ITALIAANSE SCHRIJVER BRENGT CENSOR IN BEKLAAGDENBANK I.00P OP Kf:1:1! Sanering van eigen9 oude kernen brengt ruimte in de steden L'Arialdaverboden, goedgekeurd, iveer verboden Aanklacht wegens verspreiden van onzedelijke geschriften99 Tijd besparen en toch fijner eten! „NEDERLAND, MIERENNEST VAN EUROPA ....waardoor het woningvraagstuk beter aangepakt kan worden Opbouw geschiedenis N.H. Kerk uit archivalische gegevens Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 15 maart 1961 Vierde blad no. 30305 (Van onze Romeinse correspondent) De Milanese schrijver Giovanni Testori en de uitgever Gianfranco Feltrinelli, die internationale bekendheid verwierf doordat hij de roman van Pasternak als eerste het licht deed zien, hebben een aanklacht ingediend wegens „het verspreiden van onzedelijk geachte geschriften" tegende commissie van censuur in Rome. De leden van die com missie worden niet genoemd, maar het is een publiek geheim, dat de minister van Toneel, Sport en Toerisme er zitting in heeft. Vermoedelijk zullen onze lezers er wel niets van begrijpen en het is inderdaad een gebeurteniswaarvan men de voorgeschiedenis moet kennen. Het was de bedoeling, dat dit jaar het Romeinse toneelseizoen zou beginnen met in de drie voornaamste schouwburgen drie oorsprong kelijke en nieuwe Italiaanse stukken, iets wat sedert mensenheugenis niet meer is gebeurt. Maar eind november (in Rome begint het seizoen heel laat) werd plotseling het belangrijkste stuk, dat ingestudeerd werd door Italië's beste toneelgroep, het gezelschap van Rina Morelli en Paolo Stoppa, verboden. Het ging om een tekst van Giovanni Testori, „l'Arialda", de geschiedenis van een ongeveer veertigjarige Milanese uit de arbeidersklasse. Men is tie Milanese „dictatuur" lieu Arialda is in haar jeugd jarenlang verloofd geweest met een jongeman, die aan tuberculose gestorven is en die haar heeft laten beloven, dat zij hem trouw zou blijven en nooit met een ander zou trouwen. Ze heeft dat bijna twintig jaar lang volgehouden tot haar beste vrien din Vittoria sterft en diens weduwnaar, een groenteboer met twee halfvolwas sen zoons, haar voorstelt met hem te trouwen. Zy wil dat heel graag, maar zij is „bezeten" van haar vroegere verloofde die haar geen rust laat, haar 's nachts en weldra ook overdag „bezoekt" en het haar onmogelijk maakt ook maar de minste lichamelijke toenadering van haar bejaarden aanstaande te dulden. De groenteboer krijgt daar al gauw ge noeg van en laat zijn oog vallen op een Napolitaanse weduwe met een huwbare dochter. Arialda neemt wraak. Niet al leen werpt zij de Napolitaanse voor de voeten, dat zij bloedschande riskeert, om dat de oudste zoon van de groenteboer een verhouding heeft met haar dochter, maar tevens weet zy een jonge pros- tituée ertoe te bewegen liefde te vein zen voor de weduwnaar, die nu ook de Napolitaanse op straat zet. Het einde is zelfmoord van de doodarme, door schulden achtervolgde, door haar doch ter gehoonde en gehate Napolitaanse en uiterste wanhoop van Arialda, die niet alleen haar eigen leven heeft verwoest maar zich tevens schuldig voelt aan de de dood van de andere vrouw. Verbod werd ingetrokken Dat alles is geschreven in een taal, die weliswaar geen dialect is, maar de kracht en pittigheid heeft van het dia lect en er de rake uitdrukkingen van gebruikt, zij het dan „vertaald" in het Italiaans. Er komen vrij grove woorden in voor, althans in de tekst zoals die in druk is verschenen, maar de regis seur, graaf Luchino Visconti, heeft en kele der meest