Het Burgtheater brengt als eerste de
Duitse versie van Anouilh's „Becket"
Jasmijn met een wolk van geur
DE OOSTENRIJKSE PROVINCIE
NIET OVERAL „PROVINCIAAL"
Mlülü; i JS-
HAAL NOG MEER UIT UW NEGATIEVEN
Zarah Leander „weet wat zij
en viert fenomenale come-back
ZATERDAG 5 NOVEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Salzburg (middelgrote stad) zonder festival en
zomers toerisme toch buitengewoon interessant
Anton Steinhart beroemd door
zijn duizenden pentekeningen
ons
W>
(Van onze Weense correspondent)
(I)
Intellectuele en culturele kringen in Salzburg en Linz zijn van
mening, dat Oostenrijk niet bij Wenen begint of ophoudt en dat er
niet alleen in de hoofdstad goede opera- en toneelvoorstellingen wor
den gegeven. In Salzburg heerst zelfs de opvatting, dat het muziek
festival in de zomer eigenlijk een soort inbreuk is op het normale
culturele leven van de stad en dat het gewone toneel- en operabedrijf
in de loop van de overige maanden een geheel eigen karakter en toch
een behoorlijk niveau vertoont.
Ofschoon het nieuwe festivalgebouw van Salzburg in de loop van
het jaar ook wel voor enkele buitengewone concerten gebruikt zal
worden, speelt het normale opera- en toneelleven zich af in de Stads
schouwburg, een kleine, elegante en intieme zaal, waar een eigen vast
ensemble optreedt.
Steeds op zoek naar
nieuwe motieven
Dit is overigens niet alleen in Salz-
brug het geval, maar ook in de hoofd
steden van andere provincies: Bregenz,
Innsbruck, Linz, Graz en Klagenfurt.
Deze theaters hebben een eigen func
tie voor het stampubliek, maar tevens
kunnen zij als springplank voor We
nen dienen, want nieuwe sterren ver
schijnen niet plotseling in hun volle
kracht, maar beginnen gewoonlijk op
een provincietoneel, ontwikkelen zich
daar en worden dan pas door een
dirigent of een directeur uit Wenen
„ontdekt".
Opera en toneel in Salzburg vertonen
een behoorlijk niveau, maar tijdens
een bezoek bulten het festival om trek-
Iedere amateur-fotograaf koestert steeds opnieuw de stille ver
wachting, dat er „deze keer" wel een paar héél goede opnamen op
het vers-volgeschoten filmrolletje zullen zitten! Zelfs wanneer hij er
ook naar eigen overtuiging eigenlijk maar zo'n beetje op los
geschoten heeft, hoopt hij toch op een gunstig resultaat. Wanneer we
nu bovendien weten, dat een beginner in 't algemeen zijn toestel aan
vankelijk alleen maar beschouwt als een soort „gokautomaat", komen
we tot de verheugende conclusie, dat er kennelijk dus ook nog gok
automaten bestaan, waaruit de mens meer haalt, dan hij er in stopt.
Eigenaardig is echter, dat diezelfde
amateur, na de opname zo weinig meer
let op de verbetering van wat hij heeft
gemaakt. Wanneer de beginneling eens
een voorbeeld nam aan wat zijn meer
gevorderde broeder-in-de-kunst met
zUn opnamen doet, zouden de resulta
ten beduidend beter worden. De se
rieuze liefhebber, die aandacht be
steedt aan zijn negatieven, heeft de
kwaliteiten daarvan leren beoordelen.
Dat is niet zó moeilijk als het in den
beginne schijnt. Natuurlijk is het ge
makkelijk om een filmrolletje bij een
vakman af te leveren en na de eer
ste resultaten in de vorm van minder
of meer geslaagde foto's te hebben be
keken de negatieven opnieuw aan
deze beroepsman te geven en te zeg
gen: „deze en deze elk nog tweemaal,
die viermaal en die maar niet meer."
