ASPIRIN
I PENNING LEIDSE 1
UNIVERSITEIT I
Dualisme in ons staatsbestel is
essentieel ook zonder wetsgrond
GOED
BETAALDE
VRIJE UREN
Samenspel wezen der democratie
Prijsvragen Leidse Universiteit
VERTEGENWOORDIGER
ZOEKT U
een gouden armband
en nu ook
kinder-AS PI RIN
in élk gezin „gezien!"
Opgericht 1 maart 1860
Woensdag 8 februari 1961
Tweede blad no. 30275
Dies-oratie prof. Rijpperda Wierdsma
Hedenmiddag hield de rector-magnificus van de Leidse Universiteit,
prof. mr. J. V. Rijpperda Wierdsma in de Stadsgehoorzaal een lezing
over het „dualisme in ons staatsbestel" ter gelegenheid van de 386 dies
natalis van deze Academie. Zeer velen uit academische kring woonden
dit hoogtepunt van de dies-viering (na de colleges en andere bijeen
komsten voor oud-alumni van het afgelopen weekeinde) bij. Deze be
langstellenden waren ook getuige van de uitreiking van de Universi
teitspenning aan mr. K. P. van der Mandele uit Rotterdam, voorzitter
van het bestuur vart de Universiteitsraad, welke uitreiking na de weten
schappelijke voordracht plaats vond.
In zijn rede gaf prof. Rijpperda Wiersma een analyse van het merk
waardige verschijnsel der eigen verantwoordelijkheden en bevoegd
heden van regering en volksvertegenwoordiging, welker onderlinge
verhouding niet wettelijk is geregeld. Hij achtte het niet mogelijk, dit
dualisme bevredigend in de wet vast te leggen, hoewel het een essen
tieel bestanddeel is van het Nederlandse staatsbestel.
Gemeen overleg
als grondslag
Prof. Rijpperda Wierdsma achtte het
dualisme in het Nederlandse staatsbe
stel typerend in zoverre, dat op dit as
pect de aandacht wordt gevestigd in de
weinige juridische beschouwingen van
niet-Nederlanders over onze staatsrege
len. Uit objectieve beschouwingen blijkt,
dat in ons land de instanties regering
(d.w.z. Kroon) en volksvertegenwoordi
ging als betrekkelijk onafhankelijke
machten met eigen taken naast elkaar
staan. Dit niet in de Grondwet veran
kerde dualisme kreeg in de bezettings
jaren geen kans, terwijl het zich voor
dien slechts sporadisch duidelijk had ge
openbaard, hoezeer het ook steeds aan
wezig is geweest.
Prof. mr. J. V. Rijpperda Wierdsma
Ook na de bevrijding bleef het be
ginsel aanvankelijk vrij vaag, hoewel
de verhouding tussen regering en parle
ment herhaaldelijk aan onderzoek werd
onderworpen en genoemd werd als een
probleem, dat om een duidelijke oplos
sing vroeg.
Volgens prof. Rijpperda Wierdsma be
hoort het gemeen overleg tussen rege
ring en parlement de grondslag te vor
men waarop ons constitutionele bestel
berust, aangezien samenspel het wezen
is van onze constitutionele monarchie.
Uit de grondwet kan deze twee-een
heid niet afgeleid worden. De eerbied
voor deze grondwet moge groot zijn,
zelfs een mystiek kantje hebben gekre
gen in de bezettingsjaren, toch is het
niet nodig om deze wet zo te herzien,
dat het dualistisch beginsel daarin on
omwonden wordt uitgesproken, en de
vormgeving daarvan vastgelegd.
Grondwet niet bepalend
Het genoemd zijn van een instelling
of een regel in de grondwet behoeft
immers niet bepalend te zijn voor het
bestaan daarvan. De grondwet is onge
twijfeld betrekkelijk in omvang en be
tekenis.
