Ze zeggenwij kunnen 'I ook Maar kunnen zij het ook! t Les enfants terribles" moesten kunstwereld verschrikken 99 zangkunst Jeugd droomt over kerk van morgen Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 18 februari 1961 Vierde blad no. 30284 (Derde aflevering) Zoals ive de vorige week al zagen: het is triestig in de liefde. Geluk is er niet meer bij voor jonge men sen. Waaraan hebben we dat ver diend? Het leven bakt liever poetsen dan zoete broodjes en dat is ver moedelijk ook de oorzaak van al die verbitterde versjes, waardoor het ons zo eng om't hart wordt. Draaien we de knop van de radio om in de hoop, vergast te worden op een fris bont programma of een doorkneed praatje, dan horen wij een klagende meisjesstem, die door dringend wijst op het leed, dat zij doorstaat, doorstaan heeft of nog doorstaan moet. Een machtige ontroering grijpt ons dan bij de keel wij zijn zo gevoelig en deze ontneemt ons zelfs de kracht, het klaaglied weg te draaien. Deze gelukkige omstandigheid nu, is er de oorzaak van, dat wij u deze week enkele strofen kunnen voorleggen over zo'n door een ver geefse liefde geplaagd wichtje. De tekst is gedeeltelijk in het Ita liaans. Mocht dit grote moeilijkhe den opleveren, dan zullen wij gaarne bereid zijn uiteraard tegen een geringe vergoeding voor een pas sende vertaling te zorgen. Lees dan en lijd mee: Addio Amore, Addio Amore. 't Was zo mooi, zo mooi als in een droomfestijn. Addio Amore, Addio Amore. Waarom kan jij in werk'lijkheid niet bij me zijn? Het is voorbijgegaan, ik moest je laten gaan. Wij dansten toen tezaam in ma neschijn. Jij keek me even aan, ik heb je blik verstaan. Wat kon op deze aard' nog mooier zijn. Addio Amore, Addio Amore 't Was zo mooi, zo mooi als in een droomfestijn. Addio Amore, Addio Amore Waarom kan jij in werk'lijkheid niet bij me zijn. Dit is een van de 42 schilderstuk jes die thans in de bovenzaal van de Galerie Kartina worden geëx poseerd. Marjan Bessem heeft deze „Tuin van landgoed" gemaakt. Het merkwaardige is, dat als men de foto een kwart slag naar links draait men inderdaad iets herkent dat op bomen en struiken lijkt. Toch moet het schilderijzo han gen als de foto hier is afgedrukt. Wereldschokkend! Dat had de tentoon stellingdie afgelopen donderdag in de Amsterdamse Galerie Kartina is geopend, moeten wordenDe ganse kunstwereld op haar achterste benen. Nerveuze critici die met rode hoofden neerpennen: wij moeten bekennen Toegegeven, de organisatoren hebben hun best gedaan om aan deze expositie de grootst mogelijke ruchtbaarheid te geven. Een perscommuniqué, vier dicht betikte paginaatjes dik, werd alle kranten in den lande gezonden. Vorige week werd een persconferentie gehouden met het doel de journalisten alvast kennis te laten maken met het werk van de exposanten. En zelfs de televisie is ingeschakeld het resultaat daarvan zal men volgende week vrijdag in het AVRO-programma kunnen aanschouwen. Wij op onze beurt blijven niet achter, wij smijten er een flink ver haal tegenaan, al doen we dit niet om de organisatoren in hun zucht naar publiciteit tegemoet te komen. Want waar gaat het hieromElf jongens en meisjes in de leeftijd van tien tot veer tien jaar, leerlingen van een Amsterdamse opleidingsklas voor gymnasium en h.b.s., stellen in de bovenzaal van de galerie 42 schilderstukjes ten toon, die zij op school in nauwelijks drie uur tijd hebben ge wrocht. Op zichzelf is dat niets bijzonders, al hebben onze schooltekeningen het nooit verder kunnen brengen dan op het beken de plaatsje tegen het behang boven ons bed. Maar goed, het idee om schilder stukjes van kinderen gelijk echt kunstwerk in een galerie te expo seren is, zij het niet origineel, toch wel prijzenswaard. Uitingen van kinderlijke scheppingsdrang zijn doorgaans interessant, maar ze zijn dat hoogst zelden vanuit artistiek oogpunt. En hiermee komen we meteen tot de kern van de zaak: het zijn juist de vermeende artis tieke kwaliteiten van de schilder stukjes geweest die hebben geleid tot het organiseren van deze ten toonstelling. „Les enfants terribles" heeft men de elf kinderen èn hun expositie gedoopt. In het uitvoerige perscom muniqué