ITALIAANSE SCHRIJVER BRENGT
CENSOR IN BEKLAAGDENBANK
I.00P OP Kf:1:1!
Sanering van eigen9 oude kernen
brengt ruimte in de steden
L'Arialdaverboden, goedgekeurd, iveer verboden
Aanklacht wegens verspreiden
van onzedelijke geschriften99
Tijd besparen
en toch fijner eten!
„NEDERLAND, MIERENNEST VAN EUROPA
....waardoor het woningvraagstuk
beter aangepakt kan worden
Opbouw geschiedenis N.H. Kerk
uit archivalische gegevens
Opgericht 1 maart 1860
Woensdag 15 maart 1961
Vierde blad no. 30305
(Van onze Romeinse correspondent)
De Milanese schrijver Giovanni Testori en de uitgever Gianfranco
Feltrinelli, die internationale bekendheid verwierf doordat hij de roman
van Pasternak als eerste het licht deed zien, hebben een aanklacht
ingediend wegens „het verspreiden van onzedelijk geachte geschriften"
tegende commissie van censuur in Rome. De leden van die com
missie worden niet genoemd, maar het is een publiek geheim, dat de
minister van Toneel, Sport en Toerisme er zitting in heeft.
Vermoedelijk zullen onze lezers er wel niets van begrijpen en het is
inderdaad een gebeurteniswaarvan men de voorgeschiedenis moet
kennen. Het was de bedoeling, dat dit jaar het Romeinse toneelseizoen
zou beginnen met in de drie voornaamste schouwburgen drie oorsprong
kelijke en nieuwe Italiaanse stukken, iets wat sedert mensenheugenis
niet meer is gebeurt. Maar eind november (in Rome begint het seizoen
heel laat) werd plotseling het belangrijkste stuk, dat ingestudeerd werd
door Italië's beste toneelgroep, het gezelschap van Rina Morelli en
Paolo Stoppa, verboden. Het ging om een tekst van Giovanni Testori,
„l'Arialda", de geschiedenis van een ongeveer veertigjarige Milanese
uit de arbeidersklasse.
Men is tie Milanese
„dictatuur" lieu
Arialda is in haar jeugd jarenlang
verloofd geweest met een jongeman, die
aan tuberculose gestorven is en die haar
heeft laten beloven, dat zij hem trouw
zou blijven en nooit met een ander zou
trouwen. Ze heeft dat bijna twintig jaar
lang volgehouden tot haar beste vrien
din Vittoria sterft en diens weduwnaar,
een groenteboer met twee halfvolwas
sen zoons, haar voorstelt met hem te
trouwen. Zy wil dat heel graag, maar zij
is „bezeten" van haar vroegere verloofde
die haar geen rust laat, haar 's nachts
en weldra ook overdag „bezoekt" en het
haar onmogelijk maakt ook maar de
minste lichamelijke toenadering van
haar bejaarden aanstaande te dulden.
De groenteboer krijgt daar al gauw ge
noeg van en laat zijn oog vallen op een
Napolitaanse weduwe met een huwbare
dochter. Arialda neemt wraak. Niet al
leen werpt zij de Napolitaanse voor de
voeten, dat zij bloedschande riskeert, om
dat de oudste zoon van de groenteboer
een verhouding heeft met haar dochter,
maar tevens weet zy een jonge pros-
tituée ertoe te bewegen liefde te vein
zen voor de weduwnaar, die nu ook de
Napolitaanse op straat zet. Het einde
is zelfmoord van de doodarme, door
schulden achtervolgde, door haar doch
ter gehoonde en gehate Napolitaanse en
uiterste wanhoop van Arialda, die niet
alleen haar eigen leven heeft verwoest
maar zich tevens schuldig voelt aan de
de dood van de andere vrouw.
Verbod werd ingetrokken
Dat alles is geschreven in een taal,
die weliswaar geen dialect is, maar de
kracht en pittigheid heeft van het dia
lect en er de rake uitdrukkingen van
gebruikt, zij het dan „vertaald" in het
Italiaans. Er komen vrij grove woorden
in voor, althans in de tekst zoals die
in druk is verschenen, maar de regis
seur, graaf Luchino Visconti, heeft en
kele der meest ruwe scènes doen ver
vallen en sommige woorden door min
der grove vervangen.
