ples
man was „de baas" geweest wiens woord
wet was. Hoe zou het werken worden
voor deze man, zelf geen begenadigd
vlieger, hoewel hij 7200 vlieguren in zijn
logboek had vergaard en met reeds één
aan hem verweten pilotenstaking (in
1930) op zijn conto? De aandeelhouders
wachtten af. Zy hadden de op dat mo
ment meest voor de hand liggende keus
gedaan. Plesman had zich nooit in het
probleem van zyn opvolging willen ver
diepen. Maar zou deze beroepsmilitair de
visie en de fantasie hebben om een zo
omvangryk bedryf als de KLM met
dynamiek te leiden?
Ongelijk
Wy geloven te mogen vaststellen, dat
generaal Aler alle sceptici ongelijk heeft
gegeven. In de zeven jaren van zijn
regering heeft hy zyn maatschappü
rustig, bekwaam en met de al uit zijn
spreektrant blykende bedachtzaamheid,
geleid.
Plesman was de man van het brede
gebaar en van de snelle vaak meer op
intuïtie dan op overweging gebaseerde
beslissing. Karakteristiek voor Aler is
zyn luisterende houding: het smalle,
strakke hoofd licht naar links gebogen,
zijn gesprekspartner in volle concentra
tie het oor lenend, het voorhoofd ge
fronst, de donkere bril in de opgeheven
rechterhand. Zó hoorde hy aan wat zijn
mede-directeuren hem te zeggen had
den.
Van de regelmatig gehouden perscon
ferenties („Ik behoor niet tot die men
sen, die beweren dat vertegenwoordigers
van de pers een gevaarlijk genus vor
men. Myn ervaring is, dat men byzon-
der tevreden kan zijn over de Neder
landse pers") herinneren wy ons, dat hij
ook bereid was snel naar hun inzichten
te handelen. Een fout werd vlot her
steld. een aanvulling of verduidelijking
gaf hij onmiddellyk door, volledig recht
doend aan zyn medewerkers. „Onze
technische directeur zegtDe fi
nanciële expert maakt my erop at
tent
Uit eigen ervaring bij de luchtmacht
staf herinneren wy ons nog een andere
kwaliteit van de generaal, namelyk zijn
vermogen om goed met zyn medewer
kers om te gaan. Ook de jongste tweede
luitenant van zyn staf kende hy bij de
naam en een toevallige ontmoeting op
de trappen of in de gang. benutte hij
vaak voor een persoonlyk woord.
Moedig
Alers regime by de KLM is allerminst
een rustige tyd geweest. Hij kreeg te
maken met een ernstige staking onder
het vliegend personeel in 1958, een perio
de waarin hy, vermoeid en verdrietig
als hy was, toch keiharde, moedige be
slissingen nam. In die dagen was er veel
kritiek op zyn persoon, maar achteraf
bezien heeft zijn prestige in die tyd
bepaald niet geleden. Hy moest ook lei
ding geven aan de moeilyke beslissin
gen inzake het al of niet samengaan
met de naaste concurrenten in
Air Union. Onder zün bewind werd de
poolroute geëxploreerd en werd twee
maal (in 1957 en 1959) het gevecht om
de landingsrechten in Los Angeles ge
voerd. De Indiëlün jarenlang de
levensader van de KLM viel af. Een
nieuw continent, Afrika, diende zich aan
in de ry der volkeren. Bü het vertrek
van Aler heeft de KLM hier vaste grond
onder de landingswielen, met regelma
tige diensten op veertien steden.
Belangrijker nog dan deze op zich
zelf al uiterst belangrüke ontwikkelin
gen, is de overgang van de zuigermotor
naar het turbinetüdperk. Met dertien
120-passagiersreuzen van het type DC-8,
twaalf Lockheed „Electra's" en twaalf
„Viscounts" staat de KLM vooraan te
midden van de moderne luchtvaart
maatschappijen. Nu deze gigantische
vloot goede rendementen afwerpt, wordt
er niet dagelüks meer over gepraat.