lezen we waarom: „Het verschrikkelijke" van deze jong ste schildersgroep schuilt hierin, dat zij hebben bewezen zonder technisch kunnen en met een mi nimum aan middelen tot dezelfde resultaten te kunnen komen als hun volwassen collega's-verfsmijters, -spatters, -spuiters en hoe zij zich zelf verder ook mogen noemen". En verder: „Uit him werk, het eerste dat zij in hun leven vervaardigden en dat zij nu in de Galerie Kartina voor het eerst exposeren, spreekt evenals bij de groten: eenzaamheid, angst, lieflijk heid, verlegenheid, bescheidenheid, ver woesting, chaos en onzekerheid, maar gelukkig ook vrolijkheid en feest. Hun werk vertoont aldus grote overeenkomst met dat van alle schilders die sinds Da Da (een beweging van omstreeks 1918) nieuwe middelen gezocht en ge vonden hebben om zich te uiten." We citeren nog even door: „Het kind, dat dichter bij de natuur staat en de zelfde middelen van Da Da heeft ge kregen, heeft het voordeel dat het zich gemakkelijker en minder geremd uit dan de volwassene. Bovendien staat het temidden van dezelfde spanningen, van dezelfde chaotische gebeurtenissen in de wereld, die het kan waarnemen door te levisie, radio en kranten, en zelfs door de in verwarring brengende uitingen van de moderne mens in onze musea, waar het niet alleen de techniek, maar ook de oorlog en de atoombom herkent. Daar het kind in deze musea de tra ditionele kunstvormen verworpen vond, en ontdekte dat harmonie noch schoon heidsleer hier meer een directe rol speel de, zag het dat het op dit gebied met de volwassene zou kunnen meedoen. Het „enfant terrible" heeft dit gedaan en heeft aan de grote-mensentafel zijn woordje meegesproken." U ziet, het communiqué liegt er niet om: „Les enfants terribles" schilderen even goed als, zo niet beter dan onze eigentijdse (volwassen) kunstenaars Het kind staan immers dezelfde midde len ter beschikking en heeft bovendien het voordeel dat het zich minder geremd uit? Nou ja, voordeel.Voor zover ons bekend vallen ongeremde uitingen op het gebied van schilderen en tekenen en dergelijke eerder onder het chapiter „vrije expressie" en zou het woord „kunst" er vreemd aan zijn, het woord „therapie" daarentegen niet Voorgescli ieden is Alvorens we ons verder bezinnen op de artistieke merites van de tentoon gestelde werkjes of het ontbreken daar van, willen we eerst iets vertellen over de voorgeschiedenis van deze merkwaar dige expositie. Het begon met de opmerking „Dat kunnen wij ook!" Een opmerking die men van kinderen kan verwachten, zeker als zij zich zojuist hebben ver gaapt aan wat voor hun niet meer is dan een chaos van kleuren, van strepen, blokken, stippen, vlekken. Men mag im mers niet eisen, dat ieder kind in de leeftijd van tien tot veertien jaar benul heeft, van de schilderijen van Corneille en Appel of om ons niet tot één der schone kunsten te beperken van de muziek van Pijper en Badings of van de gedichten van Lucebert. „Dat kunnen wij ook" zeiden elf leerlingen van een Amsterdamse op leidingsklas voor gymnasium en hbs, nadat zij een tentoonstelling van moderne kunst in het Stedelijk Mu seum van de hoofdstad hadden ge zien. Zo'n opmerking hoeft men na tuurlijk niet au serieux te nemen. Maar goed, in dit geval ivas het mej. Van Hus, hun onderwijzeres, die zei: „Bewijs dan maar eens, dat je het ook kunt." De elf jongens en meisjes, die nota bene nog nooit tekenles hadden gehad, togen aan het werk. In schooltijd. Drie weken lang telkens een uur per week. En, zo is ons verteld, mej. Van Hus vond het prachtig als haar leerlingen „in de verf doken", want dan kon zij rustig een boek lezen. Ongeremd De kinderen schilderden ongeremd. Een van de jongens wilde in bruin en zwart een „nonfiguratief portret" van Louis Armstrong maken, maar toen het resultaat minder geslaagd was dan hij gehoopt had, legde hij het „schilderij" op de grond en veegde er zijn voeten op af op de persconferentie van vori ge week wees een van de heren, die overigens voor de rest van het tentoon gestelde maar bitter weinig waardering kon opbrengen, juist deze „compositie" aan als de beste met de woorden: „Dit is wèl een talentje." Een ander kind bewerkte zijn ar