Burgemeester J.A. Detmers werd in Zoeterwoude jubelend ingehaald Politiek in de ban der historie kan gevaar zijn voor toekomst Raad heeft vertrouwen in hem Aansluitende ulo-opleiding om leerkrachtentekort in te lopen Verenigd Europa isolere zich niet van Angelsaksische wereld ZATERDAG 5 NOVEMBER 1960 Prof. dr. A. J. C. Riiter (rechts), Leids hoogleraar in de vaderlandse geschiedenis, wenst prof. Schaper tijdens de receptie geluk met zijn ambtsaanvaarding. (Foto L.D./Holvast) Laat docenten in Leiden wonen In de toespraken tot slot van zyn inaugurele oratie maakte prof. Schaper enkele behartigenswaardi ge opmerkingen over de moeilijkhe den, welke een hoogleraar moet overwinnen voor hij er toe komt zijn benoeming te aanvaarden. On der meer merkte prof. Schaper hierover het volgende op. „Ik kan niet nalaten gewag te maken van de uitzonderlijke moeite waarin leden van de Leidse Univer sitaire staf, voor zover zij niet bij zonder bemiddeld, zijn, verkeren, hier een redelijke op geestelijke ar beid ingestelde woonsfeer te vinden. Ik kan niet aannemen, dat aan onze Universiteiten nog de voor stelling zou leven van de hoog leraar, die zijn functie financieel gezien als ere-ambt kan vervullen. Aan de Leidse Universiteit is op het gebied van sociale voorzienin gen, getuige de reeds aloude We- duwensociëteit, pioniersarbeid ver richt. Het zou misschien enigszins in die lijn liggen aan de voorberei ding van een professoraal bejaar dencentrum te denken. Urgenter lykt mij echter, wanneer de Leidse Universiteit, door het Rijk daartoe in staat gesteld, niet alleen voor de studenten maar ook voor de docen ten door financiële faciliteiten de mogelijkheid opende tot het. verwer ven van een, aan redelijke eisen be antwoordende behuizing. Alleen daardoor kan een toeneming van het forensendom onder docenten worden tegengegaan, dat voor het levende contact met, de studenten alleen maar schadelijk kan zijn." Wanneer de historicus zyn hoogste richtsnoer vindt in het doorgronden van de diepste vragen van zyn eigen tijd, zal hy erkennen, dat een vestiging van een vreedzame samenleving der volke ren ook voor zyn eigen arbeid een be slissende voorwaarde is, omdat wij in het huidige wereldbestel zonder die vrede er allerminst zeker van zullen zijn, nog over de tyd te beschikken zowel om ge schiedenis te maken als om de historie te beschrijven. Prof. Schaper besloot zijn oratie met de gebruikelijke toespraken en reci pieerde daarna in de ontvangstzaal van de Academie. Sinds gistermiddag heeft Zoeterwoude weer een burgemeester. Nauwelijks had burgemeester Smeets afscheid genomen en was hij naar zijn oude vertrouwde Limburg vertrokken of zijn opvolger, bur gemeester J. A. Detmers werd geïnstalleerd. De installatie van de nieuwe burgemeester geschiedde in de met bloemen en vlaggen ver sierde zaal van het Parochiehuis. Loco-burgemeester P. van Hofwegen hing de nieuwe burgervader de ambtsketen om, nadat hij hem met zijn installatie had geluk gewenst en hem veel sterkte had toegewenst bij de moeilijke taak, die hem in Zoeterwoude wacht. Hij wees de burge meester daarbij op de belangrijke plaats, die Zoeterwoude in de Randstad Holland inneemt, op de vele projecten, die op verwerkelijking wachten en op de dreigende annexatie, die een weloverwogen en juist beleid vergt. Ploeg (KVP) had zich zorgen gemaakt over de opvolging van burgemeester Smeets. Toen hy echter hoorde, dat de burgemeester van Zevenhoven tot bur gervader van Zoeterwoude was benoemd, was hem dit een pak van het hart ge weest. Wensen Wethouder J. M. Kraan zegde zijn nieuwe voorzitter alle medewerking toe. Hij beloofde in het college alles open en eerlijk te zullen bespreken en daarbij de mening van anderen te zullen respec teren. Hierna voerden de fractievoorzitters van de KVP en de Prot. Chr.