Het snoeien van heesters Foto-mode RÜHMANN groots als tragische kleine man praatje ZATERDAG 25 FEBRUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 K.__J SCHEEPSBOUWKUNDIGE- MUZIEKDESKUNDIGE DER FAGOTTISIEN Oudste instrument meer dan twee eeuwen oud Aanwinst voor Burgtheater in Wenen Het is vermoedelijk met de ech te winter gedaan, er komt weer iets van 't voorjaar in de lucht. Men wil weer werken in de tuin en dan komt ook het snoeien aan de beurt. Doch het moet ook echt snoeien zijn en niet zo maar hier en daar wat takken wegknippen. Heesters moet men in twee grote groepen verdelen: dat is in de eerste plaats de soort, die op het oude hout bloeit en dat wil dus zeggen: zij bloeien op de takken, die ze ver leden jaar of jaren daarvoor al gevormd hebben en zij bloeien over het algemeen vroeg in het voorjaar of vroeg in de voorzo mer. En dat wil dus ook zeggen: Gele kornoelje (liever na de bloei snoeien) de dikke bloemknoppen zitten nu op de takken. Een paar mooie voorbeelden zijn: de Gouden regen, de seringen, de magnolia's, de Chineese klokjes, de toverhazelaar (die zelfs al staat te bloeien, de gele kornoel je, de meidoorn en de Japanse kersen. En zo zijn er nog wel meer t« noemen Als men zulke heesters nu snoeit, worden de bloemknoppen weggesneden en dat kan niet de bedoeling zijn. Deze heesters moet men direct nét de bloei snoeien; dan kan men ook veel beter zien welke takken wèl en welke niet ge mist kunnen worden. Mogen zulke heesters nu helemaal niet gesnoeid worden? Als er een verkeerd gegroeide tak is, mag men die heus wel wegnemen. En als zo'n struik veel te dicht in 't hout zit, mag men wel 'n beetje dunnen doch de eigenlijke snoei en dat spreken we dus met elkaar af - dat doet U pas na de bloei. Hieruit volgt dat U niet alle heesters tegelijk kunt snoeien; ook niet in de zomer of in de voorzomer. Doch dat is ook niet zo erg; het zijn immers over bet algemeen toch maar enkele struiken. Er zijn ook heesters, die op het jonge hout bloeien en die bloeien over het algemeen in de Wat Mohammed is onder de profeten is de heer W. Jansen te Loosdrecht onder faqottisten. Misschien dat daarom zijn huis aan de Eikenlaan in de kringen der musici het „Mekka der fagottisten" wordt genoemd. Reeds bij de eerste stap, die men in zijn huiskamer zet, wordt al duidelijk wat men er mee bedoelt: aan de wanden hangen maar liefst zevenentwintig fagotten, die de heer Jansen in de loop van de tijd heeft verzameld. En uit zijn verhalen blijkt al spoedig, dat men hier met een deskundige heeft te doen, die met hart en ziel de ge schiedenis aan de vergetelheid probeert te ontrukken. Ter oriëntatie moge dienen, dat de jaren voor men de contrafagot ging fagot het laagste instrument van de gebruiken, omdat men deze nog niet houtblazers is. Tot die „familie" beho- nodig bleek te hebben. Later heeft men ren ook de hobo en de klarinet. De echter in verschillende werken een fagot wordt gebruikt in het symfonie- arrangement voor contra-fagot ge- orkest, bij opera en operette en bij schreven. kamermuziek voor blazers. In de be gintijd van het instrument bestonden Natuurlijk heeft ook de heer Jan- er nog rondreizenden solofagottisten, ?.en contrafagot in zijn verzame- zoals men ook nu nog soloviolisten of ;Pez.e keeft **y Januari 1958 cellisten kent. Later nam de fagot gekocht, toen een groot orkest zei, dat een mindere plaats in als solo-instru- inst£unl®n£ deugde. De heer ment en de bespelers beperkten zich wf1!56? ^eeft het daarop gereviseerd, tot de begeleiding. Me$ het gevolg, dat het instrument In de achttiende eeuw begon men