camera s IN KAMER EN TUIN ANTHONY PERKINS, JAPANNERS LATEN ZICH GRAAG VAN GEEL-TOT ROODHUIDEN OMTOVEREN UIT DE OUDE DOOS NAAR DE NIEUWE ROND EN VOETLICHT ZATERDAG 12 NOVEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 HIJ KAN NAUWELIJKS MEER WENSEN Westers in land van de rijzende zon Tips voor „zelfwerkers" dat hem voor de naaste toekomst ze ker stelt van een flink aantal uitste kende rollen. En tussen de films door staat Broadway altijd om hem te roe pen. Financiëel heeft deze zoon van de overleden acteur Osgood Perkins bepaald geen zorgen. Vanzelfsprekend zijn er altijd mensen, die het anders willen zienMen kan overal de natuurlijke zwartkijkers tegen komen, die geen goed kunnen ontdekken daar waar hun mede mensen hard jubelen. Dus zal men ook in Amerika wel verhaaltjes en artikeltjes kunnen ontdekken, 1 waarin de auteur geen goed woord over heeft voor de jonge acteur Anthony Perkins. Maar ze zijn verre in de min derheid. Er staan n.l. zoveel lovende beschrijvingen tegenover over zijn optreden op het witte doek, op het televisiescherm, in technicolor of in gewoon zwart wit, dat men werkelijk wel kan aannemen, dat over het algemeen Amerika veel ziet in deze jeug dige acteur en dat men hem een grootse toekomst voorspelt. Een veelbelovend acteur wordt altijd met veel publiciteit omgeven. Maar wat dat betreft heeft Anthony kortge leden een maandenlange vakantie ge noten. Want tijdens de opnamen van Alfred Hitchcocks laatste film „Psycho" waren er over Anthony Perkins geen verhalen en artikelen te schrijven. Tij dens de gehele produktie stond hy geen enkel interview toe. Dat allemaal, om dat Hitchcock de opnamen met de grootst mogelijke geheimzinnigheid had omhangen. Buiten de studio geen woord over de belevenissen binnen, waar bovendien geen enkele bezoeker werd toegelaten. Hitchcock wilde de Intrige van de film en de daarin uit gebeelde karakters volkomen onbekend houden tot de première van zijn film. Dus: geen bezoekers, geen pers, geen verhaaltjes, geen fotografen, geen voorbeschouwingen, niets, niets Rustige tijd En dus kon Perkins voor het eerst sinds lange tijd rustig zijn lunch in de kantine van de studio gebruiken zon der de bijbehorende vragensteller. Hij kon als hij niet op de set behoefde te zijn rustig de benen uitstrekken in zijn kleedkamer, waar hij in alle rust een boek kon lezen, terwijl hij met een half oor luisterde naar de radio. Of hij een heerlijk keuvelpar- tijtje opzetten met zijn medespelenden Vera Miles, John Gavin en Janet Leigh. Trouwens over Anthony Per kins is niet zo veel nieuws meer te vertellen. De meeste scribenten, die zich met Hollywoon bezighouden, hebben hun pennen reeds over hem gebroken. Luister maar eens naar de vele eigen schappen, die hem toegedicht hebben: verlegen, gevoelig, intelligent, intellec tueel, nauwgezet, eerzuchtig, punc tueel, aanhankelijk, pienter, geestig en ga maar door. Toch was het een heel gewone wer ker in de studio, die een korte kern achtige samenvatting wist te geven van al die lofuitingen: „Perkins is een verdraaid aardige kerel, blijkbaar erg tevreden met het werk, dat hij doet". Tevreden Inderdaad, Perkins heeft alle reden om tevreden te zijn. Hij heeft een langlopend filmcontract in zijn zak, Azalea mollis is een echte tuin- azalea. waarvan men heel veel plezier kan hebben. Zij bloeit al vroeg in de voorzomer met een weelde van grote bloemen. De fraaie kleuren bewegen zich voornamelijk tussen zalm en geel, doch er zijn ook