-groepe- ring het woord. De heer J. H. van der De burgemeester wordt door de loco-burgemeester geïnstalleerd. (Foto L-D./Holvast) Hjj hoopte, dat onder het bewind van de nieuwe burgemeester vele projecten zullen worden gerealiseerd. Het oplossen van de woningnood, de aanleg van de verbindingsweg Hoge Ryndyk-dorp, de bouw van scholen en gymnastiekzalen, de stichting van een bejaardencentrum en wykgebouwen, uitbreiding van de recreatiemogelykheden en verbetering van de drinkwatervoorziening in de zogenaamde onrendabele gebieden, wa ren zyn vurigste wensen. De voorzitter van de Prot.-Chr. fractie, de heer Joh. van Vliet, zette uiteen, dat zyn fractie maar een kleine groep is en dat de verstandhouding met de KVP boven alle lof verheven is. Hij hoopte, dat de samenwerking zo zal blijven. Burgemeester Detmers was bijzonder te spreken over de vorstelijke intocht, die hem te beurt was gevallen. De zang van de kinderen, die vrolijke muziek en het ere-escorte van de ruiter- en vele andere verenigingen, het was hem alle maal bijzonder goed bevallen. Burgemeester Detmers zegde toe zich zo gauw mogelijk in te werken. ,Door mijn vroegere functie zijn die zaken mij niet geheel vreemd, al zal ik eraan moe ten wennen, dat in Zoeterwoude alles van groter formaat is dan in het goede Zevenhoven". De burgemeester hoopte op een goede samenwerking met het college, de raad en het ambtenarenkorps. Wat de annexatie betreft hoopte de burgemeester (uiteraard), dat het slechts by plannen zal blUven. „MUn voorgan ger heeft erbij zyn afscheid zijn vreugde over uitgesproken, dat in zyn ambts periode geen voet van de gemeentegrond De nieuwe burgemeester van Zoe terwoude en zijn echtgenote werden bij aankomst in hun nieuwe ge meente hartelijk toegejuichd en om stuwd door opgewonden kinderen. (Foto L.D./Holvast) is afgestaan. Ik hoop t.z.t. hetzelfde te kunnen zeggen". De burgemeester beantwoordde de ver schillende sprekers kort. „Ik zeg meestal niet veel. Maar wat ik zeg meen ik. Wees ervan overtuigd, dat ik, zo ik eens iets onvriendelijks zeg, dit niet altyd zo bedoel. Ik hoop vele problemen in goede samenwerking op te kunnen lossen. Ik zal mijn best doen". Hierna werd de in stallatievergadering gesloten en was het woord aan de genodigden. Oli, dat Nederlands.. (Van onze Haarlemse correspondent) Uit de Memorie van Antwoord van B. en W. van Haarlem aan de ge meenteraad blijkt, dat bij de werving van -politiepersoneel voor een groot percentage kandidaten de Neder landse taal een onoverkomelijk struikelblok is. De gebrekkige ken nis van de Nederlandse taal, aldus B. en W., staat als regel niet alleen, maar treedt op naast een minimale algemene ontwikkeling. Het is voor gekomen, dat kandidaten, die overi gens geschikt waren, het advies kre gen zich met een onderwijzer in ver binding te stellen ten einde hun kennis van de Nederlandse taal en algemene ontwikkeling op te halen. Natuur helpt Italianen in de tegen het water strijd De natuur heeft de Italianen gisteren een handje geholpen by hun poging om het water, dat de landerijen van het eiland Ariano had overstroomd, gele genheid te geven naar de Adriatische Zee af te vloeien in plaats van naar het westen, waar de vruchtbaarste delen van de delta liggen. Voordat het leger kon ingrijpen, be zweek een dijk, waardoor het water zyn weg koos over het schiereiland Casatis, dat men toch had willen opofferen. De troepen werden onmiddellijk ingescha keld om een aarden wal af te bouwen, die het nog droog liggende deel van het eiland Ariano moet beschermen. Dui zenden boeren zijn uit deze streek ge- evacueerd. Zij zijn met hun gezinnen ondergebracht in noodverblyven. Do autoriteiten zyn van mening dat de toe stand nu zal verbeteren. Direct na derde leerhring kweekschool Onderwijzers zenden nota aan minister Daartoe geschikt geachte onderwyzers dienen in de gelegenheid te worden ge steld zich in een cursus van een jaar, onmiddellijk aansluitende aan de derde leerkring van de kweekschool, te be kwamen voor het ulo. Door deze nood maatregel, die vermoedelijk zonder wet- telyke voorzieningen reeds in 1961 kan worden gerealiseerd kan een