Omdat bij een eerste beschouwing
sommige foto's toch wel de moeite
waard zijn om er een aan oma en tante
Nel te geven of voor collega's een extra
afdruk van te laten maken. Maar die
opname, waar een stuk van die ouwe
schutting en ook nog een vreemde
mijnheer op staat, die „maar niet
meer". Neem eens de moeite negatie
ven wat rustiger te bekijken. Bedenk
er bij, waaróm die foto niet zo goed
lijkt. Wanneer het alleen gaat om een
6tuk schutting of om een vreemde
mijnheer, die nergens bijhoort, leg dan
eens de vingers op dat deel en kijk wat
erover blijft. Is dat de moeite waard,
laat dan dat stukje alleen afdrukken.
„Wordt dat veel te klein?" zegt u. Wel.
er bestaat toch zoiets als vergroten!
Niet, dat u van elke opname een ver
groting in vloermat-formaat moet
laten maken. Maar zo'n leuk deel van
die aanvankelijk niet helemaal ge
slaagde foto, kan op het tegenwoord_
zo geliefde formaat 7x10% of by
vierkante foto's op 7%x7% cm. wor
den gemaakt. We willen echter ook
praktisch blijven: de portemonnee
spreekt een woordje mee. Hele films
laten vergroten kan een te grote druk
op het hobby-budget opleveren. Van
daar ons advies van zo even nóg eens:
neem een voorbeeld aan de wat meer
geroutineerde amateur. Die laat niet
klakkeloos elk negatief zo maar drie of
vier maal afdrukken. HU selecteert en
alleen van de betere komt wat de vak
man noemt: een deelvergroting.
Het zou voor uzelf wel eens leerzaam
zijn de eigen natieven opnieuw een
keer door te lopen en te zien hoeveel
kostelijke brokjes er nog in een mis
schien afgekeurd negatief schuilen.
Neem dan ook de moeite eens zo'n
negatief op een stukje krantenpapier
te leggen. Wanneer bij normaal opval
lend licht de krant niet alleen als
krant te onderscheiden is maar de
tekst ook leesbaar is door het negatief
heen met uitzondering van enkele
sterk gezwarte plekjes, die de hoge
lichten by de opname voorstellen
dan is zo'n negatief goed gedekt, d.w.z.
Juist belicht en goed ontwikkeld. Kunt
u door het negatief heen de tekst zon
der enige moeite helemaal lezen, dan is
het negatief in het algemeen aan de
dunne kant, d.w.z. de belichting of de
ontwikkeling waren aan de krappe of
de te korte kant. Kunt u vrUwel geen
letter van de krant meer zien. neem
dan maar aan dat het negatief over
belicht ls of wat ook kan te lang
ontwikkeld. Probeer de volgende keer
die fout te vermijden door de belich
tingstijd te verbeteren.
Juist nu in de maanden waarin
het zonlicht zwakker gaat worden be
staat de kans op onderbelichte films,
wanneer we niet over een belichtings
meter beschikken. Want een film van
dezelfde gevoeligheid gebruiken zoals
we die in de volle zomerzon in het toe
stel deden, geeft kans op teleurstelling.
Kies bij eenvoudige apparatuur in de
komende sombere maanden een film
van minstens 21 Din of anders 23 Din.
U kunt dan ook met de box mo
mentopnamen overdag blyven maken.
Voor wie zyn films zelf ontwikkelt
wat geen karwei, maar een leuk kar
weitje is bestaat er tegenwoordig
een prettige methode om ook onderbe
lichte films tot een goede dekkings
kracht te ontwikkelen. Maar over dat
zelf ontwikkelen van films een volgen
de maal.
EEN OUD MAAR HANDIG
HULPMIDDELTJE
Wilt u beoordelen hoeveel er
eventueel van een foto moet „afval
len". dan zou de oplossing kunnen
zijn: een schaar pakken en weg
knippen wat overtollig is.