Een voorbeeld in dit opzicht noemde
prof. Rijpperda Wierdsma de politieke
partijen. Deze zjjn essentieel voor de
functionering van ons staatkundig leven
en onze democratie, kortom van ons
staatsbestel. In het bijzonder het sys
teem van de evenredige vertegenwoor
diging impliceert organisatie van de
stromingen in partijen. Doch deze par
tijen worden in de grondwet nergens
genoemd als elementen in het staats
bestel.
Terughoudend
Prof. Rijpperda Wierdsma gaf een
korte opsomming van de vele pogingen,
welke in de laatste jaren zijn onder
nomen om tot een min of meer vast
omlijnde opvatting over dit probleem
van het dualisme te komen, al of niet
wettelijk vastgelegd. Onder meer heeft
de Staatscommissie tot herziening van
de Grondwet hieraan veel aandacht be
steed.
Dat deze commissie ten aanzien van
de verhouding regering-parlement een
zekere terughoudendheid heeft betracht
is lofwaardig, want het dualistisch be
ginsel lijkt niet tot wettelijke formule
ring geschikt. De omstandigheden blij
ken steeds weer anders te zijn, dan
zelfs de schranderste wetgever vermag
te voorzien.
De rector magnificus gaf enkele voor
beelden van de gevaren van te enge
taak- en plaatsomschrijving, in hoofd
zaak aan de hand van de ervaringen
in Frankrijk.
Te globale termen
Monisme en dualisme zijn te zeer glo
bale termen, dan dat men ten aanzien
van iedere gegeven staatkundige periode
met nauwkeurigheid zou kunnen vast
stellen. Welke van beide overheersend is.
Als voorbeeld noemde spreker de zoge
naamde vertrouwensnorm, die als de
kern van ons parlementaire stelsel wordt
beschouwdgeen kabinet behoort aan
het bewind te blijven, wanneer geble
ken is dat het het vertrouwen van een
meerderheid van een der beide Kamers
mist. Alle pogingen om deze norm in
de constitutie te omschrijven of nader
uit te werken zullen steeds weer ontoe
reikend blijven wanneer men er de tal
loze verscheidenheden, die het staat
kundig leven oplevert, aan toetst. Ge
wichtiger is bovendien, dat het formu
leren van een dergelijke norm geen po
sitief resultaat oplevert. Ook indien een
kabinet in moeilijkheden komt doordat
een redelijke homogeniteit ontbreekt, is
het zinloos constitutionele verantwoor
delijkheden te gaan zoeken. Anderen de
schuld te geven blijft immers steeds mo
gelijk?
Dat in het Nederlands staatsbestel re
gering en parlement elk een eigen taak
hebben te vervullen, zodat zeker niet
elke zelfstandigheid aan een van beide
behoort te ontbreken, stelde spreker met
nadruk als een positief element vast.
Over het eventueel „getemperde" van dit
dualistisch beginsel is echter het laatste
woord nog lang niet gesproken.
Andere aspecten
Stelt men zich de vraag, of er in ons
staatsbestel andere fundamente be
ginselen vallen op te merken, dan is
weifeling begrijpelijk. Misschien zou
men er op kunnen wijzen, dat er bij
ons een voorliefde bestaat om zaken te
laten behandelen in de engere kring
der direct betrokkenen. In de doelstel
lingen van verscheidene onzer staat
kundige partijen komt dit streven zij
het onder uiteenlopende benamingen
tot uiting.
Wellicht kan men ook wijzen op het
beginsel (dat spreker voor ons volk zeer
essentieel achtte) dat geen macht, geen
autoriteit, zonder beperking behoort
te zijn. De democratie heeft vroeger
zelf ter beperking van de macht van
enkelingen gediend. Tot ontwikkeling
gekomen roept zij op haar beurt de
noodzaak van het scheppen van tegen
wichten in het leven. Dit geldt voor de
verhouding tussen regering en parle
ment onderling als voor de verhoudin
gen binnen deze lichamen.