Zoals gezegd, het stuk werd verboden.
Maar Stoppa, Rina Morelli, Giovanni,
Testori en Luchino Visconti drongen
bij het ministerie aan op een hernieuwd
onderzoek en in tweede instantie werd
het stuk, een maand later, door de
staatssecretaris voor Toneelzaken in per
soon goedgekeurd. Met één maand ver
traging (en dus het nodige verlies) kon
de Grote Schouwburg in Rome weer
worden geopend en „1' Arialda" opge
voerd. Het werd 'n welverdiend en groot
succes. Na 53 opeenvolgende opvoeringen
waarbij de zaal steeds tot de laatste
plaats toe uitverkocht was, moest het
gezelschap vertrekken omdat de schouw
burg reeds van tevoren was besproken
door een ander gezelschap, dat er „Bec
kett en zyn koning" (een titel als „Bec
kett en de ere Gods" wordt in Italië
ontoelaatbaar geacht) vertoond.
Nogmaals verboden
Een week geleden werd „l'Arialda"
voor het eerste opgevoerd in „De Nieuwe
Schouwburg" in Milaan. Het bleef bij
wn voorstelling. De dag daarop liet de
procureur-genraal van Milaan de „speel-
tekst", d.w.z. het manuscript, dat door
de censuur is goedgekeurd en van de
vereiste stempels en handtekeningen
voorzien in beslag nemen wegens grove
aantasting der openbare eerbaarheid,
«et stuk kan nu nergens in Italië meer
worden vertoond, daar een zonderlinge
wet aan elk der ruim 190 procureurs
der republiek het recht toekent om to
neelstukken of film te verbieden (welk
verbod dan onmiddellyk geldt voor het
hele land), dagbladen en tijdschriften
to beslag te doen nemen.
Die wet stamt uit de fascistische tijd
Mussolini beoogde er vooral mee alle
kntiek op zyn regime de kop in te
drukken. In het huidige clericale Ita
lië wordt van diezelfde wet gebruik (of
tolsbruik) gemaakt, om alles wat naar
het oordeel van één enkele magistraat
ontoelaatbaar is, te verbieden.
stoppa heeft zijn reeds tien jaren
oestaande toneelgezelsschap zoals gezegd
1 het beste van Italië, moeten ontbinden,
de belangrijkste schouwburg van Milaan
JIJ Wsloten, de schrijver van het stuk,
Testori, de uitgever van de tekst, Fel-
1 Wnell, en de impressario Capelli zullen
i voor de rechter moeten verschijnen we-
fens aantasting der openbare eerbaar-
Vragen in parlement
to het parlement worden „vragen ge-
waarbjj zoals steeds wanneer
het om culturele zaken gaat de linkse
Partijen spreken over machtsmisbruik
van de zijde der magistratuur, de fas-
eisten juichen over een ontwakend Ita-
r dnt een einde zal maken aan de vuil-
^kkerij der „zogenaamde intellectuelen"
Jhde christendemocraten, regering in
kepen. die niet weten wat zij ervan
tooeten zeggen.
De toneelspelers gaan uit protest in
staking en alle toneelgezelschappen,
filmproducenten, enz. nemen zich hei
lig voor hun nieuwe werken voortaan
eerst in alle plaatsen van Italië te ver
tonen en het allerlaatst in Milaan, waar
een door preutsheid bezeten procureur
de gehele bevolking behandelt alsof het
onmondige kinderen waren.
Tijdens een persconferentie heeft de
betrokken procureur-generaal verklaard,
dat het zijn doel is de zeden van het
land te zuiveren, dat hij niet begrijpt
hoe men in Rome dit stuk heeft kun
nen toelaten en dat hij nog zal na
gaan of ook Visconti, Stoppa en Rina
Morelli voor de rechter dienen te wor
den gesleurd. Na rijp beraad heeft hy
twee dagen later ook de gehele oplage
(of althans wat daarvan nog over was)
van de gedrukte tekst in beslag laten
nemen.
Interessant debat
Maar lang niet alle Italiaanse rech
ters zijn het met die Savonarola- opvat
tingen van hun Milanese collega eens.