daadwerke- lyk begin worden gemaakt met het in lopen van het aktebestand van het ulo, het vglo en het mo. Het tekort aan be voegd personeel by het ulo is zo groot, dat niet kan worden gewacht op de re sultaten van een nadere studie, noch op de realisering van de Mammoetwet. Dit is de strekking van een nota, die een commissie uit de onderwijzers- en lerarenorganisaties heeft aangeboden aan de minister van O. K. en W. Twee vraagstukken zijn volgens deze commissie urgent, te weten de vraag of er een middel is om -via de opleiding het acute tekort aan bevoegd personeel bij het ulo te bestrijden en voorts het pro bleem hoe de toekomstige opleiding van de ulo-leerkrachten moet zijn. In de nota wordt aan het eerste vraagstuk aandacht besteed, waarbij gestreefd is naar een oplossing, die reeds vooruit loopt op de opleiding van ulo-leerkrach ten. Hoe deze opleiding definitief moet worden geregeld, is volgens de samen stellers van de nota een onderwerp van nadere studie. Het zal volgens de com missie zeker nog vijf tien jaar duren alvorens de Mammoetwet in werking treedt. In verband met de bestaande noodtoestand bij het ulo acht zij een noodoplossing gewenst. Tot nu toe werden alle ulo-leerkrach ten uit het gewoon lager onderwijs ge- recruteerd, omdat er geen directe op leiding voor het ulo bestaat. De com missie betwijfelt of zulks in de toe komst mogelijk zal blijven in verband met de gestegen vraag naar lagere akten. Wenselijk acht zij het evenmin, omdat door een te sterke doorstroming de sta biliteit van het lager onderwijs in ge vaar komt. Aan een directe, zij het voor lopige ulo-opleiding geeft de commissie de voorkeur. De huidige opleiding - reeds in dienst zijnde onderwyzers die 's avonds stude ren voor de akten Frans, Duits, Engels, wiskunde en handelskennis - acht de commissie een te zware belasting naast een volledige dagtaak. Zij geeft de voor keur aan een cursus van een jaar aan sluitend op de kweekschool. Voor deze opleiding dient aan de cursisten een renteloos voomrhot te worden gegeven, waaruit zij alle studiekosten met. inbe grip van boeken, cursusgeld, e.d., de noodzakelijke reis- en verblijfkosten en de kosten van levensonderhoud kunnen betalen. Aan onderwyzers, die aan de cursus deelnemen, dient uitstel van mi litaire dienst te worden verleend. Wat de renteloze voorschotten betreft moet volgens de commissie worden bepaald, dat twintig procent daarvan wordt kwijtgescholden voor elk jaar dat de cursist na het volgen van de cursus het onderwijs dient. De inrichting van de cursus aan de kweekscholen heeft de commissie in grote ïynen uitgewerkt. Prof. dr. B. W. Schaper, die de tweede leerstoel in de algemene geschiedenis aan de Leidse Universiteit naast prof. dr. Th. J. G. Locher bezet, aanvaardde gistermiddag in het Groot Auditorium zijn gewoon Leids hoogleraarschap met een oratie onder de titel „Politiek in de ban der geschiedenis". Prof. Schaper stelde in zijn oratie, dat door de eeuwen heen veel misbruik is gemaakt van de geschiedenis in de politiek, maar dat anderzijds de invloed, welke door de geschiedenis op de politiek is uitgeoefend evenmin steeds gelukkig is geweest. De Engelse relatie tussen beide achtte hij heel wat positiever dan de Franse, welke berust op een onvruchtbaar heimwee naar een begoochelend verleden. In de figuur van De Gaulle vindt deze nostalgie volgens prof. Schaper haar zuiverste expressie en toont zij tevens haar gevaarlijke aspecten. Voor zover deze Franse relatie tot het verleden representatief is voor die van Europa behelst zij een ernstige waarschuwing. Zeker niet in de laatste plaats daarom is het geraden, dat een Verenigd Europa zich niet van de Angelsaksische wereld laat isoleren. Prof. Schaper legde er voorts de nadruk op, dat de vestiging van een vreedzame samenleving der volkeren een beslissende voorwaarde is voor de arbeid van de historicus, omdat zonder een zodanige vreed zame samenleving het niet mogelijk zal zijn geschiedenis te