Maar bü het afscheid van Aler mag
toch nog wel eens worden bedacht, welk
een visie en een zakelyke durf nodig
waren om jaren geleden, toen niemand
de prestaties van deze toestellen kon
schatten, tot de investering van deze
honderden miljoenen over te gaan.
Zorgen
Het Is overigens deze erfenis, die de
heer Aler by zyn vertrek de meeste
zorgen baart. In 1961 beschikt zyn
maatschappy over een produktiecapa-
citeit, die dertig procent hoger ligt dan
in 1960. Evenwel: produceren is één, ver
kopen is een tweede.
Op zyn laatste persconferentie ver
klaarde de president-directeur: „Ik was
liever afgetreden op een moment, dat ik
een iets minder grote produktieverho-
ging aan myn collega's-opvolgers zou
hebben achtergelaten. Ik wil niet spre
ken van een overcapaciteit, maar de
KLM zit dit jaar wat produktie betreft
in een ruime jas. In financieel en eco
nomisch opzicht zal 1961 een moeilük
jaar voor de KLM zyn".
Hoe dan ook: het is zover. Op 3 mei
aanstaande wordt Isaac Alphonse Aler,
om te zien een jeugdige vüftiger, 65
jaar. De man, die zijn leven wüdde
aan de luchtvaart, gaat het zün zün
eigen om hun eenvoud voor hem karak
teristieke woorden „vissen, varen,
prettige familiebanden onderhouden,
veel lezen en veel rusten".
„Geen functies meer?"
Zijn levendige, scherpe ogen dwalen
even langs de wolkenhemel, waarop zijn
werkkamer in het hoofdkantoor zo'n
royaal uitzicht geeft. Een bedachtzame
haal aan de tussen wijsvinger en mid
delvinger geklemde sigaret. Pas dan
komt het antwoord:
„Beslist geen functies meer".
En wij dachten er beiden aan, dat
hy dé geschikte persoon zou zyn voor
het geval de regering toch nog eens tot
de benoeming van een staatssecretaris
voor de luchtvaart zou besluiten.
GEVAARLIJKE VERZINSELS!
(Van onze Utrechtse correspondent)
Twee Utrechtse meisjes, ongeveer 12
jaar oud, die vorige week aangifte had
den gedaan van het feit, dat zü in het
i Julianapark door een man waren lastig
gevallen, blyken de politie een verhaal
i op de mouw te hebben gespeld. Zü had-
i den verteld, dat zü door een man waren
Schilderij van Aler
aan KLM aangeboden
In een byeenkomst in de vergader
zaal van het hoofdkantoor van de KLM
is gisteren door de directeur van de
Shell Nederland Verkoop Maatschappü
N.V., de heer K. Schouten een portret
van de heer I. A. Aler aangeboden. Dit
door Sierk Schroder vervaardigde schil
derij is het geschenk, dat de Shell Ne
derland Verkoop Maatschappü de lucht-
vaartmaatschappü heeft aangeboden bü
het veertig jarig jubileum. Op de kleine
expositie, die in de herfst van 1959 in
het hoofdkantoor was ingericht van de
geschenken, die de luchtvaartmaat-
schappü bü dit jubileum had ontvangen,
bevond zich een schildersezel, waarop
een afbeelding van een schildery dat met
een doek was bedekt. Zo duidde de
Haagse maatschappü aan, welk ge
schenk het de KLM aanbood. Gisteren
werd het eindelük overhandigd in aan
wezigheid van de volledige directies van
beide firma's. De heer I. A. Aler getuig
de in zün dankwoord van de goede ver
standhouding tussen beide maatschap-
püen.
Geboren diplomaat
De toekomstige president-directeur van de K.L.M., doctorandus
Ernst H. van der Beugel, is een b etrekkelijk kleine, kwieke man
met een levendige oogopslag, de habitus van een vlotte zakenman
en onmiskenbaar de karakteristiek van een diplomaat. Hij spreekt
snel en zakelijk en is vlug bereid tot een aanstekelijke lach. Hij is
geboren op 2 februari 1918 in Amsterdam en studeerde daar ook
economische wetenschappen aan de Gemeentelijke Universiteit.