ruwe scènes doen ver vallen en sommige woorden door min der grove vervangen. Zoals gezegd, het stuk werd verboden. Maar Stoppa, Rina Morelli, Giovanni, Testori en Luchino Visconti drongen bij het ministerie aan op een hernieuwd onderzoek en in tweede instantie werd het stuk, een maand later, door de staatssecretaris voor Toneelzaken in per soon goedgekeurd. Met één maand ver traging (en dus het nodige verlies) kon de Grote Schouwburg in Rome weer worden geopend en „1' Arialda" opge voerd. Het werd 'n welverdiend en groot succes. Na 53 opeenvolgende opvoeringen waarbij de zaal steeds tot de laatste plaats toe uitverkocht was, moest het gezelschap vertrekken omdat de schouw burg reeds van tevoren was besproken door een ander gezelschap, dat er „Bec kett en zyn koning" (een titel als „Bec kett en de ere Gods" wordt in Italië ontoelaatbaar geacht) vertoond. Nogmaals verboden Een week geleden werd „l'Arialda" voor het eerste opgevoerd in „De Nieuwe Schouwburg" in Milaan. Het bleef bij wn voorstelling. De dag daarop liet de procureur-genraal van Milaan de „speel- tekst", d.w.z. het manuscript, dat door de censuur is goedgekeurd en van de vereiste stempels en handtekeningen voorzien in beslag nemen wegens grove aantasting der openbare eerbaarheid, «et stuk kan nu nergens in Italië meer worden vertoond, daar een zonderlinge wet aan elk der ruim 190 procureurs der republiek het recht toekent om to neelstukken of film te verbieden (welk verbod dan onmiddellyk geldt voor het hele land), dagbladen en tijdschriften to beslag te doen nemen. Die wet stamt uit de fascistische tijd Mussolini beoogde er vooral mee alle kntiek op zyn regime de kop in te drukken. In het huidige clericale Ita lië wordt van diezelfde wet gebruik (of tolsbruik) gemaakt, om alles wat naar het oordeel van één enkele magistraat ontoelaatbaar is, te verbieden. stoppa heeft zijn reeds tien jaren oestaande toneelgezelsschap zoals gezegd 1 het beste van Italië, moeten ontbinden, de belangrijkste schouwburg van Milaan JIJ Wsloten, de schrijver van het stuk, Testori, de uitgever van de tekst, Fel- 1 Wnell, en de impressario Capelli zullen i voor de rechter moeten verschijnen we- fens aantasting der openbare eerbaar- Vragen in parlement to het parlement worden „vragen ge- waarbjj zoals steeds wanneer het om culturele zaken gaat de linkse Partijen spreken over machtsmisbruik van de zijde der magistratuur, de fas- eisten juichen over een ontwakend Ita- r dnt een einde zal maken aan de vuil- ^kkerij der „zogenaamde intellectuelen" Jhde christendemocraten, regering in kepen. die niet weten wat zij ervan tooeten zeggen. De toneelspelers gaan uit protest in staking en alle toneelgezelschappen, filmproducenten, enz. nemen zich hei lig voor hun nieuwe werken voortaan eerst in alle plaatsen van Italië te ver tonen en het allerlaatst in Milaan, waar een door preutsheid bezeten procureur de gehele bevolking behandelt alsof het onmondige kinderen waren. Tijdens een persconferentie heeft de betrokken procureur-generaal verklaard, dat het zijn doel is de zeden van het land te zuiveren, dat hij niet begrijpt hoe men in Rome dit stuk heeft kun nen toelaten en dat hij nog zal na gaan of ook Visconti, Stoppa en Rina Morelli voor de rechter dienen te wor den gesleurd. Na rijp beraad heeft hy twee dagen later ook de gehele oplage (of althans wat daarvan nog over was) van de gedrukte tekst in beslag laten nemen. Interessant debat Maar lang niet alle Italiaanse rech ters zijn het met die Savonarola- opvat tingen