Fff M Q VAN DEZE WEEK Marilyn Monroe en Yves Montand in luchtige „Let's make love Twee jeugdige grafici exposeren in Academiegebouw Rapenburg Toonkunst koor zingt de „Missa Solemnis" van Beethoven Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 14 januari 1961 Tweede blad no. 302-4 LUXOR George Cukor heeft in zijn lange loopbaan als filmregisseur beslist veel betere films gemaakt dan deze „Let's make love". We denken aan „Two-faced woman", „Gaslight" en „Wild is the wind", om er slechts enkele te noemen. Nu is dat wel te begrijpen. In de eerste plaats zul len deze regisseur en de producer Berry Wald beslist geen kunstwerk voor ogen hebben gehad, toen zij be sloten dit produkt af te leveren, kasmagneet' Marilyn Monroe moest weer eens op het doek verschijnen m om haar weelderige vormen werd een film gebouwd. Bovendien hebben ij nogal moeite gehad om een part ner voor Marilyn te vinden. Tony Curtis bedankte hartelijk voor die eer na „Some like it hot", Gregory Peck ivas al bezig de danspassen in ie studeren, toen ook hij afzegde. Want Marilyn had te veel noten op haar zang. Tenslotte vond men Yves Kontand bereid zijn taak over te ne men in dit vrolijke niemendalletje, waarin Marilyn Monroe bepaald be langrijker is dan het verhaaltje. Het is weer een geschiedenis tussen een arm revuemeisje en een ongelooflijk rijke industrieel. Wanneer de revue besluit een nummer in het program ma op te nemen, waarin hij vanwege Nonnen voor het vuurpeloton Aangrijpend Lido Hoewel Nonnen voor het vuurpeloton" wat traag op gang komt en daarbij naar het sentimen tele dreigt af te glijden is het uit eindelijke resultaat een diepmense lijke film, die uitermate boeiend is. Niet omdat „Nonnen voor het vuurpeloton" zulke uitzonderlijke filmtechnische kwaliteiten heeft maar wel door overwegend uitste kend acteren en een alleszins aan grijpend verhaal. Voortref felyk spel levert Lili Palmer als de moeder-overste van het nonnen- I klooster, dat vlak naast een doorgangs- kamp voor joden (overwegend kinderen) I Is gelegen. Hoewel zij wel wat erg knap en jong is voor deze moeilijke rol zorgt I zij door volkomen beheerst en ingehou den spel voor een menselijke en indruk- wekkende typering. Op ogenblikken dat de film sentimenteel dreigt te worden redt zij de situatie. De nonnen redden vele kinderen uit handen van de nazi's. Via het klooster I worden zij door de partisanen naar vei liger oorden getransporteerd. De bezet ting van het kamp, die uit Italiaanse soldaten bestaat, laat dit dank zij haar humane commandant oogluikend toe. I Heel anders wordt het echter als de i leiding van het kamp in handen komt van de Duitsers. De Duitsers, die geprik- I keld zijn door het steeds openlijker op treden van de partisanen en door de noodlottige wending, die de oorlog voor I de nazi's neemt. Tegen elke prijs moet I het verzet van de partisanen de kop worden ingedrukt. Van dat ogenblik af wordt de film helemaal het aanzien waard. Enerzijds 't zich steeds meer toespitsende conflict J tussen de Italiaanse en de Duitse com mandant, anderzijds het conflict, dat in het klooster ontstaat, nadat een non is doodgeschoten en dat door begrip, liefde en vertrouwen tot een oplossing komt. j Een tere liefde tussen een jonge mooie novice en de Italiaanse commandant verhoogt de dramatische spanning nog. I De film bereikt zijn hoogtepunt als de 1 Duitse commandant en zijn adjudant hun joodse gevangenen in het klooster aantreffen en drie nonnen, die weigeren namen van partisanen te noemen voor een uit Italiaanse soldaten bestaand vuurpeloton zetten. En dan gebeurt het wonder. Rest nog te