maken of te schrijven. Merkwaardig contrast Prof. Schaper herinnerde er in het begin van zijn oratie aan, hoe in het jongste verleden herhaaldelijk is gewe zen op het verschijnsel, dat de geschie denis werd onderworpen aan de geest van partij of nationale hartstocht. Zelfs werd het wel zo scherp geformu leerd, dat de historie ons voorliegt tot het bittere einde van het laatste kruis verhoor. Vruchtbaarder dan een be schouwing over de relatie tussen historie en politiek van dat gezichtspunt uit achtte prof. Schaper een beschouwing over de invloed van de geschiedenis op de politiek, de invloed van het bewust zijn omtrent de geschiedenis, de na werking van het verleden en de voorstel ling daarvan op de hedendaagse poli tiek. Een nadere beschouwing van deze in vloeden bracht prof Schaper tot de ge volgtrekking, dat de relatie welke de Engelsen gevonden hebben tussen ge schiedenis en politiek veel positiever is dan het Franse aeauivalant. Het traditie-getrouwe Engeland heeft tot in zyn jongste verleden telkens tij dig de bakens weten te verzetten, min of meer steunend en vooruitgrypend op de algemene lynen in de historische ontwikkeling. Merkwaardig genoeg tonen de Fran sen een geheel andere geesteshouding. Terwyl Engeland zich, ondanks ge hechtheid aan traditie, voortdurend aanpaste ook in de geest, drukt nergens de geschiedenis zo zwaar op de politiek als juist in Frankryk, waar de vrijheid verworven werd door een revolutie tegen historie en traditie. Frankryk is het land, waar de historie niet alleen voor het decor en de spelvormen zorgt, maar dat zyn geschiedenis zelf telkens op nieuw opvoert. Niet alleen de grote re volutie zelf, maar ook bv. de figuur van Jeanne d'Arc verschaft daarvoor voldoende thema's. De Gaulle moderne Jeanne d'Arc Na voorbeelden van deze zich repe terende historie uit het verleden gegeven te hebben wijdde prof. Schaper een be langrijk deel van zijn oratie aan poli tiek en gestes van De Gaulle, de man die door Churchill als een moderne Jeanne d'Arc werd bespot en door deze figuur aantoonbaar werd geïnspireerd. Reeds uit zyn memoires blykt, hoezeer deze hedendaagse staatsman leeft en werkt in de ban van de bovenal Franse geschiedenis. Dergelijke historische beinvloeding kan van grote waarde zUn, doch kan te zyner tijd ook fataal worden: tenden ties in deze richting zijn reeds duidelijk aan de dag getreden. De exclusief-na- tionale inspiratie door de geschiedfnis van de politiek van De Gaulle vormde in de eerste oorlogsjaren zijn kracht maar gaat steeds meer haar bekrom penheid vertonen en duidelijk maken, hoeveel er in De Gaulle's concepties van de hem omringende wereld schuil gaat aan rudimenten van een tyd, die onherroepelyk voorby is. Zeker, De Gaulle zag breder en verder dan de meeste van zijn landgenoten. Maar wanneer hij zich aan het visioen van de grandeur en glorie van land en volk overgeeft blijft hij volledig steken in een ideologie, die in diepste wezen be heerst wordt door een nostalgie naar een begoochelend verleden. Hier be toont de historie volgens prof. Schaper als metgezellin voor een politicus haar gevaarlijkste verleidingskracht Waarschuwing Er zit in het onvermogen van het hedendaagse Frankrijk, zich van deze nostalgie te bevrijden en een vrucht baarder relatie tot de geschiedenis te vinden e6n waarschuwing en een gevaar voor Europa. Tot opzekere hoogte is dit Frankryk immers symbolisch voor de Europese si tuatie. Ons werelddeel gaat nu eenmaal onder de last der historie (ook haar grootheid) gebukt. Die last ligt bovenal besloten in de nationale formaties die zich onverkort willen handhaven. Voorts zyn er naast historische wryvingspun- ten (Tirol, Triëst, Krupp) ook de supra nationale formaties uit het verleden, zo als die in diverse Rijksgedachten voort leven maar ook in een hoofd als dat van De Gaulle rondspoken, en die een vrije en nieuwe integratie belasten of belemmeren. Dan is er ook nog de hy potheek van Europa's verhouding tot grote