„JE MOET TECKELS DE BAAS BLIJVEN;
ANDERS WORDEN ZIJ HET"
OetOCHTBAttO
VAN HOFKAPPER IN WENEN
Medailles bij honderdtallen
EXCLUSIEVE KLANTENKRING
ZATERDAG 4 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL s PAGINA 4
Grootste
dashondenkennel
van Europa is
op de Vel uwe
(Bijzondere berichtgeving)
U rijdt Garderen door en dan de Apeldoornse
We.q op tot aan kilometerpaal 15, links van
de weg", hadden ze ons gezegd. „Daar slaat U
rechts af, dan komt U bij Enny's Hoeve. Het wijst
zich vanzelf".
Het sloot als een bus, behalve dan dat er ruim
een half uur vruchteloos heen en weer rijden mee
heen ging, voordat we het kilomete^paaltje ontdek
ten. Tenslotte echter vonden we, ergens midden in
een bos van minimale afmetingen, de gezochte
huisbel en een ogenblik later werden we omringd
door om en nabij twintig luid keffende en hoog
springende hondjes die heel duidelijk lieten blijken,
dat ze ons niet mochten.
„Dat doen ze bij iedere vreemdeling", zei
mevrouw G. Pouw—Neumann verzachtend, want
ze is een verstandige vrouw, die begrijpt dat
niemand het prettig vindt als een vijand van dieren
te worden beschouwd. Zelfs niet als die in leger-
formatie alles in het werk stellen om je op slag een
minderwaardigheidscomplex te bezorgen.
We herwonnen pas een beetje ons zelfvertrou
wen, toen de dieren na een kwartiertje het onver
mijdelijke van ons bezoek, aanvaard hadden en
ons hooghartig negérend, zich min of meer zwij
gend in de grote huiskamer onledig hielden met
ren- en sprinspelletjes. Deze bleken echter tactische
manoeuvres te zijn: zodra we een ongemotiveerde
voetbeweging maakten begon het twintigvoudig
alarmgeblaf opnieuw.
Néé, in de Enny's Hoeve zal geen inbreker ooit
een schijn van kans krijgen!
,,'t Gaat niet om veel,
maar om goed!"
Dat is ook wel zo, maar mevrouw
Pouw laat er geen twijfel over
bestaan, dat dit alles alleen maar
mogelijk is door de grote liefde voor
het dier. „Het gaat er niet om zo
veel mogelijk teckels te fokken, maar
om goede te krijgen. Wie dieren fokt,
tracht in de jongen de reeds bij de
ouders bereikte waarden te behouden
en ze zo mogelijk nog te verhogen
door het paren van dieren met de
beste aanleg". Door dat zeer zorgvul
dig (met de nodige kennis van de
erfelijkheidsleer als basis) te doen,
weet men zich een naam op te bou
wen in de kring van kynologen en
krijgt men de erkenning dat er spra
ke is van een „goed huis".
Mevrouw Pouw en mej. H. van
Breukelen hebben him hart verpand
aan teckels oftewel dashonden. Bij me
vrouw Pouw was dat al lang voor de
oorlog het geval: al ruim veertig jaren
fokt ze dashonden en ze is dan ook
erkend specialiste op dit gebied. De
oorlog bracht veel misère: tweemaal
brandde Enny's Hoeve af, de laatste
keer door een lucifer die de SU), met
opzet in het huis wierp, nadat hij alle
honden geroofd had. Met slecht twee
teckels moest de familie Pouw in 1945
weer beginnen: nu zijn er 150 dashon
den op 't plekske Veluwegrond en
tegen het voorjaar worden er, met de
jongen erbij, minstens tweehonderd ge
teld.
Karakter
Een teckel is een dier met karak
ter en bepaald geen gemakkelijk
karakter. Zo klein als ze zijn,
hebben ze een zeer koppige en eigen
zinnige geest en het zal de eigenaar
de nodige moeite kosten ze de baas
te blijven. Maar is hij dat eenmaal
dan bezit hij een fraai en intelligent,
altijd levendig en opgewekt dier, dat
nimmer verzuimt zijn jachtinstinct te
tonen.
En dat doorlopend haakt naar lief
de de teckel is waarlijk geen hondje
om alleen voor de gezelligheid in huis
te nemen en om er zich verder weinig
aan gelegen te laten. Sterke dieren
ook, die 's winters geen snoezige jas
jes van node hebben en die geregeld
moeten kunnen rennen in het veld
om niet te verchagrijnen of bjjterig te
worden.