vermelden, dat de liefde, die tussen de Italiaanse commandant en de novice groeit heel fijngevoelig wordt weergegeven en naar onze mening ook voor katholieke niet aanstootgevend is. zijn amoureuze escapades in een du bieus licht gezet zal worden, besluit hij zélf een kijkje te nemen. Meteen verliest hij zijn hart aan Marilyns opvallend geëtaleerde charmes en we krijgen een ingewikkelde bloemlezing te zien van de talloze pogingen, die hij aanwendt om haar te veroveren. Dat het allemaal op zijn pootjes te recht zal komen en dat het arme meisje tenslotte de echtgenote wordt van die steenrijke mijnheer begrijpt men al bij de eerste kleurrijke beel den op het brede doek. Daar gaat het trouwens niet om. Yves Montand moet zijn ontegenzeglijke talenten breeduit tonen en Marilyn moet ten voeten uit in alle mogelijke poses door de camera's geregistreerd wor den, waarbij de luchtige kleding uiteraard favoriet is. Maar niet al leen in de kledij, ook in sfeer en en tourage viert de luchtigheid in dit verhaaltje hoogtij. George Cukor is vakman genoeg om dit op geraffi neerde wijze in beeld te brengen. Zijn kunde blijkt uit kleine trekjes, zoals het schetsen van de sfeer in het machtige zakenleven met de bijna kruiperige serviliteit tegenover het „geld". Maar dat hij met zo'n onderwerp beneden zijn kunnen is gebleven, ligt ook voor de hand. We zeiden het reeds: dat is niet belang rijk. Hoofdzaak is M.M. en wat dat betreft krijgt de bezoeker van het theater aan de Stationsweg beslist het volle pond. Brief Encounter Onverbleekt meesterwerk Studio Er zijn heel wat „meester werken", vooral op filmgebied, die na betrekkelijk korte tijd hun waarde blij ken te hebben verloren. Dit geldt be paald niet voor „Brief Encounter", een klassieke film, die nog altijd boeit, hoe simpel het verhaal ook is van de toe vallige ontmoeting tussen een gehuwde vrouw en een eveneens gehuwde dok ter. Misschien moeten we zeggen, dat juist die eenvoud dit werk bestand doet zijn tegen de invloed van de tijd. Of is* het ontroerende slot, als beiden uit vrije wil tot beëindiging van de korte ro mance besluiten, het beslissende deel, dat deze film waarlijk onvergetelijk maakt? Hoe dit zy. ,3rief Encounter" is een film, die nog volledig meetelt. En het opmerkelijke is, dat voor de rol van Laura een actrice werd gekozen, die nauwelijks aan de tegenwoordige eisen van schoonheid en charme voldoet. Toch is dit allerminst hinderlijk. Integendeel, daardoor werd de aandacht minder af geleid van het diep-menselijk conflict, waarvoor zij en Alec zich geplaatst zien. Voortreffelijk is de entourage van spe lers op het zogenaamde „tweede plan". Daardoor werd een levendigheid be reikt, die een even prettig als aanvaard baar contrast vormt met het anders wel licht tè gevoelige verhaal. Men lette voorts op het geluid, dat herhaaldelijk een belangrijke functie vervult. Al bij al een film, die ook de toeschouwer van vijftien jaar later (het werk ontstond in het jaar 1946) nog tenvolle weet te boeien. Alwéér geprolongeerd! „Nooit op zondag" Trianon „Nooit op zondag", de film, waarin de Griekse actrice MeriinaMcr- couri vele mannenharten in vuur en vlam ontsteekt zij springen' haar allen na, wanneer zij in de haven duikt! blijft vanzelfsprekend nog op het repertoire. Géén wonder, want dit verrassende en gezellige verhaal, zo kos telijk door Jules Dassin geregisseerd, geeft genoeg stof om U volop bezig te ouden. We zijn benieuwd, hoe lang deze film de Leidenaars nog zal blijven trekken! Claim-emissie Wernink's Beton Op woensdag 25 Januari stelt de Am- sterdamsche Bank de inschrijving open op