Wanneer echter toch iemand de vraag
zou blijven stellen, waarom er altijd be
perkingen, grenzen moeten zijn, dan
zou prof. Rijpperda Wierdsma geneigd
zijn te antwoorden met de wedervraag,
die de schrijver Meyer Sluyser aan een
van onze joodse landgenoten in de mond
heeft gelegd: „Waarom? Moet er dan
voor alles een reden zijn?"
In vijf faculteiten
De Leidse Universiteit heeft op haar
verjaardag voor vijf faculteiten de vol
gende wetenschappelijke prijsvragen uit
geschreven, waarop de antwoorden
uiterlijk 1 september 1962 onder motto
moeten worden ingezonden.
Op 8 februari 1963 worden eventuele
bekroningen met de gouden medaille
bekend gemaakt.
Godgeleerdheid
I. De faculteit vraagt een onderzoek
naar de prae-deuteronomische bestand
delen van het boek der Richteren, met
bijzondere aandacht voor hun betekenis
voor de geschiedenis van de godsdienst
van Israël.
II. De faculteit vraagt een onderzoek
naar de wijsgerige draagkracht der
scheppingsfilosifie van pater Teilhard
du Chardin (Oeuvres, 4 din, Edition du
Seuil)
Reehtgeleerdheid
I. De faculteit verlangt een verhande
ling over de vraag: a. bij welke rechts
betrekkingen naar Nederlands positief
recht het beginsel van de goede trouw-
(als bedoeld in art. 1374, lid 3, B.W.)
toepassing vindt: b. of het gewenst is
in het nieuwe burgerlijk wetboek een
algemene regel op te nemen, volgens
welke de partijen in een rechtsbetrek
king zich jegens elkander te goeder
Advertentie.
Bjj groot financieel concern is plaats
voor een
Voor een goede kracht (representatief,
prettige omgangsvormen, behoorlijke
algemene ontwikkeling) biedt deze
functie, die als nevenfunctie kan worden
aanvaard, uitstekende perspectieven.
Eigen vervoermiddel gewenst.
Brieven onder nr. 42866 aan Reclame-
Advies- en Advertentiebureau ,,Die
Haghe" N.V., Postbus 354, Den Haag.
Brand leidde tot
dood door schrik
Om half vyf gistermiddag is er brand
uitgebroken in een schuur achter perceel
Munnikenstraat 24, Nadat politie en
brandweer waren gearriveerd, stelde een
rechercheur de bewoner van dit huis, de
63-jarige J. C. Wels de gebruikelijke
vragen. De man werd tijdens deze on
dervraging plotseling onwel. Hij stond
op om in de keuken wat water te halen.
Na enkele stappen zakte hij in elkaar en
overleed ter plaatse vermoedelijk door
een hartverlamming als gevolg van de
schrik.
De schuur werd door de heer Wels, die
kleermaker van beroep is, gebruikt om
's avonds te kunnen werken. Mevrouw
Wels stak omstreeks vier uur de petro
leumkachel. welke in de schuur stond,
aan. Door nog onbekende oorzaak is er
daarna brand ontstaan. De brandweer
bluste het vuur, met een straal van de
motorspuit. Men kon echter niet ver
hinderen, dat de houten schuur geheel
afbrandde. Kledingstukken, een wasma
chine en een fiets werden door het vuur
beschadigd. De totale schade wordt ge
raamd op f. 1500.
Een 28-jarige dochter van de bewoner
kreeg tijdens het blussingswerk brand
wonden.
Advertentie
voor f 70.en f 100.of f 300.en
f 400.—.
v. d. WATER - Haarlemmerstr. 207
heeft het.
Grote keuze in alle prijzen.
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Blanca Margretha, dr. van J. Boef en
M. C. Remeeus; Gijsbert, zn. van B. Rad
der en F. Prins; Franclscus Maria Joseph,
zn. van L. J. van Eisen en M. M. J.
Meyers; Theodorus Henrlcus, zn. van T.
P. Mourlts en M. C. Marcells- Willem, zn.
van F. van Esch en W. M. Janssen; Theo
dorus. zn. van B. H. de Vries en A.
Schneider; Anke Hendrlka, dr. van M. J.
van Nunen en H. E. Karper.
