Eigen aard van ons volk bepalend voor Nederlandse reclametelevisie Schadelijk voor cultuur willekeurig en onbillijk Publieke kritiek mede waarborg GEDULD Invoering van commerciële t.v.: voor Nederland groot economisch belang BUITENLANDSE UITWASSEN GEEN MAATSTAF Voorkeur Engels systeem OTEM voldaan DE 47: „NEEN" Hilversum reageert fel op nota Staatssecretaris Veldkamp meent: Reclamevergroting van afzet en verlaging prijzen hand in hand Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 23 februari 1961 Vierde blad no. 30288 Men kan nu wel naar het buitenland kijkenmaar de eigen aard van ons volk dient bepalend te zijn voor de commerciële televisie. Uit wassen, die men over de grenzen meent te kunnen onderkennen, behoe ven hier niet ook voor te komen". Staatssecretaris mr. Y. Scholten, de eerste ondertekenaar van de beleidsnota van de regering inzake de reclametelevisie, is zeer gedeci deerd in zijn oordeel. „Het zou hier niet kunnen. Daar zorgt de nuchtere publieke kritiek wel voor. Die is mede een waarborg voor het peil van de programma's" Bovendien zou het een gezonde con currentie betekenen voor de N.T.S. en de omroepverenigingen, die een derge lijke rivaliteit nooit kunnen afwijzen. Maar de beide bewindslieden, die hun handtekening onder de nota hebben ge plaatst, zouden er onoverkomelijke be zwaren tegen hebben als er aan de be staande positie van N.T.S. en de om roepvereniging getornd zou worden of dat hun de uitbreiding van de zendtijd werd onthouden, die bij de behandeling van het wetsontwerp tot verhoging van het kijkgeld is toegezegd. De commerciële televisie zal volkomen op eigen benen moeten staan. In Enge land heeft de maatschappij, die de re clametelevisie exploiteert, van staatswe ge financiële steun gekregen bij de bouw van studio's en een zendernet. Daarop behoeft een concessionaris in Neder land niet te rekenen. Maar dat betekent tevens, dat er een reden minder is om een concessie te weigeren. Immers, indien een program mamaatschappij een vergunning aan vraagt voor commerciële televisie doet zij daarmede eigenlijk een beroep op het beginsel van vrije meningsuiting. Indien zij dan zelf de kosten nog draagt, vraagt zij dus in feite minder dan de bestaande omroeporganisaties, die de kosten van de televisie geheel uit het door de staat geheven kijkgeld bestrijden. Systemen De commerciële televisie heeft het eerst haar intrede gedaan in Saarland, Monaco en Luxemburg. Daarna volgden Engeland. West-Duitsland, Italië en Oostenrijk. In de nota worden verschillende in het buitenland voorkomende systemen behandeld. Over het systeem van „spon sored programs" maken de bewindslie den niet veel woorden vuil. Dat wordt radicaal afgewezen, omdat de adverteerders hierdoor invloed op de programma's zouden krijgen. Ook het z.g. Beierse systeem een half uur reclame voorafgaande aan het overigens niet-commerciële programma heeft teveel nadelen. In de eerste plaats de regering dit niet in het belang van de adverteerders omdat vele kijkers bewust het toestel na de reclame zullen aanzetten. Bovendien leidt het tot een minder eer- ïjke concurrentie ten opzichte van an- lere reclamemiddelen, omdat de zender- örganisatie naast de inkomsten uit re clame over andere middelen (kijkgeld) beschikt. Het Beierse systeem laat ook geen fciogelijkheid om te komen tot een zeker lariefverschil naar gelang van de kijk dichtheid. Een dergelijk verschil is vol gens de bewindslieden van veel belang met het oog op het ontsluiten van het reclamemiddel televisie ook voor de ad vertenties van minder grote bedrijven. Onaanvaardbaar Voor de staatssecretarissen zou het onaanvaardbaar zijn, wanneer via een overheidsvergunning de situatie zou ont staan, dat alleen grote bedrijven in de gelegenheid zouden zijn via de televisie reclame te