Peek&Cloppenburg N.Z.IL-persoiieel en gepensioneerden bieden directeur auto aan 10.9° II A. Hollinga „wij zijn trots op U" Te hard gereden door ramptrein j Hand- j schoenen |j I ^'9S l PROF. DR. T. H. MILO HEDEN 54 JAAR OUD OVERLEDEN Opgericht 1 maart 1860 Vrijdag 25 november 1960 Tweede blad no. 30212 Bij het afscheid van de heer J. Jurrissen „Nu U benoemd bent tot commissaris van de vennootschap, staat U straks, na uw pensionering, niet, zoals U gezegd heeft, „langs het lijntje", doch zit U op de eretribune. Een plaats, welke wij U gaarne gunnen en waarop wij trots zijn. En omdat wij zo trots zijn en U danken voor al hetgeen U voor het bedrijf, voor het personeel en de gezinnen van uw medewerkers hebt gedaan, bied ik U een auto aan. Een ge schenk, dat uitsluitend afkomstig is van het personeel en de gepen sioneerden", aldus de heer A. Hollinga, voorzitter van het Huldigings comité bij het afscheid, dat de heer J. J. Jurrissen, directeur van de N.Z.H.V.M., hedenochtend in een van de grote garage-hallen aan de Leidsevaart te Haarlem in tegenwoordigheid van dit personeel was bereid. Zeer verrast door dit geschenk, met zijn handen omhoog dankend, namen de heer Jurrissen en echtge note het ovationeel applaus van de ruim honderd aanwezigen in ont vangst. De man, die, zoals deze och tend werd gezegd, snel beslissingen kan nemen, stond enkele minuten totaal verslagen naast dit prachtige - in een diorama van een bergland schap opgesteld - huldeblijk, waar voor hij later zeer bewogen dankte. litaire dienst, werd in ons bedrijf, al dus de heer Hollinga, met zeer gemeng de gevoelens ontvangen. Spoedig bleek deze vrees ongegrond. U had een open oog voor het georganiseerde overleg en leidde met vaste hand het vervoersbe drijf - ook in de moeilijke jaren - naar omhoog. De heer en mevrouw Jurrissen bij het geschenk een auto dat hen door het personeel en de ge pensioneerden werd aangeboden. Geheel links de heer A. Hollinga, voorzitter van het Huldigingscomité Verder op de foto Herman Jansen, een zoontje van één der monteurs, die het contactsleuteltje van de auto overhandigde en mej. R. Hol leman, die mevr. Jurrissen bloemen aanbood. (Foto LD./Holvast) In dit verband wees spreker op het grote aandeel, dat de heer Jurrissen heeft gehad in de omschakeling van tram op bus. U bewoog zich vrij en ge makkelijk onder het personeel, dat U heeft leren kennen als een rechtvaardig mens, die zich verantwoordelijk wist voor het bedrijf, het personeel en de ge zinnen van dit personeel. Deze af scheidsamenkomst, welke o.a. ook werd bijgewoond door de oud-direc teur, ir. W. J. Burgersdijk, werd met een kort woord ingeleid door de adjunct-di recteur, de heer H. J. Kapteyn, die me dedeling deed van de benoeming van de heer Jurissen tot commissaris van de NV, waardoor dit afscheid in feite geen afscheid wordt. De heer Hollinga, die hierna uitvoerig aandacht schonk aan de centrale plaats, welke de heer Jurrissen in dit bedrijf heeft ingenomen, weidde allereerst uit over de moeilijke positie, waarin vele vervoersondernemingen voor 1940 ver keerden en waarvan het personeel veel al de dupe werd. Na deze jaren kwam de periode van de oorlog en de bezetting, waarin veel, dat moeizaam was opge bouwd, verloren ging. Het was in die pe riode - 1 september 1940 - dat de heer Jurrissen als hoofdinspecteur in alge mene dienst zijn intrede deed bij de NZHVM. Gelet op Uw verleden: de mi- BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Louise