OVERLEDEN
J. J. van Tongeren, 76 Jaar, man; J. M
Roozendaal. 71 Jaar, wed. van J. Brouwer;
S. P. de Haan, 71 Jaar, man; S. M. Ko
renhof, 73 Jaar, echtgen. van A. W. Ouds
hoorn.
|llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|
trouw moeten gedragen of, nog algeme
ner, volgens welke men bij de uitoefe
ning van ieder recht en bij de vervulling
van iedere plicht zich te goeder trouw
dient te gedragen. Hierbij dient ook
aandacht te worden geschonken aan het
recht van andere landen.
II. De faculteit verlangt een verhan
deling over antichresis in het Grieks-
Hellenistische en Romeinse recht.
Geneeskunde
I. De faculteit verlangt een proefon
dervindelijk onderzoek naar de vraag in
hoeverre het onverklaarde bloeddruk-
verlagende effect van rodaan-verbin-
dingen zou kunnen samenhangen met
wijzigingen in de functie van de schild
klier.
II. De faculteit vraagt een overzich
telijke behandeling van de veranderin
gen in dieptewaarneming, die veroor
zaakt worden door de prismatische wer
king, die alle brilleglazen, zowel sferische
als cilindrische, buiten het centrum dier
glazen, eigen is waarbij niet vergeten
mag worden de beredenering van de
schijnbare standsverandering van verti
cale en horizontale vlakken, speciaal bij
het gebruik van glazen van ongelijke
sterkte voor beide ogen en bij het ge
bruik van cilindrische glazen met
schuinstaande as.
Wiskunde en
natuurwetenschappen
I. Gevraagd wordt een bijdrage tot de
theorie van de wijze waarop botsin
gen tussen Kleine Planeten de verde
ling van hun diameters, vormen en ro
tatie-toestanden en de correlatie tussen
deze eigenschappen en de baanelemen-
ten beinvloeden.
Tevens wordt gevraagd een vergelij
king met bestaande waarnemingsgege-
vens.
Een gedeeltelijk onderzoek van deze
problemen is o.a. verricht door S. Pio-
trowski (Acta Astronomica, Sér. a Vol.
5 pp 115—138, 1953).
II. De faculteit verlangt een kritische
beschouwing over de huidige interpre
taties van de werking van verschillende
typen van antioxidantia by autoxidaties
in de vloeibare en vaste fase.
Letteren
I. Gevraagd wordt een kritisch onder
zoek van de bestaande theorieën over de
samenhang tussen het ontbreken van
een fonologisch woordaccent in het Pools
en Tsjechisch en de in die talen op
tredende versvormen, eventueel vergele
ken met andere talen.
II. Gevraagd wordt een empirisch on
derzoek (exploratiefnaar het verschil
in affiniteit voor in te prenten materiaal
en de diagnostische waarde van dit on
derzoek voor het onderscheiden van spe
cifieke typen van begaafdheid.
Ernstige treinvertraging
Draadbreuk
Warmond
dupeerde forensen
(Van onze Haagse correspondent)
Vele honderden forensen op de
zogenaamde „oude lijn" van N.S.
tussen Amsterdam en Rotterdam
zijn dinsdagavond met een tot
twee uur vertraging thuisgekomen,
met name op het traject van Den
Haag naar Leiden, Haarlem en
Amsterdam. De oorzaak van dit
ongemak was een door het perso
neel van een takelwagen bij War
mond begane onhancLgheid.
De overweg te Warmond wordt zoals
gemeld van een „ahob", automatische
halve overwegbomen, voorzien. Met be
hulp van een takelwagen wordt daar
toe een betonnen fundering aange
bracht. Bij dat werk heeft de giek van
de takelwagen de bovenleiding van het
spoor van Leiden naar Lisse geraakt en
vernield. Het ongeluk gebeurde om half
zes ,dus juist op het spitsuur, waardoor
de stations Den Haag. Leiden en Haar
lem al spoedig vol stonden met gestag
neerde treinen.