maken. Dat deze bedrijven over een groter reclamebudget kunnen beschikken is normaal. Het zou echter niet juist zyn wanneer hun daarbij een feitelijk alleenrecht voor het gebruik van de televisie zou toevallen. Het is gebleken, dat in kringen van het bedrijfsleven aan deze kant van de zaak grote waarde wordt toegekend. Voor het bereiken van een zo groot mo gelijk economisch effect is het dus mede gewenst, dat een zo groot mogelijke groep van adverteerders over de televi sie voor reclame kan beschikken en dat de middelgrote bedrijven, die voor ons economisch leven van groot belang zijn, in dit opzicht niet bij voorbaat worden uitgeschakeld. Voorts loopt men bij toepassing van het Beierse systeem het gevaar dat de te berekenen tarieven vrij willekeurig worden vastgesteld. Let men daarbij na melijk alleen op de kosten van de voor de reclameboodschappen nodige zendtijd en van een klein programma daarom heen, dan zijn deze tarieven commer cieel bezien te laag. Let men alleen op de prijzen, die althans bij sommige kapitaalkrachtige adverteerders te ma ken zijn, dan komt men tot hoge tarie ven en daardoor tot een bevoordeling van de allergrootste bedrijven. Dit is onaanvaardbaar. „Verpakking' Maar evenzeer zijn te lage tarieven, niet gebaseerd op een werkelijke kost prijs, onaanvaardbaar. Lage tarieven zouden immers een niet-zuivere concur rentie betekenen voor andere reclame middelen, zoals dagbladen, tijdschriften en bioscopen. De enige situatie, waarbij van een eerlijke concurrentie tegenover andere reclamemiddelen sprake is, lijkt de staatssecretarissen daarom de commer ciële exploitatie van een geheel televi sieprogramma. De reclameboodschap pen kunnen dan worden gespreid over de gehele zendtijd (ten hoogste tien procent van de zendtijd). Op deze wijze mag men een deskundige erpakking' van de reclameboodschap n verwach ten op een wijze, dat b i bliek dit „artikel" afneemt Een fpvikant van sportartikelen zal ermee gebaat zijn wanneer zijn advertentie op een sport- Staatssecretaris mr. Y. SCHOLTEN voldoende waarborgen uitzending volgt of daaraan voorafgaat; terwijl een fabrikant van huishoudelij ke artikelen voorkeur zal hebben voor ogenblikken rond een vrouwenrubriek. De staatssecretarissen geven de voor keur aan het Engelse systeem met waar borgen voor het peil van de program ma's en de inhoud van de reclamebood schappen, hoewel zij menen, dat een Nederlandse opzet toch op een aantal essentiële punten van het Engelse sys teem zou dienen af te wijken. Zij stel len als voorwaarden: beperking van de winst van de commerciële televisie en samenwerking met de N.T.S. om prijs opdrijvende concurrentie te voorkomen en in het belang van een verschillend karakter van uitzendingen op hetzelfde tijdstip. Op den duur wordt een meer kritische instelling van de kijkers ver wacht, vooral wanneer zij over een keu zemogelijkheid beschikken. Overigens zouden de staatssecretarissen er ernstig bezwaar tegen hebben wanneer voor de kijkers niet de gelegenheid zou blijven bestaan ook programma's zonder recla me te zien. Stimulans In hun nota merken de staatssecre tarissen op, dat de Engelse B.B.C. door het optreden van de commerciële tele visie geenszins heeft geleden. Ook in kringen van de B.B.C. wordt wel erkend, dat men een in vele opzichten nuttige stimulans heeft ondervonden. In het buitenland is als gevolg van de commerciële televisie de opbrengst van kranten- en tijdschriftenreclame in volstrekte zin geenszins achteruit ge gaan. Integendeel, deze heeft zelfs over het algemeen een niet onaanzienlijke stijging te zien gegeven. Wel is naar verhouding het aandeel van deze oudere reclamemiddelen in het totale reclame budget van het bedrijfsleven gedaald, maar dit behoeft op zichzelf nog geen bedreiging voor die reclamemiddelen te