Anita, dr van K. D. van Ran- deraat en C. C. Zandbergen, Erna Heieen, en Olga Dorine, drs van W. Pera en J. A. de Jong; Petrus Johannes, zn van J. van der Schrier en E. C. Coppens, Paulus Ja cobus. zn van H. Binnendijk en J. de No bel; Maria, dr van C. Zuijderduijn en J. Zwanenburg. GETROUWD K. van Eijk en G. van den Nieuwendijk, J. C. Bekker en C. Arnoldus, A. van Eeten en A. Siera, J. van Ginkel en A. P. M. Betram, N. de Goede en J. G. Blansjaar, J. W. J. Klemans en A. M. Mechelse, J. van de Wetering en J. Plezier. J. M. A. de Wekker en L. B. F. van der Water; H. Bakker en M. E. Berlemon, J. P. G. Jans sen en J. Molenaar, H. van Duuren en J. Mieloo, P. F. Sloot en J. van Kampen, A. C. de Croon en E. M. Devilee, H. H. L. Dros en M. M. J. van der Klaauw. OVERLEDEN T. Vos, 44 Jaar, man. Zakelijk vervolg op „26 november De strijd om een mensenleven Waardevol boek van mevr. v. Taalingen-Dols Twintig jaar geleden: voor velen his torie, voor anderen een tijd, die vers in het geheugen ligt als de gebeurtenissen van nog geen jaar geleden. Op 26 november 1940 spreekt prof. mr. R. P. Cleveringa in het Groot Audito rium van de Leidse Universiteit over het ontslag, dat de Duitse bezetters verleen den aan de joodse hoogleraren. Een rus tig, waardig, zelfs wat droog aandoend betoog, waarin echter een felle veront waardiging gloeide voor wie dit protest Officiële publikaties WIJZIGING WACHTVERBOD BKEESTRAAT Burgemeester en Wethouders van Lelden brengen ter openbare kennis, dat zij heb ben besloten het wachtverbod ln de Breestraat in zoverre te wijzigen, dat tussen het Rapenburg en de Manden- makerssteeg een wachtverbod geldt voor belde zijden van de rijbaan. Afschriften van dit besluit zijn ge zonden aan de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat In Zuid-Holland, aan de door de minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen verenigingen, be hartiging van verkeersbelangen ten doel hebbende, en aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. AFSLUITING KLEINE HAVENBRUG Burgemeester en Wethouders van Lelden brengen ter openbare kennis, dat de Klei ne Havenbrug. met ingang van 28 novem ber a.s. voor de duur van de werkzaam heden aan die brug zal zijn afgesloten voor het verkeer met alle voertuigen, rij en trekdieren en vee, alsmede voor voet gangers in beide richtingen. VERLENGING SLUITINGSUUR TIJDENS LICHTWEEK Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter openbare kennis, dat op de secretarie dier gemeente voor een ieder ter lezing zijn nedergelegd het besluit van de raad dier gemeente van 16 november 1960, no. 323, en het besluit van hun College d d. 22 november 1960, waarbij voor de periode van 28 november tot en met 3 de cember 1960 het sluitingsuur voor de win kels en de straathandel is gesteld op 21.30 uur. Mevr. mr. L. M. I. L. Van Taalingen-Dols. verstaan wilde. En de Leidse studenten verstonden goed. Er volgde een spontane reactie. Het openlijk naar buiten treden van het reeds in stilte ontstane verzet. De gevangenneming van prof. Cleverin ga. De uitbreiding van het verzet naar andere universiteiten. Vandaag (ditmaal een dag te vroeg eigenlijk, op grond van organisatorische overwegingen) wordt in de Pieterskerk deze 26e november herdacht, zoals elk jaar na de bevrijding is geschied. Tij dens deze herdenking zal na een ope ningswoord van de rector magnificus prof. mr. J. V. Rijpperda Wierdsma een