van hun Milanese collega eens. En het zal stellig een interessant de bat worden. Temeer nu de advocaten van Feltrinelli en Testori deze redene ring hebben gevolgd: „Naar onze me ning is het stuk verre van onzedelyk. Het ademt een typisch Italiaanse en diep relegieuze, rooms-katholieke men taliteit (de trouw aan de doden, die men niet kan opzeggen als de trouw aan le venden) en het is een kunstwerk van uitzonderlijke betekenis. Maar als de aanklacht, die de procureur van Mi laan heeft ingediend, gerechtvaardigd is, dan zyn de leden der commissie van censuur medeplichtig. Zy hebben door het stuk vrij te geven voor vertoning in dat geval in hoger mate dan wie ook ertoe bijdragen, dat een de goede zeden aantastende tekst in Rome werd opgevoerd in het openbaar en door tien duizenden personen aangehoord". Natuurlyk is het allerminst de be doeling van Feltrinelli, Testori en hun advocaten om de commissie van cen suur te doen veroordelen en het is ook hoogst onwaarschijnlijk, dat dit zal ge beuren. Wat zij willen is een rechter lijk vonnis uitlokken, waarbij eindelijk de geestdrijverij van de Milanese pro cureur veroordeeld wordt. Zoals de za ken op het ogenblik staan, is het in Italië eenvoudig onmogelijk op het ge bied van film of toneel met enige ze kerheid te werken, daar er honderden personen volgens de bestaande wet het recht hebben een werk, dat reeds de censuur passeerde, te verbieden. Tot welke dwaasheid dit voert, blijkt wel daaruit, dat b.v. de zo onschuldige film „Nooit op zondag" door de regis seur uit de circulatie is genomen, toen men (nadat de film al weken lang had gedraaid) er twintig minuten uit wilde wegknippen als zedelijk ontoelaatbaar. Italië en dan vooral Milaan maakt zich eenvoudig belachelijk. De toon wordt aangegeven door de lange processies van oude vrouwtjes, die boetpsalmen zingend door de straten trekken om te protes teren tegen de „onzedelijke toneelvoor stellingen". Stellig niet één op de dui zend van die besjes heeft ooit een schouwburg van binnen gezien! Lutlwig Olshansky Nog weinig „boeiend" De nog jeugdige Amerikaanse pianist Ludwig Olshansky, opgeleid aan de Juilliard School of Music te New York, frappeerde een vorig maal reeds door de uiterste ernst, de soberheid en toewijding van zyn spel. Door de precieuse voor zichtigheid daarvan óók. Ditmaal dikwijls bgehinderd door véél doorkomend lawaai uit de grote zaal eigenlijk een schande voor een serieus concertleven! zal het hem in de kleine zaal (van de Stadsgehoorzaal) moeilijk gevallen zijn, zich volkomen te concentreren op hetgeen hij pianistisch zowel als muzikaal te zeggen had. Daar om zij bU voorbaat consideratie be tracht bij onze oordeelvelling, want In spiratie kan er in zulk een armoedige omgeving onmogelijk aan te pas komen! Dat Olshansky technisch een begaafd en zelfs knap pianist is, met een fraai toucher maar lang niet altijd, waar aan ook de akoestiek schuldig is zal niemand ons betwisten. Anders staat het evenwel met zijn voordrachtskunst. Deze mist in de ge signaleerde, welhaast bij voortduring bestudeerde, schoolse voorzichtigheid, de nodige diepgang en zielsbewogen- heid. Teveel blijft hij aan de oppervlakte der dingen. Zo kon het gebeuren, dat de vier Impromptu's op. 90 van Schubert ons vrijwel koud lieten. Een zeer zware op gave had Olshansky zich gesteld met de Sonate in F gr. t. op 109 van Beet hoven. Wie zich daaraan waagt, moet Advertentie een groot kunstenaar zijn, wat Olshan sky in het huidige stadium beslist nog niet is. Technisch was