POESTA
C
,DE VERBORGEN MESSIAS'
Een Zoeklicht
v__
ROMANTIEK VAN DORRE
VLAKTEN MET GROTE
KUDDEN VERDWIJNT
J
Ook
in
spel
Hongaarse provincie is
van licht en schaduw
er
Statl als Miskolc is
een teleurstelling
H
WOORD VAN BEZINNING
OP DE BOEKENMARKT
reh?éi Paul Hörbiger
in
weer
op de planken
Zaterdag 26 november 1960
(Van onze Weense correspondent, prof. dr. N. Greitemann)
(II)
Niet alleen in Boedapest, maar ook in de Hongaarse provincie
ontdekt de buitenlander het afwisselende spel tussen licht en schaduw.
Vrijwel zonder commentaar volgen hier enkele indrukken over het
platteland en kleinere steden, die gedeeltelijk onveranderd zijn ge
bleven en toch hun karakter beginnen te wijzigen.
Zolang een buitenlandse automobilist nog door het westen van
Hongarije trekt, wordt hij opvallend vriendelijk door kinderen begroet
en nagewuifd zonder twijfel uit echte vriendelijkheid, maar ook om
de bananen en de goede chocolade.
De steden Sopron en Györ, die nog dicht bij de Oostenrijkse grens
liggen, vertonen op het eerste gezicht meer nieuwbouw dan Boeda
pest; diezelfde indruk krijgt men ook van de industrie-centra
Komarom en Dorog. Bij de eerstgenoemde stad ziet men aan de
overkant van de Donau heel duidelijk Tsjechisch militaire uitkijk
torens; en dat herhaalt zich langs de gehele Tsjechisch-Hongaarse
Donau-grens. Het zijn dezelfde wantrouwende wachttorens, die over
de Oostenrijkse grens gluren, maar is er ook wantrouwen tussen
volksdemocratische naburen?
Een beeld van de nieuwe, in „blokkendoosstijl" gebouwde stad Kazinc-
barcika, waar iedere arbeider dadelijk een nieuwe woning krijgt een
weelde die men in de meeste Hongaarse steden niet kent.
Men heeft de Indruk dat er in het
westen van het land meer t.v.-masten
zijn opgesteld,^maar over 't algemeen
hebben ook de boeren in de veraf ge
legen provincies gelegenheid om het
wereldgebeuren op het beeldscherm te
volgen. Het aantal toestellen is hier
nog kleiner in Oostenrijk, waar men
aan het eind van dit jaar 250.000 toe
stellen hoopt te hebben geregistreerd.
Het hoofdwegen-net is goed. maar
niet modern. Op de zijwegen echter
hobbelt de auto. Wanneer de platte
landsbevolking meer verkeersdiscipline
had en de vele paardenwagens niet
midden op de weg zouden rijden, kon
het autoverkeer hier een genot zijn.
Auto's ziet men maar zelden; alleen
op zaterdag en zondag kernen er meer
voor de dag, ook oude wrakjes en mo
torfietsen, waaraan langs de weg her
haaldelijk wordt geprutst en gerepa
reerd evenals bij ons kort na de
oorlog. Een autostrada ken Honga
rije nog niet, maar men heeft plannen
ontworpen voor het traject van Boe
dapest via Sopron naar Oostenrijk.
Poesta wordt kleiner
Door welk systeem dit land ook
wordt geregeerd, het typisch Hongaar
se dorp zal zijn karakter blijvén be
waren met zijn lage, onaanzienlijke
boerenhuizen, een enkele draaglijke
hoofdstraat en verder veel modderige
straatjes en wegen waar ganzen en
eenden ploeteren.
Doch wanneer de regering haar
plannen geheel realiseert, zal de poes-
taromantiek grotendeels verdwijnen en
zal er een einde komen aan die uit
gestrekte dorre vlakten met grote
kudden onder bewaking van een ro
kende herder bij een eenzame put.
Over grote stukken poesta heeft men
nu reeds een net van kanalen gegra
ven, zodat hier zoveel rijst wordt aan
geplant en geoogst, dat een gedeelte
daarvan kan worden geëxporteerd.
Hongarije is eeuwenlang een land-
bouwstaat geweest met alle romantiek,
maar ook met alle nadelen daarvan.
