IKO niet langer
een onderonsje
Eerst de liefde, dan
ROGER VADIM
de moraal
Zwemmen in (k)Oude Rijn! Een koud kunstje!
Interscholair contact
zangkunst
Neger-klarinettist
Picou overleden
filmsauto's, skiën
Opgericht 1 maart 1860
Zaterdag 11 februari 1961
Vierde blad no. 30278
(Tweede aflevering)
De vorige week beloofden we een
complete roman-met-tragische-ach-
tergrond, die gevoelige lezers tot in
het hart zal treffen. Het Lied van
deze week staat hoog genoteerd op
de vaderlandse hit-parade en we
kunnen derhalve vele keren per
week meeleven met de hoofdper
soon, een arm meisje.
Hoor hoe zij klaagt:
Hou jij echt nog van mij Rockin'
Billy?
Of is nu al je liefde voorbij
heus ik twijfel nu toch wel een
beetje
't Is zo eenzaam op de boerderij.
We leren uit deze regels, die het
refrein vormen, dat deze Rockin'
Billy een enigszins verdachte figuur
is, die we in de gaten moeten hou
den. Het arme meisje maakt zich
niet alleen zorgen over de liefde van
haar vroegere amant, wij twijfelen
met haar mee. Het leven op de boer
derij zo eenzaam wordt tref
fend geïllustreerd door een wellui
dend boe-geroep (koe).
Eerste couplet, dat zeer verhelde
rend werkt:
Waarom schrijf je me nooit
Rockin' Billy
Sinds je naar dat Amerika ging?
Want je zei dat ik over mocht
komen
Als je eenmaal daar was lieveling,
'k Heb nu al in twee jaar geen
brief meer gezien
Heb je geen pen en papier daar
misschien?
Niet alleen is dus het meisje te
beklagen, zij is nog zeer argeloos en
wellicht zelfs onschuldig. Want
waarom heft zij deze klaagzang pas
na twee jaar aan? Wij kunnen ons
eigenlijk wel een beetje voorstellen,
dat Billy daar in dat Amerika, waar
men immers, zo zegt men, zo voor
uitstrevend is, liever een meisje
heeft, dat van aanpakken weet. Als
het arme meisje op de boerderij bij
de slager een pond gehakt heeft be
steld, belt zij dan ook na twee jaar
pas op, waar het vlees blijft? Och-
arm. Maar kom, misschien had onze
Billy geen pen en papier.
In Amerika zou je beginnen
Een fabriekje in leverpastei
Jij had daarvoor geen geld
Rockin' Billy
Dus dat leende je even van mij
'k Heb eerst nog geaarzeld omdat
ik niet wou
Maar jij beloofde me liefde en
trouw.
Dat is niet mis, al het geld weg
en dat in ruil voor liefde en trouw.
Maar, zo puzzelen wij met het arme
wichtje mee, als Billy in de lever
pastei is gegaan, waarom stuurde
hij dan nooit een blikje? We gaan
even verder, want het wordt nog
zieliger.
Je nam ook al mijn meubels en
kleren
Naar -dat verre Amerika mee.
Want je zou vast ons huis in gaan
richten
En dus zei ik maar zuchtend O.K.
Stuur me alsjeblieft weer m'n
mooie matras
Want daarin zit m'n geld en m'n
pas.
Typisch plattelandstrekje: geld en
pas in matras verstopt. Maar waar
om aan de trouweloze Billy meege
geven, aldus emigratiemogelijk
heden met ferme hand de das om
doend?
En waarom (de situatie wordt nu
min of meer pijnlijk) alle kleren
meegegeven? Loopt het arme kind
nu gans ongekleed op de boerderij
rond? Zonder geld, zonder kleren?