nominaal f 389.000 aandelen Wer nink's Beton en Aannemingmaatschap pij N.V. tot de koers van 100 procent. De stukken zijn groot nominaal f 1000. Zij zijn ten volle gerechtigd tot het dividend over 1961 en volgende boekjaren. De in schrijving is uitsluitend voor houders van aandelen in de verhouding van één nieuw aandeel op drie oude aandelen. De claimhandel zal op dinsdag 17 januari aanvangen. Officiële notering zal worden aangevraagd. Storting woensdag 22 fe bruari. De opbrengst van de emissie zal wor den aangewend voornamelijk voor ver dere investeringen in de betonwarenfa- briek, ter verbetering en verhoging van de produktiecapaciteit. De uitkomsten van 1960 zullen na de nodige reserverin- fen tenminste 9 procent over het tot 1.211.000 verhoogde kapitaal toelaten. (Over 1959 werd 9 procent uitgekeerd over een kapitaal van f 1.001.000). Over het tot f 1.600.000 verhoogde ka pitaal meent de directie over 1961 een dividend van 9 procent te kunnen ver wachten. De secretaris-generaal van de V.N., Dag Hammarskjöld, wordt in een negerdorp in Zuid-Afrika omringd door nieuwsgierige kin deren. Universitaire bouw aan Witte Singel B. en W. betreuren publikaties van plan Zoals bekend heeft het lid van de raad. de heer C. J .Piena, zich onlangs met de volgende vragen tot het college van B. en W. gericht: 1. Heeft het College van B. en W ken nis genomen van het bericht in de Leid- se dagbladen van vrijdag 16 december jl. over de gehouden persconferen tie door de Curator van de Universiteit mr. A. F. Visser van IJzendoorn, betreffen de de uitbreiding van de Universiteit en waarbij de gedachte werd uitgesproken om ten behoeve van de A-faculteiten een deel van de Witte Singel tussen het Diaconessenhuis en het bureau van het Leidsch Dagblad daarvoor te bestem men? 2. Was het College van B. en W. reeds officieel op de hoogte gebracht met de gedachte en planunen in deze riohitiinig? 3. Hoe staat het College tegenover deze nogal opzienbarende mededeling van de zijde van het College van Curatoren van de Universiteit? 4. Is het College van B. en W. bereid mogelijk aan de Baad mede- Twee jeugdige grafici, Wim Bors en Johannes van Hoften, leerlingen der Vrije Academie te Den Haag, die reeds volkomen een eigen weg gingen, exposeren hun werk in het Academiegebouw aan het Rapenburg 73. Men weet, hoe de tentoonstellingen, georganiseerd door het Leids Academisch Centrum, in samenwerking met het Studium Generale, de studenten steeds weer confronteren met de scheppingen van hun tydgenoten. Dit is ook nu weer het geval. Ook de ouderen gaan aan hun uitingen niet voorbij: leden van de weten schappelijke staf en hoogleraren interesseren er zich voor, gaan soms zelfs tot aankopen over. Orfeu Negro Welkome reprise Casino Deze week een Leidse reprise die door de liefhebbers van de ware filmkunst hoog zal worden gewaardeerd. Over de film „Orfeu Negro", het mees terwerk van de Franse regisseur Marcel Camus, in Cannes vorig jaar bekroond met de Gouden Palm, is al veel en uitsluitend goeds geschreven, ook in onze krant, zodat wij er thans weinig aan toe te voegen hebben. In dit werk heeft Camus het verhaal van Orpheus en Euridice uit de Griekse mythologie, ontdaan van alle „antiquiteiten" (met uitzondering van de namen van de hoofdfiguren), laten herleven tijdens het carnaval in de Braziliaanse stad Rio de Janeiro. Het verhaal is er alleen maar aangrijpender, overrompelender door ge worden. En dat niet in het minst door de fenomenale „reportage" van het car navalsfeest. Trouwens, een voortreffe lijke fotografie is een van de vele kwa liteiten van deze film, die men verder