hier veel bewon derenswaardigs, geestelijk ontbrak er echter nog veel aan een zuivere uitbeel ding. Ontroeringssuggestie weet hij nog in een veel te geringe mate op te roe pen. De Chopinballade in F op 38 muntte uit door een besliste en zekere aanpak, het kunnen was virtuoos, zonder dat de virtuositeit als uitsluitend doel gebezigd werd, wat een der sympathieke eigen schappen van deze pianist verraadt. Na de pauze ontplooide Olshansky in de breed opgezette Fantasie in C op. 17 van Schumann veel vrijer. Hij gaf hier blijk van een geëmotioneerde instelling, welke wij aanvankelijk bij hem voor onmogelijk gehouden hadden. Temperament paarde zich aan verstil ling: men kon hier verwachtingen koes teren voor de toekomst. Advertentie uw schoenen blijven mooi met leren zolen! Mocht de eenzijdige programma samenstelling, waarin voor moderne werken geen plaats was ingeruimd, ver bazing wekken, in dit opzicht nam Olshansky „revanche" met de toegift na het dankbare applaus. Hy koos na melyk het tweede deel uit de sonate van zyn landgenoot Aaron Copland (uit 1941) en bewees daarin tot een lofwaardige en intelligente prestatie, uitmuntend door de heldere tekening, in staat te zyn. Indien Olshansky zich geestelijk weet te verrijken waartoe een periode van bezinning nodig zal zijn kunnen wij misschien nog van hem werkelyk „boei ende" avonden verwachten. Van het pre- dicaat „boeiend" was ditmaal nog wei nig sprake. Maarzoals gezegd: de omstandig heden werkten niet mee, om tot een volledige overgave te komen. Daarom zij hem véél vergeven! H. Ruim f 4600 voor Uniecef Dankzy de medewerking van vele jon geren is door tussenkomst van het Uni- cef-kaartendepót van de Leidse Jeugd- Actie een bedrag van f4 606.85 (1959: f 1.411.60) voor het Unicef-werk byeen- gebracht. Een van de grootste tankers ter wereld, de Liberiaanse „Frisia" van ruim 85.000 ton, bracht gisteren een bezoek aan Rotterdam. Het was het grootste schip, dat ooit in de Rot terdamse havenbinnenliep. Acht sleepboten kwamen eraan te pas om de kolos naar de kade te brengen, Z.W.O.-subsitlie voorbereiding publikatie van prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink De Nederlandse Organisatie voor Zui- ver-Wetenschappelijk Onderzoek heeft prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink, hoogleraar in de Algemene Kerkgeschie denis aan de Leidse Universiteit, een subsidie verleend voor de voorbereiding van een publikatie van de classicale acta der Ned. Herv. Kerk. met name van de acta der classis Dordracensis, alias Zuid- Holiandiae. Door deze subsidie heeft Prof. Bakhui zen van den Brink een medewerker kun nen aanstellen, namelijk de heer C. A. Tukker, kandidaat in de theologie, die dit werk onder zyn supervisie verricht. Reeds eerder hebben leerlingen van prof. Bakhuizen van den Brink aan de voorbereiding dezer publikatie meege werkt, maar daar de studentengenera ties nog al wisselvallig zijn, bleek het noodzakelyk, dat hiermee „een vaste kracht" werd belast. Het werk is inder tijd onder auspiciën genomen door de Rykscommissie voor Vaderlandse Ge schiedenis en de uitgave zal verschynen in de bekende serie der Rijks-geschied kundige publikatiën. De bewuste acta zullen worden uitgegeven met annota ties over personen, zaken en plaatsen en met registers. In een onderhoud wees prof. Bakhui zen van den Brink ons er allereerst op, dat de geschiedenis van de Ned. Herv. Kerk moet worden opgebouwd uit archi valische gegevens, die in groten getale aanwezig zyn. Van deze archivalia, zo vervolgde