Dan komt het verzoek om de matras
terug te sturen wel in een heel
vreemd licht te staan. Ge ziet, dat
we u de vorige week niet voor niets
tragiek voorspelden. Tragiek voor
teenagers. Tere dromen aan flarden
gescheurd. Laten wij alle duimen
voor het arme meisje, wellicht krijgt
Billy dan berouw, laat zijn leverpas
tei in de steek en komt voor een
happy ending zorgen. Dat horen we
dan wel weer op de hit-parade.
Interscholair contact. Het klinkt goed, maar wat houdt het precies in?
Voor wat betreft Leiden beperkte het zich de laatste jaren tot men vergeve
ons de oneerbiedige uitdrukking twee onderonsjes jaarlijks van een paar
honderd gymnasiasten, h.b.s.'ers en kweekschoolleerlingen. Op de IKO van
vorig jaar in het St. Antoniusclubhuis bijvoorbeeld zag men 175 scholieren
en dat is toch maar een heel schraal aantal voor een stad waar zoveel
middelbare scholen zijn.
Het mèèst anders. Het gebeurt ook anders. Tenminste, als alles volgens
plan verloopt. Volgens het plan van de Interscholaire Contact Commissie
(ICC) die jaarlijks zowel het Welsprekendheidsconcours als de Interscholaire
Kulturele (ja, met een k) Ontmoeting organiseert. De ICC wil van twee
dingen af: ten eerste van die onderonsjes van uitsluitend h.b.s.'ers, gymna
siasten en kweekschoolleerlingen en ten tweede van die betrekkelijk geringe
belangstelling voor de IKO.
Voor het eerst in het bestaan
van de ICC (bijna vijf jaar geleden
opgericht op initiatief van de Chr.
Kweekschool) heeft men een
poging gedaan ook andere scho
len bij de organisatie te betrekken.
„Uit een soort expansiedrang,
zou je kunnen zeggen", aldus
Bonaventura-lyceïst Roy Klerks,
van wie we onze inlichtingen heb
ben. Roy is namelijk eerste secre
tarispardon, ab-actis primus
(gymnasiast Roy heeft ons uit
drukkelijk verzocht deze titelatuur
aan te houden) van de ICC.
Men besloot interscholair contact in
Leiden niet langer exclusief te houden
voor het Chr. lyceum, het St.-Bonaven-
tura-lyceum, het St.-Agnes-lyceum, het
Rembrandt-lyceum, het Stedelijk Gym
nasium, de Meisjes-hbs, de Chr. Kweek
school en het Rijnlands lyceum te
Oegstgeest en vroeg aan alle Leidse ulo
scholen. de kleuterkweekschool en de uts
om mee te doen. Totnutoe hebben alleen
de ulo-school aan de Asterstraat en de
kleuterkweekschool ja gezegd. „En de
uts wil eerst kijken, of de IKO niet al
te cultureel is", aldus Roy.
AI ls deze expansie niet zo geweldig
als waartoe de ICC zich waarschijnlijk
gedrongen voelde, men heeft er alvast
„Al di Ur" nummer één
op liedjesfestival
„Al di la", een liedje waarin de Ita
liaanse heer G. Donida het romantische
element vermengd heeft met de luid
ruchtigheid van de muziek-voor-teen-
agers, heeft op het liedjesfeest (song
festival) van San Remo de eerste prijs
gekregen. Het liedje kreeg 706.104 stem
men van de drie miljoen Italianen die
ondanks de slechte perskritieken en de
bijtende commentaren hunner liedjes
schrijvers aan het feest meededen.
Domenico Modugno en Renato Rascel
die in 1958, '59 en '60 in San Remo de
eerste plaats wonnen, deden dit jaar niet
mee.
mee bereikt dat het gezelschap op de
eerstkomende IKO gevarieerder zal zijn
dan voorheen het geval was. En die
eerstkomende IKO is reeds op 20 febru
ari in de Stadsgehoorzaal. Hiermee
zijn we automatisch op het tweede punt
gekomen. Want het is makkelijker met
175 personen het St.-Antoniusclubhuis
(300 plaatsen) een gevuld aanzien te
geven dan om de Stadsgehoorzaal (1100
plaatsen) gezellig vol te krijgen.