nog epitheta ornantia kan meegeven als „bruisend", „ontroerend", „wervelend- ritmisch", enz. „Orfeu Negro" is een film om te zien en nog eens te zien. Daarom is deze reprise zo welkom. „De zwarte ridder" Weer vele gevaren Rex Het gaat er weer vurig en hartstochtelijk toe op het filmdoek van dit theater. Rook, vuur, flitsende degens en rode monden van dappere jonkvrou wen zijn in overvloed aanwezig. Paarden draven af en aan De massascènes zijn weer griezelig spectaculair. Toch is het altijd heerlijk naar dit soort avonturenfilms te kijken. De held van het verhaal weet dan toch maar aan de onafwendbaar schijnende geva ren te ontsnappen en tenslotte zijn „lief" in zijn gebronsde armen te sluiten. Liefde is o zo sterk. Ook in de tijd van de Engelse koning Arthur. Want al is hij maar een smid en zij de dochter van een graaf, vinden doen ze elkaar toch. Alan Dadd is die eenvoudige smid (John) en Patricia Medina speelt de rol van de schone jonkvrouw. Voor aan al die opwinding en romantische verwik kelingen een eind is beschoren, moet Ladd komplotten oprollen, een aanslag op koning Arthur verijdelen en wan hopig strijd voeren. Maar het gaat hem goed af. Na anderhalf uur gevaren ge trotseerd te hebben, kan hij het zwaard in de schede steken. Première voor onze stad van machtig werk Men weet, hoe onder leiding van Iska Aribo de uitvoering van Bach's „Hohe Messe" door het Toonkunstkoor tot een traditie is geworden. Met eenzelfde doelstelling voor ogen, wordt op 23 januari a.s. in de Stadsgehoorzaal de „Missa Solemnis" van Beethoven gezongen, hetgeen voor onze stad naar wij menen een première betekent. Dit concert belooft al evenzeer een muzikale manifestatie van de eerste rang te worden, welke onder de muziekliefhebbers de grootste aandacht zal trekken. Als solisten zijn geëngageerd Marijke van der Lugt, verbonden aan de Ned. Opera (sopraan), Mariette Dierckx van de opera te Antwerpen, Arjan Blanken, die thans als gast bij de opera te Bremen optreedt (tenor) en David H oliestel Ie (bas). De begeleiding berust bij de Utrechts Stedelijk Orkest. De violist Dick de Reus, concertmeester van voornoemd orkest, zal de belang rijke solopartij spelen. Sinds september 1959 wijdt het Toonkunstkoor zich reeds aan de studie van dit machtige werk. stukken van). Bij Beethoven worden de verschillende delen in hun grondstem ming door meesterlijke overgangen tot één geheel gesmeed, culiminerend in de grandioze fuga Jn Gloria Dei Patris Amen". Het Credo (de geloofsbelijdenis van Nicea 325) wordt eveneens in een mach tige opbouw gerealiseerd, en ook hier is het slot, de peroratie, de samenbin ding van al het voorafgaande. In twee meesterlijke fuga's op de woorden ,Et Vitam Venturus" geeft Beethoven uit drukking. Het Sanctus van ernst en eerbiedige huiver doortrokken, (,Wij staan voor Gods troon, Jesaja") wordt gevolgd door een vioolsolo die hartverwarmend het Benedictus inleidt en omspeelt. („Geze gend hij die komt in de naam des He ren, Mattheus"). Solostemmen, koor, or kest, viool, allen zingen het .Benedic tus". In het Agnus Dei, gevolgd door het Dona Nobis Pacem, weet Beethoven de tekst op onnavolgbare wijze uit te beel den. Het is een stuk muziek geworden dat de componist ten voeten uit tekent in al zijn grootheid. De Napoleontische oorlogen, die Euro pa teisterden hadden een diepie indruk op Beethoven gemaakt. Niet voor niets schreef hij aan de aanhef van het Dona Nobis Pacem. „Bitte um innern und aussern Frieden". Boven het rumoer van het oorlogs veld, (pauken, trompetten) klinkt als een schreeuw van „Agnus Dei, miserere nobis". Pas geheel aan het