betekenen. Overigens ligt het niet op de weg van de overheid de vele en veler lei in het maatschappelijke en econo mische leven optredende in- en uitscha kelingstendenties, waaraan tal van fac toren ten grondslag liggen, tegen te gaan. De Radioraad heeft zich in zijn ad vies aan de regering in meerderheid voor commerciële televisie uitgesproken. „Bij de O.T.E.M. is men niet zo opti mistisch, dat men nu al bezig is perso neel aan te nemen", aldus een woord voerder van de Onafhankelijke Televisie- Exploitatiemaatschappij „Maar de leden van het werkcomité zijn over de strek king van de televisienota bijzonder vol daan. De grote lijn van de nota is ge baseerd op dezelfde gedachte, welke de O.T.E.M. steeds heeft gepropageerd". In de gestelde beperkende bepaling ziet men geen belemmering. Er bestaan geen bezwaren tegen een programma raad en afroming van de eventuele over winst ten bate van culturele doeleinden kan men reeds vinden in de statuten van de O.T.E.M. Samenwerking met an dere groepen, zoals de Nederlandse dag bladpers en tijdschriftuitgevers? „Graag", zegt men by de O.T.E.M. Wat dat betreft wijst zij op de Neder landse Bioscoopbond en het Levensver- zekeringbedrijf. Daarvoor is reeds een constructie gevonden, waarbij de groep als geheel een of meer oprichtersaan delen verwerft. Het comité, dat namens 47 dagblad ondernemingen een aanvraag heeft inge diend om reclame in de televisie te mo gen exploiteren, kan weinig enthousias me voor de beleidsnota van de regering opbrengen. „Er wordt in de nota nauwelijks reke ning gehouden met de belangen van de dagbladen in het algemeen en met onze concessie-aanvraag in het bijzonder. Er blijkt weinig begrip uit voor de positie van de Nederlandse dagbladen en de essentiele functie van de pers. Slechts door de stijging van de advertentie inkomsten is voor veel dagbladen een sluitende exploitatie mogelijk. Zou die stijging minder worden of zelfs nog erger dan is te verwachten, dat dag bladondernemingen tot een noodlottige beperking van hun redactionele activi teit worden gedwongen. Voor vele klei nere dagbladen zouden wellicht nog ernstiger gevolgen te vrezen zyn. Ge ringe vermindering van de door de dag bladen gegeven voorlichting schaadt reeds het algemeen belang. Het verdwij nen van bladen zou de historisch ge groeide differentiatie in de voorlichting in gevaar brengen". Bovendien menen de dagbladen, dat nooit voldoende waarborgen kan worden gegeven voor het programma peil. Er zal door de concessionaris altijd gedacht moeten worden aan de publiciteitswaar- de, du9 blijft het risico van te zeer naar grote aantallen kijkers strevende pro gramma's aanwezig. Het comité blijft van mening, dat de Nederlandse bladen, die in het verleden hebben aangetoond het evenwicht tussen zakelyke en redactionele belangen te kunnen bewaren, de meest geschikte ex ploitanten zijn voor de reclametelevisie. Het comité hoopt dan ook, dat de Tweede Kamer zich niet achter het standpunt van de regering zal scharen. De Nederlandse Televisiestichting en de omroeporganisaties menen, dat de door de staatssecretarissen Scholten en Veldkamp in hun nota over de reclametelevisie geschetste uitwerking om tal van redenen als schadelijk voor de televisie en voor onze nationale cultuur moet worden afgewezen. De organisaties hebben daarvoor een groot aantal redenen genoemd. In de eerste -plaats betekent volgens de NTS en de omroepverenigingen het door de staatssecretarissen voor gestelde commerciële televisiesys teem een zeer sterke koerswijziging van het tot dusverre door de rege ring gevoerde televisiebeleid. Aan een willekeurige groep van commer ciële ondernemingen, wordt op al evenzeer volkomen willekeurige gronden een zendmachtiging ter be schikking gesteld, welke een aantal zenduren omvat, dat een