„Onze honden zitten overal op de
wereld", vertelt mevrouw Pouw als we
de hokken langs geweest zijn en ze
eindelijk even rustig kan zitten. Niet
zo heel rustig, want drie teckels krui
pen op haar schoot en een stuk of
vijf andere proberen doorlopend het
zelfde te doen. „Overal in de wereld,
alleen in Australië niet. In januari
krijgen we altijd stapels nieuwjaars
kaartjes van onze teckels". Zij bedoelt
van de eigenaren, maar voor haar
zijn het de dieren die hun ouderhuis
groeten. Zij en mej. Van Breukelen
kennen ze dan ook allemaal van naam
de ganse kennel, hoewel wij nau
welijks in staat zijn er drie uit elkaar
te houden. „Als u hier een maand
was, zou u ze ook alle kennen", worden
we (weer) getroost.
Kort- en langharig
Dashonden zijn reeds eeuwen be
kend: op heel oude voorstellin
gen komen ze al voor. Hun naam
ontlenen ze natuurlijk aan het feit,
dat het goed dassen met hen vangen
is. Bij de jacht gaan ze in troepen
tegelijk op de reuk af (in tegenstel
ling tot bijvoorbeeld windhonden die
met twee of drie tegelijk „op 't ge
zicht" jagen) en door hun groot uit
houdingsvermogen weten ze het wild
zodanig te vermoeien dat het ten
prooi valt aan de jagers.
De hazen in de omgeving van En
ny's Hoeve kennen de tactiek al pre
cies en daaronder vallen dan ook wei
nig slachtoffers als de teckels nu en
dan eens worden losgelaten. Men ziet
de hazen bij wijze van spreken ach
ter het gaas lachen, als ze een das
hond op een bijster spoor hebben weten
te brengen.
De teckels zijn in verschillende groe
pen onder te verdelen met als voor
naamste de dwergteckels, die een
borstomvang hebben van ten hoogste
35 centimeter, de Kaninchen-teckels
met een borstomvang van dertig cen
timeter of minder en de grotere tec
kels. En verder kan men dan nog on
derscheid maken tussen de kortharige
met zyn zware blaf en zijn seinen
de opgeheven staart als hij de wild-
geur betrapt, en de langharige. Mej.
Van Breukelen houdt zich vooral bezig
met het fokken van laatstgenoemde
groep.
Weer een kampioen
Het is een beroep dat geen ogen
lik vrU laat, dat geen vijfdaagse
verkweek kent en dat alleen met suc
ces kan worden beoefend als het daar
naast hobby is. Eenmaal in de week
komt de dierenarts en dan worden
alle teckels aan een onderzoek onder
worpen. Bij elke geboorte wordt met
spanning uitgekeken of de voorspel
lingen uitgekomen zijn: is de pup ge
worden wat men ervan gedacht had?
Theorie en praktijk lopen nu eenmaal
niet altijd parallel. En dan is het een
plezierige verrassing (al was dat „op
papier" al wel uitgedokterd) dat de
nieuwe aanwinst een effen blauwe
kleur heeft of min of meer als een
tijger gevlekt is.
Misschien is er dan weer sprake van
een nieuwe kampioen-in-spé, hetgeen
pas na ettelijke tentoonstellingen met
daarbij behorende keuringen zal blij
ken. Immers om Nederlands kampi
oen voor het leven genoemd te mogen
worden, zal het dier vier malen op
een tentoonstelling aangewezen moe
ten zijn als de beste van zijn ras waar
bij nog als voorwaarde komst dat de
teckel bij de vierde keer minstens 27
maanden oud is.
De kampioen kan dan wellicht nog
een jaar of tien met een titel pron
ken: tien tot vijftien jaar is zo on
geveer de leeftijd voor een dashond.
„Drie jaren jong, drie jaren mooi, drie
jaren oud", zo wil een oud gezegde
over honden. Een opvatting waarmee
mevrouw Pouw het trouwens niet eens
is. Naar haar mening is dat „mooi"
niet gebonden aan bepaalde levensja
ren, al is het natuurlijk wel zo dat
een teckel op een bepaalde leeftijd
volmaakt volgroeid kan zjjn en dat
alles in harmonie is: ogen, oren, hou
ding van de kop, bouw van voor- en
achterhand. stand van de poten,
jachtcapaciteiten. enzovoort.