slot wan neer het laatste paukenrumoer verstomd is, komt de stille en innerlijke overgave aan de verlosser. Over de Missa Solemnis vermelden wij de navolgende bijzonderheden: Beethoven stond in een zeer vriend schappelijke verhouding tot zijn leerling Aartshertog Rudolf. Deze uitstekende musicus en voortreffelijke pianist (Beet hoven droeg hem verschillende belang rijke pianowerken op) was al heel jong tot de geestelijke stand overgegaan. Snel opgeklommen tot hoge waardigheid, werd hij in 1819 tot Aartsbisschop benoemd. Ter gelegenheid van zijn wijding wilde Beethoven een plechtige mis schrijven. Hij begon reeds in 1818, maar werd zo door de tekst gegrepen, dat de com positie veel groter werd dan aanvanke lijk in zijn bedoeling lag. In 1819 vol tooide hij het .Gloria" en een jaar la ter het „Credo". De wijding van de Aartsbisschop toen al lang voorbij. Ter voorbereiding tot het componeren van deze Mis maakte Beethoven een uit gebreide studie van de kerkmuziek en liet zich een letterlijke vertaling van de tekst maken met alle woordaccenten van het Latijn. Waar de kerkmuziek altijd een zekere objectiviteit in acht moet nemen om de muziek haar liturgisch (dienend) karakter te doen behouden, heeft Beethoven de liturgie alleen naar de vorm aanvaard. De liturgische eenheid der samenstel lende delen der Mis heeft Beethoven bereikt door deze zonder onderbreking te componeren. Eveneens zijn de solo partijen van uit een liturgische gedachte zo in het geheel geplaatst, dat zich hier uit een wisselzang tussen voorzanger en gemeente ontwikkelt, het z.g. .antifone- ren". Dit antifonale gezang is van eeu wenoude traditie en door de katholieke kerk in haar liturgie behouden. De uitdrukking van het woord zelve heeft Beethoven op de meest drama tische wijze verklankt. De macht van het symfonisch apparaat wordt telken male ingeschakeld om het woord luister bij te zetten, de uitdrukking hiervan te versterken, of zelfs een zin er bete kenis aan te geven, los van alle liturgie. Het Kyrie is duidelijk en overzich telijk van opbouw, en evenals de tekst driedelig. Machtig klinkt het driewerf Kyrie, smekend het driewerf Christe eleison. In het Gloria (ontleend aan het Lu cas Evangelie) is de opbouw moeilijker te volgen. Beethovens tijdgenoten ver deelden deze tekst in kleinere stukken, de z.g. .nummerpartituur'. (Bach maak te er acht verschillende koren of solo- Ruim vier jaar was Beethoven bezig met zijn Mis. Vier zeer moei lijke jaren, vol ziekte en zorg. Toch heeft hij boven zijn partituur kun nen schrijven, „Vom Herzen, moge es zu Herzen gehen". Beschouwen wij de religieuze kracht van waaruit Beethoven dit hemelbestormende werk compo neerde dan kunnen wij niet nala ten te denken aan Jacob, in zijn gevecht met de Engel. Ook Beethoven roept al worste lende en vechtende met dezelfde vertwijfeling, Jk laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegentl". Wim Bors (geb. 1939) en Johannes van Hoften (geb. 1938) exposeerden al meerdere malen in Den Haag en Am sterdam. ook in groepstentoonstellingen. Originaliteit in de vormgeving en in de keuze van het onderwerp, kenmerkt hun werk, waarin zij zich aan de in deling te doen over haar standpunt in deze? In hum antwoord delen B. en W. het volgende mede- Ad 1. Wij hebben vam het bedoelde be richt kennis genomen. Ad 2. Ons Ooilege was te voren niet officieel van het dienikibeeld met betrek king tot de Witte Singel op de hoogte ge bracht. Dit is voor het eerst geschied1 toen varuwege Curatoren der Rijksuniversiteit op 12 december 1060 aan de leden van de raden van Lelden en Oegstgeest medede ling Is gedaan