de hoogleraar, is echter be trekkelijk weinig gepubliceerd. Dit geldt ook voor die van de provinciale of parti culiere synoden en vooral voor die van de classes. Aan de eerste generale syno den, die in verband met de tijdsomstan digheden, in het buitenland werden ge houden, namely k in Wezel (1568) en in Emden (1571) zyn diverse studies gewyd en het was F. L. Rutgers, die in 1889 de acta der zestiende eeuwse generale syno den uitgaf. De synode van Emden was heel belangrijk, omdat daar de organi satie van de Hervormde Kerk in ons land werd voorbereid, welke in praktyk zou worden gebracht „zodra het land geopend zou zyn". Gelyk bekend, ge schiedde dit op de eerste april 1572 met de inneming van Den Briel. Vastere vormen Van die tijd af nam de organisatie van de Ned. Herv. Kerk in ons land vastere vormen aan, waarby de classes - onder delen van de provincies - een gewichtige rol gingen spelen. De acta der provin ciale synoden uit het jaar 1572 tot de grote synode van Dordrecht in 1618, werden in 1892 en volgende jaren door Reitsma en Van Veen gepubliceerd. Deze uitgave, welke alle provincies van de noordelijke Nederlanden omvat, telt acht delen. De acta der Zuidhollandse syno den werden uitgegeven in 1908 en de volgende jaren door W. P. C. Knuttel. Zy verschenen in de kleine reeks der Ryksgeschiedkundige publikatiën en lo pen van 1621 tot 1699 (zes delen). Deze gedrukte acta omvatten alleen de tekst en registers op personen, zaken en plaatsen. Annotaties ontbreken te enen male. De synodale acta van de overige provincies en eeuwen zyn nooit gedrukt, hoewel zy in de kerkelijke archieven aanwezig zyn. Veel belang Sprekende over de classicale acta, zei prof. Bakhuizen van den Brink, dat deze voor verschillende wetenschapsbeoefena ren - historici, kerkhistorici en sociolo gen - van veel belang kunnen zijn, ge zien de primaire importantie, die de classes in de loop der jaren hebben ge had. In de classes toch, waren alle ge meenten van een bepaald ressort ver enigd en deze kerkelyke colleges hiel den zich onder meer bezig met het stichten van nieuwe predikantsplaatsen, met het afnemen van examens en met het schoolwezen, voor zo ver dit onder de kerk viel. De classes oefenden een soort „epis copale functie" uit en hadden in de on der haar ressorterende gemeent:n het eerste gezag. Alle kwesties op gods dienstig, geestelyk, zedelyk en materieel gebied kwamen in eerste instantie by de classes terecht en wat daar niet afge handeld kon worden, werd verwezen naar prov. synoden. Ofschoon geschied schrijvers de classicale acta vaak als bronnen hebben gebruikt, gelijk Knap pert, Ypey en Dermout, zyn zy nimmer systematisch bewerkt. Dat men thans met de acta der classis Dordrecht begon nen is, vindt zyn oorzaak in het feit, dat deze indertijd de grootste en oudste van de provincie Zuid-Holland was. Zy strekte zich ongeveer uit van Gouda tot het noordeiyk gedeelte van Noord-Bra bant. Op het ogenblik zyn van de acta der classis Dordrecht ongeveer een kleine ze venhonderd bladzyden in transcriptie gereed, die de jaren 1573 tot 1605 omvat ten. De indicering en annotatie hiervan Het bestuur van de afdeling Zuid-Holland van de Nationale Woning raad (overkoepelend orgaan van de Nederlandse Woningbouwcorpo raties) heeft er goed aan gedaan om gisteravond in „Het Gulden Vlies" een actueel onderwerp te laten behandelen door de heer W. Scheerens, secretaris van de Nationale Woningraad te Amsterdam. Deze had tot onderwerp gekozen „Nederland, het mierennest van Europa". De