tistieke produkt met Vim. Een derde maakte zijn schilderstuk af met tandpasta, toen het niet meer ge noeg witte verf had. Een vierde roosterde zijn produkt boven een brandende lucifer. En ga zo maar door. Ontdekt Deze „schilderijen" zouden nu nog rustig in de school hangen en metter tijd naar het bekende plaatsje tegen het behang boven het bed of naar de vuilnisbak zijn verhuisd, als de heer J. Deelman, kunstschilder, rondleider en kunstrecensent van een televisie-week blad, ze niet „ontdekt" had. Hij ontdek te ze niet alleen, hij wist er ook z'n weekblad (dat er wel stof voor een forse en „schokkende" reportage in zag) er financieel voor te interesseren en zo doende een tentoonstelling mogelijk te maken. Hij lanceerde „Les enfants terribles" en niet zonder reden onder deze naam: deze elf kinderen moesten metterdaad „les enfants terribles" in de moderne kunst worden. Hij ook schreef het eer der geciteerde perscommuniqué, dat in al zijn wijdlopigheid geen twijfel laat bestaan over de bedoelingen van de schrijver. De tentoonstelling „Les enfants ter ribles" in een Amsterdamse galerie aan de Herengracht moest zo niet de wereld, dan toch in ieder geval alle kunstbroe ders in den lande schokken! De organi satoren hebben bewust op dit effect aangestuurd met dat dikke communi qué, met die persconferentie en door een t.v.-regisseur te strikken. En hoe veel zeggend was deze opmerking die de heer Deelman tijdens de persconferentie maakte: „We vinden in dit werk dezel- de spanningen terug als in dat van grote kunstenaars." Het spijt ons voor de heer Deelman, maar we hebben die spanningen in het werk van „Les enfants terribles" met de beste wil van de wereld niet terug kun nen vinden. Wij vrezen dan ook, dat over een jaar iedereen deze „opzienba rende" expositie vergeten zal zijn uit gezonderd de organisatoren en vooral de elf kinderen die in later jaren er misschien met weemoed aan zullen terug denken, maar dan meer als aan „L'enfant et les sorülèges". Verivard De heer Deelman heeft willen aan tonen, dat deze kinderen het even goed doen als de bekende schilders van deze tijd. Maar wat hü in feite heeft aange toond, is dat de crisis in de normen waaronder de moderne kunst (en niet uitsluitend de schilderkunst) thans lijdt, hemzelf, kunstschilder en kunstrecen sent, dermate heeft verward, dat hy het kaf niet meer van het koren weet te onderscheiden. Want wat momenteel in de bovenzaal van de Galerie Kartina hangt, is kinder werk, nimmer kunstwerk. En wel daar om: het ongeremd verf op papier smij ten heeft niets met kunst te maken en heeft er nooit mee te maken gehad! Er is geen enkele schilder die op deze wjjze een kunstwerk heeft gecreëerd. Mocht men ons in dit verband wijzen op Karei Appel (zijn naam viel tijdens de persconferentie meermalen) die meer dan eens zo te werk is gegaan (smijt- maar-raak, de mensen vinden het wel mooi), laat men dan niet vergeten dat deze „grappen" voor Appel bijzonder winstgevend waren. Maar, en dat willen we hier beklemtonen, uit de beste wer ken van Appel blijkt altijd een groot gevoel voor discipline en controle en het besef van een geest die de sensualiteit van de verf beheerst. Deze kenmerken mist het werk van „Les enfants terri bles" volkomen. hun werk. „De hele school is nu beze ten", aldus de heer Deelman, „ze maken nu nog schilderijen, nog mooiere zelfs". Afaar na afloop van de persconfe rentie spraken we even met de veer tienjarige Wolfgang van der Leide, de oudste van „Les enfants terri bles", over wiens hoofd heen in de afgelopen uren heel wat kritische opmerkingen waren gelanceerd. Toen we hem vroegen hoe hij op dat moment over zijn creaties dacht, antwoordde hij: „Nou vind ik het allemaal weer onzin" „Jeugd en Evangelie", het blad van de landelijke werkgemeen schap Jeugd en Evangelie, die evangelisatie-arbeid verricht on der de jongeren en waarin her vormden en gereformeerden sa- menwerken, droomt in het jong ste nummer hoe de kerk van morgen er zal uitzien: een kerk zonder gezapigheid, burger lijkheid en zelfvoldaanheid; een kerk die lijdt onder haar onvol maaktheden en er wat aan doet; 9 een kerk die niet 50 jaar achter de