Desondanks had men de zaak bij NS
vrij spoedig onder de knie. Om zeven
uur was het treinverkeer weer op gang.
De NZH sprong als gewoonlijk op het
traject van Leiden naar Haarlem met
bussen bij. Daartoe werden twaalf auto
bussen aan de gewone dienst onttrokken,
zodat ook de forensen in de bollenstreek
wat moesten opschikken.
Dit zijn de twee zijden van de Universiteitspenning, die heden
middag aan mr. K. P. van der Mandele als voorzitter van het
bestuur van de Universiteitsraad (het hoogste college van het
Leidsch Universiteits Fonds) is uitgereikt na de dies-oratie van
de rector magnificus prof. mr. J. V. Rijpperda Wierdsma.
De heer Van der Mandele. die enige jaren geleden de onlangs
overleden prof. jhr. mr. J. W. M. van Eysinga als voorzitter is
opgevolgd, heeft reeds vele jaren deel uitgemaakt van de be
sturende organen van het Leidsch Universiteits Fonds. Hij heeft
zelf in Leiden gestudeerd en heeft zeer veel gedaan voor de be
vordering van de Leidse wetenschapsbeoefeningonder meer door
versterking van het genoemde fonds, waaruit b.v. vele bijzondere
leerstoelen bekostigd konden worden. Mr. Van der Mandele is
onlangs in verband met het bereiken van de 70-jarige leeftijd af
getreden als voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koop
handel.
De Universiteitspenning werd op 25 september 1958 ingesteld.
Tot dat tijdstip had de Universiteit slechts één eerbewijs te ver
lenen. het eredoctoraat, dat alleen in zeer sporadische gevallen
werd toegekend. Dit eerbewijs bleef echter nadrukkelijk voorbe
houden voor hen, die zich in wetenschappelijke arbeid bijzonder
verdienstelijk hadden gemaakt. Verdiensten niet in maar vóór de
wetenschap konden met dit eerbewijs niet worden erkend. De
toekenning van de Universiteitspenning geeft daartoe wel een
mogelijkheid.
De penning is tot nu toe (met inbegrip van de uitreiking van
hedenmiddagzesmaal toegekend. De volgende personen werden
er mee onderscheiden: dr. H. Cournand te New York (1958)
voor het houden van de Einthoven-lezing, prof. dr. W. D. Grant
te Toronto (1959) die in de Sleutelstad gasthoogleraar was in
het kader van de uitwisseling Leiden-Toronto, prof. dr. A. F.
van Itterbeek (1959) te Leuven. Leidse hoogleraar van 1949 tot
1959. prof. dr. H. van Vleck te Cambridge (USA) in 1960.
die in dat jaar Leids gasthoogleraar was op de Lorentz-leerstoel.
prof. dr. ir. H. Waterman te Delft (1960) als Delfts leermeester
van vele Leidse studentenen gisteren aan mr. K. P. van der
Mandele voor zijn vele verdiensten voor de Leidse Universiteit.
De in brons uitgevoerde penning is vervaardigd naar een ont
werp van de penningkunstenaar Han Rehm.
i Lezers schrijven
Sportstichting
maakt bezwaren
Naar aanleiding van het artikel in uw
blad van 7 februari over het zilveren
feest van de Sportstichting meent het
bestuur en de Pers- en Propagandas om -
missie ernstig bezwaar te moeten maken
tegen deze publikatie, die zij op dit mo
ment beslist voorbarig adht. Het bestuur
van de Sportstichting is met de verschil
lende bonden en autoriteiten, die voor de
in het programma genoemde onderdelen
toestemming moeten verlenen, nog in
onderhandeling en het bestuur verwacht,
dat deze voortijdige publikatie oorzaak
kan zyn, dat zich by de verdere organi
satie moeilijkheden zullen voordoen. Het
wenst daarom geen enkele verantwoor
ding op zich te nemen voor de Juistheid
van het gepubliceerde.
Het bestuur van de Sportstichting,
de voorzitter, J. C. F. COERS.