Zijn carrière heeft zich voornamelijk in de ambtelijke sfeer vol
trokken: directeur van het Bureau Rijnscheepvaart van het minis
terie van Verkeer en Waterstaat, medewerker voor speciale aan
gelegenheden van de minister en de secretaris-generaal van
Economische Zaken, hoofd van het secretariaat voor economische
aangelegenheden van de ministerraad, secretaris van de Neder
landse delegatie op de Marshsallplan-conferentie in Parijs en
(1948) directeur van het bureau van de regeringscommissaris voor
het Europese herstelprogramma. In 1950 werd dit bureau een
onderdeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de heer
Van der Beugel bleef president, maar werd tevens chef van de
directie westelijk halfrond van dit departement. Nauwelijks twee
jaar later kreeg hij weer een andere departementale functie:
directeur-generaal voor economische en militaire aangelegenheden.
Op deze post was hij, 34 jaar oud, verantwoordelijk voor zaken als
de NAVO, EEG en de Westeuropese Unie, alsook voor specifiek
militaire vraagstukken waarbij Buitenlandse Zaken was betrokken.
Verscheidene keren vergezelde hij de minister van Oorlog op
dienstbezoeken aan de V.S. en Canada. In het midden van 1954
werd hij tevens tot financieel en economisch adviseur benoemd en
in januari 1957 volgde zijn aanstelling tot staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken. In deze functie had hij een zeer actief aandeel
in de opstelling van het EEG-verdrag.
Een diplomatiek, maar vasthoudend onderhandelaar met een
uitgesproken eigen mening betoonde hij zich tijdens de besprekin
gen in maart 1957 in Washington over de landingsrechten voor de
KLM in de Verenigde Staten. Men mag wel aannemen, dat dit
diplomatieke gevecht, door drs. Van der Beugel met grote be
kwaamheid gevoerd, de kiem is geweest voor zijn latere benoeming
bij de KLM. Enkele maanden nadc.t hij, in december 1958, was
benoemd tot speciaal adviseur van de minister van Buitenlandse
Zaken in de rang van buitengewoon gezant en gevolmachtigd
ambassadeur, trad hij in dienst van de KLM, waar hij per 1 jan.
1960 werd benoemd tot directeur en umd. president-directeur.
Hoewel hij dus met de luchtvaart als zodanig tot dusver niet te
maken heeft gehad en niet, zoals beide voorgaande presidenten kon
bogen op een vlieg er carrière, wordt van hem toch vooral om zijn
diplomatieke kwaliteiten, een actief en zakelijk beleid verwacht,
dat de KLM zeer ten goede kan komen.
De komende man:
drs. E. H. v. d. Beugel
Prof. Gorter presideert
Brussels symposion
Vanwege de Belgische Akademie van
Wetenschappen zal op 6 en 7 april in
Brussel een wetenschappelyk symposion
over de toepassing van magnetische re
sonantie in de biologie en scheikunde
worden gehouden.
Dit symposion zal worden gepresideerd
door prof. dr. C. J. Gorter, hoogleraar
in de experimentele natuurkunde aan de
Leidse Universiteit en directeur van het
Kamerlingh Onnes Laboratorium.
De Israëlische regering bestudeert
de mogelijkheid de stoffelijke resten
van twintig mannen, die achttien
eeuwen geleden zouden hebben deel
genomen aan de laatste Joodse op
stand tegen de Romeinen en die on
langs in grotten aan de kust van de
Dode Zee zijn ontdekt, een staatsbe
grafenis in Jeruzalem te geven.
In hetzelfde gebied, gelegen in on
herbergzame streken van Judea, ont
dekte men brieven van de laatste
president van het oude Israël, Bar
Kochba, en perkamenten en papy
rusrollen. De geschriften worden
thans in Jeruralem bestudeerd.
Advertentie
ZAANHAGEL
f 0,75
Belangrijke rol van
de O.E.S.O.