sin"s Jaar meer „thuis" is met het ontwerp voor een contrafa- geweest. got. Deze stelt hoge eisen en aanvan- Steeds weer vragen orkesten of zij de kelijk was de bouw ervan een tech- fagot mogen lenen, omdat het mooier nisch onmogelijkheid. Het duurde enige blaast dan menig andere contrafagot. zomer en de nazomer. Mooie voorbeelden hiervan zijn uw ge wone struikrozen, de vlinder struik; Potentilla fruticosa en Hydrangea grandiflora niet te verwarren met de hortensia en nog enkele andere soorten. Die gaan dus deze zomer bloeien op de takken en scheuten, die ze nog deze zomer moeten vormen. Daarom mag men dié nu wel kort terug snoeien; ze mogen zelfs tot op enkele centimeters boven het oude hout terug ge snoeid worden. Na de snoei blijft er dus niet veel van over. G. KROMDIJK Elke mode kent in haar meestal vrij korte leven twee perioden, waarin ze belachelijk wordt gemaakt: als ze verschijnen enwanneer ze verdwijnt. Dan wordt het een poos heel stil rondom de vormen en lijnen, die eens toonaange vend waren, totdat de welwillende glimlach van sympathie om het voorbijgegane gaat verschijnen. Hetgeen in vele gevallen kan betekenen, dat ze een kans maken om opnieuw modern te worden! Dit geldt niet alleen voor die voortbrengselen waaraan men in het algemeen de mode koppelt als kleding, meubelen en glas werk, maar ook voor b.v. de fotografie. De kans bestaat dat veel lezers in de veronderstelling verkeren, dat de fotografie geen mode kent, maar evenals vrijwel alle produkten van de menselijke vindingrijkheid is stellig ook het fotografische aan smaak-verandering onderhevig. We hoeven alleen maar te denken aan de vroegere foto-albums met sombere zwarte bladzijden en aan de afdrukjes met rafelige kartelrandjes om te beseffen, dat de smaak verandert. Dat geldt niet alleen voor het maaksel, maar ook voor de techniek bij de opname. Bouwers en blazers Van veel van de andere fagotten kent de heer Jansen de bouwer en als hy die niet kent, probeert hij daar achter te komen door zijn vele bron nen aan te horen. En niet alleen de bouwers van de instrumenten, maar ook de namen van degenen die erop heb ben gespeeld, tracht hij te achterha len. Het intrigeert hem bijzonder of het instrument niet is bespeeld onder leiding van grootheden als Mozart of Beethoven. De mogelijkheid ligt er in ieder geval: zijn oudste fagot dateert van ongeveer 1735 en verschillende an dere zyn afkomstig uit Duitsland of Oostenrijk. Het heeft hem heel wat moeite gekost deze veelal summiere gegevens te achterhalen. Dat is overi gens geen wonder, want soms kwam een instrument bij mensen vandaan, die niet eens wisten wat het iange hou ten geval op zolder was. Iets eenvou diger en ook goedkoper ging het met de veiling van de inboedels van Willem Mengelberg in 1952. De opbrengst hier van is gegaan naar een chateau in Zwitserland ten bate van tbc-patien- ten. Volgens de veilingmeester viel die opbrengst nogal mee, maar de heer Jansen haalt niet-begrijpend de schou ders op, wanneer hij vertelt dat daar klarinetten en hobo's „voor een paar tientjes" de deur uitgingen. In ieder geval heeft hij daar zijn voordeel mee gegaan: twee fagotten tegen spotprijzen waren voor hem het resultaat. Een faliekante tegenstelling met een van zyn andere fagotten, bij de koop waarvan hy, zoals hij zelf zegt, „schandelijk overvraagd" werd. Maar als verzamelaar in hart en nie ren kon hij over de prijs geen proble men maken. Ook bij zijn andere be zigheden in het kader van zijn hobby doet hy dat niet. Getuige de twee fa gotten, waarvan hy alleen het onder stuk kon bemachtigen. In musea heeft