En het zal stellig een interessant de
bat worden. Temeer nu de advocaten
van Feltrinelli en Testori deze redene
ring hebben gevolgd: „Naar onze me
ning is het stuk verre van onzedelyk.
Het ademt een typisch Italiaanse en
diep relegieuze, rooms-katholieke men
taliteit (de trouw aan de doden, die men
niet kan opzeggen als de trouw aan le
venden) en het is een kunstwerk van
uitzonderlijke betekenis. Maar als de
aanklacht, die de procureur van Mi
laan heeft ingediend, gerechtvaardigd
is, dan zyn de leden der commissie van
censuur medeplichtig. Zy hebben door
het stuk vrij te geven voor vertoning
in dat geval in hoger mate dan wie
ook ertoe bijdragen, dat een de goede
zeden aantastende tekst in Rome werd
opgevoerd in het openbaar en door tien
duizenden personen aangehoord".
Natuurlyk is het allerminst de be
doeling van Feltrinelli, Testori en hun
advocaten om de commissie van cen
suur te doen veroordelen en het is ook
hoogst onwaarschijnlijk, dat dit zal ge
beuren. Wat zij willen is een rechter
lijk vonnis uitlokken, waarbij eindelijk
de geestdrijverij van de Milanese pro
cureur veroordeeld wordt. Zoals de za
ken op het ogenblik staan, is het in
Italië eenvoudig onmogelijk op het ge
bied van film of toneel met enige ze
kerheid te werken, daar er honderden
personen volgens de bestaande wet het
recht hebben een werk, dat reeds de
censuur passeerde, te verbieden.
Tot welke dwaasheid dit voert, blijkt
wel daaruit, dat b.v. de zo onschuldige
film „Nooit op zondag" door de regis
seur uit de circulatie is genomen, toen
men (nadat de film al weken lang had
gedraaid) er twintig minuten uit wilde
wegknippen als zedelijk ontoelaatbaar.
Italië en dan vooral Milaan maakt zich
eenvoudig belachelijk. De toon wordt
aangegeven door de lange processies van
oude vrouwtjes, die boetpsalmen zingend
door de straten trekken om te protes
teren tegen de „onzedelijke toneelvoor
stellingen". Stellig niet één op de dui
zend van die besjes heeft ooit een
schouwburg van binnen gezien!
Lutlwig Olshansky
Nog weinig „boeiend"
De nog jeugdige Amerikaanse pianist
Ludwig Olshansky, opgeleid aan de
Juilliard School of Music te New York,
frappeerde een vorig maal reeds door de
uiterste ernst, de soberheid en toewijding
van zyn spel. Door de precieuse voor
zichtigheid daarvan óók.
Ditmaal dikwijls bgehinderd door véél
doorkomend lawaai uit de grote zaal
eigenlijk een schande voor een serieus
concertleven! zal het hem in de
kleine zaal (van de Stadsgehoorzaal)
moeilijk gevallen zijn, zich volkomen te
concentreren op hetgeen hij pianistisch
zowel als muzikaal te zeggen had. Daar
om zij bU voorbaat consideratie be
tracht bij onze oordeelvelling, want In
spiratie kan er in zulk een armoedige
omgeving onmogelijk aan te pas komen!
Dat Olshansky technisch een begaafd
en zelfs knap pianist is, met een fraai
toucher maar lang niet altijd, waar
aan ook de akoestiek schuldig is zal
niemand ons betwisten.
Anders staat het evenwel met zijn
voordrachtskunst. Deze mist in de ge
signaleerde, welhaast bij voortduring
bestudeerde, schoolse voorzichtigheid,
de nodige diepgang en zielsbewogen-
heid. Teveel blijft hij aan de oppervlakte
der dingen.