herdenkingsrede worden uitgesproken door prof. mr. G. B. Langemeyer onder de titel „Kunnen wij nü gerust zijn?", uit welke rhetorische vraag reeds de ver ontrusting blijkt, welke er in ruime kring bestaat over de gebeurtenissen en ver houdingen in de wereld van vandaag en de houding, welke daartegenover wordt ingenomen Het is nuttig, op deze dag de aan dacht te vragen voor een enige tijd ge leden verschenen boek, dat in zijn fei telijke eenvoudige, zakelijke stijl een lo gisch vervolg vormt op die beroemde rede van prof. Cleveringa: „De strijd om een mensenleven" van de hand van me vrouw mr. L. M. I. L. van Taalingen- Dols. Dit merkwaardige boek dat uiter lijk niet meer is dan een verzameling chronologische aantekeningen, beschrijft de eindeloze inspanningen welke de schrijfster zich in samenwerking met anderen getroost heeft om een der ont slagen joodse Leidse hoogleraren, prof. mr. E. M. Meyers, te bewaren voor het ergste lot, dat zovelen van zijn rasgeno ten heeft getroffen. I Herdenkingen ook elders Ook dit jaar worden wederom Z omstreeks 26 november in vele 5 plaatsen in Nederland universitaire 5 bijeenkomsten gehouden ter bevor- 5 dering van het contact tussen de J Leidse Universiteit en de oud-alum- ni. De sprekers zijn hoogleraren, le- den van de wetenschappelijke staf en studenten, die de Leidse Univer- siteit vertegenwoordigen. De plaat- sen, waar de bijeenkomsten van- g daag gehouden worden zijn: Alk- g maar, Amsterdam, Gouda, 's-Gra- B venhage, Groningen, Hengelo, Hil- m versum, 's-Hertogenbosch, Rotter- dam en Zwolle en op zaterdag 26 H november: Breda, Brussel, Leeu- H warden, Middelburg en Utrecht en 5 m op maandag 28 november te Haar- H lem. Op 3 oktober vonden reeds Leidse bijeenkomsten plaats in Am- 5 hem en Gorinchem. Aan de meeste der bijeenkomsten is tevens een ge- meenschappelijke maaltijd verbon- den. De organisatie gaat uit van het Leidsch Universiteits-Fonds en de Stichting Pro Civitate, met hulp van vele plaatselijke comité's. u Deze documentaire is door mevr. Van Taalingen, die op verzoek van prof. Meyers nog voordat hij van zijn vrijheid werd beroofd zijn belangen heeft behar tigd tot na de bevrijding, geschreven te- zelfder tijd met een voldoende weten schappelijke afstand tot de gebeurtenis sen om een objectief beeld van de ont wikkelingen te doen ontstaan, als met de warmte der persoonlijke overtuiging die van dit relaas meer kon maken dan een droge kroniek. „De strijd om een mensenleven" heeft niet alleen de strekking van een histo rische documentatie, doch ook van een rechtvaardiging van de (achteraf in een normalere tijd bezien) dikwijls uiterst merkwaardige wijze, waarop deze verbit terde strijd om behoud van een groot geleerde en een groot mens gevoerd moest worden. Bijzonder boeiend is een der eerste ge deelten van het boek, waar de schrijfster (die zelf ook uitgeefster van het werk is) de kennismaking met de ongenaak bare Rauter beschrijft, waaruit, zoals prof. Van Eysinga in een bewonderend voorwoord schrijft, „haar verbluffende tegenwoordigheid van geest en gevat heid" zo duidelijk bleek. Zeer waardevol is ook de volledige tekst van de befaam de rede van prof. Cleveringa, die slechts hier en daar woordelijk voor het nage slacht is gebleven. Opmerkelijk is in dit boek het gebruik van schuilnamen voor talloze personen, die erin voorkomen, terwjjl anderen by de ware naam genoemd worden De mo tivering hiervan is ondanks toelichting