Lang vóór het huidige regime had men
op bepaalde punten vooral bij erts
en kolenmijnen fabrieken gebouwd,
maar het huidige Hongarije werkt veel
systematischer en zelfs fanatieker aan
de industrialisatie. De verhouding tus
sen landbouw- en industriële produktie
was in 1938 nog 58 42, maar in 1953
lag de industrie aan de kop met 77
tegenover 23 en op 't ogenblik zal zy
zich nog meer hebben uitgebreid.
Miskolc bijvoorbeeld is met zijn
ijzer- en staalfabrieken altijd een in
dustriestad geweest, maar in de laat
ste jaren heeft deze stad Szeged. De
brecen en Pecs overvleugeld en is nu
na Boedapest de grootste met iets meer
dan 150.000 inwoners.
Jenever vóór 't ontbijt
Als stad is Miskolc een teleurstelling.
De huizen zyn nog niet opgeknapt.
Maar 's nachts ziet dit centrum van
14 kilometer lengte er uit als een my
thologische smidse in de gloed van de
n<rrt*ovens. Tot in de hotelkamers toe
ruikt het hier naar bruinkool; en zelfs
het beste hotel maakt een ongeluchte
indruk met een geur van goedkope
boenwas en D.D.T.
Het spreekt hier vanzelf dat men
minstens met z'n tweeën in één wordt
onder gebracht, maar zelfs in de def
tige kamers aan de voorkant met de
hoge dubbele deuren staan vier tot
vijf bedden. Hier logeren onder andere
Russische delegaties voorbeeldige ar
beiders met brede broekspijpen en
vrouwelijk kantoorpersoneel uit de
Sovjet-Unie die hier door een potige
vakbondsleidster worden rondgeleid.
Maar in hetzelfde hotel bevindt
zich ook nog een elegante eetzaal
met barokke balustrade en een aan
tal kleine loges op de eerste ver
dieping. Onwillekeurig denkt men
hier aan de vroegere magnaten, voor
wie de zigeuners destijds hun czar-
das-muziek hebben gespeeld.
En ook nu nog zijn de kelners zeer
gedienstig en meer dan vriendelijk,
wanneer zij het uitgebreide en uit
stekende ontbijt serveren met eieren,
kostelijke ham en als aperitief op de
nuchtere maag een glas sterke prui-
menjenever.
's Avonds is er bijna geen plaats in
de weinige avondgelegenheden, danslo-
kalen en bars, die er over 't algemeen
onverzorgd uitzien, maar het wemelt
er van jonge, ietwat burgerlijke, maar
toch proper geklede arbeiders. De ei
genlijke drukte begint na middernacht,
wanneer de avondploegen vrijaf krij
gen. In hun nette, maar eenvoudige
kleding zijn de vrouwen en verloofden
levende bewijzen van een beginnende
burgerlijke welvaart.
Opeens ontdekt men dan echter een
vrouw in een elegante avondjapon
naar Parys model, ze draagt
schoentjes met hoge hakken, een
avondmantel en lange zwarte hand
schoenen maar dat is de zangeres!
De atmosfeer is decent en het vertier
onschuldig, zonder een spoor van de
Westerse „decadentie", maar ook met
weinig fantasie enook hier ruikt
het naar bruinkool.
Hoger onderwijs
Even buiten het oude Miskolc heeft
men op een open vlakte een nieuwe
universiteit gebouwd, een groot mo
dern complex van gebouwen en la
boratoria. een geheel nieuwe univer
siteitsstad met drie faculteiten voor
mijnbouw, metallurgie en machine
bouw. Hier studeren en wonen
1600 „gewone" en 550 werkstudenten,
die de toekomstige intellectuele elite
zullen gaan vormen.
Doch ondanks alle meetkunde en
techniek moeten zij regelmatig colleges
volgen over wijsbegeerte, economie en
geschiedenis van de Griekse. Romeinse,
Franse en Duitse filosofie en vooral
een grondige inleiding op het marwis-
een grondige inleiding op het marxis-
Terwyl de Westerse universiteiten en
vooral de technische hogescholen het
algemeen overzicht verliezen en niet
meer naar de diepere gronden en sa
menhang zoeken, wordt hier ook voor
de technische vakken een wijsgerige
grondslag gelegd, waarvan de beteke
nis (en het gevaar?) niet onderschat
mag worden.
In dit universiteitscentrum vindt
men natuurlijk geen kerk en geen
zielzorg. De religieuze „infectie" is hy
giënisch onmogelijk gemaakt en men
verwacht dat deze élite automatisch
de basis zal leggen voor een atheïsti
sche maatschappij van de toekomst.