Zo kon het gebeuren, dat de vier
Impromptu's op. 90 van Schubert ons
vrijwel koud lieten. Een zeer zware op
gave had Olshansky zich gesteld met
de Sonate in F gr. t. op 109 van Beet
hoven. Wie zich daaraan waagt, moet
Advertentie
een groot kunstenaar zijn, wat Olshan
sky in het huidige stadium beslist nog
niet is. Technisch was hier veel bewon
derenswaardigs, geestelijk ontbrak er
echter nog veel aan een zuivere uitbeel
ding. Ontroeringssuggestie weet hij nog
in een veel te geringe mate op te roe
pen. De Chopinballade in F op 38 muntte
uit door een besliste en zekere aanpak,
het kunnen was virtuoos, zonder dat de
virtuositeit als uitsluitend doel gebezigd
werd, wat een der sympathieke eigen
schappen van deze pianist verraadt.
Na de pauze ontplooide Olshansky in
de breed opgezette Fantasie in C op.
17 van Schumann veel vrijer. Hij gaf
hier blijk van een geëmotioneerde
instelling, welke wij aanvankelijk bij
hem voor onmogelijk gehouden hadden.
Temperament paarde zich aan verstil
ling: men kon hier verwachtingen koes
teren voor de toekomst.
Advertentie
uw schoenen blijven mooi met leren zolen!
Mocht de eenzijdige programma
samenstelling, waarin voor moderne
werken geen plaats was ingeruimd, ver
bazing wekken, in dit opzicht nam
Olshansky „revanche" met de toegift
na het dankbare applaus. Hy koos na
melyk het tweede deel uit de sonate van
zyn landgenoot Aaron Copland (uit 1941)
en bewees daarin tot een lofwaardige en
intelligente prestatie, uitmuntend door
de heldere tekening, in staat te zyn.
Indien Olshansky zich geestelijk weet
te verrijken waartoe een periode van
bezinning nodig zal zijn kunnen wij
misschien nog van hem werkelyk „boei
ende" avonden verwachten. Van het pre-
dicaat „boeiend" was ditmaal nog wei
nig sprake.
Maarzoals gezegd: de omstandig
heden werkten niet mee, om tot een
volledige overgave te komen.
Daarom zij hem véél vergeven!
H.
Ruim f 4600 voor Uniecef
Dankzy de medewerking van vele jon
geren is door tussenkomst van het Uni-
cef-kaartendepót van de Leidse Jeugd-
Actie een bedrag van f4 606.85 (1959:
f 1.411.60) voor het Unicef-werk byeen-
gebracht.
Een van de grootste tankers ter
wereld, de Liberiaanse „Frisia" van
ruim 85.000 ton, bracht gisteren een
bezoek aan Rotterdam. Het was het
grootste schip, dat ooit in de Rot
terdamse havenbinnenliep. Acht
sleepboten kwamen eraan te pas om
de kolos naar de kade te brengen,
Z.W.O.-subsitlie voorbereiding publikatie
van prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink
De Nederlandse Organisatie voor Zui-
ver-Wetenschappelijk Onderzoek heeft
prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink,
hoogleraar in de Algemene Kerkgeschie
denis aan de Leidse Universiteit, een
subsidie verleend voor de voorbereiding
van een publikatie van de classicale acta
der Ned. Herv. Kerk. met name van de
acta der classis Dordracensis, alias Zuid-
Holiandiae.
Door deze subsidie heeft Prof. Bakhui
zen van den Brink een medewerker kun
nen aanstellen, namelijk de heer C. A.
Tukker, kandidaat in de theologie, die
dit werk onder zyn supervisie verricht.
Reeds eerder hebben leerlingen van
prof. Bakhuizen van den Brink aan de
voorbereiding dezer publikatie meege
werkt, maar daar de studentengenera
ties nog al wisselvallig zijn, bleek het
noodzakelyk, dat hiermee „een vaste
kracht" werd belast. Het werk is inder
tijd onder auspiciën genomen door de
Rykscommissie voor Vaderlandse Ge
schiedenis en de uitgave zal verschynen
in de bekende serie der Rijks-geschied
kundige publikatiën. De bewuste acta
zullen worden uitgegeven met annota
ties over personen, zaken en plaatsen en
met registers.
In een onderhoud wees prof. Bakhui
zen van den Brink ons er allereerst op,
dat de geschiedenis van de Ned. Herv.