rood- achtige-oranje kleuren en die zullen u stellig ook prima vol doen. Azalea mollis moet wel een bepaalde grondsoort hebben; ze kan niet „zo maar" in de klei of in het zand gezet worden. In dat geval zal er echt niet veel van terecht komen; men moet wel degelijk voor een veenach tige grond zorgen. Als men geen veengrond kan bemachtigen, kan men ook heel goede resul taten bereiken door er een laag molm en oude mest doorheen te spitten. Zorg er in ieder geval voor, dat het plantgat niet al leen voldoende breed, doch ook voldoende diep is; de wortels moeten direct naar alle kanten kunnen uitgroeien. Azalea's voldoen in elke tuin; ze nemen de eerste jaren niet veel ruimte in beslag en kunnen dus ook in de kleine tuin aan geplant worden. Ze vinden het over het algemeen niet zo pret tig in de volle zon; ze hebben liever een beetje schaduw op de voet. Strooi dus na het poten maar wat ruigte over de grond; dat zal ze wel goed doen. Ze kunnen echter ook zo gepoot worden dat ze op het heetst van de dag een weinig in de scha duw komen. Ze voldoen het best, indien ze tegen een donker groene achtergrond gepoot wor den. Zij bloeien al voordat het lichtgroene blad wordt gevormd en daarom doen ze het zo best voor of tussen hoogop groeiende coniferen. Het is van groot be lang dat men het eerste jaar voor voldoende water zorgt; als ze nu gepoot worden, zal men ze dus met het gieten vooral volgend voorjaar goed in het oog moeten houden; ze hebben veel water nodig. Het is ook noodzakelijk om steeds en re gelmatig de uitgebloeide bloe men te verwijderen; ze ontsie ren niet alleen de struiken, doch het is ook niet bevorderlijk voor een goede groei als ze blijven zitten. Snoeien behoeft men praktisch niet te doen. Dat is wel prettig, vooral voor de ama teur-tuinier. G. KROMDIJK. Azalea mollis in bloei In Hollywood woont óemm ntjgwel ln een fraai hola met eon eigen zwembad. Maar het prettigst schijnt htf zich toch te voelen in New York, waar hy enkele kamera permanent ter beschik king heeft. Daar kan hy zich wijden aan zijn hobbies, waarbij vooral het schilderen een ruime plaats inneemt. Het ia daar niet groot, hij kan er zloh nauwelijks in rond draaien. Als hjj tenminste niet al te diep ademt Maar hij voelt er zich erg op zyn ge mak. En daarom kunnen we rustig een adjectief toevoegen aan de lange lijst, die velen voor ons al aan hem gewyd hebben gelukkig. Wat critici ervan dach ten interesseerde het Ja panse bioscooppubliek niet. Al hadden de film kenners er geen goed woord voor over, ze gin gen toch kijken naar die Japanse cowboyfilm. En ze gaan nog steeds kijken. Er is een rage ontstaan, sinds de Nikkatsoe Film maatschappij de eerste „echte Japanse cowboy film" uitbracht, getiteld „De gokker met de gi taar". De rage van de Japanse Western. De cow boyfilm met Japanse landschappen als achter grond en Japanse acteurs en de hoofdrollen. Hopa- long Watanabe, de schrik van alle bandieten, houdt de Japanse bewonderaars in zijn ban gevangen, ter wijl hij galoppeert over de Japanse vlakten. Weer een andere sluikharige held loopt langzaam de stoffige straat in, trekt zijn pistool en doet zijn tegenstander in het stof bijten. En natuurlijk doen ook de bevallige Japanse jonkvrouwen een duit in het zakje. De verhalen zyn van precies dezelfde makelij als die van Amerikaanse Westerns. Hoe vreemd de Japanse gezichten onder de cowboyhoeden een westerling ook aandoen. Maar de Japanse bio- scoopganger ziet niets vreemds aan die held met