De regering voelt zich zo zeker van
haar zaak. dat zij niet meer bang is
voor ressentimenten uit het jongste
verleden.
Zodoende kon in de laatste maan
den op deze universiteit de vroegere
discriminatie van studenten uit burge-
lijke of aristocratische kringen worden
opgeheven. Bij de opname van nieuwe
studenten geeft niet meer de proleta
rische afkomst de doorslag, doch de
begaafdheid.
Nu de toestand zich meer en meer
stabiliseert, kan de regering ook mil
der en humaner optreden tegenover
zogenaamde „zwakkelingen". De to
neelspeler Tibor Molnar bijvoorbeeld
is na de revolutie van 1956 met zijn
vrouw en twee kinderen gevlucht. In
een radiotoespraak verklaarde hij des
tijds dat hij niet meer zou optreden
zolang er nog Russen in Hongarije
zouden zijn. In Duitsland is hij een
paar keer opgetreden, onder andere in
Fabbri's „Het proces om Jezus", maar
zjjn gebrekkige kennis van de vreemde
taal en zyn sterk Hongaars accent
waren een hindernis voor een succes
volle loopbaan.
Daarom is hy naar Hongerije terug
gegaan en nu speelt hij in de schouw
burg van Miskolc, waar hij gelukkig
is, zoals hij ons eerlijk vertelde. Daar
deze stad arm is aan bezienswaardig
heden, valt het op dat de semi-offi-
ciële reisgids zwijgt over de mooie kerk
met de twee barokke torens op het
vryheidsplein. maar een kerk is nu
eenmaal geen fabriek
Blokkendoosstijl
Op een uur afstand van Miskolc
ligt midden in een laagvlakte de geheel
nieuwe stad Kazincbarcika, gebouwd
in een nuchtere blokkendoosstijl en
grenzend aan een grote stikstof- en
kunstmestfabriek, waar 145Q mensen
te werk zijn gesteld. Over arbeiders
heeft men hier niet te klagen, want
wie hier wordt aangenomen, krijgt da
delijk een woning, gemiddeld van 45
vierkante meter, met bad en moderne
keuken.
Dat is een ideale toestand, vergele
ken met Boedapest, waar de woning
nood onvoorstelbaar is en waar iedere
inwoner slechts recht heeft op 6 vier
kanten meter woonruimte. Wat gaat
er van zulk een stad die wij misschien
nuchter, kaal en gesteriliseerd kunnen
noemen, voor een propagandistische
kracht uit, ook al onderscheidt zij zich
nauwelijks van de nng grotere nieuwe
industrie-stad Sztalinvaros in Honga
rije en van het grote aantal nieuwe
steden in de Sovjet-Unie.
Toen verbood Hy met nadruk
zijn discipelen aan iemand te
zeggen: „Hy is de Christus (de
Messias)". Matt heus 16 20.
I ET gesprek tussen joden en
christenen, waar dit in het
verleden en heden plaats
vond, cirkelde altijd om de vraag
naar de messianiteit van Jezus.
Daarin stonden twee standpunten
lijnrecht tegenover elkaar. Dit ge
sprek is vrijwel steeds vruchteloos
gebleven en ontaardde maar al te
vaak in een touwtrekken over deze
vragen.
Vanuit de christelijke theologie
werd Jezus geponeerd als de Mes
sias. Het geloof in Jezus als de
Messias werd in vroegere tijden de
borgen. Hy was de Messias op een
zeer verborgen wijze en dit geheim
wordt eerst aan de openbaarheid
prijsgegeven, wanneer Hy aan het
eind der tijden zal verschijnen met
heerlijkheid en macht. Dit houdt
in dat de kerk een gemeenschap
van gelovigen is, die in afwachting
van deze komSt, het geheim van de
messianiteit van Jezus bewaart en
daaruit leeft.
Helaas heeft de kerk maar al te
veel gedaan alsof uit het Evangelie
Jezus als Messias evident naar vo
ren trad. Daarmee is de boodschap
van de bijbel geweld aangedaan en
is de spanning, die wezenlijk is bij
het geloof in Jezus als de Messias
opgeheven.
joden niet vreemd is, wanneer zij
spreken over de komst van de Mes
sias. In deze gelijkgerichte ver
wachting ligt de mogelijkheid op
nieuw het gesprek tussen Israël en
kerk op gang te brengen.