veelvoud zou bedragen van die, welke aan elk van de op geestelijke en maatschap pelijke grondslag werkende omroep organisaties is toegewezen. Boven dien kunnen deze organisaties teza men op een grote, meer dan twee miljoen gezinnen omvattende groep van sympathiser enden bogen. Er wordt door de staatssecretarissen geen motivering gegeven voor deze willekeurig en niet billijk geachte zendtijdverdeling. Verantwoorde oplossing Wanneer reclame in de televisie door de overheid noodzakelijk wordt geacht, dan kan in overleg tussen de regering en de thans tot uitzending gemachtigde organisaties, op eenvoudige wijze (zoals de NTS de staatssecretarissen heeft voorgesteld) een oplossing worden ge vonden, waarbij de wezenlijke taak van de televisie zelf op de voorgrond staat. Het vurige economische pleidooi voor de invoering van de commer ciële televisie in ons land, zoals die in de thans bij de Staten-G ener aal ingediende nota is vastgelegd, komt geheel voor rekening van staatsse cretaris dr. Veldkamp. De reclametelevisie wint in Europa volgens hem steeds meer terrein. Dan mag Nederland geen uitzonderingspositie innemen. Om verschillende redenen is het in diverse omringende landen nog niet zover gekomen. Maar: „rege ren is vooruitzien, we kunnen ons niet veroorloven achter te blijven". Het gaat er niet in de eerste plaats om in het buitenland via de televisie re clame te maken voor het Nederlandse produkt, maar wij moeten aldus de staatssecretaris onze industrie op haar thuismarkt dezelfde middelen ge ven als de buitenlandse industrie op haar thuismarkt. Door vergroting van de omzet kan men aldus komen tot mas saler produktie en lagere prijzen. De voorschrijdende economische een wording van Europa zal de internatio nale concurrentie zeker verscherpen. Groot is dus voor het bedrijfsleven het belang bij elk instrument, dat omzet- verhogend, kostprijsverlagend en effi- ciency-stimulerend kan werken. De staatssecretaris legt er de nadruk op, dat deze economische argumenten niet uitsluitend betrekking hebben op de belangen van het bedrijfsleven, maar evenzeer een algemeen belang van ons land raken. Zo gunstig mogelijk Het moet van grote betekenis worden geacht, dat voor ons bedrijfsleven zo gunstig mogelijke voorwaarden worden geschapen om zich verder te ontwik kelen. Onze toenemende bevolking maakt het noodzakelijk steeds meer nieuwe arbeidsplaatsen in ons indus trieel apparaat te vinden. De hiervoor vereiste uitbreiding van de Nederlandse industrie is daarbij mede afhankelijk van de concurrentiepositie van het Ne derlandse bedrijfsleven ten opzichte van het buitenland. Het moet als een belangrijke taak voor overheid en bedrijfsleven worden beschouwd deze positie zo sterk moge lijk te maken, om aldus de gelegenheid te scheppen meer arbeidskrachten in het produktieproces op te nemen. Het zou van een onjuist beleid getuigen indien de regering daarbij zou nalaten naast haar initiatieven op dit gebied, de door het bedrijfsleven aangewezen middelen hiervoor te baat te nemen. Onmisbaar Een doeltreffende reclame vormt een onmisbare voorwaarde voor een bevre digend peil van uitbreiding van onze na tionale economie. De techniek van de reclame vertoont een grote mate van ontwikkeling. Werkelijk doeltreffend, d.w.z. ook vergeleken bij door het bui tenland toegepaste middelen, kunnen de reclame-acties in het algemeen slechts zijn, wanneer het bedrijfsleven gebruik kan maken van de modernste middelen. Onder deze laatste neemt de televisie een zeer voorname plaats in. Het is daarom nationaal-economisch gezien van grote betekenis, dat het Nederlandse bedrijfsleven in de gelegenheid wordt gesteld de Nederlandse thuismarkt ook via de televisie met zijn reclamebood schappen te bereikeni De Duitse tele visiezenders zijn reeds voor byna 30 