zijn enorme sombrero, rij broek met cowboylaarzen en een paar met parels bezette zes-schieters op de heupen. De Westerns in het land van de rijzende zon wor den opgenomen op het eiland Hokkaido, dat veel weg heeft van het zuid westen van de Verenigde Staten. Zelfs aan India nen heeft men geen ge brek. De bewoners van Hokkaido laten zich graag van geel- tot roodhuiden omtoveren, zy overvallen postkoetsen, nemen de held gevangen en ontvoe ren de heldin, precies zoals hun Amerikaanse leermeesters dat altyd hebben gedaan. Iets geheel eigens is echter de naam, die men in Japan voor het begrip „cowboy" heeft. Zo'n koeienjongen wordt „wa- taridori" genoemd, het geen de naam van een vogel is, maar figuurlijk de betekenis van „gokker" of „valsspeler" heeft ge kregen. Het grote succes in eigen land heeft de Nik katsoe Maatschappij ertoe gebracht ook in andere Aziatische landen en Afrika, films te gaan op nemen. Het doel is „inter nationale Japanse cow boyfilms". Het aantal diergenen, die het als de meest normale gang van zaken beschouwen, dat ze hun volgeschoten filmrolletje wegbrengen om dit te laten ontwikkelen en afdrukken (of „printen") is vele tientallen malen groter dan van hen, die niet slechts opnamen maken, maar bovendien zelf de gehele verdere afwerking van eigen films verzorgen. Toch is het nog maar een goede kwart eeuw geleden, dat het percentage der „zelfwerkers" en der „wegbrengers" niet veel meer verschilde dan dat der stemmen op de beide kandidaten der laatste Amerikaanse presidentsverkiezing. voor landschapsopnamen, werd vijf tig kubieke centimeters van spulletjes A gemengd met tachtig eenheden va* sopje B. Maar wanneer een nog op de gevoelige plaat sluimerend stille ven tot fotografisch leven ontwikkeld moest worden, nam men een totaal andere verhouding. Tien druppeltjes van een in een apart staand flesje met ontwikkelaar-elixer hadden vol gens de experts een totaal andere werking dan twintig en afhankelijk van het „karakter", dat men aan de opname wilde geven, goochelde de zelfwerker met zijn voorraad oplos singen als een kwakzalver met tink- turen en smeersels. Zo vergroeide me nig amateur van incidentele liefheb ber tot constante donkere-kamer-be- wonerMaarmen boekte resultaten, want de tekortkomingen van het toen malige materiaal werden door dit naarstig zoeken voor een groot deel opgevangen. De fraaie opnamen uit die tyd, waarin noch opname-mate riaal. noch papier de soepelheid en het aanpassingsvermogen van het hui dige lichtgevoelige produkt hebben, dwingen bewondering af. Niet alleen voor de fotografische visie, maar ook voor de volhardende speurzin naar nieuwe combinaties van ontwikkei- stoffen en chemische hulpmiddelen die de amateur van toen bezat. Maar in enkele tientallen jaren verandert er veel. Chemische fabrieken namen de moeite om op hun laboratoria de uit werking van diverse stoffen op licht gevoelig materiaal na te gaan. Ze be dachten geraffineerd samengestelde ontwikkelaars met kunstig ingebouw de „goedhouders", die de levensduur van de fabrieksontwikkelaars ver bracht boven die van eigengemaak te brouwsels. En voor vrijwel elk ge wenst resultaat werd een aangepas te oplossing gebracht. Bovendien kit- gen films en papieren een soepel#/ huidje: gradatie, kleurgevoeligheid en lichtgevoeligheid werden sterk verbe terd. De huidige amateur, die nu weer zijn films zelf wil ontwikkelen hoeft niet langdurig in de kelder te krui pen, noch slaapkamertjes gedeeltelijk te slopen of om