feiten aanloopt, maar die visionair op de situatie vooruit is; een kerk waar niet stichtelijk of dog matisch geleuterd wordt, maar waar nuchter gedacht en gesproken wordt over reële zaken; een kerk die wars is van alle conser vatisme en die revolutionair naar eigentijdse vormen zoekt; een kerk met sociale bewogenheid en die zich niet met welke politieke stro ming ook veréénzelvigt; een kerk zonder geroddel, met werke lijke aandacht voor elkaar en een sterk gemeenschapsleven; een kerk die zich ernstig bezig houdt met de cultuur en haar Heer op stijl volle wijze in liturgie en leven dient; een kerk met fantasie en durf tot experimenten; een kerk die put uit een rijke litur gische vormgeving waarbij de ge meente actief betrokken is, zodat men niet alleen afhankelijk is van de capaciteiten van de predikant; een kerk die voor verschillend ge aarde mensen eigen ruimte schept om op haar wijze God te loven; een kerk die oecumenisch is omdat zij weet slechts één facet van de Waarheid te zien; een kerk die hartstochtelijk verlangt naar de eenheid en bereid is daartoe veel van zichzelf op te geven; een kerk zonder onder-onsjes, waar van elk lid actief is ingeschakeld naar binnen of naar buiten; een kerk waar de Heilige Geest geen begrip, maar een tastbare werkelijk heid is. WOLFGANG VAN DER LEIDE allemaal onzin... Anti-rookca m pagn e op Deense scholen Op de Deense scholen is een „bort met tobakken-dag" gehouden. Dit wil zeg gen: een dag waarop de kinderen van elf jaar en ouder op de scholen wordt voorgehouden nooit aan de „eerste" siga ret te beginnen. Er wordt op het ogenblik een grote anti-rookcampagne in Denemarkten ge houden. Een groot aantal pamfletten is onder meer naar de Deense scholen ge zonden, waarop de kinderen onder meer kunnen lezen wat zij met al het geld kunnen doen, wanneer zij dit naar de spaarbank brengen in plaats van er si garetten voor te kopen. Bijvoorbeeld: „Als je 28 jaar bent kun je voor dat geld al een mooie auto kopen". De pamfletten besluiten met de waar schuwende woorden: „Negentig procent van degenen die met roken beginnen, kunnen er daarna niet meer mee op houden". Ons m De heer Deelman vertelde, dat „Les enfants terribles" aanvankelijk in het geheel niet aan hun „schilderijen" ge loofden en zelfs bijzonder verbaasd wa ren, toen enkele ouderen er belangstel ling voor toonden. Zodra echter uit de bus kwam, dat er een tentoonstelling van gehouden zou worden, stonden, zoals dat heet, de kinderen ineens wel achter Catarina Valente op reis De Duitse zangeres van het interna tionale lichte lied, Caterina Valente is een wereldtournee begonnen. Vergezeld van haar man en manager, Eric von Arno, is zij eerst naar New York ge gaan om Elvis Presley te vereren met Decca's gouden plaat voor zijn jongste tophit „O sole mio". Hierna zal Cate rina optreden in de Perry Como-show. Deze show zal worden „ingeblikt" voor vertoning in Duitsland. Na New York staat Acapulco in Mexi co op het reisprogramma, waar het echtpaar met zijn driejarig zoontje Eric vakantie gaat houden. Vervolgens begint Caterina aan een tournee door Zuid- Amerika, waar zij al even populair schijnt te zijn als in Europa en de Verenigde Staten. Deze mantel van lentegroene poplin en de japon van fijne katoe nen imprimé zijn ontworpen door Helen Jubels, een 25-jarige coutu rier e, die vooral in september van het vorige jaar de aandacht op zich vestigde door de Gouden Katoenbol te winnen. Deze Bol was de hoogste prijs in een ontwerpwedstrijd van het Ne derlands Katoeninstituut te Arn hem. Kort na het veroveren van deze onderscheiding trad Helen Jubels als ontwerpster en adjunct-directrice in dienst bij een Amsterdams bedrijf. Helen Jubels heeft een voorliefde voor jeugdige modellen. „Aien be weert altijd, dat ik een specifieke teenager-ontwerpster ben", zegt ze „maar dat is echt niet waar. Teen agers zijn me zeker niet onverschil lig, maar de groep vrouwen voor wie mijn jeugdige modellen bestemd zijn, is aanmerkelijk groter". De combinatie hierboven, „Estoril" ge noemd, is een van de modellen, die Helen Jubels maakte voor de ka toenshow 1961.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 7