Naschrift sportredactie Dat de
1 Sportstichting geen enkele verantwoor
ding voor onze publikatie op zich wenst
te nemen, is haar goed en door ons al
lerminst bestreden recht. Wtf hebben
onze lezers er duidelijk op gewezen, dat
het programma in grote lijnen is gepro
jecteerd en wijzigingen zeer wel mogelijk
zijn. Uit het schrijven van de heer Coers
blijkt overigens niet dat wjj de plank
ver mis zouden hebben geslagen. Voorts
lUkt het in hoge mate onwaarschijnlijk
en irreëel dat sportbonden en autoritei
ten, als gevolg van onze bekendmaking
van het (voorlopige) programma, hun
medewerking zouden onthouden. Men
heeft hier toch niet met kleine kinderen
te maken. Indien men ervan overtuigd
is, dat de Leidse Sportstichting goed
werk verricht voor de Leidse sport, dan
zal men gaarne medewerken en kan men
er zich slechts over verheugen, dat de
publieke opinie en die vertolkt de
krant toch het haar plicht heeft ge
acht melding te maken van een belang
rijk sportevenement, georganiseerd door
een door allen gewaardeerde instelling.
UIT OUDE VEST GERED
Gistermorgen omstreeks tien voor
twaalf is de 8-jarige Adriaan Petit uit
de Narmstraat in het water van de Oude
Vest gevallen. Een toevallig passerende
voetgangsteri mevrouw A. Plug-Vink
sprong de jongen onmiddellijk na en
bracht hem op het droge. Mevrouw Plug
Is lid van de Leidse Reddingsbrigade.
SUBSIDIE KERKENBOUW
Minister Toxopeus heeft vanmorgen in
de Eerste Kamer meegedeeld, dat dezer
dagen het wetsontwerp kan worden ver
wacht inzake subsidiëring van de ker
kenbouw.
Gouden bruidspaar
Het echtpaar P. van der Leek-Verbaan
wonende aan de Van Galenstraat 22,
hoopt 22 februari het vijftigjarig huwe
lijksfeest te vieren met de zes nog in
leven zijnde kinderen en de vijftien
kleinkinderen. „Achterkleinkinderen
heb ik nog niet", zegt de heer P. v. d.
Leek (72). De bruidegom heeft jaren
lang bij Van Hoeken's Houthandel ge
werkt als schipper. Na een beenbreuk
werd hij overgeplaatst naar de zagerij.
In deze afdeling is hij ongeveer 25 Jaar
voorman geweest. Na de oorlog de
tweede wereldoorlog wel te verstaan
werkte de heer Van der Leek tot zijn
pensionering in een kistenfabriek. Even
als haar man is mevrouw J. v. d. Leek-
Verbaan (68) in Leiden geboren. Na
hun trouwen betrok het echtpaar een
woning aan de Middelstegracht.: Hier
hebben zij 13 jaar gewoond. Eenzelfde
tyd woonden de heer en mevrouw v. d.
Leek nog in de Waardstraat. In sep
tember zal het ongeveer 24 jaar geleden
zijn, dat een woning in de Van Galen
straat werd betrokken. Vol trots ver
telt de heer v. d. Leek van zijn grote
hobby: het fokken van konijnen. Dat
hy veel succes heeft geoogst, daarvan
getuigt een prijzenkast. waarin vele
bekers, medailles en vaantjes prijken.
Morgen gaan de bruidsdagen in.
Unicef-kaartenactie
De leerlingen van het Rembrandt-
lyceum hebben in het najaar van 1960
voor f. 1322,70 aan Unicef-kaarten ver
kocht. Deze kaartenactie van het kin
derfonds der Verenigde Naties heeft tot
doel geld in te zamelen voor de moeders
en kinderen in de achtergebleven gebie
den.
ACADEMISCHE EXAMENS
Aan de Leidse Universiteit ls geslaagd
voor het kandidaatsexamen kunstge
schiedenis mej. C. M. Gerkema te
Schiedam.