te bouwen. Want de vinding van de ontwikkeltank uit één of andere kunststof, maakt het ver blijf in een donkere ruimte tot een periode van een enkele minuut, waar na rustig in de huiskamer zelfs on der het licht van de lamp, de film ontwikkeld kan worden. Een rijke keus aan ontwikkelaars in afgepaste hoeveelheden en met een variatie in ontwikkel tij den naar ge lang hij de „kraclit" van zyn film wil hebben, staat hem ter beschik king. En zo hy zijn film per ver gissing of opzettelijk teneinde een speciaal effect te sorteren veel te kort heeft belicht, een spe ciale ontwikkelaar, die alles uit de film haalt, wat er aan lichtgevoeligheid in zit, tovert beelden tevoorschijn van normale dekking, waar met andere ontwikkelaars slechts een grijze schim zou zijn ontstaan. Deze speciale ont wikkelaars zyn z.g. éénmalige, waar van slechts eenmaal gebruik wordt ge maakt en vandaar dat ze ook in zeer kleine hoeveelheden, geschikt voor het ontwikkelen van één film (eventueel hoogstens twee) aan de markt wor den gebracht. Wie in het circus, tij dens een toneelvoorstelling, bij straat- en etalageverlichting momentopnamen wil maken, kan dit met een snelle film gemakkelijk doen, wanneer hy een 21 tot 23 Din film belicht als of deze véél gevoeliger is en wel 26 of 28 Din (d.i. uiterst lichtgevoelig) en daarna de film niet in een nor male ontwikkelaar, maar in zo'n „op fokkende" vloeistof behandelt. Over de verdere geheimen van de zo praktische ontwikkeldozen een vol gende maal. J. WOLFSLAG. Bent u in de gelegenheid een eigen hoekje tot donkere kamer te annexeren, bedenk dan, dat deze ruimte geen donker „hok" moet zyn, maar altijd nog een „kameF*. Houd dus deze ruimte netjes en schoon en laat geen verschraalde en zure luchtjes de atmosfeer con stant bederven. Beplak uit angst voor licht geen wanden met zwart papier en schaf ook geen speciale rouwgordynen aan. Sluit u wel voor een regelmatige ,lichtcontrole' van tyd tot tyd eens even op in de donkere kamer zon der enig licht aan te steken. Na enkele minuten kunt u controleren of direct licht van buiten af naar binnen op de werktafel kan drin gen. Probeer dit te weren. 'n Knip aan de binnenkant helpt beter om ongewenste doka-bezoe kers te weren dan heel leiyke woorden achter af als de deur toch plotseling open is gegaan. En in de periode daarvoor behoor de het juist tot de meest normale gang van zaken, dat een zichzelf res pecterend amateur de eigen opnamen met minutieuze zorg ontwikkelde en hetzij met behulp van een drukraam op „daglichtpapier", hetzy door middel van een vergrotingskoker op „gaslicht papier" afdrukken of vergrotingen maakte. Die minutieuze zorg bij het ont wikkelen bepaalde zich echter hoofd zakelijk tot de angstvallig-nauwkeu- rige samenstelling van diverse ontwik- maakte. Want de ras-echte „zelfwerker" zocht naar de ideale ontwikkelaar als een alchemist naar de steen der wij zen. Grammetjes van geheimzinnige substanties werden opgelost in maat glazen, die geleegd werden in bruine stopflessen, waarin reeds andere vloei stoffen gebrouwen waren. En als ken ners spraken twee verknochten over een nieuw en bijzonder „lekker" ont- wikkelaartje, waarby de hoge lichten niet „aanliepen", wanneer in de diepe schaduwen toch beweging kwam. U ziet, met hield er zelfs een heel vak jargon op na en lijsten. Lange lys- ten met ontwikkelaars van meer malen geheime samenstellin gen. Voor het ene materiaal, geschikt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 18