procent van de Nederlandse bevolking bereikbaar. De voordelen van de reclame vallen niet alleen de producent toe, maar ook de consument is er mee gebaat. Reclame bevordert de afzet. Slaagt de onderne mer er in met behulp van de reclame een eigen groeiende markt voor zijn produkt te scheppen, dan worden de mogelijkheden voor produktiviteitsver- hoging, goedkopere produktie, verruimd. Dan is de grondslag gelegd voor ver antwoorde investeringsprogramma's. De toekomst van de volkshuishouding is daarmee gebaat. Massaproduktie Afzetvergroting maakt massaproduk tie mogelyk. Zij vormt de grondslag voor de industriële welvaart van de Westelijke wereld. Van deze welvaart profiteren ook de sectoren, die weinig of geen reclame maken. Deze gunstige ont wikkeling wordt nog in de hand gewerkt, doordat de reclame als het ware vanzelf de aandacht van producent en consu ment beiden vraagt voor de kwaliteit van het produkt. Zy stimuleert de ondernemer derhalve tot kwaliteitszorg. In het bijzonder de vormgeving aan het produkt komt meer en meer op de voor grond. Een zeer opmerkelijke ontwikkeling ligt bij het feit dat de moderne massa- Staatssecretaris dr. G. M. VELDKAMP algemeen belang het geval was, een minderwaardige kwa liteit te zien geeft. Onder invloed van het streven de industriële vormgeving te verbeteren, worden met name bij de verbetering van tal van moderne massa- produkten, meer en meer kunstenaars betrokken. Reclame, afzetvergroting met de hiermee samenhangende prijsver laging en kwaliteitsverbetering, kunnen produktie niet langer, zoals vroeger vaak dus hand in hand gaan. opdat dit medium op verantwoorde wijze haar voor de geestelijke verrijking van ons land zo belangrijke taak kan uit oefenen. Bij dergelijke oplossingen zou ook rekening; kunnen worden gehouden met de inschakeling van de op ervaring gebaseerde deskundigheid op adverten- tiegebied, van uitgevers van dagbladen en tijdschriften. De suggestie, alsof de televisiereclame in West-Europa steeds meer terrein wint en Nederland in dit opzicht een soort achtergebleven gebied dreigt te worden, acht men onjuist. Op het vaste land van Europa is reclame in de televisie slechts in enkele landen in zeer beperkte vorm toegelaten. Geen land op het continent van Europa kent een commercieel-tele- visiesysteem als de staatssecretarissen het thans voorstellen. Luide kritiek Dezen betogen voorts dat het Engelse systeem op allerlei gebieden gunstig zou zijn gebleken. Zij gaan echter volledig voorbij aan de vooral in de laatste tijd in kerkelijke, politieke en pedagogische kringen in Engeland steeds luider wor dende kritiek, op de gevolgen van een commercieel-televisiesysteem voor het geestelijk leven, de cultuur en de opvoe ding. Evenmin maken zij melding van de in Engeland ontstane crisis in de krin gen van de dag- en weekbladen, die een aantasting dreigt te worden van de vrije meningsuiting .welke ontwikkeling haar oorsprong zou vinden in de commerciële exploitatie van televisieprogramma's. De staatssecretarissen zijn van oordeel, dat slechts door invoering van een com mercieel televisiesysteem, zoals zij dat wensen, binnen afzienbare tijd twee te levisieprogramma's mogelijk zouden zijn. Deze voorstelling van zaken noemt men onjuist. De NTS en de omroeporganisa ties achten zich ook financieel volledig in staat, om zodra de golflengten en de technische voorzieningen voor een twee de programma beschikbaar zijn, met de uitvoering daarvan een begin te maken. Reeds heeft men daartoe voorbereidende maatregelen getroffen. Concurrentiestrijd De staatssecretarissen erkennen, dat het bestaan van een commercieel televi siesysteem naast het niet-commercieel, doch op ideologische basis rustende sys teem. kan leiden tot een ongebreidelde concurrentiestrijd tussen beide. Deze strijd zal