Onze honden (als het kortha
rige zijn noemen we ze af
komstig „Van de Zeven Berg
jes" en de langharige zijn „Van de
Hens Bergen" mej. Van Breuke
len heet Hens van haar voornaam)
gaan bijna alle weg op recommanda
tie, waarbij we zelf ook een vinger
in de pap houden". Als we niet be
grijpend kijken, legt ze uit: „We staan
de honden alleen af als we redelijke
zekerheid hebben dat er sprake is van
een goede eigenaar teckels verei
sen liefde en begrip en ook een krach
tige hand. Verwaarloos je ze dan wor
den ze byterig, humeurig en onzin
delijk. De honden zonder afwijkingen
krijgen een stamboom mee (daar be
last mijn man zich mee, die doet de
administratie) en ze worden pas over
gedragen als ze zijn ingeënt en daar
van op verhaal zijn gekomen".
De prijs? „Door de bank honderd
en vijftig gulden voor een korte ruw
harige. tweehonderd voor een lang
harige en driehonderd voor een dwerg
teckel".
Als we opstaan om weg te gaan
ontketenen we bijna een paniek.
Twintig teckels springen blaffend
om ons heen, kijken met één oog ons
aan en met het andere naar de deur.
Zodra die maar even opengezet wordt
zal de hele meute zich er doorheen
wringen, de gang op. Het weggaan
wordt dan ook een staaltje van front-
strategie. De honden moeten worden
afgeleid en als dat een ogenblik ge
lukt schijnt te zijn, glippen we door
de op een kier gezette deur naar de
hondeloze landweg. Als we wegrijden
menen we 'n haas te zien achter een
boom hij zit rechtop en lacht. Of
lijkt dat maar zo door de duisternis?
Aristocraten maken zich zorgen over de
leeftijd van meneer Jaro77 jaar
(Van onze Weense correspondent)
Het spreekt bijna van
zelf, dat de zaak van de
vroegere Weense hofkap-
per in de Habsburger-
gasse ligt, een zijstraat
van de Graben. Wanneer
in dat stille straatje twee
oudere heren het plotse
ling op een drafje gaan
zetten, kan men er zeker
van zijn dat hier twee
aristocraten hun best
doen om het eerst bij de
kapper op nummer 6 te
zijn. Hier moeten de
klanten gewoonlijk lang
wachten, omdat de eige
naar een man op jaren is
en de zaak geheel alleen
drijft. Maar de klanten
hebben dit wachten er
voor over, want zij voelen
zioh hier thuis en vooral
onder elkaar. In deze zaak
van de vroegere hofkap-
per verkeren namelijk al
leen aristocraten. Ander
publiek wordt er automa
tisch uitgeschakeld door
een bordje waarop te le
zen staat: „Hier wordt
niet geschoren". De in
richting en de meubelen
zijn er nog precies zoals
in de dagen van Keizer
Franz Josef: dezelfde
ouderwetse, maar dege
lijke betimmering, ouder
wetse stoelen. Belgische
spiegels en vooral het
portret van de oude keizer
te paard. De klanten die
tot de hoogste aristocra
tie behoren, hebben allen
hun eigen laatje en elk
laatje is voorzien van een
emaille -plaat. Daarop
leest men onder andere:
vorst K. von Schwarzen-
berg, prins v. Liechten
stein. graaf v. Schönborn
en zelfs ook aartshertog
Hubert Habsburg, die ge
regeld uit het stamkasteel
Arstetten komt om zich
daar te laten knippen. In
de laatjes heeft iedere
klant zijn eigen kammen
en borstels, die met de fa
miliewapens zijn versierd
en met schildpad zijn in
gelegd, want het is niet
denkbaar, dat een vorste
lijk hoofd zich laat be
handelen door de borstel
van een kleine 1 andbaron.
Ook enkele burgerlijke
klanten zijn hier toegela
ten, maar deze heren zijn
immens rijk en bovendien
getrouwd met vrouwen
van adel.
Toen de eigenaar de
oude gasverlichting wilde
dit kleine reservaat van
moderniseren, brak er in
de oude monarchie een
soort paleisrevolutie uit.