„Ik geloof dat er vroeger niet genoeg
reclame voor gemaakt is", aldus Roy.
„We hebben ditmaal de leden van de
commissie van toezicht (bestaat uit le
raren van de aangesloten scholen) hun
medewerking gevraagd. Zij maken op
hun scholen bekend, wanneer de IKO
wordt gehouden, en hij hen kunnen de
leerlingen kaarten bestellen. Verder
plakken we affiches op de aanplakbor
den in de scholen."
„Als ze maar eenmaal geweest zijn,
dan ben je er zeker van, dat ze een
volgende keer ook komen", meende Roy
optimistisch.
Het programma vermeldt als vanouds
muziek en declamatie. Elke school stuurt
vier deelnemers en maakt kans op de
beker (van de gemeente Leiden) voor
de beste prestaties op het gebied van
declamatie en muziek, op de zuil (van
de Leidse Jeugd Actie) voor de beste
prestaties op het gebied van muziek en
op de beker (van K. en O.) voor de
beste prestaties op het gebied van de
clamatie. De Meisjes-hbs heeft vorig
jaar beide bekers en de zuil gewonnen.
Cultuur voor alle
jeugdigen
Evenals voorgaand jaar organiseert de
Stichting Leidse Jeugd Actie voor jeugd
leiders en andere geinteresseerden bij
Jeugdwerk een cursus in de vorm van
een drietal discussiebijeenkomsten. Als
thema is gekozen: „Cultuur voor alle
jeugdigen?"
Woensdag 15 februari leidt dr. H. H.
Frese, medewerker van de educatieve
afdeling van het Rijksmuseum voor Vol
kenkunde, het onderwerp „Wat is cul
tuur nu eigenlijk?" in. Woensdag 22
februari spreekt drs. W. Hoebink, me
dewerker van de Ned. Bond voor So
ciaal-Cultureel Vormingswerk te Utrecht
over „Cultuur in de wereld van alle
Dr. A. J. M. van Tienen, staffunc
tionaris-socioloog bij de r.k. Stichting
Bijzonder Gezinswerk en Jeugdzorg in
Rotterdam, besluit op woensdag 1 maart
de cursus met een inleiding over „Het
moeilijkste vraagstuk". De bijeenkom
sten zijn 's avonds in het hervormde
jeugdhuis „In de Moriaen".
In New Orleans is na een langdurige
ziekte de 82-jarige neger-klarinettist
Alphonso Picou overleden.
Picou heeft in sommige van de vroeg
ste jazz-orkesten gespeeld in 1894 al.
De oude garde kende hem van de kla
rinetsolo die hij in het klassieke jazz
nummer „High Society" gaf. Voorts
componeerde hij de Chattanooga en
New Orleans „stomps", die door King
Oliver beroemd zijn gemaakt.
Picou begon zijn eigen band in 1897.
Het laatst was hij in Papa Celestins
band, dat hij soms leidde na Celestins
dood. Hij speelde in het Lyre Club
Symphony Orchestra, Excelsior Brass
Band, Tuxedo Brass Band, Woodden
Joe Nichols Camelia Band en vele an
dere orkesten.
Liefdeshistories zijn niet alleen belangwekkend voor hendie ze be
leven. Iedereen is er in geïnteresseerd en iedereen wil er graag alles
van weten, in poëzie en in proza, in klank en in beeld. Een van de
middelen nu, die de zakenlieden kozen om de liefde tot de massa te
brengen, is de fotoroman. „Een oud verschijnsel" zult ge teleurgesteld
roepen. Ge hebt gelijk, maar het is dan toch een oud verschijnsel, dat
een tweede jeugd beleeft. Damesbladen en periodieken voor jeugdige
personen zijn er gek op. We hebben een mooie (niet al te recente) op
gezocht. Let op:
Op het platteland woont een volslank meisje. Geertje genaamd. Op
het vierde plaatje roept het meisje voor de spiegel staande tot zichzelf:
„Geertje?!....... Bah, wat een naam!" Bij een gesprekje met haar
moeder, een boerin, zegt zij dan ook dat ze voortaan Gusta genoemd
wil worden. De moeder mompelt iets van „hoogmoedswaanzin". Het
gaat mis met dit meisje, dat voelt ge wel.