de heer Jansen foto's van de modellen opgevraagd en naar deze voorbeelden worden de „bekers" nagemaakt bij de „enige goede fagottenmaker ter we reld" in Duitsland. Niet alleen is de heer Jansen ver zamelaar van de instrumenten en be speelt hy ze uiteraard ook, maar be- langryker nog zyn de gegevens van alles wat maar met fagotten te maken heeft. Geen literatuur Toen hy zyn hobby actief begon te beoefenen (nu zo'n tien jaar gele den) heeft hy natuuriyk ook gezocht naar literatuur over het instrument. Al heel spoedig bleek hem, dat hier niets over was te vinden. De gegevens, die hy heeft (en dat zyn er heel wat) zyn dan ook afkomstig van de „overlevering," zyn ervaringen met de instrumenten, muziekstukken en van de afbeeldingen, die hy heeft weten te bemachtigen. De manieren, waarop hy hieraan is gekomen zyn legio. Daar zijn in de eerste plaats zyn vele relaties over de hele wereld, die hem van nieuwe ontdekkingen op de hoogte stellen. zyn vele reizen als scheepsbouwkun dige stellen hem ook in staat zelf onderzoekingen te verrichten in musea en by zyn mede-musici. Een byzon- derheid tussen de vele mappen met gegevens is een aantal microfotoko pieën van de partituur van Lephenix concert voor vier fagotten van Michel Corette. Jaren geleden gold een familie-op name als mislukt, wanneer niet de ge hele groep stoer-kykend, in de speci aal voor die gelegenheid aangetrokken paasbeste kleding, keurig opgesteld, maar in een volkomen nietsdoen, haar scherp was opgenomen. Daarna is een periode gekomen, waarby byvoorbeeld een portret, dat aanvankelijk eenzelf de karakter droeg als de familie-op name, veranderde in de weergave van een haast altyd somber kykende mens met een onbestemde vaagheid in con touren, omdat de opname met een in de fotografische mode gekomen, zacht- werkende portretlens was gemaakt. Dit was een speciaal voor de portretfoto grafie ontworpen objectief, waarin men enkele fouten, die nu eenmaal in Een opname daarvan op de gram mofoonplaat heeft de heer Jansen na anderhalf jaar zoeken toevallig in Pa- rys gevonden. De partituur zoals die op de fotokopieën staat is slechts voor één van de vier fagotten. Hy is nu bezig ook voor de andere drie de ar rangementen te schrijven. Het uitein- delyke doel van al zyn moeite is een groot standaardwerk over de fagot, waarvan hy reeds een groot gedeelte in manuscript heeft gezet. In Ne derland is hy by de uitgave daarvan byzonder teleurgesteld, omdat de uit gevers, die hij daarvoor heeft aan gesproken, totaal geen belangstelling toonden. Men vreesde, dat het onder werp te weinig in trek zou blyken, dan dat de druk ervan lonend zou zyn. De heer Jansen zal nu geen moeite meer doen zyn werk in ons land gedrukt te krygen. In Duitsland zijn de voor besprekingen gemakkelyker verlopen. Hij is er reeds zeker van, dat daar minstens één uitgever bereid zal zyn het werk te verzorgen. lenzen kunnen voorkomen, opzetteiyk niet had gecorrigeerd, zodat het licht enkele „buitelingen" kon maken. In plaats van scherpe trekken en omtrek ken ontstond een in die tyd sterk ge waardeerd effect, dat artistiek heette. Nu zou het niet eerlijk zyn deze wyze van afbeelden belachelyk te willen maken, omdat tal van fotografen op recht probeerden niet alleen maar een afbeelding, doch ook een uitbeelding van de te fotograferen persoon te ge ven. Wanneer een dergelyk streven uitgroeit tot een algemene methode, bestaat het gevaar, dat men om ook daarin toch weer iets bijzonders te brengen de zaak gaat overdryven. En zo ontstonden en de voorbeelden ervan kunnen we nog vinden in de albums van oudere amateurs