overstelpende bevolkingsgroei, de ontwikkeling van de randstad Holland, de trek naar het westen, het gebruik van de schaarse ruimte in ons land, zijn zaken, die hun doorslaggevende invloed zeker ook op de woningbouw in de naaste toekomst zullen uitoefenen. Nog geen bepaald planmatig beleid De heer Scheerens stelde, dat ook ln latere tyden het wonen binnen zo rede lijk mogelijke ruimte vragen oproept, waarop niet gemakkeiyk een antwoord is te geven. Deze vragen zyn in eerste instantie van bestuurlyke aard. Ons land is verdeeld in een groot aantal gemeen ten en allerwege wordt van de zijde der gemeenten hevig geklaagd tegen de meer en meer doorgevoerde beperking van de autonomie, het zelfbestuur, dat meer en meer wordt verdrongen. Op bestuurlijk gebied roept dit pro bleem op zichzelf vragen op. Van de momenteel 994 gemeenten in Nederland zyn er meer dan de helft (566) bewoond door een inwonertal van beneden 5000 zielen, ruim een kwart (246 gemeenten) beneden de 2000 inwoners en 99 gemeen ten halen zelfs een inwonertal van 1000 niet. Een en ander belemmert de natio nale aanpak van het grote probleem. In toenemende mate is de gemeentelijke herindeling aan de orde. Het ene jaar staat men in Den Haag hiertegenover gunstig, het volgende jaar bepaald on gunstig. Tot op heden heeft men weinig kunnen merken van een bepaald plan matig beleid en er zyn zodoende vele problemen. Den Haag loopt als gemeente over, kan niet meer uit de voeten, zoekt expansie en moet buiten haar gemeentelijke gren zen marcheren. De regering kwam aan vankelijk in gedachten tot de satelliet- stad-Wilsveen. Een definitieve beslissing is nog steeds niet genomen, al schynt in de praktijk verwezenlijking van de baan te worden geschoven. De expansie-moge lijkheid is voor Den Haag de eerste jaren dus onmogelijk. De stichting van een natuuriyk boven gemeentelyk orgaan (IJmond) zyn als is ook al voor een gedeelte klaar. Het spreekt vanzelf, dat niet alle in de acta behandelde kwesties even gewichtig zyn en daarom zal men in zulke gevallen volstaan met regesten (inhoudsopgaven in eigen bewoordingen). De omvang van de uitgave zal vry groot worden, omdat zy, behalve de acta der classis ook die van de gedeputeer den der classis za 1 bevatten. De clas sis zelf vergaderde ongeveer drie vier maal per jaar en in de tussentyd deden de gedeputeerden de lopende zaken af, waarvan ook notulen zijn gemaakt. Toezicht Aan het einde van het onderhoud ves tigde de hoogleraar er de aandacht op, dat de archivalia der Ned. Herv. Kerk zich in een goede staat bevinden. Ty- dens de bezetting is namelyk vanwege de Ned. Herv. Kerk de commissie voor de archieven ingesteld, thans bestaande uit prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink (voorzitter), mr. J. Hardenberg (algemeen rijksarchivaris), dr. J. van Hoboken (gemeente archivaris van Am sterdam) mr. J. H. de Vey Mestdagh (chartermeester aan het Ryksarchief te Utrecht) en prof. dr. G. P. van Itterzon. Deze commissie houdt nauwkeurig toe zicht op de toestand, waarin de archie ven zich bevinden. Blykt het, dat een bewaarplaats niet aan de te stellen eisen voldoet, dan brengt de commissie daar verbeteringen aan. in noodgevallen depo neert men de stukken in depots van ge meente- of ryksarchieven. Archivaris der Ned. Herv. Kerk is mr. T. J. Naudin ten Cate, door wiens bemiddeling ar chiefstukken der Ned. Herv. Kerk kun nen worden geraadpleegd. gedachten op dit moment reeds weer afgeschreven. De gemeentelyke samenwerking-Ryn- mond lykt ogenschyniyk