Geertje gaat haantjes en eieren bren
gen aan een professor, die in het ge
huchtje woont en ontmoet daar diens
zoon, een medisch student. Net iets voor
een meisje met hoogmoedswaanzin, dat
hebt ge goed gedacht. De medische stu
dent brengt ons Geertje naar huis en
onderweg wordt dit gesprek gevoerd:
Student: „Een zomertje hè? Zonder
polaire narigheid".
Geertje: „Ehja, maar de Polen zit
ten d'er maar mee".
Student: „Dat is geestig. Ik heb zo'n
idee, dat u geen last hebt van pessimis-
ne".
Geertje: „Pessimisme?Ehnee, ik
kleed me erop".
Student„Hahaha
De student vindt het prachtig en
vraagt dan ook: „Hebt u telefoon thuis?"
Geertje: „Ehja, maar ik bel u wel
op. da's beter".
Student: „Zijn uw ouders zo conser
vatief?".
Geertje: „Nee, nee....ze hebben een
zaak.
Geertje belt enige tijd later de stu
dent op en maakt een afspraakje. Het
noodlot gaat zich voltrekken, maar éérst
nog een met moraal geladen gesprekje
met moeder in de boerenkeuken. waarin
Geertje opmerkt, dat zij meer wil wor
den dan een boerenvrouw en dat zij
zich overal kan aanpassen. „Mooi!"
merkte moeder dan op: „Pas je dan
aan bij Harm Hendriks. Hij is de moeite
waard". Graag zouden wij deze Harm
Hendriks eens aanschouwen, maar neen,
dat moet nog even wachten. Eerst de
ontmoeting met Het Hogere Wezen Stu
dent.
Geertje (we zien haar met de student
op een bankje zitten) vertrouwt de jon
geman toe: „Ik zou het liefst willen
trouwen met iemand uit de stad. Ze
zijn zo heel anders".
„Hoe zijn ze dan?" vraagt hij. (Kijk,
dat zouden wij nou ook hebben gevraagd)
„Ik weet niet...zoveel romantischer"
roept Gee/tje gretig uit en de jongeman
legt zijn arm om haar schouder (op
het volgende plaatst je zijn ze al aan
„Waarom zou je alleen maar
's zomers zwemmen"vroeg de 17-
jarige Roel Schipper, Hoge Mors-
weg 13-i in Oegstgeest zich af.
Daarom kon het gebeuren, dat
men hem gedurende de afgelopen
vorstperiode opgewekt in zwem
broek in de tuin achter zijn ouder
lijke woning kon zien lopen, om na
rustig zijn duivenhok te hebben
schoon gemaakt een duik in het
toch ietwat frisse water van de
Oude Rijn te nemen. Roel zwemt
echt niet om nu eens lekker stoer
te doen, maar omdat ie 't fijn vindt.
Drie jaar geleden is hij er mee
begonnen. „Ik heb geprobeerd hoe
lang ik het uit kon houden. Toen
bleek, dat ik wel de hele winter
door zou kunnen zwemmen. Nu ben
ik er zo aan gewend, dat ik niet
anders zou willen".
Hij vindt het allemaal heel ge
woon. Bovendien is het niet scha
delijk. Integendeelhij is bijna nooit
verkouden en in ieder geval nooit
ziek.
Of ie het nooit koud heeft?
„Nooit. Ik heb zelfs geen last van
kippevel. Alleen als het erg vriest
trek ik schoenen aan".