op namen van personen, stillevens en zelfs ook landschappen, waarby de be schouwer het gevoel krygt, dat of zyn ogen plotseling zeer slecht zyn gewor den of dat hy een bril met veel te sterke en beslagen glazen draagt. On scherp, wazig en soms zelfs byna niet te herkennen, werden afdrukken en vergrotingen geproduceerd onder het mom een uiting van moderne opvat ting te zyn. Ook voor kleinbeeld-camera's werd in navolging van de zachtwerkende portret-objectieven voor de atelier-ca mera's een speciale lens ontworpen, die hetzelfde resultaat moest geven. In handen van een ervaren amateur is zo'n objectief in spaarzame gevallen een prachtig hulpmiddel, evenals de vakman met zijn soms zeer kostbare portretlezen tot fantastische resulta ten kwam. Omdat deze byzondere len zen zo duur waren, werd gezocht naar een middel, waarmee ook de amateur, die niet over een ruime geldbeurs be schikte, kon proberen een zelfde effect te bereiken. (Van onze Weense correspondent) Het was een goede greep van de Burgtheater-directie in Wenen toen zij de bekende Duitse acteur Heinz Rühmann voor enkele maanden en gageerde en daarmee zowel de stijl als het ensemble van deze schouw burg opfriste. Al wekenlang trekt Rühmann een volle zaal, nu hij een nieuwe vertolking geeft van „Mijn vriend Harvey". Toch is het stuk in Wenen al lang bekend. Het had zelfs kort na de oorlog groot succes in de toenmalige Insel-schouwburg, maar wat Rühmann nu van deze rol weet te maken is geheel nieuw, verrassend en verfrissend. Terwijl dit stuk nog repertoire houdt treedt Rühmann tegelijkertijd op in Millers ..De dood van een handelsreiziger" De Duitse acteur Heinz Rühmann, die triomfen viert op het toneel van het Weense Burgtheater, zal binnenkort ook te zien zijn in de film „Het zwarte schaap" waarin hij de rol van een geestelijke speelt. Ook van deze tragedie heeft Wenen Jaren geleden een zeer goede opvoe ring gezien, waarin de hoofdrol door niemand minder dan Edthofer werd vertolkt, doch wat Rühmann te zien geeft, is een geheel nieuwe creatie, die bovendien daarom zo belangryk is, omdat men eruit kan afleiden, waar in de eigenlyke waarde van dit stuk is gelegen en waar zich de zwakke punten verbergen. Men had verwacht dat Rühmann zich zou herhalen, en inderdaad hy is de „oude" onvervangbare acteur ge bleven, maar toch is het weer een geheel andere, nog onbekende Rüh mann, die het „understatement" als 't ware van nature beheerst, maar ook de kunst van het „terloopse", dat ech ter by hem de sterkste effecten op levert. Hy weet aan deze middelmatige ge stalte onverhoeds nuances te geven, die ons byna doen vergeten dat het stuk als tydsbeeld reeds verouderd is. Want deze Loman, die na 35 dienst jaren in dezelfde branche aan de dyk wordt gezet en die geen kans meer ziet om weer aan de slag te komen, behoort vooral in Amerika tot het verleden. Blijvende waarde Desondanks heeft het stuk blijvende waarde, want de hoofdpersoon is een „type" geworden, een symbool, dat ons blyft boeien, omdat wy ons zelf daarin herkennen. Ook beantwoordt het mi lieu niet meer aan de werkeiykheid van nu, in het welvarende Amerika noch in het welvarende Europa. Maar desondanks blyft het stuk in de hoofd rollen en in de beslissende taferelen zo diep en ryk, dat het lange tyd repertoire zal houden. In dit stuk herkent men zich zelf als het gehavende, gedesillusioneerde schepsel dat met zijn existentiële bouw valligheid wordt geconfronteerd. Het is een beeld van de geplaagde mens, die zyn eigen grenzen ontdekt, het symbool van de zorgelyke ouderwetse vader, die piekert over zyn evenzo op