niet geheel aanvaardbaar. Juist in een strak objectief historisch overzicht als dit zou naar onze mening openheid sn alle opzichten voorkeur hebben ver diend. Mevrouw Van Taalingen, heeft met deze publikatie, waarvan de druk bijzon der goed verzorgd werd door Oosterbaan en Le Cointre in Goes, een document van onschatbare waarde geschonken, niet alleen in historisch opzicht, doch ook in menselijke zin. Onderzoek wijst uit (Van onze Rotterdamse correspondent) De tachograaf, een zelfschrijvende snel heidsmeter, die in treinlokomotieven is ingebouwd, gaf in de lokomotief, welke de verongelukte trein bij Woer den trok, een grafiek te zien, die niet overeenstemde met wat men op grond van de verstrekte instructies zou ver wachten. Dit is een van de resultaten van een „gemeenschappelijk onderzoek", dat door de Nederlandse Spoorwegen gistermiddag van twee uur tot half zeven in Woerden is gehouden. Aan een „gemeenschappelijk onderzoek" nemen chefs van dienst van verschil lende afdelingen van de Spoorwegen deel, en de deelnemende functionaris sen vormen een „bedrijfsrechtbank". Uit wat bekend is geworden van dit onderzoek mag men aannemen, dat de snelheid van de trein op het bewuste traject inderdaad te hoog is geweest. Het onderzoek heeft zich ook uitgestrekt over de treinen, die voor de veronge lukte trein het traject bereden: uit de tachograaf-registraties zijn in die ge vallen echter geen onregelmatigheden gebleken. Haalde bedrijf uit impasse U haalde het bedrijf uit de impasse en nu, bjj Uw afscheid, laat U een vervoers onderneming achter, welke één van de grootste en modernste is onder de re gionale vervoersbedrijven van ons land. Daarnaast hebt gij op sociaal niveau zeer veel belangrijk werk verricht. In dit verband herinnerde spreker aan de in vloed, welke de heer Jurrissen - sinds 1 januari 1948 directeur - op commissaris sen heeft uitgeoefend om het pensioen fonds een schenking van f. 1.000.000 te doen. Nadat de heer Hollinga ook mevrouw Jurrissen in deze dank had betrokken: „een man ziet ver, doch een vrouw soms dieper", bood hij het afscheidsgeschenk van het personeel en gepensioneerden aan. In gelijke geest voerde de voorzitter van het Jubileumfonds, de heer M. Ockeloen, het woord. Namens dit fonds werd een hoogtezon aangeboden. Voor een aardige attentie zorgde hier na een chauffeur van het bedrijf, de heer G. W. van Lunenburg, die twee door hem getekende portretten, één van de oud-directeur en één van de heer Jurrissen, aanbood ter plaatsing in de vergaderzaal van de NZH. Zwaarste rit van mijn leven Om kwart over twaalf kwam een be wogen directeur aan het woord, die zei, toen hü vanmorgen werd afgehaald door het ontvangstcomité, dat hy een van zijn zwaarste ritten van zyn leven had gemaakt, omdat het afscheid van het bedryf, medewerkers en gepensioneerden hem byzonder zwaar viel. „Toen ik hier 20 jaar geleden kwam, ging ik een nieuwe wereld tegemoet, na dat ik 29 jaar in militaire dienst had doorgebracht, waarvan een groot ge deelte in de tijd, dat het karakter van de mens wordt gevormd". De heer Jurrissen zei zich de terug houdendheid van het personeel in het begin wel te kunnen voorstellen. Zijn er varingen, met name in de dienstrooster- commissies, betekenden een ommekeer in de wijze, waarop hy met burgers zou kunnen en moeten omgaan. De heer Jurrissen zei verder „De heer Hollinga heeft buitengewoon waarderend gespro ken over mijn sociaal gevoel. Dat heb ik