Maar allicht wordt er te gauw
en te veel weggeknipt. Maak daar
om een paar flinke haken van wit
papier of karton (bUv. 18 of 24 cm)
en schuif die ineensluitend over de
foto heen. zodat u al schuivende
gemakkelijk kunt beoordelen
waar de kniplUnen moeten komen
(zie tekening).
Knip nooit aan het negatief.
Vouw er precies pas een transpa
rant papiertje omheen en geef
wanneer u het negatief door de
vakman of zelf-vergrotende ama
teur wilt laten afwerken op dit
papier heel voorzichtig de omtrek
ken van de deelvergroting aan.
Niet hard drukken met potlood
of pen, anders komen er dikke
moeten op het negatief.
ken geheel andere facetten van het
culturele leven de aandacht. Er open
baart zich dan een Salzburg, dat de
zomerse toerist niet kent, een middel
grote stad van 120.000 inwoners, zonder
de duizenden vreemdelingen, zonder
volgeladen autobussen en nu met
restaurants waar men gemakkelijk een
plaats vindt en waar men eindelyk
de inheemse bevolking te zien krijgt:
welgedane en door het toerisme wel
varend geworden burgelyke mensen,
die degelijk gekleed zyn en soms een
Dimdl-jurk of een Jager-kostuum dra
gen.
In plaats van naar de vesting te
gaan die 's zomers door duizenden
toeristen wordt beklommen, maakt
men nu een wandeling aan de voet
van de rotsen en ontdekt daar het
oudste gedeelte van de stad, vooral
St.-Peter met catacomben en graven
uit de Romeinse tyd, en Nonnberg met
het juweel van een Romaanse crypt
en met prachtige vroeg-Romaanse
muurschilderingen. Aan het einde van
dit smalle straatje, dat de grillige
bochten van de vestingrots volgt, komt
men bij een oud Salzburg huis, waar
de kunstenaar Anton Steinhart woont,
die duizenden pentekeningen in keurige
passe-partouts bewaart en die deze
schatten met een overrompelende be
scheidenheid laat zien en kort ver
klaart.
Voortdurend op reis
Steinhart is internationaal bekend
en hU wordt herhaaldelijk bezocht
door kunsthandelaars en verzamelaars,
die hun collecties met zyn werk willen
uitbreiden, maar hU verkoopt niet zo
grif, omdat hy het niet nodig heeft.
HU bereist de hele wereld om nieuwe
motieven te zoeken, want volgens zyn
eigen verklaring voelt hy zich niet in
staat om hetzelfde motief tweemaal
weer te geven. Hy zou schatten kun
nen verdienen aan toeristen, die graag
een tekening van een Salzburger detail
mee naar huis willen nemen, maar
Salzburg kan deze kunstenaar niet
meer inspireren. Daarom is hij voort
durend op reis. Ook liggen hier hele
collecties van karakteristieke koppen
opgestapeld, van Bruno Walter, Ri
chard Straus, Max Reinhardt en an
dere kunstenaars uit de begintyd van
het Salzburgse festival, maar ook van
typen die op het eerste gezicht uit-
zonderlyk en zelfs onwerkelijk schij
nen, doch bU nader toezien weergaven
blyken te zyn van echte levende men
sen. Van originele typen, die overal
rondlopen, wanneer men ze maar ziet,
of die men zoals iemand kwaad
aardig opmerkte dadelyk herkent
als men in de spiegel kUkt.
Universiteit en bijenteelt
Salzburg is in het bezit van een
wysgerige en theologische faculteit,
maar het stelt zich daarmee niet te
vreden. Daarom werkt prof. Michels
al jaren aan een plan om hier een
universiteit op te richten met drie fa
culteiten en vooral met een aantal
geheel nieuwe instituten, o.a. voor de
studie van het christelijke Oosten, van
het communisme en het Verre Oosten.
Het zal een zogenaamde research-uni-
versiteit moeten worden, waar slechts
een beperkt aantal begaafde studenten
wordt opgeleid en waar vakgeleerden
hun speciale onderzoekingen kunnen
voortzetten, zoals byv. in Harvard.