Kerk moet worden opgebouwd uit archi
valische gegevens, die in groten getale
aanwezig zyn. Van deze archivalia, zo
vervolgde de hoogleraar, is echter be
trekkelijk weinig gepubliceerd. Dit geldt
ook voor die van de provinciale of parti
culiere synoden en vooral voor die van
de classes. Aan de eerste generale syno
den, die in verband met de tijdsomstan
digheden, in het buitenland werden ge
houden, namely k in Wezel (1568) en in
Emden (1571) zyn diverse studies gewyd
en het was F. L. Rutgers, die in 1889 de
acta der zestiende eeuwse generale syno
den uitgaf. De synode van Emden was
heel belangrijk, omdat daar de organi
satie van de Hervormde Kerk in ons
land werd voorbereid, welke in praktyk
zou worden gebracht „zodra het land
geopend zou zyn". Gelyk bekend, ge
schiedde dit op de eerste april 1572 met
de inneming van Den Briel.
Vastere vormen
Van die tijd af nam de organisatie van
de Ned. Herv. Kerk in ons land vastere
vormen aan, waarby de classes - onder
delen van de provincies - een gewichtige
rol gingen spelen. De acta der provin
ciale synoden uit het jaar 1572 tot de
grote synode van Dordrecht in 1618,
werden in 1892 en volgende jaren door
Reitsma en Van Veen gepubliceerd. Deze
uitgave, welke alle provincies van de
noordelijke Nederlanden omvat, telt acht
delen. De acta der Zuidhollandse syno
den werden uitgegeven in 1908 en de
volgende jaren door W. P. C. Knuttel.
Zy verschenen in de kleine reeks der
Ryksgeschiedkundige publikatiën en lo
pen van 1621 tot 1699 (zes delen). Deze
gedrukte acta omvatten alleen de tekst
en registers op personen, zaken en
plaatsen. Annotaties ontbreken te enen
male. De synodale acta van de overige
provincies en eeuwen zyn nooit gedrukt,
hoewel zy in de kerkelijke archieven
aanwezig zyn.
Veel belang
Sprekende over de classicale acta, zei
prof. Bakhuizen van den Brink, dat deze
voor verschillende wetenschapsbeoefena
ren - historici, kerkhistorici en sociolo
gen - van veel belang kunnen zijn, ge
zien de primaire importantie, die de
classes in de loop der jaren hebben ge
had. In de classes toch, waren alle ge
meenten van een bepaald ressort ver
enigd en deze kerkelyke colleges hiel
den zich onder meer bezig met het
stichten van nieuwe predikantsplaatsen,
met het afnemen van examens en met
het schoolwezen, voor zo ver dit onder
de kerk viel.
De classes oefenden een soort „epis
copale functie" uit en hadden in de on
der haar ressorterende gemeent:n het
eerste gezag. Alle kwesties op gods
dienstig, geestelyk, zedelyk en materieel
gebied kwamen in eerste instantie by de
classes terecht en wat daar niet afge
handeld kon worden, werd verwezen
naar prov. synoden. Ofschoon geschied
schrijvers de classicale acta vaak als
bronnen hebben gebruikt, gelijk Knap
pert, Ypey en Dermout, zyn zy nimmer
systematisch bewerkt. Dat men thans
met de acta der classis Dordrecht begon
nen is, vindt zyn oorzaak in het feit, dat
deze indertijd de grootste en oudste van
de provincie Zuid-Holland was. Zy
strekte zich ongeveer uit van Gouda tot
het noordeiyk gedeelte van Noord-Bra
bant.
Op het ogenblik zyn van de acta der
classis Dordrecht ongeveer een kleine ze
venhonderd bladzyden in transcriptie
gereed, die de jaren 1573 tot 1605 omvat
ten. De indicering en annotatie hiervan
Het bestuur van de afdeling Zuid-Holland van de Nationale Woning
raad (overkoepelend orgaan van de Nederlandse Woningbouwcorpo
raties) heeft er goed aan gedaan om gisteravond in „Het Gulden Vlies"
een actueel onderwerp te laten behandelen door de heer W. Scheerens,
secretaris van de Nationale Woningraad te Amsterdam. Deze had tot
onderwerp gekozen „Nederland, het mierennest van Europa". De
overstelpende bevolkingsgroei, de ontwikkeling van de randstad
Holland, de trek naar het westen, het gebruik van de schaarse ruimte
in ons land, zijn zaken, die hun doorslaggevende invloed zeker ook op
de woningbouw in de naaste toekomst zullen uitoefenen.