meegekregen van myn ouders. En ik kon het in de praktijk brengen, omdat het bedrijf het na de oorlog goed ging". De directeur uitte zyn dankbaarheid voor de grote opkomst van het perso neel en de aangeboden geschenken en zei „Al mag een bedryf nog zo'n goede directeur hebben, die man kan toch niets bereiken zonder bekwame mede werkers". Hedenavond is er voor het personeel, dat in verband met de uitvoering van het bedrijf niet aanwezig kon zyn, gele genheid om afscheid te nemen. Dan krijgen hiertoe ook vele verenigingen en organisaties de gelegenheid. jjjg "'tshiitend met zuiver Ui: jjjjj w»llen tricotvoering. filadde nappa I-I: pcbble-grain 1^.9° li nappa de luxe tricot strips 0, kom er eens kiiken hij Advertentie Sinds 1946 Leids hoogleraar geschiedenis overzeese gebiedsdelen en zeewezen Op nog slechts 54-jarige leeftijd is hedenochtend overleden prof. dr. T. H. Milo, sinds 1946 gewoon hoogleraar aan de Leidse Universiteit in de faculteit der letteren en wijsbegeerte voor de geschiedenis der overzeese gebiedsdelen en de geschiedenis van het zeewezen. De gezondheidstoestand van prof. Milo liet reeds geruime tijd te wensen Maritiem historicus van grote faam Taco Hayo Milo werd op 1 mei 190 te Halsteren geboren. Hij doorliep d HBS en bezocht van 1923 tot 1927 he Koninklijk Instituut voor de Marin Willemsoord. Aanvankelijk koos de hee Milo een militaire loopbaan. Hij werd ii 1927 luitenant ter zee derde klasse ei 1929 bevorderd tot luitenant ter ze tweede klasse. Hij diende o.m. by de hy drografische dienst aan boord van H.M Willebrord Snellius waarop hij de diep zee-expeditie van 1929 tot 1931 mee maakte. In 1937 volgde evenwel zijn eer vol ontslag, aangezien de wetenschap pen hem sterker trokken dan de mili taire dienst. Hij had echter zijn hart aai de zee verloren en dit zou ook duidelij) blijken uit zyn verdere wetenschappe lijke ontplooiing. Van 1938 tot 1941 studeerde de heei Milo geschiedenis aan de Leidse Univer siteit. De sluiting van „Leiden" verplich te hem deze studie in 1942 met een pro motie te bekronen aan de Rij ksimi ver si teit te Groningen. Zyn dissertatie han delde over „De geheime onderhandelin gen tussen de Bataafsche en Fransche republieken van 1795 tot 1797 in verband met de expeditie van schout-bij-nacht E Lucas naar Kaap de Goede Hoop". Hy verwierf zyn doctorstitel cum laude. Inmiddels was hy in 1938 secretaris van de vierde sectie van het Internatio naal Aardrykskundig Congres. In 1944 werd hy belast met het bewerken van de Nederlandse Marine-archieven, waar voor hy als oud-marineman en histori cus de aangewezen figuur was. Als lo gisch vervolg daarop werd hij in 1948 be last met de geschiedschrijving van de Kon. Ned. Marine in de tweede wereld oorlog. Op 8 mei 1946 werd dr. Milo gewoon hoogleraar te Leiden in de geschiedenis van de overzeese gebiedsdelen en van het zeewezen. Daarbij werd de leerstoel, welke indertijd door prof. dr. N. J. Krom werd bezet, gesplitst. Op de andere leer stoel was de inmiddels reeds met emeri- Kunst in Nederland en Engeland Hoe kunnen de banden tussen twee landen beter versterkt worden dan door middel van de kunst. Kunst is inter nationaal. zy doorbreekt alle grenzen, dit moet het bestuur van de afdeling Leiden van het Genootschap Nederland- Engeland ook gedacht hebben by het uitnodigen van mr. Hugh Paget M. A. Deze in Amsterdam wonende Engelsman hield een inleiding, toegelicht met dia's, getiteld: „Kunst in Nederland