In de omgeving van de stad ligt
het gehucht St.-Georgen. waar de ro-
manschryver G. Rendl woont, die des-
tUds in de gehele wereld bekend is
geworden. In een langgerekte schuur,
die hU zelf heeft opgeknapt, vindt
men zyn bibliotheek en zijn eigen
boeken, waaronder ook een Nederlandse
vertaling van zyn „bUenroman" die
in 1934 door de Spiegel werd uitge
geven. Geheel afgesloten van de bui
tenwereld woont en werkt hier deze
man die elk jaar een roman schrijft,
soms schildert, bovendien veel vogels
verzorgt, er een byzondere bUenteelt
op nahoudt en bovendien geheel een
krachtig verjongingsmiddel uit bUen-
honing en stuifmeel samenstelt, het
dure „gelée royale", waarvoor Weense
apothekers veel geld neertellen. Ook
dat behoort tot Salzburg, de stad waar
bovendien een van de beste dagbladen
van geheel Oostenryk wordt geredi
geerd, de „Salzburger Nachtrichten".
De Catacomben in Salzburg
Bert Brecht uit de mode
De styl van de hier opgevoerde ope
ra's en operettes kan men verdienste-
lyk noemen, maar over het algemeen
genomen zyn de krachten zwak en
ontoereikend, vooral in het ballet dat
goedkoop-provinciaal werkt, zelfs wan
neer men het niet met het festival-
peil vergelijkt. De opvoering van de
operette „Eine Nacht in Venedig" van
Johann Strauss was dan ook niet op
merkelijk, behalve door het feit dat
het publiek om de oudste en flauwste
moppen uitbundig lachte.
Opvallend was ook, dat deze klas
sieke operette voor jeugdigen (onder
de 16 jaar) aanvankelijk verboden
werd. Hiertegen protesteerde de open
bare mening zo sterk, dat men het
verbod ophief, maar toch werden de
voorstellingen niet door de jeugd be
zocht, want die vermaakte zich elders
bij music boxes en op de dansvloer.
Geacteerd wordt er in Salzburg vrij
goed, zoals de opvoering van „Der gute
Mensch von Sezuan" van Bert Brecht
bewees.
Alleen is het vreemd dat Salzburg
dit drama nu pas voor het eerst op
voerde, nadat Brecht het in 1940 had
voltooid en nadat het in 1947 reeds
door het Weense Josephstadt-Theater
was opgevoerd. Toch heeft deze verlate
opvoering één ding heel duidelyk ge
maakt, namelijk dat de sterke Brecht
van de onverwoestbare „Dreigroschen-
Oper" niet meer in „Der gute Mensch"
te herkennen valt, omdat het stuk vol
komen uit de mode is, vervelend en
taai als een hoofdartikel in de
„Prawda" van Moskou.
TONEEL EN OPERETTE IN WENEN
(Van onze Weense correspondent dr. N. Greitemann)
Het dikwijls herhaalde verwijt, dat het Weense Burgtheater zich
niet aan een modem toneelstuk waagt, gaat voor dit seizoen niet op,
omdat de directie tijdig de Duitse opvoeringsrechten heeft verworven
van Anouilh's .Becket en de eer van God". Na de wereldpremière in
Parijs van anderhalfjaar geleden, volgde eerst enkele weken geleden
de Engelse opvoering in New York, die echter vrij sterke kritiek
ondervond. En nu is van alle schouwburgen in het Duitse taalgebied
het Burgtheater de eerste geweest, die de Duitse versie over het voet
licht bracht. Alleen wie de omslachtigheid van een Oostenrijks staats
bedrijf en vooral van een Oostenrijkse staatsschouwburg kent, kan
deze Duitse première naar waarde schatten.