delen van de rest van de wereld. De veelheid van in allerlei historische verhoudingen gewortelde nationale tra dities vormt voor Europa een grote han dicap zowel ten aanzien van eigen inte gratie als ten opzichte van een inscha keling in een groter bestel. In dit verband achtte prof. Schaper de wijze, waarop Engeland historie en politiek weet te coördineren heel wat vruchtbaarder dan de Franse bevangen heid. Hij achtte het mede daarom sterk geraden, dat een verenigd Europa zich niet van de Angelsaksische wereld iso leert. Er is, zo gezien, alle reden tot waak zaamheid jegens de verschillende vor men, waarin de geschiedenis de politiek in haar ban dreigt te slaan of reeds geslagen heeft. Er zijn meer voorbeel den dan dat van het Frankryk van De Gaulle te noemen. Het zal steeds weer nodig zijn, de weg uit het verleden open te breken naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe werelden, bereid te zijn tot een nieuw begin. Het perspectief van een nieuwe toekomst komt eerst vrij, wan neer wy in staat zijn het verleden af te schudden. Niet door dat verleden te verloochenen, maar door er afstand van te nemen en daardoor te kunnen door lichten en voor het heden vruchtbaar te kunnen maken. Vreedzame samenleving Dit is niet een verloochening van de eigen wetenschap door de historicus. Voor de geschiedbeoefenaar persoonlijk is de historie in de eerste plaats een deel hebben aan het menselyk ervaren in het verleden. Dit deel hebben kan slechts vrucht afwerpen, wanneer de historicus intensief deelneemt aan het eigentydse leven. Slechts dan kan hij eigen arbeid en bestaan een perspectief geven, dat verleden, heden en toekomst harmonieus in beeld brengt. De historicus moet dus erkennen, dat de politiek de last van de geschiedenis afschudt, wanneer zijn eigen tijd daarom vraagt. Objectiviteit tegenover het gebeuren in het heden moet trouwens wel voort vloeien uit de distantie, die de histori cus kan nemen tegenover zijn studie object: het verleden. In een versterking van de zin voor ojectiviteit kan de historicus zyn by- drage leveren tot vestiging van een in ternationale vrede. Oratie prof. dr. B. W. Schaper Abbé Pierre bezocht bisschop Den Bosch Gisteren heeft de Franse priester Abbé Pierre, een bezoek, gebracht aan de bisschop van 's-Hertogenbosch mgr. W. Bekkers. Abbé Pierre heeft enkele mededelingen gedaan over zijn reis naar Zuid-Amerika en Canada. Hy zei van mening te zijn, dat de toestanden in de grote steden van Zuid-Amerika vrij wel analoog zijn aan die van Parys. Pater Pierre deelde mede zondag naar Denemarken te vertrekken. Gevraagd naar zyn plannen voor de naaste toekomst zei Abbé Pierre, dat zijn organisatie uiteraard hulp biedt waar dat mogelijk is, doch dat zyn persoonlyke activiteit er alleen op ge richt is, om waar ter wereld hy daartoe de gelegenheid krygt, het geweten van de volkeren en staatslieden te doen ontwaken en de ogen te openen voor de nood. die vlak naast de deur van een ieder geleden wordt. Het gaat er niet om, van iedere arme een welvarend mens te maken, doch hij dient te weten, dat er een andere is die zich zyn nood aantrekt, of die nood nu geestelyk is, dan wel materieel. Nieuw-Guineraad betrekt over twee jaar eigen gebouw Het ontwerp voor de permanente be huizing van de Nieuw-Guinearaad in Hollandia is goedgekeurd. Het fraaie ge bouw, waarvan de kosten byna twee miljoen bedragen, zal verrijzen vlak aan de Humboldtbaai in het stadscentrum. Men is reeds begonnen met het op spuiten van het terrein. Verwacht wordt, dat het parlement van Nederlands Nieuw Guinea over twee jaar het ge bouw zal kunnen betrekken. Tot dan wordt gebruik gemaakt van een omge bouwde bioscoopzaal. Het gebouw van de Nieuw-Guinea raad wordt opgetrokken van gewapend beton. Het zal een oppervlakte beslaan van 2.400 vierkante meter en plaats bie den aan 300 personen. Er zal ook een elektrische vertaalinstallatie aanwezig zyn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 5