In het huidige jodendom is er be
langstelling voor Jezus, zoals deze
vanuit de Evangeliën tot ons komt.
Wanneer de christenen gehoor had
den gegeven aan Jezus verbod, met
nadruk uitgesproken, niemand te
zeggen; „Hij is de Christus", zou de
verhouding tussen joden en chris
tenen heel anders geweest zijn.
Jezus heeft zijn discipelen nooit op
geroepen om Hem te vuur en te
zwaard als Messias te proclameren.
Doordat de kerk zich als instituut
in de wereld breed heeft willen
maken, heeft zy zeer tot haar
joden dikwijls opgedrongen in de
schaduw van de brandstapel. Het
categorische „neen" van de joden
wanneer hun dit geloof afgedwon
gen werd, werd de aanleiding tot
onmenselijke vervolgingen van de
zijde van de kerk.
In onze tyd vragen wij ons af of
de vraagstelling op deze wijze wel
juist is geweest. Wanneer Petrus
op de vraag van Jezus: „Wie zegt
gij, dat Ik ben", het in de kerk
klassiek geworden atnwoord geeft:
Gij zjjt de Christus (de Messias),
dan volgt daarop het nadrukkelijke
verbod van Jezus om dit openbaar
te maken. Met dit verbod heeft de
kerk weinig rekening gehouden,
men wist er eigenlijk nooit raad
mee. Achter dit gebod gaat echter
de gedachte schuil, dat Jezus zijn
Messlasschap draagt in het ver-
Wanneer het gesprek met de Jo
den was gevoerd over dit verborgen
karakter van Jezus leven in deze
wereld, zou het waarschijnlijk
vruchtbaarder geweest zijn. Immers
ook het joodse geloof kent die
spanning aan de verwachting van
de Messias.
Zondag as. viert de kerk de 1ste
Adventszondag. Deze adventstijd
heeft in onze tijd steeds meer het
karakter gekregen van voorberei
ding op het kerstfeest, maar oor
spronkelijk was zij bestemd om de
aandacht te richten op de komst
van de Messias, zoals de kerk deze
belydt in haar geloofsbelijdenis:
„zittende ter rechterhand Gods, des
almachtige Vaders, vanwaar Hy
komen zal om te oordelen de le
venden en de doden". Het is deze
overbybelse verwachting, die ook de
schade het karakter verloren van
een gemeenschap te zyn, die leefde
vanuit het geheim dat Jezus de
Messias is. Vanuit dit geheim le
vend, in de verwachting van ko
ninkrijk Gods, heeft zij geen an
dere taak, dan dienend in de
wereld te zijn, in zachtmoedigheid
en met nederigheid van hart.
Tenslotte zyn de eerste christenen
aangetrokken door het kinderlijk
ontroerende samenleven in de eer
ste christengemeente. „Zie hoe lief
ze elkander hebben".
Deze eerste christenen leefden in
een sterk verlangen naar de komst
van het koninkrijk, waarin Jezus
als Messias zou openbaar worden.
D. H. GIJSBERS,
hervormd predikant te Lei-
muiden, jeugdpredikant te
Leiden.
Deze arbeiders hebben met hun ge
zinnen een kleine, maar comfortabele
woning; er is een stadhuis, een bio
scoop, een ziekenhuis, een zogenaamd
„cultuurhuis", er zijn scholen maar er
is natuurlijk geen kerk
In vergelijking met de prijzen zijn
de lonen niet hoog, maar ze schijnen
iets beter te zijn dan elders. Het minst
verdienen ongeschoolde arbeiders en
het kantoorpersoneel, namelijk 1450 fo-
rint per maand, dan volgen de ge
schoolde arbeiders met 1650 en ten
slotte de ingenieurs met 2000 tot 2250
forint. In deze stad met 1456 arbeiders
en hun gezinnen telt men 30 auto's en
1300 motorfietsen.
Hier en in andere steden van Hon
garije hebben de arbeiders gevraagd
om deel te hebben aan de winst,
maar de regering is hierop nog niet
ingegaan. Er bestaat ook een pen
sioenregeling die ten bedrage van
1200 forint per maand vrij gunstig
is. maar hiervan profiteren alleen
zij, die na 1945 de pensioengerechtig
de leeftijd bereikten. Gepensioneer
den uit de tijd daarvoor krijgen
slechts 300 forint en zy die nog hele
maal tot het burgelyke tijdvak be
horen, ontvangen dikwijls in 't ge
heel geen ondersteuning.