Het stuk roept onmiddellyk herinne
ringen op aan „De moord in de kathe
draal" van Eliot, een drama dat men
zonder vooringenomenheid beslist veel
dichterlyker, dieper en vooral ook veel
religieuzer kan noemen dan deze
Franse interpretatie van hetzelfde the
ma. Daartegenover is het werk van
Anouilh in zekere zin geestiger, speel
ser, vrijer en vrij geestiger, maar ook
cynischer en eigenlijk ook minder
„authentiek" dan dat van Eliot.
Doch hoe men ook over deze moder
ne „bewerking" moge oordelen, de op
voering in het Burgtheater onder de
regie van Lindtberg is een grote ge
beurtenis, waarover in kunstenaars- en
studentenkringen veel meer en met
groter enthousiasme wordt gesproken
dan over Zuid-Tirol of de huidige re
geringscrisis. Alle verwijten aan het
adres van het Burgtheater zijn nu ver
geten, omdat de directie voor de ver
tolking van de hoofdrol de zeer be-
Philadelphus kent men veel
beter als de jasmyn. De echte
boerenjasmyn .Philadelphus co-
ronarius" komt het meest voor;
eigenlyk geen wonder; die kan
enorm ryk bloeien met grote
witte bloemen, welke bovendien
een wolk van geur verspreiden.
Het zyn sterk groeiende strui
ken. Als men er plezier van wil
hebben moet men ze veel ruimte
geven. De kleine struikjes kun
nen enorm groeien; een onder
linge afstand van ongeveer drie
meter hebben ze op den duur
wel nodig. Diegrote ruimte zul
len ze de eerste jaren beslist niet
vullen; dan kan men er tydelijk
iets anders onder en tussen po
ten, doch de jasmUn moet zich
vrU kunnen ontwikkelen. Als ze
al direct te dicht op elkaar ge
poot worden, moet men te veel
De bloeiende jasmijn
snoeien en dat kan men beter
de eerste paar jaar niet doen!
Later moet men dit wel. doch
dan moet men het ook hoofdza-
kelyk in het uitdunnen zoeken.
Enkele dikke en oude takken
kunnen dan weg genomen wor
den, doch 't jongere en dunnere
hout moet men vooral niet te
veel insnoeien. Dan maakt men
er kapstokken van en dat staat
erg vervelend. Het ontsiert voor
al in de winter uw tuin en u zult
ook niet voldoende bloemen krU-
gen.
De jasmyn kan nu gepoot
worden. Bestel ze dus maar zo
spoedig mogelUk. Ze groeien in
vrUwel elke grondsoort, doch zUn
wel erkenntelyk voor een goed
bemeste en zanderige grond
soort. Zorg er voor dat 't plant-
gat niet alleen voldoende diep,
doch vooral ook breed genoeg is;
de wortels moeten niet direct te
gen een harde wand zitten. Voor
de kleine tuin is de echte boe-
renjasmijn niet zo aan te be
velen; ze wordt te fors en neemt
te veel ruimte in beslag. Voor
hen zyn er echter ook wel mo
gelijkheden: er zijn ook soorten
die niet zo enorm groeien. De
Virginal moet men dan bestel
len; die bloeit met mooie, helder
witte en gevulde bloemen. Ze
vallen byzonder op en die kun
nen op een onderlinge afstand
van één meter gepoot worden.
Als men snoeien moet, kan men
dat het best direct na de bloei
doen; dus in de voorzomer. Dan
kan men ook veel beter zien wel
ke takken wel en welke niet ge
mist kunnen worden.
G. KROMDIJK
gaafde, maar eigenzinnige, hyper-ner
veuze, schichtige, onberekenbare en
uiterst gevoelige Oskar Werner weer
had weten te winnen.
Na een mislukt avontuur als schouw
burg-directeur is deze zeldzame acteur
weer daar beland, waar hU thuis hoort
en waar hU vooral in de vertolking van
psychologische rollen met een „dubbe
le achtergrond", by voorbeeld als Ham
let, Don Carlos en nu ook als Becket,
iets unieks presteert door zonder pa
thos, met een vrij hoge en toch zeer
duidelijke stem, de onvermoede diepten
van de menselijke ziel te onthullen.