Nog geen bepaald
planmatig beleid
De heer Scheerens stelde, dat ook ln
latere tyden het wonen binnen zo rede
lijk mogelijke ruimte vragen oproept,
waarop niet gemakkeiyk een antwoord
is te geven. Deze vragen zyn in eerste
instantie van bestuurlyke aard. Ons land
is verdeeld in een groot aantal gemeen
ten en allerwege wordt van de zijde der
gemeenten hevig geklaagd tegen de meer
en meer doorgevoerde beperking van de
autonomie, het zelfbestuur, dat meer en
meer wordt verdrongen.
Op bestuurlijk gebied roept dit pro
bleem op zichzelf vragen op. Van de
momenteel 994 gemeenten in Nederland
zyn er meer dan de helft (566) bewoond
door een inwonertal van beneden 5000
zielen, ruim een kwart (246 gemeenten)
beneden de 2000 inwoners en 99 gemeen
ten halen zelfs een inwonertal van 1000
niet. Een en ander belemmert de natio
nale aanpak van het grote probleem. In
toenemende mate is de gemeentelijke
herindeling aan de orde. Het ene jaar
staat men in Den Haag hiertegenover
gunstig, het volgende jaar bepaald on
gunstig. Tot op heden heeft men weinig
kunnen merken van een bepaald plan
matig beleid en er zyn zodoende vele
problemen.
Den Haag loopt als gemeente over, kan
niet meer uit de voeten, zoekt expansie
en moet buiten haar gemeentelijke gren
zen marcheren. De regering kwam aan
vankelijk in gedachten tot de satelliet-
stad-Wilsveen. Een definitieve beslissing
is nog steeds niet genomen, al schynt in
de praktijk verwezenlijking van de baan
te worden geschoven. De expansie-moge
lijkheid is voor Den Haag de eerste jaren
dus onmogelijk.
De stichting van een natuuriyk boven
gemeentelyk orgaan (IJmond) zyn als
is ook al voor een gedeelte klaar. Het
spreekt vanzelf, dat niet alle in de acta
behandelde kwesties even gewichtig zyn
en daarom zal men in zulke gevallen
volstaan met regesten (inhoudsopgaven
in eigen bewoordingen).
De omvang van de uitgave zal vry
groot worden, omdat zy, behalve de acta
der classis ook die van de gedeputeer
den der classis za 1 bevatten. De clas
sis zelf vergaderde ongeveer drie vier
maal per jaar en in de tussentyd deden
de gedeputeerden de lopende zaken af,
waarvan ook notulen zijn gemaakt.
Toezicht
Aan het einde van het onderhoud ves
tigde de hoogleraar er de aandacht op,
dat de archivalia der Ned. Herv. Kerk
zich in een goede staat bevinden. Ty-
dens de bezetting is namelyk vanwege
de Ned. Herv. Kerk de commissie voor
de archieven ingesteld, thans bestaande
uit prof. dr. J. N. Bakhuizen van den
Brink (voorzitter), mr. J. Hardenberg
(algemeen rijksarchivaris), dr. J. van
Hoboken (gemeente archivaris van Am
sterdam) mr. J. H. de Vey Mestdagh
(chartermeester aan het Ryksarchief te
Utrecht) en prof. dr. G. P. van Itterzon.
Deze commissie houdt nauwkeurig toe
zicht op de toestand, waarin de archie
ven zich bevinden. Blykt het, dat een
bewaarplaats niet aan de te stellen eisen
voldoet, dan brengt de commissie daar
verbeteringen aan. in noodgevallen depo
neert men de stukken in depots van ge
meente- of ryksarchieven. Archivaris
der Ned. Herv. Kerk is mr. T. J. Naudin
ten Cate, door wiens bemiddeling ar
chiefstukken der Ned. Herv. Kerk kun
nen worden geraadpleegd.
gedachten op dit moment reeds weer
afgeschreven.
De gemeentelyke samenwerking-Ryn-
mond lykt ogenschyniyk bevredigend te
werken, maar achter de schermen is het
geenszins 100%, omdat de ene gemeente
argwanend tegenover de andere staat
ten aanzien van haar uitbreidingsplan
nen.