bevredigend te werken, maar achter de schermen is het geenszins 100%, omdat de ene gemeente argwanend tegenover de andere staat ten aanzien van haar uitbreidingsplan nen. Amsterdam zal over enkele jaren uit verkocht zyn met haar bouwgrond. Het plan Belmermeer Weesp-Wees per kar spel) zal de oplossing zyn. Er is een hevige stryd gaande welke gemeente dat plan voor haar rekening zal nemen. Ouderkerk a. d. Amstel met haar 4000 zielen (echter zónder directeur van ge meentewerken, doch uitsluitend een ge meente-architect) wenst het plan voor haar rekening te nemen en wil er een stad van 80.000 inwoners van maken Diemen daarentegen zegt: Ouderkerk a. d. Amstel is voor een dergelyk plan met héér gering aantal zielen te klein, dus wy zullen dat op ons nemen. Van zeer essentieel belang, aldus de heer Scheerens, is het strijdpunt waardoor het regionaal belang in het gedrang komt, voorzover dat belang al niet in het gedrang is gekomen! Grootste bevolkingsdichtheid Er is ergens een rechtstreeks verband met de woningbouw, met alle suppletoire voorzieningen (kerken, scholen, post kantoren, ziekenhuizen, recreatiezalen enz.). Dit zal eerst dan op harmonische wyze tot stand kunnen komen, indien daartoe in het kader van een algemeen nationaal en ruimtelijk ontwikkelingsbe leid sprake zal zyn, waardoor de woning voorziening planmatig kan worden ver zorgd. De stand van zaken inzake de be volkingsopbouw cn de beschikbare ruim te is daarby van uitermate groot be lang. Wanneer men bedenkt, dat Neder land in totaal 40.000 km.2 groot is, waar van 33.000 km2 land en 7000 km2 water (waarop men niet kan wonen of werken, dus uitsluitend voor vissen en andere recreatiebezigheden), dan dient men te vens te weten, dat ons land de grootste bevolkingsdichtheid heeft namelyk 340 mensen op elke vierkante kilometer, van Europa. West-Duitsland heeft 200 tot 250, Italië 90120 mensen, Frankrijk 60190; en Spanje 30 tot 60 mensen op elke vierkante kilometer. De groei der bevolking in ons land is het sterkst van alle Europese landen. Indien het Jaar 1900 als index wordt ge nomen en gesteld op 1, dan heeft Neder land in 1950 reeds het cyfer 2 bereikt, België 1.29; Frankrijk 1.07; Italië 1.37; Engeland 1.31 en Spanje 1.50. In het jaar 1980 zal Nederland dan ook rond 15 miljoen mensen tellen. Regionaal zijn de verschillen echter aanzienlyk. De Randstad Holland heeft 2496 mensen ge concentreerd op één km2in het westen is dit 800/km.2; overig Nederland 233. Gelderland en Overijssel heeft 44% landbouw, 47% industrie en 9% dienst verlenende sector. Brabant 'Limburg resp. 33%, 59% en 8%. Zeeland 58%, 29% en 13% en in het westen 18% agra riërs, 49% industrie en 33% dienstver lenende sector. Het agrarisch areaal is in 't westen gering, doch voor 't grootste gedeelte gespecialiseerdbollen met een by zonder hoge produktiviteitssom. de havenformaties en de zware industrie, alsmede lichte industrie en de bedrijven. De zeevissery is aan het westen gebon den. In het westen is alles sterker gecon centreerd dan elders in ons land. Nu dient men te beslissen, of men deze concentratie moet laten gaan dan wel maatregelen treffen, die totale spreiding over ons land regelt. De regering is ge porteerd voor een gezonde spreiding. Anderen (o.m. dr. Luning Prak in .De belagers") zijn van opvatting, dat Ne derland in Europa kan worden ver sterkt door concentratie van de econo mische macht in het westen des lands, een soort metropole-Nederland. Het zijn beiden uitersten. Welke overheidsmaat regelen zyn overheersend