Met traditie, gebroken
De voorstelling vertoonde geen enkel
spoor van de oude rhetorica of van
declamatie, waarin het Burgtheater op
grond van de traditie dikwijls vervalt.
De directie ging nog een stap verder
en brak zelfs met de traditie door de
vertolkers van de twee hoofdrollen toe
te staan om na afloop van de voorstel
ling voor het gesloten gordyn te ver
schijnen en het applaus in ontvangst
te nemen. Ondanks deze kleine afwij
king: van de traditie behoudt het Burg
theater zijn eigen karakter. Dit bleek
voornamelijk uit de stijl van het Ber-
lijnse Schillertheater dat zojuist als
gast in het Burgtheater is opgetreden.
Onder leiding van Kortner, die ove
rigens een geboren Wener is, speelde
het Berlijnse ensemble „Don Juan" van
Molière op een manier die als een ge
zonde injectie werkte, ook al zullen
Weense acteurs hun eigen stijl hand
haven. De Berlijners, vooral de twee
hoofdacteurs Martin Held en Curt
Bois, spelen directer, meer op de man
af, niet zo „diepzinnig", daarvoor in
de plaats sneller, pregnanter en mo
derner. Ook de regie stapt veel gemak-
kelyker over bepaalde traditionele op
vattingen heen.
Dat kan voor de Weners een les zUn,
ook al blijft hun spel iets „spiri
tueler", op zoek naar innerlyke di
mensies, en is het daardoor mis
schien enigszins verouderd, omdat de
psychologie op het ogenblik geen
goede beurt meer maakt op het to
neel.
Klein schandaal
Het nieuwe seizoen is met een klein
toneelschandaal begonnen, wat in We
nen een uitzondering is. Over het alge
meen laat het publiek zich heel wat
welgevallen, niet echter in het Volks
theater met zyn gezeten burgerlyk
stampubliek. Toen in deze schouwburg
.Moordenaar- zonder betaling" van
Ionesco werd opgevoerd, protesteerde
de helft van de toeschouwers zo over
duidelijk dat de voorstelling moest
worden onderbroken.
Intussen trachtte de directeur het
publiek bij te brengen dat men toch
niet altyd „Sissy" kon spelen, maar het
bleef protesten regenen. Na een on
derbreking van dertig minuten hadden
de ontevredenen de zaal verlaten en
kon de voorstelling worden voortgezet
in aanwezigheid van een aantal men
sen die zich wel verveelden, maar die
respect hadden voor de acteurs
Zarah's waagstuk
Meer succes heeft in Wenen altyd
een operette, maar dan toch op voor
waarde dat de hoofdrol door een al
lereerste kracht wordt vertolkt en dat
de tekst gemoderniseerd is. Tegen alle
verwachtingen in heeft Zarah Lean
der in Wenen een fenomenale come
back gevierd in „Een vrouw die weet
wat zij wil", een operette van Oscar
Strauss, die ook de muziek van „La
Ronde" heeft gecomponeerd.
Voor de actrice was het een waag
stuk om vooral in Wenen op te treden,
waar zij in by na elk cabaret wordt ge
parodieerd.
Maar zij heeft het pleit gewonnen,
omdat zij de grapjes, die men over
haar maakte, bewust overnam, alle
parodieën verre overtrof en toch zich
zelf bleef.
Het stampubliek gnuift, omdat de
operette - ondanks de voorspellingen
van de zwartkijkers - toch blykt te le
ven, maar zelfs de meest serieuze cri
tici, die al jarenlang het verdwijnen
van dit lichte genre hadden aangekon
digd. laten hun hele intellectuele en
artistieke arsenaal in de steek en lopen
over naar Zarah, terwijl ze in verruk
king uitroepen: de operette is niet
dood!