Amsterdam zal over enkele jaren uit
verkocht zyn met haar bouwgrond. Het
plan Belmermeer Weesp-Wees per kar
spel) zal de oplossing zyn. Er is een
hevige stryd gaande welke gemeente dat
plan voor haar rekening zal nemen.
Ouderkerk a. d. Amstel met haar 4000
zielen (echter zónder directeur van ge
meentewerken, doch uitsluitend een ge
meente-architect) wenst het plan voor
haar rekening te nemen en wil er een
stad van 80.000 inwoners van maken
Diemen daarentegen zegt: Ouderkerk
a. d. Amstel is voor een dergelyk plan
met héér gering aantal zielen te klein,
dus wy zullen dat op ons nemen. Van
zeer essentieel belang, aldus de heer
Scheerens, is het strijdpunt waardoor
het regionaal belang in het gedrang
komt, voorzover dat belang al niet in het
gedrang is gekomen!
Grootste
bevolkingsdichtheid
Er is ergens een rechtstreeks verband
met de woningbouw, met alle suppletoire
voorzieningen (kerken, scholen, post
kantoren, ziekenhuizen, recreatiezalen
enz.). Dit zal eerst dan op harmonische
wyze tot stand kunnen komen, indien
daartoe in het kader van een algemeen
nationaal en ruimtelijk ontwikkelingsbe
leid sprake zal zyn, waardoor de woning
voorziening planmatig kan worden ver
zorgd. De stand van zaken inzake de be
volkingsopbouw cn de beschikbare ruim
te is daarby van uitermate groot be
lang.
Wanneer men bedenkt, dat Neder
land in totaal 40.000 km.2 groot is, waar
van 33.000 km2 land en 7000 km2 water
(waarop men niet kan wonen of werken,
dus uitsluitend voor vissen en andere
recreatiebezigheden), dan dient men te
vens te weten, dat ons land de grootste
bevolkingsdichtheid heeft namelyk 340
mensen op elke vierkante kilometer, van
Europa. West-Duitsland heeft 200 tot
250, Italië 90120 mensen, Frankrijk
60190; en Spanje 30 tot 60 mensen op
elke vierkante kilometer.
De groei der bevolking in ons land is
het sterkst van alle Europese landen.
Indien het Jaar 1900 als index wordt ge
nomen en gesteld op 1, dan heeft Neder
land in 1950 reeds het cyfer 2 bereikt,
België 1.29; Frankrijk 1.07; Italië 1.37;
Engeland 1.31 en Spanje 1.50. In het
jaar 1980 zal Nederland dan ook rond
15 miljoen mensen tellen. Regionaal zijn
de verschillen echter aanzienlyk. De
Randstad Holland heeft 2496 mensen ge
concentreerd op één km2in het westen
is dit 800/km.2; overig Nederland 233.
Gelderland en Overijssel heeft 44%
landbouw, 47% industrie en 9% dienst
verlenende sector. Brabant 'Limburg
resp. 33%, 59% en 8%. Zeeland 58%,
29% en 13% en in het westen 18% agra
riërs, 49% industrie en 33% dienstver
lenende sector. Het agrarisch areaal is
in 't westen gering, doch voor 't grootste
gedeelte gespecialiseerdbollen met een
by zonder hoge produktiviteitssom. de
havenformaties en de zware industrie,
alsmede lichte industrie en de bedrijven.
De zeevissery is aan het westen gebon
den.
In het westen is alles sterker gecon
centreerd dan elders in ons land. Nu
dient men te beslissen, of men deze
concentratie moet laten gaan dan wel
maatregelen treffen, die totale spreiding
over ons land regelt. De regering is ge
porteerd voor een gezonde spreiding.
Anderen (o.m. dr. Luning Prak in .De
belagers") zijn van opvatting, dat Ne
derland in Europa kan worden ver
sterkt door concentratie van de econo
mische macht in het westen des lands,
een soort metropole-Nederland. Het zijn
beiden uitersten. Welke overheidsmaat
regelen zyn overheersend in Nederland?