's Winters is er voor Roel geen
koutje aan de lucht als hij in het
koude water duikt. Alleen in de
herfst heeft hij wel eens wat last.
Dan is het water namelijk veel kou
der dan de buitenlucht. In de win
ter is het verschil niet zo groot.
Roels moeder vertelt, dat haar
zoon als klein kind al geen last van
de kou had. Hij heeft nooit hand
schoenen aan willen trekken.
Dat Roels winterse zwemmerij
vaak nogal wat aandacht trekt van
voorbijgangers, die op weg zijn
naar de warme kachel, is begrijpe
lijk. Roel lacht er altijd om. „Ze
staan me aan te gapen alsof ik een
wereldwonder ben".
Roel gaat weer aan z'n huiswerk.
En wat hij daarna gaat doen? U
mag één keer raden.
Roger Vadim - mijnheer B.B.
de eerste heeft drie manieën:
films maken, „laagvliegen" in
super-snelle auto's en zich met
ware doodsverachting op skies
omlaag storten van hoge bergen.
Over zijn bezetenheid voor films is
nauwelijks iets nieyws meer te vertellen.
Nadat hij alle baantjes in de filmstu
dio had doorlopen kwam hij als regis
seur naast de camera terecht. Daar ge
bruikte hij zijn onmiskenbare talenten
op een dusdanige wijze, dat hij herhaal
delijk in volle licht van de schijnwer
pers der publiciteit kwam te staan.
Eerst schiep hij de levende legende, die
Brigitte Bardot heet, en in het kielzog
van haar snel stijgende roem werd hij
zelf meegetrokken naar een zekere ver
maardheid.
en met het oog op het weinig verheffen
de recente verleden kan men daar be
grip voor hebben.
Overigens heeft Vadim pech gehad.
Want B£. moest tijdens de opnamen
een week met fikse kou onder de wol.
Die had zij opgelopen tijdens het op
nemen van een stevig aantal scènes
waarin zij was opgetreden in een voor
dit jaargetijde bepaald te luchtige kledij.
In die korte onderbreking had Vadim
wellicht de gelegenheid om zich uit te
leven in zijn andere hobby's: auto rij
den en skiën.
Dat zijn erfenissen uit zijn jeugd.
De vroegtijdige dood van zijn vader stel
de zijn moeder voor het probleem in het
onderhoud van het gezin te voorzien.
Dat deed zij door een pensionnetje te
drijven in de Franse Alpen vlakbij de
Zwitserse grens. In de oorlogsjaren was
deze gelegenheid bijzonder in trek bij de
het afscheid nemen, dus over eventuele
tussenliggende stadia kunnen wij u niet
inlichten). Thuisgekomen ontdekt Geer
tje, dat ze een afspraak met Harm Hen
driks heeft vergeten (al weer de H.H.,
we willen hem nu wel eens leren ken
nen). Op de verwijten van mama ant
woordt het domme meisje: „Och ja,
iedereen kan wel eens wat vergeten".
De volgende avond wacht het meisje
echter tevergeefs op haar student (Een
uur!) Zij gaat naar de woning van papa
Professor en begint het jongmens in
de medicijnen te overladen met verwij
ten, waarop hij achteloos reageert met:
„Iedereen kan wel eens wat vergeten".
Met bezwerend handgebaar voegt hij er
aan toe: „Kom, kom, blaas niet zo
hoog van de toren. Een medestudente
van me is onverwacht overgekomen. We
hebben moeilijkheden gehad, maar we
gaan ons nu zo snel mogelijk verloven".
„Datdat is gemeen", krijt het arme
meisje, danig over haar zenuwen. „Wat
had je dan in je hoofd gehaaldDat
is toch belachelijk! We zouden geen
ernstig woord met elkaar kunnen pra
ten". (Een bitter kijkje op de menta
liteit van een medisch student). Geertje
loopt huilend van hem weg, uitroepend,
dat alles niet eerlijk is.