van de bij Curatoren be staande plannen voor de ruimtelijke uit breiding der Universiteit. Ad 3. Wil betreuren ten zeerste de pu- blikatie van dit plan, voordat wil gelegen heid hebben gehad een standpunt daar omtrent te bepalen. Over dergelijke voor onze stad Ingrijpende plannen dient o.l.» vóórdat er enige bekendheid aan wordt gegeven, behoorlijk overleg met ons Col lege te worden gepleegd. WU hebben van dit standpunt aan Curatoren blijk ge geven. Ad 4. Zoals duidelijk zal zijn, hebben wij niog geen zelfs voorlopig stand punt In deze kunnen bepalen. Uiteraard zijn wij bereid, zodra mogelijk, aan de raad onze zienswijze ter zake mede te delen. GEMEENTEGRENZEN IN LEIDSE AGGLOMERATIE Advies van G.S. binnenkort naar minister In de vandaag verschenen Memorie van Antwoord maken Ged. Staten van Zuid-Holland bekend, dat zy kunnen instemmen met de opvatting van vele Statenleden, dat elk geval van wijziging in de gemeentelijke grenzen op zichzelf moet worden beoordeeld. Om dezelfde reden achten zij het uitbrengen van een algemeen rapport niet doelmatig. Een algemeen plan zal naar hun me ning niet tot groter praktisch resultaat leiden dan de door 6.S. gevolgde methode, waarbij nauw aan de eisen van de prak tijk wordt aangesloten. Een algemeen rapport, dat aangeeft, welke wijzigingen door de samenstellers op een gegeven ogenblik gewenst worden geacht, doch dat geen zekerheid biedt, dat die wijzi gingen inderdaad aan de orde zullen ko men, brengt bovendien het gevaar met zich van onrust in de betrokken gemeen ten en van vertraging in of uitstel van de afdoening van zaken, die zonder een dergelijk rapport normaal voortgang zou den vinden. Ook hierom menen zij, dat een zodanig rapport beter achterwege kan blijven. Omtrent de grenzen van de gemeen ten in het gebied van de Leidse agglo meratie zullen G.S. zeer binnenkort hun advies aan de minister van Binnenlandse Zaken doen toekomen. Wat de gemeenten in het gebied tus sen GoudaAlphen aan den Rijn Woerden en Oudewater betreft, is een wetsontwerp aan de minister van Bin nenlandse Zaken aangeboden en thans op het departement in behandeling. HAAGSE AGGLOMERATIE Met betrekking tot de problemen van de Haagse agglomeratie hebben G.S. nog geen nader standpunt bepaald. Een voor ontwerp van wet, strekkende tot de in stelling van een openbaar lichaam voor het gebied dier agglomeratie, is aan de raden van de gemeenten 's-Gravenhage, Leidschendam, Nootdorp, Rijswijk, Voor burg, Wassenaar en Zoetermeer toege zonden, met verzoek hun zienswijze daar omtrent kenbaar te maken. Over het plan tot herziening van het uitbreidingsplan voor de Zwanburgerpol- der onder Warmond wensen G.S. nog geen oordeel uit te spreken, omdat tegen dit plan verscheidene bezwaarschriften zijn ingediend. De behandeling van deze bezwaarschriften dient h.i. eerst afge wacht te worden. Voorts merken G.S. nog op, dat de af en toe optredende vertraging in de be handeling van uitbreidingsplannen het gevolg is van een nog steeds toenemende gecompliceerdheid der ruimtelijke maat regelen en de algemene toeneming van het aantal bezwaarschriften. vloeden van hun leraren ontworstelden. Van hen leerden zij de „kunde", de „kunst" moet immers uit henzelf ge boren worden. Kleurenlitho's, die stellig op hoog peil staan, leggen daar getuigenis van af. Wie het traditionele in zijn hart besloten heeft, niet open staat voor nieuwe stijlrichtingen, zal op deze ex positie zeker bedrogen uitkomen. Wie daarentegen nota wil nemen van nieuwe stijlrichtingen, zal de waarde van het hier geëxposeerde onderkennen en wan neer het hem „aanspreekt", er zijn vreugde