en En geland enige aspecten van culturele uit wisseling tussen de twee landen." De invloed van de kunst en met name de schilderkunst van de Nederlanden, dus Holland en Vlaanderen, in Engeland is byzonder groot geweest. Een van de redenen hiervoor was de komst van En gelsen om mee te helpen strijden te gen de Spanjaarden in de tachtigjarige oorlog De Engelsen kwamen in contact met Nederlandse kunstenaars, die portretten schilderden. o.a. Petrus Christus schil derde in 1446 een portret van Edward Grimston. Hollandse schilders trokken ook naar Engeland. Lucas Horenbout, hofschilder van Hendrik de Achtste, begon miniatu ren te vervaardigen. Andere Nederlandse artiesten in Engeland waren: Lucas de Here, Cornells Ketel, Anthony van Dyck (hofschilder Karei I) en Peter Lely (hofschilder Karei II). De Engelsen ver. zamelden Hollandse landschapsschilde ryen. Hobbema en Ruysdael o.a. beïn vloedden vele Engelse schilders zoals, Crome, Cotman, Constable en Gains borough. Later gingen de Engelsen naar Hol land om portretten te schilderen. De bekendste Engelse portretschilder was Hodges Hy leefde in het einde van de negentiende eeuw. Wijlen prof. dr. T. H. Milo taat vertrokken prof. dr. F. D. K. Bosch benoemd voo rde archaeologie en ge schiedenis van Ned. Indië. Prof. Milo aanvaardde zyn ambt op 21 juni 1946 met een oratie onder de titel „De invloed van de zeemacht op de ge schiedenis de Verenigde Oost-Indische Compagnie". Van de hand van prof. Milo zyn be halve de reeds genoemde werken nog enige andere publikaties verschenen. Prof. Milo was een veel gevraagd spre ker over maritieme aangelegenheden. Met warme liefde voor de zee en haar geschiedenis heeft hy vele duizenden ge boeid door uiteenlopende voordrachten. Negers en blanken ZONDAGMORGENBIJEENKOMST BIJZONDER KERKEWERK De onderlinge verhouding van de ras sen in onze wereld blyft helaas een vraagstuk. Een pyniyk vraagstuk omdat de oplossing zoveel netelige kanten heeft. Toch moet er over gesproken worden. Toch moet een oplossing gevonden wor den. De geschiedenis gaat ook verder. De berichten in de pers over de wereld gebeurtenissen brengen elke dag nieuwe feiten. Dr. J. W. Schulte Northolt, uit Wasse naar, o.a. bekend door zyn boek over de negers en hun ïydensweg, getiteld: „Het volk dat in duisternis wandelt", zal zon dagmorgen a.s. op uitnodiging van Byz. Kerkewerk (Open Deurwerk) van de Leidse hervormde gemeente in het „Lu- xor-theater" spreken. Na zyn inleiding wordt aan de bezoe kers gelegenheid gegeven met hun vra gen en opmerkingen voor de dag to ko men. Dr. J. W. Schulte Northolt zal deze vragen trachten te beantwoorden. Prinsen Geerligsprijs voor Leids student De Reina Prinsen Geerligsprijs 1960 is toegekend aan de 25-jarige student An ton Pedro van Hoek uit Den Haag voor z'n toneelspel Duitsland nu. De heer van Hoek studeert rechten aan de Leidse Universiteit. Heden-middag is tydens een byeenkomst in de aula van de Ge meente Universiteit van Amsterdam deze prys voor jonge letterkundigen van 20 t/m 25 Jaar, voor de twaalfde keer, uit gereikt. Een eervolle vermelding heeft de jury toegekend aan de dichter-novellist An ton Jan Muller voor zyn novellen „Met het gezicht in de schaduw" en zyn gedichtenbundel „Ademdimensies." De heer H. P. Beereboom slaagde te Utrecht voor het vakdiploma voor de detailhandel in sterk-alcoholische, zwak alcoholische en alcoholvrye dranken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 3