De hogere intellectuele echter, voor
al de professoren aan de hogeschool
van Miskolc en ook erkende kunste
naars, staan er goed voor. evenals art
sen en architecten. Deze groepen ver
dienen gemiddeld tussen 4.000 en 10.000
per maand, zodat zy ook een auto
kunnen kopen, als zij er de kans toe
krijgen.
Nancy Mitford. „Liefde ln een
koud klimaat". H. P. Leopold
Den Haag 1960.
Met dit .Liefde in een koud klimaat"
heeft de enfant terrible van de na
oorlogse letterkunde, Nancy Mitford, in
zekere zin een vervolg gegeven op „De
Achtervolging der Liefde", nog niet
lang geleden op deze plaats besproken.
Beter gezegd: zij heeft aan haar vorige
verhaal een terrein toegevoegd, want
naast de fam. Radlett uit dit laatste ver
haal, wonen de schatrijke Montdore's
met hun dochter Polly. De „ik", die
deze even vermakelijke geschiedenis
vertelt, is weer Fanny, het nichtje van
de Radletts. Lady Montdore beschouwt
Fanny als een betere vriendin voor
haar dochter dan de flapuit van een
Linda, die nu trouwens haar jacht op
de liefde heeft voltooid in een huwe
lijk. Er is iets met deze Polly die, hoe
wel zij beschouwd kan worden als een
van de mooiste en rijkste meisjes van
Engeland, tot wanhoop van haar moe
der maar geen man kan vinden. Als
de aap uit de mouw komt en Polly
haar keuze kenbaar maakt, krygen de
Montdore's ongeveer een toeval en
onterven hun dochter op staande voet.
Met het verschijnen van hun Cana-
Waarom minder welvarend
wel va- C7
Toch vraagt men zich telkens af,
waarom Hongarye over 't
genomen een veel minder welva
rende indruk maakt dan bijvoorbeeld
het kleine Oostenryk, om van andere
landen in het Westen maar te zwygen.
Zonder op details in te gaan kan men
wel zeggen dat in het algemeen het
communistische produktiesysteem min
der rationeel is en veel te grote mazen
openlaat. Er wordt niet met zoveel
inspanning en belangstelling gewerkt,
hier en daar saboteert men door passi
viteit en er wordt ook luchtig omge
sprongen met het eigendom van de
staat. In de Stalinfabrieken van Mis
kolc werken evenveel arbeiders als in
de Voest-fabrieken van Linz en toch
produceert Linz tweemaal zoveel als
Miskolc!
De sierlijke, slanke kerk in Miskolc, een van de weinige bezienswaardigheden
lelijke industriestad, staat niet in de semi-officiële reisgids vermeld.
deze
(Van onze Weense correspondent)
De bekende vertolker van Ween
se bon-vivant-rollen, Paul Hörbi-
ger, treedt weer eens in Wenen op
en heeft groot succes. Overigens
moet hij veel moeilijkheden over
winnen, want de klucht Straat
muziekis niet veel waard en bo
vendien is het stuk van zuiver
Duitse makelij, terwijl daarin nog
de draak wordt gestoken met de
Oostenrijkers.
Ook treedt hy niet met een Weens,
maar met een Berlyns ensemble op.
Niettemin oordeelt het publiek objec
tief en amuseert zich buitengewoon
met deze kostelyk gespeelde straatmu
zikant De vertolking is levensecht,
vooral door het feit dat de spelers van
de drie hoofdrollen inderdaad harmo
nica, viool en klarinet spelen.
Twee jonge acteurs dragen bekende
namen. De eerste is Tommy Hörbiger,
de zoon van Paul; na eerst als secre
taris van zijn vader te zyn opgetreden,
verschynt hij nu op de planken en hy
acteert niet onverdienstelijk. Vervol
gens leert men een jonge actrice,
Editha Nordberg, kennen, die een zus
ter is van Maria Schel!
De schouwburg in de Neubaugasse.
waar Toon Hermans een maand gele
den zoveel succes boekte, is nu elke
avond gevuld met een dankbaar pu
bliek dat om Hörbiger lacht en hem
alles weer heeft vergeven, byvoorbeeld
zyn ergerlyk optreden by twee pyn-
lyke processen in Wenen.