immers gaan, om het nu al te schaarse deskundige personeel, om met lang niet onbeperkt voorhanden talent en om het recht van uitzending van belangrijke evenementen. Het daar door ontstane bezwaar van een onver antwoord opdrijven van honoraria en vergoedingen (ten koste van de door het publiek betaalde kijkgelden) menen de staatssecretarissen te kunnen ondervan gen door te wijzen op de noodzaak van een samenwerking op deze gebieden. Dit is echter volgens de NTS en de omroep organisaties een illusie. Zulk een samen werking zou slechts mogelijk zijn tussen organen, die uit dezelfde inkomstenbron op voet van gelijkheid worden gefinan cierd. In de opzet der staatssecretaris sen, waarin beide systemen behalve een verschillende doelstelling, ook een geheel verschillende inkomstenbron hebben en ook de omvang der inkomsten sterk uit een kan lopen, zal een systeem met de hoogste inkomsten steeds een grote voorsprong hebben ten aanzien van de keuze van personeel ,het aantrekken van talent, het verkrijgen van de rechten voor de uitzending van belangrijke evenementen en dergelijke. Maar vol ledig voorbij gaan de staatssecretarissen aan de zuigkracht, die ook de adverteer ders in onbeperkte mate zullen moeten uitoefenen ten aanzien van het schaarse vakkundige personeel en talent. Toch meer kijkers De NTS en de omroeporganisaties ma ken voorts ernstig bezwaar tegen de voorstelling, als zouden zy profiteren van de totstandkoming van een commer cieel-televisiesysteem doordat er meer kijkers zouden komen, waardoor de op brengst van het kijkgeld zou stijgen. De televisie in Nederland zal binnenkort het miljoenste toestel registreren. Er komen jaarlijks enige honderdduizenden toe stellen bij en verwacht mag worden dat binnen weinige jaren (wellicht nog voor een eventuele commerciële televisie tot wasdom zou zijn gekomen) het verzadi gingspunt zal zijn bereikt. De NTS en de omroeporganisaties zyn van mening, dat het door de staatssecre tarissen aanbevolen systeem betekent dat een groot deel der televisie-uitzen dingen zal worden gelegd in handen van een monopolistisch orgaan, dat zich on afhankelijk voelt maar in feite afhanke lijk wordt geacht, zowel van de staat (de programmaraad wordt door de Kroon benoemd!) als van financiële en econo mische belangengroepen. De verzorging van televisieprogramma's dient echter naar hun mening te geschieden door werkelijk onafhankelijke, niet op winst, maar op het publiek-belang gerichte en door op idiële grondslag werkende in stellingen, die in geestelijk, cultureel of maatschappelijk opzicht representatief zijn voor het Nederlandse volk. flier is een uitgangspunt" zei staatssecretaris mr. Y. Scholten, met een ferme klap op de voor hem liggende nota over de reclametele visie, welk overzichtelijk geschrift het onderwerp van gesprek vormde tijdens een in Den Haag belegde persconferentie. Te elfder ure had men de kelderzaal aan het Binnen hof daarvoor moeten reserveren, om dat de aanvankelijk gedachte loka- lieteit te klein bleek. Bijna honderd vertegenwoordigers van verschillen de publiciteitsorganen waren aan wezig. Wel een bewijs van de mate, waarop de reclametelevisie leeft on der de Nederlandse bevolking. Ze heeft al heel wat stemmen en pen nen in beroering gebracht! Maar de tijd van speculatieve discussie is hiermede teneinde, wellicht kan nu een vruchtbaarder gesprek begin nen", aldus de bewindsman. Laten we het hopen. De regering heeft in haar nota zeer sterke argumenten naar voren gebracht waarom zij de invoering van reclametelevisie ook in ons land noodzakelijk acht. Niet alleen uit economisch oogpunt, maar ook omdat volgens haar in een de mocratisch bestel een weigering eigenlijk onmogelijk is. Bovendien heeft zij bijzonder nauwkeurig om schreven, hoe zij deze invoering in ons