aan beleven. Men moet hier stellig niet vragen, wat het onderwerp „voorstelt", al zijn ditmaal titels aan de orde. Benamin gen als „Verloren uitspansel", „De koele beminde", „Gedwongen obsessie", „Dyna mische vorm", „Transformatie" of „Ver snelling", zullen voor de maker, de7»r litho's een innerlijke betekenis bezit ten: voor de beschouwer zal het een verzwegen geheim blijven. Daar gaat het ook niet om: hier is slechts aan de orde, of de compositie U iets „doet", een innerlijke snaar in trilling brengt. U moet vooral niet denken: „Nu ja, zo iets kan ik ook", want dan is U vol komen mis. Er is wel degelijk kunde nodig, om dergelijke bijzondere resul taten te bereiken, als waarvan Bors en Van Hoften op deze expositie, in veel zijdige kleurenvariatie, blijk geven. Ook in hun schilderijen of gouaches. Deze zijn zeker in menig opzicht verrassend; met het „gangbare" en dus „vertrouw de" hebben zij niets gemeen. Hoe dan ook: het is interessant, op te merken hoe de jongeren de gebaan de wegen blijkbaar verafschuwen en totaal eigen wegen inslaan. Wegen, wel ker duurzaamheid nog bewezen moet worden, maar waarvan het niet aan gaat, deze a priori te veroordelen, om dat zy U niet „liggen". Het zal voor iedere oudere zaak zijn, niet „zo maar" aan de creativiteit der jongeren met een schouderophalen voor- bij te gaan. Deze „composities" zijn blijkbaar uitingen van hetgeen in de ziel van een deel der jongeren leeft en men zal moeten trachten daar in positie ve zin tegenover te staan. In hoeverre U er in zult slagen, een en ander wezen lijk te benaderen, hangt af van Uw eigen instelling. Wij voor ons zyn ervan overtuigd dat Jan Bors en Johannes van Hof ten op eerlyke wijze datgene uitdragen, wat hen innerlijk beweegt. En dat is het voornaamste! Dada-documenten In een aparte vitrine is een kleine expositie ingericht van documenten en boeken uit de z.g. Dadaperiode (1916 1924), zeer zeldzaam materiaal. Het Dadaisme ontstond in 1916 in Zürich, waar vele jonge kunstenaars tijdens de oorlog veiligheid hadden ge zocht. Al ging het Dadaisme. na de uitgave van het z.g. „Surrealistisch Manifest" over in het surrealisme, toch heeft het dadaisme nog vele aanhan gers. Theo van Doesburg, eigenlek Kuper geheten en zich litterair bewegend on der de naam I. K. Bonset, speelde er als voorloper der „experimentele noëzie" een grote rol in. Van 1917—1933 was hy leider van „De Styl" (beeidenae kunst). Van hem zyn hier diverse hoogst interessante, in Leiden verschenen uit gaven aanwezig. De Dadaisten protes teerden tegen al het bestaande. Zou den wy de Dadaisten van toen in ze kere zin met de nozems van nu kun nen vergeiyken? zy onderscheidden zich door een emo tionele geladenheid, doch ook door een dosis filosofische wysheid. Uitspraken als (over Bremmer). „Ie tsjoktsok de la peinture" (over Van Deyssel): „blas-bleu lardé de la literature cathollque" en Ro land Holst: „dilettante en édition de luxe (Je hais la peinture sans sexe), geven intussen over hun geesteshouding veel stof tot nadenken De geïnteresseerde in de Dadaperiode kan hier op exclusieve wyze veel van zyn gading vinden. Tot slot zy gemeld, dat binnenkort door de „Sociëteit Horus" eveneens in het Academiegebouw een tentoonstel ling geopend zal worden van kleine etsen voor studenten betaalbaar van dezelfde exposanten. Voorts ter ge legenheid van de Dies Xatalis op 8 februari een expositie van „Cives" van werken, vervaardigd door leden der we tenschappelijke staf en hoogleraren der Leidse Ryksuniversiteit, gelyk reeds eer der het geval is geweest. H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 3