Het publiek vergeet gemakkeiyk. als
het maar kan lachen, maar eigenlyk is
dit optreden een beetje tragisch. Hör
biger speelt de dronken straatmuzi
kant meesterlijk, maar hy speelt eigen
lyk zich zelf. Schynbaar kan deze be
gaafde acteur op zyn oude dag alleen
nog in zulke rollen optreden.
dese neef Cedric, thans de erfgenaam
van het fortuin, komt er weer wat
rust.
Enfin, men leze zelf maar alle kos
telijke en zonderlinge voorvallen by
deze beide excentrieke, hoewel zeer En
gelse, gezinnen, in deze vertaling die,
hoewel niet kwaad, wel zeer onaccu
raat is. Kleine by zonderheden zijn
weggelaten of vervlakt tot niet veel
zeggende zinnen. Voorts is een don aan
de universiteit van Oxford bepaald
geen leraar, zoals deze vertaler meent.
Het woord is niet te vertalen en kan
daarom beter aangehouden worden.
Dit in tegenstelling tot het woord
best man, dat doodgewoon gertuige by
een huwelyk betekent.
Hans Martin. „Schering en In
slag". H. P. Leopold, Den Haag
1960.
Deze roman moet geplaatst worden
by de groep romans waartoe .Het
Aanbeeld en De Werf" behoort. Hans
Martin is zulk een vruchtbare schrij
ver, dat men zyn werk inderdaad moet
gaan indelen.
„Schering en Inslag" de titel
zegt het al brengt de lezer in een
familie, waarvan het leven beïnvloed
wordt door een weverij. Het is de
grootvader geweest, die de weverij ,De
Ekkel" gesticht heeft en die daarmee
tevens de stoot heeft gegeven tot de
ontwikkeling van de gemeente als in
dustriecentrum. Zoals wy niet anders
verwachten van Martin, heeft hy het
milieu en de verschillende figuren
de Ekkels en hun hele aanhang uit
stekend getekend. Het vergaat hen zo
als het zovele van dergelijke gezinnen
vergaat: het tweede geslacht houdt
nog vol en weet het bedrijf nog te lei
den. maar met het derde komt er de
klad in. De drie zonen de klein
zonen dus van de Stichter kunnen
geen van drieën leven zoals hun groot
vader en vader: met en voor de we
verij. Zy vragen méér van het leven
dan alleen werken. Het gevolg is dat
,De Ekkel" langzaam maar zeker on
dergaat, iets waartoe de beide wereld
oorlogen het hunne bydragen. Men
denke evenwel niet, dat dit familie
drama zich binnen de grenzen van ons
land afspeelt. Zowel de tweede als de
derde zoon voeren de lezer buitens
lands en zelfs in Calcutta.
Het is merkwaardig op te merken
hoe deze schryver, die toch niet tot de
jongen behoort, in iedere nieuwe ro
man van zyn hand meer diepgang
weet te brengen.
Hugo Wast. „Don Bosco en zyn
Tyd". Ui tg. Lannoo, Den Haag
1960.
Hugo Wast is het schry verspseudo
niem van een Argentynse hooggeleerde,
die dr. Gustavo Marinez Zuviria heet.
Hij heeft 38 boeken op zyn naam
staan De geschiedenis van Don Bosco
speelt zich af in de tyd van Caribaldi
en Mazzini, dus in Italië in revolutie.
Giovannino Bosco was de zoon van
zeer arme dorpelingen. Hy heeft het
dan ook aan zyn grote gaven op het
gebied van verstand en geheugen en
heel merkwaardig ook op het terrein
van de sport, te danken dat hij een
studie heeft kunnen voltooien, waar hy
anders nooit aan toegekomen zou zyn.
Hij wordt priester en wijdt zyn leven
aan de opvoeding van de Jeugd. Zyn
scholen, de Salesiaanse stichtingen
(St.-Fransiscus van Sales) volgen een
modern pedagogisch systeem, gebaseerd
op zachtmoedigheid, liefde en geduld
Na een vruchtbaar leven is Don Bos
co gestorven in 1888 en in 1934 heilig
verklaard.
Deze levensgeschiednis is zeer lees
baar en zal vooral by katholieke lezers
in de smaak vallen voor wie het
boek ook ln de eerste plaat- bedoeld is.
CLARA ECKJINK