Rheumin - tabletten helpen snel,
zeker en bovendien veilig! Ook
door de gevoelige maag uitstekend
te verdragen. 20 tabletten 63 ct.
Een Brocades - product, dus:
vertrouw er opl
Snelle ontwikkeling
van Bantoelanden
De Zuidafrikaanse minister van Ban
toe-ontwikkeling en -administratie, M.
D. C. Nel, heeft aangekondigd, dat alles
in het werk gesteld zal worden om in zo
kort mogelyke tyd de Bantoegebieden te
ontwikkelen en op te heffen.
Een vüfjarenplan is uitgewerkt voor
herstel van de acht voornaamste Ban
toe-gebieden en er is een speciale afde
ling in het leven geroepen onder een di
recteur voor Bantoe-ontwikkeling. Voor
de directe behoeften heeft de Zuidafri
kaanse regering een bedrag van 50 mil
joen gulden beschikbaar gesteld.
In een nadere toelichting is medege
deeld, dat alle krachten zullen worden
ingespannen om de agrarische produktie
in de Bantoe-gebieden zodanig te verho
gen dat aan ruim vier miljoen inwoners
een redelüke bestaanszekerheid zal wor
den gewaarborgd. Grondverbetering,
produktieverhoging en uitbreiding van
het landbouwareaal door grondaankoop
zullen, naast technische hulp en voor
lichting, met alle inspanning door de re
gering ter hand worden genomen. Het
eerste doel is echter verhoging van de
voedselproductieDe gemiddeld© koren-
opbrengst in deze gebieden, eens de
vruchtbaarste grond in Zuid-Afrika, be
draagt door de verwaarlozing van noma
dische Bantoes, thans gemiddeld één zak
per hectare, niet meer dan 35 kilo in to
taal. De wolopbrengst per schaap be
draagt niet meer dan één kilo jaarlüks.
De regering hoopt binnen vüf Jaar ge
zondere verhoudingen te scheppen en
binnen tien jaar de bewoners van deze
gebieden 'n beter bestaan te verzekeren.
Het verhogen van het welvaartspeil in
Afrika is een Europees eigenbelang en
de Westeuropese landen moeten dan
de moed hebben om op lange termün in
Afrika te investeren, aldus de heer A. G.
beetgepakt. De werkelijkheid was an
ders: bij een stoeiparty met jongens in
het park hadden zij hun kleren zo be
schadigd, dat zy uit vrees voor straf
van de ouders dit verhaal verzonnen.
A uk es, directeur van het Afrika-insti-
tuut. De heer Aukes. die gisteren sprak
op een bijeenkomst van de Nederlandse
Maatschappü voor Nijverheid en Han
del in Den Haag, zei dat West-Europa
de problematiek van de jonge Afrikaan
se staten niet naar Westerse normen
moest beoordelen.
Hy wees erop. dat de Westelüke eco
nomische activiteit in de koloniale pe
riode in vele gebieden het oude stam
verband had doorbroken waarin de Afri
kaan zich moreel en sociaal geborgen
wist. De Afrikaanse politieke partüen
zün bezig hem deze zekerheid en gebor
genheid te geven, doch dit heeft tot ge
volg, dat de partüen een totalitair ka-
Advertentl*
PITTIG FRIS
eemuhehzh
ZEEP 1.40
rakter hebben en de leiding een mystiek
gezag. In de behoefte aan nationale een
heid in de nieuwe staten past ook geen
oppositie in Westers democratische zin.
Hierdoor ontstaat politiek en econo
misch een zekere affiniteit met het
Oostelük blok, die samen met de angst
voor neo-kolonialisme en een drang om
zo spoedig mogelük een grotere welvaart
te bereiken, de Jonge Afrikaanse staten
blootstelt aan communistische, politieke,
economische en culturele infiltratie.
Tegenover deze communistische infil
tratie dient het vrüe Westen een ge
coördineerde politiek te stellen en offers
te brengen. De heer Aukes hoopte dat in
dit verband de OESO. de Organisatie
voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling, die dit jaar de OEES gaat
opvolgen, een belangrüke rol zal gaan
spelen.