Bij haar thuiskomst treft zij Harm
Hendriks (eindelijk) aan bij haar moe
der en vraagt hem om vergiffenis. Harm
Hendriks, een pronte jongeman, zegt:
„Het geeft niet, ik hou van je" en als
Geertje gezegd heeft dat zij met hem wil
trouwen, merkt hij wijs op: „Je bent
nog jong Een paar bokkesprongen neem
ik op de koop toe". En zij: ,,'t Is net
of ik je voor 't eerst zieWat vreemd,
na al die jaren". „Je ziet me ook voor
't eerst. Als je toekomstige man. Ik
hoop, dat ik iets voor je kan beteke
nen", zegt hij glimlachend. Geertje heeft
het laatste woord als zy, geleund tegen
zijn brede boerenborst, uitroept: „Je bent
trouw en goed, Harm. Ik zal er trots
op zijn je vrouw te worden."
Dit was dan het verhaal van Geertje
en haar bokkesprong. Ge ziet. het komt
allemaal fijn in orde, maar toch zijn wij
blij, dat wij Harm Hendriks niet zijn.
Het verhaal doet ons teveel denken aan
Bert Brecht: „Eerst komt de liefde
en dan pas de moraal!"
Na hun echtelijke en filmische breuk,
maakte hij een film, die zelf het toch
waarlijk niet preutse land van Marian
ne schokte. De straf was een exportver
bod en het gevolg was een boze Vadim,
die naar Amerika vertrok. Voor Para
mount maakte hij met mevrouw Vadim
no. 2, Annette Stroyberg, ,31ood and
roses", welke film binnenkort wel in ons
land zal verschijnen.
Nadat ook zijn tweede huwelijk schip
breuk had geleden, dook Roger Vadim
weer op in Frankrijk en hij plaatste
zich prompt weer in het nieuws door
in te gaan op een verzoek van Brigitte
Bardot. Zij wilde, dat hij de regie van
haar nieuwe film ,3a bride sur le cou" -
'n komedie met hartstochtelijke liefdes
scènes overnam van Jean Aurel. Met
minachting voor alle bestaande codes
in de filmwereld deed Vadim, wat B.B.
verlangde, hetgeen hem overigens niet
beminder heeft gemaakt bi) zijn colle
ga's.
Maar BB. is gelukkig.
„Het is heerlijk werken met hem",
beweerde ze en de wijze, waarop ze als
een onbezorgd schoolkind op de set
rondfladderde bevestigde haar woorden.
„Ik moest iets vrolijks hebben na mijn
laatste film ,3a verité", merkte ze op
illegale reizigers. En de jonge Vadim
werd er een expert in de vluchtelingen
langs allerlei kleine paadjes de weg
naar de vrijheid te wijzen. In de nach
telijke uren keerde hij dan skiënd door
de besneeuwde bergen naar huis terug.
Bij voorkeur zocht hij dan zijn weg
langs steile gevaarlijke hellingen.
De armoede van die dagen maakte
de eerzuchtige jongeman jaloers op
de mensen, die grote en dure wagens
bezaten. Met het eerste geld, dat hij
verdiende, kocht hij een wagen.
Naarmate hij meer ging verdienen
werden de wagens groter, maar
vooral sneller. De hartstocht voor
snelheid nam bezit van hem. Maar
niet alleen snelheid, ook de techniek
hield hem in haar ban. Hij bezit
niet alleen auto's en rijdt erin, hij
kan ze ook uit elkaar halen en
wat meer is weer in elkaar zetten.
Deze technische knobbel heeft hem
in het filmvak vaak goede diensten
bewezen. Niet alleen artistiek is hij
ondanks alle bezwaren tegen zijn
werk erkend als een vakman, ook
technisch staat hij zijn mannetje.
De ingewikkelde camera verbergt
voor hem geen geheimen.