ouderwetse manier mislukte zoon. Hier aan ontleent het stuk zyn innerlyke sterkte en tevens de kans dat het van blyvende waarde zal blyken te zyn. Ook later zal men het nog kun nen spelen evenals de goede drama's van Ibsen en telkens zal het een an dere Loman zyn die echter alleen door een groot acteur tot leven kan worden gewekt. Rühmann creëerde een tragische kleine man, die zich telkens weer vry- willig bloot stelt aan de worggreep van de illusies, totdat hy uit zyn teleurstelling de ouderwetse conclusie trekt en vrywillig de dood zoekt. Niet dit laatste is aangrijpend, wel echter de schokkende ontdekking dat de mens zijn hele leven lang achter illusies aan loopt om dan met kohelet te ont dekken, dat alles ydelheid is... Zo ontstonden de speciale glaasjes, die men onder de naam van soft-fo- cus filters op de markt bracht. Het is nog niet zo heel lang geleden, dat aan de uitrusting van een zichzelf res pecterende amateur zo'n soft-focus glaasje niet mocht ontbreken. Meer dan 'n glaasje was 't eigeniyk niet, ook al werd het ten onrechte filter ge noemd. Het filtert nameiyk het door- vallende licht absoluut niet, maar buigt een klein deel van de lichtstra len enigszins af. De buiging ontstaat, omdat in het glas fyne concentrische ringen zyn gegraveerd of eveneens concentrische verdikte ringen zyn aangebracht. Hierdoor maken de licht stralen, evenals we dat zoeven van de speciale portret-objectieven ver meldden, enkele vreemde „buitelingen". Wanneer zo'n soft-focus filter in en kele byzondere gevallen wordt gebruikt, is 't effect werkelyk alleraar digst en soms zelfs zeer fraai. De lichte partijen krygen door de lichtbuiging een enigszins stralend effect. Een kin derportretje, waarby het blonde haar als een lichte kap over het hoofdje ligt, vertoont een aparte glans en de contouren verschynen als zacht-flon- kerende randen. Ook by stillevens en zonnige landschappen geeft het soft- focus filter een eigenaardige tinteling, waarbij men echter erg moet oppas sen voor overdrijving. Want evenals een te donker filter een onnatuurlyke indruk kan geven door overdryving van byvoorbeeld wolkenpartyen, waardoor een zonnige zomerhemel de dreiging van een najaarslucht krygt, zo betekent een verzachtingslensje, waarvan de „ribbels" of ingegraveerde ringen te zwaar of te diep zyn, een overdadigheid aan straling, die van een kinderkopje een „heiligenprentje" maakt. Nu bestaat er gelukkig een eenvoudige methode om de werking van een te sterk soft-focus filter te verminderen. Want het kleine centrum van zo'n glaasje bevat geen ringen. Wanneer men dus de lens wat sterker gaat diafragmeren, wordt een aantal ringen die de lichtverstrooiing bewerk stelligen, uitgeschakeld. Hoe meer men dus diafragmeert des te minder doet het soft-focus effect zich gelden. De rage van de soft-focus lenzen en glaasjes, waarbij te pas en te onpas een overdreven verzachting werd toe gepast ligt al weer heel wat Jaren achter ons. Toch is het een beetje jammer, dat de amateurfotografie zich vrywel geheel van dit hulpmiddel heeft afgewend. De talloze voorbeelden op fototentoonstellingen van destyds, waarby vooral de Hongaarse amateurs op de internationale salons meesters waren in het hanteren van dit kleine stukje glas, rechtvaardigen het ge bruik van dit hulpmiddel ten volle. Mocht de amateur, die de werking er van niet kent, eens een proef willen nemen, dan moet hij echter bedenken, dat dit soft-focus effect het karakter heeft van een parfum: een vleugje kan aangenaam aan doen, teveel maakt ordinair.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 18