Het waren de aristocraten
die daartegen protesteer
den. De kapper in de
Habsburgergasse nummer
6 heet Jaroslav Pikhart,
maar de hoge klanten
noemen hem meneer Ja
ro. Hij kent de eigenaar
digheden van zijn pu
bliek, maar ook Jaro heeft
een eigen karakter en
daaraan moet zelfs een
aristocraat zich onder
werpen. De kapper ver
draagt geen haast en
vooral geen onvriendelijk
woord. Hoe er geknipt
dient te worden, beslist
hij en wie hier behandeld
wenst te worden, moet
met de mogelijkheid reke
ning houden dat hij lang
kan wachten. Toch komen
allen geregeld terug en
steunen de illusie, dat de
tijd hier is stil blijven
staan. Ze hebben maar
één zorg: wat zal er ge
beuren, wanneer meneer
Jaro. die nu 77 is, het
werk niet meer af kan?
In de huiskamer houdt mej. H. van Breukelen twee langharige
teckels in haar armen. De rechtse is de Nederlandse kampioen Die
trich.
Goede eigenaar nodig
Deze specialiste op het gebied van
teckels is in de huiskamer ge
transformeerd tot een gedistin
geerde, vriendelijke oude dame met
grijs haar heel anders dan ze er
uitzag toen we op het huisbelletje
drukten en ze ons langs de kennels
rondleidde. Toen droeg ze een verfom
faaid regenhoedje en een opvallende
dikke, gewatteerde stofjas overigens
geen overbodige kleding als men een
bezoek brengt aan 150 honden.
Nog twee troetelkinderen van mevrouw Pouw-Neumann
HOE WERKT HET?
Bovenop de ballon bevindt zich een klep (gasventiel
die door een veer wordt gesloten en door een touw
vanuit de mand kan worden geopend om gas te la
ten ontsnappen (dalen). Tevens wordt bij de landing
een strook van het omhulsel (descheurbaan) losge
trokken zodat het gas snel wegstroomt. De ballon
zakt dan plat op de grond, zodat de wind er
geen vat op krijgt
DIE twintig hondjes vormen maar een klein gedeelte van de ruim honderd-
vjjftig, die er in de kennel te vinden zün alle teckels, want hier in
Voorthuizen is de grootste teckelkennel van heel Europa gevestigd. Voor
hondenkenners is Enny's Hoeve een al tientallen jaren lang bekend begrip, de
buitenstaanders echter (en zelfs de bewoners van het vlakbij gelegen Garderen)
weten nauwelijks of niet, dat zich hier zo'n beroemde kennel bevindt, waar het
wemelt van rashondjes met stambomen tot vier generaties terug en met kam
pioenen, die zich in hun hokken en looprennen ternauwernood bewust zijn van
het feit, dat ze voor wéér een medaille gezorgd hebben. Er zyn in dit huis nog
meer medailles te vinden dan honden en daaruit moogt ge dus afleiden, dat het
fokken hier beoefend wordt met commerciële oogmerken.
Drie ruwharige dwergteckels kijken u aan. De dieren zijn zes
weken oud.
De mand met bemanning en instrumenten hangt aan
een ring onder de ballon. In of buiten de mand hangt
de ballast die bestaat uit zakken met 15kg fijn droog
zand. Door ballast uit te werpen (stijgen) of het ven
tiel te openen (dalen) regelt de ballonvaarder de ballon,
die door 'temperatuursinvloeden steeds stijgt of daalt
Buiten demand hangt ook de sleep/lijn opgerold,gereed
om bij de landing uit te werpen. Door het over de grond
slepende gedeelte wordt de ballon dan naar de goede
kant gedraaid, afgeremd en verliest wat aan gewicht
zodat de landing niet te hard is.
De ballon\AXirder zweeft in
stilte mee met de lucht
De ballon, van met rubber of
plastic geïmpregneerd katoen,
wordt met lichtgas of waterstof
gas gevuld. Beide zijn lichter dan
lucht en verlenen zo de ballon
de nodige draagkracht.
Een luchtballon is een luchtvaartuig, dat
blijft zweven omdat het gewicht van de
met gas gevulde ballon en de mand in
evenwicht is met het gewicht van de
verplaatste lucht.
t, waarmee
de ballon gevuld wordt. Om barsten van
de ballon te voorkomen blijft deze vulslurf
tijdens de vaart geopend zodat het gas, wan
neer het door de zon wordt verwarmd en
dus gaat uitzetten, vrij kan uitstromen.