De rijkswerken de wegenaanleg (vesti
ging van een gunstig klimaat), de Delta
werken (Europoort), de havenontwikke
ling (echter uitgezonderd de havens van
Scheveningen en Katwijk, aldus de heer
Scheerens) vergroting van de IJmui-
derpieren met het oog op de supertankers
en spreiding van de materieel verzor
gende diensten.
Er zal een klimaat moeten worden ge
schapen, dat gunstig is voor vestigingen
elders in ons land.
De keuzebepaling zal daarbij stimule
rend moeten weTken.
In een vry groot aantal gemeenten
z.ijn moeilijkheden gaande met uitbrei
dingsplannen. Katwijk is doende om
een greep te doen op een stukje „na
buur". Spreker heeft daarbij de indruk,
dat men met man en macht doende is
om in grote mate expansie te zoeken
buiten de gemeente cn onvoldoende oog
heeft voor de mogelijkheden in eigen
gebied! Er moet meer aandacht worden
geschonken aan sanering van de eigen
kernen, die oud zyn. Door het aanpak
ken van saneringsplannen komt er ont
spanning. Leiden is daarvan het voor
beeld, evenals Vlaardingen. Het is de
oplossing van een gigantisch werk. Men
zal hierbij moeten rekenen op ongeveer
één miljoen gulden kosten per hectare.
Velen achten dit nog aan de lage
kantMen zal opnieuw moeten bou
wen: 40 tot 50 woningen per hectare.
Dit is een omvangryk financieel pro
bleem. doch om diverse redenen zal men
daar niet onderuit kunnen komen.
Ruimte móét er komen!
De heer Scheerens stelde, dat ln het
westen meer hoogbouw zal worden aan
getroffen dan elders in het land. Men
zal echter bepaalde gebieden ongemoeid
moeten laten, zoals in de duinstreek de
waterwingebieden en de recreatiegebie
den. De bebouwingsdichtheid heeft be
paalde normen, waaraan men zich moet
houden. Hoewel men over het algemeen
geporteerd is voor een gezinshuizen, zal
„menging" (eengezinswoningen, etage-
woningen en zogenaamde torenflats)
onvermydelijk zijn. By het streven naar
hoogbouw zal men met hogere facili
teiten voor de hoogst gelegen woningen
rekening moeten houden.
Na een dankwoord tot de spreker, die
diverse vragen naar tevredenheid wist
te beantwoorden, deelde voorzitter
Goosen nog mee, dat gezien de grote
belangstelling voor deze bijeenkomst,
op woensdag 22 maart in Ponsen" te
Dordrecht en op dinsdag 28 maart in
..De Kroon" te Den Haag een dergelijke
bijeenkomst wordt belegd.
ACADEMISCHE EXAMENS
Aan de Leidse Universiteit zyn ge
slaagd voor het doet. ex. geologie de
heer Th. F. J. Dossauvagie (Den Haag);
doet. ex. biologie de heer H. O. Voorma
te Lelden (oum laude); doet. ex. natuur,
kunde de heer T. M. Wiarda (Leiden);
doet. ex. scheikunde de heer A. Mossel
(Leiden); kand. ex. A wis- en natuur
kunde de heer P. van der Kwaak (Lei
den): kand. ex. A wis. en natuurkunde
mej. E. M. Berkhuysen (Leiden); kand.
ex, K wis- en natuurknude de heer C. J.
D. Slegbenhorst (Leiden); kand. ex KI
wis. en natuurkunde de heren H. Blok-
poel, C. J. van Kuyen en J. C. v. d.
Vlugt, allen te Leiden.
VARIA
Bewaarplaatsen van
fruit onder water
In Hongarye worden op het ogenblik
merkwaardige proeven genomen met het
koelen van appels. Op 12 plaatsen in
meren en rivieren brengt men appels
ln grote plasticcontainers op de bodem,
onder water dus.
De lage temperatuur vanaf begin ok
tober kan voor een goede koeling zorgen.
Als net gaat vriezen, biyft de water
temperatuur op de bodem toch altijd
nog wel even boven het vriespunt. Het
moeilykste probleem is nog om een goe
de oplossing voor de ventilatie te vinden,
aldus „De Tuinderij".