in Nederland? De rijkswerken de wegenaanleg (vesti ging van een gunstig klimaat), de Delta werken (Europoort), de havenontwikke ling (echter uitgezonderd de havens van Scheveningen en Katwijk, aldus de heer Scheerens) vergroting van de IJmui- derpieren met het oog op de supertankers en spreiding van de materieel verzor gende diensten. Er zal een klimaat moeten worden ge schapen, dat gunstig is voor vestigingen elders in ons land. De keuzebepaling zal daarbij stimule rend moeten weTken. In een vry groot aantal gemeenten z.ijn moeilijkheden gaande met uitbrei dingsplannen. Katwijk is doende om een greep te doen op een stukje „na buur". Spreker heeft daarbij de indruk, dat men met man en macht doende is om in grote mate expansie te zoeken buiten de gemeente cn onvoldoende oog heeft voor de mogelijkheden in eigen gebied! Er moet meer aandacht worden geschonken aan sanering van de eigen kernen, die oud zyn. Door het aanpak ken van saneringsplannen komt er ont spanning. Leiden is daarvan het voor beeld, evenals Vlaardingen. Het is de oplossing van een gigantisch werk. Men zal hierbij moeten rekenen op ongeveer één miljoen gulden kosten per hectare. Velen achten dit nog aan de lage kantMen zal opnieuw moeten bou wen: 40 tot 50 woningen per hectare. Dit is een omvangryk financieel pro bleem. doch om diverse redenen zal men daar niet onderuit kunnen komen. Ruimte móét er komen! De heer Scheerens stelde, dat ln het westen meer hoogbouw zal worden aan getroffen dan elders in het land. Men zal echter bepaalde gebieden ongemoeid moeten laten, zoals in de duinstreek de waterwingebieden en de recreatiegebie den. De bebouwingsdichtheid heeft be paalde normen, waaraan men zich moet houden. Hoewel men over het algemeen geporteerd is voor een gezinshuizen, zal „menging" (eengezinswoningen, etage- woningen en zogenaamde torenflats) onvermydelijk zijn. By het streven naar hoogbouw zal men met hogere facili teiten voor de hoogst gelegen woningen rekening moeten houden. Na een dankwoord tot de spreker, die diverse vragen naar tevredenheid wist te beantwoorden, deelde voorzitter Goosen nog mee, dat gezien de grote belangstelling voor deze bijeenkomst, op woensdag 22 maart in Ponsen" te Dordrecht en op dinsdag 28 maart in ..De Kroon" te Den Haag een dergelijke bijeenkomst wordt belegd. ACADEMISCHE EXAMENS Aan de Leidse Universiteit zyn ge slaagd voor het doet. ex. geologie de heer Th. F. J. Dossauvagie (Den Haag); doet. ex. biologie de heer H. O. Voorma te Lelden (oum laude); doet. ex. natuur, kunde de heer T. M. Wiarda (Leiden); doet. ex. scheikunde de heer A. Mossel (Leiden); kand. ex. A wis- en natuur kunde de heer P. van der Kwaak (Lei den): kand. ex. A wis. en natuurkunde mej. E. M. Berkhuysen (Leiden); kand. ex, K wis- en natuurknude de heer C. J. D. Slegbenhorst (Leiden); kand. ex KI wis. en natuurkunde de heren H. Blok- poel, C. J. van Kuyen en J. C. v. d. Vlugt, allen te Leiden. VARIA Bewaarplaatsen van fruit onder water In Hongarye worden op het ogenblik merkwaardige proeven genomen met het koelen van appels. Op 12 plaatsen in meren en rivieren brengt men appels ln grote plasticcontainers op de bodem, onder water dus. De lage temperatuur vanaf begin ok tober kan voor een goede koeling zorgen. Als net gaat vriezen, biyft de water temperatuur op de bodem toch altijd nog wel even boven het vriespunt. Het moeilykste probleem is nog om een goe de oplossing voor de ventilatie te vinden, aldus „De Tuinderij".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 7