landje denkt te verwezelijken. Door de vele restricties, die een eventuele consessionaris zal worden opgelegd, heeft zij voor ons gevoel veel wapens uit handen van de (vaak zeer felletegenstanders ge slagen. De gevestigde posities van de Ne derlandse Televisie Stichting en de omroepverenigingen krijgen vol doende bescherming, waardoor een wegzuigen van hun krachten onmo gelijk wordt. Maar in deze kringen zal men zeker angst blijven koes teren voor de (onbesproken geble ven) situatie van de omroepbladen die bepalend zijn voor het aantal leden van de omroepverenigingen. Op de achtergrond zal deze factor ongetwijfeld meespreken, wanneer het onderwerp straks in het parle ment ter sprake komt. De bewindslieden zijn blijkens hun opmerking niet somber ge stemd over het resultaat van deze discussie, maar het staat wel vast, dat zij in de Kamers veel tegen stand te overwinnen zullen krijgen. De Partij van de Arbeid zal onge twijfeld viekant tegen zijn. En ook in de andere vooral confessio nele groeperingen zal er veel te genkanting bestaan. De omroepver enigingen hebben in het parlement sterke troeven. Anderen zullen be ducht zijn voor een vermindering van hun politieke invloed, wanneer de kijkers ook een ander niet-poli- tiek program kunnen kiezen. Bo vendien zullen velen hun angst moe ten overwinnen voor een te laag peil van de programma's. Men spiegelt zich dan aan Enge land, waar moordfilms, platvloerse humor en ongezonde sensatie sche ring en inslag zouden zijn. Een on langs verschenen boekwerkje met allerlei nogal tendentieus geko zen voorbeelden uit de Engelse praktijk gaf overduidelijk uiting aan die vrees. En het is nog maar een grote vraag of men de voorwaar den, die de bewindslieden gescha pen hebben om dergelijke uitwassen tegen te gaan, naast de nuchtere publieke kritiek als voldoende waar borg zal willen accepteren. Hoewel een zeer groot percentage van het Nederlandse volk ongetwij feld het ontstaan van reclametele visie zou toejuichen mede uit het oogpunt van concurrentie voor het bestaande net, waarvan de program ma's zeker niet algemeen enthou siast worden beoordeeld ligt het in de lijn der verwachtingen, dat er in de Tweede Kamer heel wat bezwaren zullen worden aangevoerd tegen de opvattingen van de rege ring. Het is heel goed mogelijk, dat daar gezocht zal worden naar een oplos sing, die volgens een groot deel van dc Kamer meer in het belang van de omroepverenigingen moet wor den geacht. Wellicht zal een meerderheid van de Tweede Kamer een uitspraak doen volgens welke er eerst moet worden gestreefd naar een tweede net voor de omroepverenigingen, eventueel met reclame. Zo zouden zij degenen, die als pioniers de televi sie hebben opgebouwd eerst eenzelf de positie verschaffen als in de ra dio. Mogelijk zou dan later op een derde net onder bepaalde voorwaar den de commerciële televisie aan bod kunnen komen. De bewindslieden voelen er niets voor. Dan worden we overspoeld door stromingen, die we thans nog in de hand kunnen houden". Overi gens hebben de vijf omroepvereni gingen middels de N.T.S. ook een concessie aangevraagd. „Uit nega tieve overwegingen"menen de be- ivindslieden, die het standpunt in nemen, dat de belangen van het be drijfsleven beter gediend kunnen worden door een positiever ingestel de organisatie. Bovendien zouden dan de kosten van een tweede zendernet uit het kijkgeld moeten worden bestreden. Wanneer dat mogelijk zou zijn, is nu nog niet te zeggen en verhoging van het kijkgeld op die gronden achten zij niet verantwoord. Alles bij elkaar opgeteld: voorlo pig moet men maar niet te vast rekenen op de snelle komst van re clametelevisie, zelfs afgezien van het feit, dat er met de bouw van zo'n tweede zender wel wat jaartjes gemoeid zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 13