ARONSKELK neemt vliegjes in hechtenis Koningen en prinsen moesten hoefijzerbelasting betalen Gebruik van geweld nog steeds toegestaan Seigneur Walkelyn de Ferrers stelde de belasting in Plant komt in ons land voor, doch is hoogst zeldzaam Slechts één koning betaalde geen hoefijzerbelasting aan de Kasteelheer van Oakham. Dit kwam, omdat hij per trein bui tenom en niet door Oakham cD J (Bijzondere medewerking) Het Graafschap Rutland ligt in het oostelijk deel van de Midlands. Het is een der kleinste Engelse graafschappen. Toch geniet het een grote bekendheid, mede omdat het in trek is bij de adel en de haute finance. Dit komt, omdat het graafschap ideale mogelijkheden biedt voor het houden van grote vossejachten, een vermaak, waaraan de Engelse aristocratie zich gaarne wijdt. De hoofdstad van het Graafschap Rutland is Oekham. Het heraldi sche embleem in het wapen van Oakham is een hoefijzer. Voorts kan de plaats bogen op de aanwezigheid van de merkwaardigste en vor- stelijkste verzameling hoefijzers ter wereld. Betreedt U het kasteel, dan wordt uw oog al spoedig getrokken door een groot aantal hoef ijzers, die aan de muren zijn gehangen. Hoefijzers te kust en te keur. Sommige zijn heel oud, andere nog nieuw. Er zijn er bij, die mooi, maar ook, die foei-lelijk zijn. Er zijn grote en kleine hoefijzers, Er zijn er van brons en er zijn er van ijzer. Sommige dragen inscripties, jaar tallen en beroemde namen. Andere weer lijken met ruw geweld van de hoeven der paarden te zijn verwijderd. Kortom, wie een historische studie zou willen maken van het hoefijzer, zou in het Kasteel van Oakham een schat van voorbeelden en gegevens vinden. Hoe komt het, dat Oakham, nauwe lijks groter dan een flink dorp, een hoefijzer in zijn wapen voert? En is de Oakhamse hoefijzercollectie een gril, een liefhebberij van de kasteelheren? Het antwoord op beide vragen ligt in een ver verleden. Wankelyn de Ferrers TEGEN het einde der twaalfde eeuw trok een voornaam edelman - Seigneur Walkelyn de Ferrers was zijn naam - door de vruchtbare vallei van Catmose. Hij besloot om ter plaat se van het thans zo vredige Oakhain een versterking te laten bouwen. In dit fort bevond zich ook een eet- en feestzaal. Deze is intact gebleven en is thans een deel van het kasteel van Oakham. Heer Walkelyn was van Normandi- sche bloede. Hij was een nazaat van de Opperstalmeester van Willem de Veroveraar, de vorst die met zijn Nor- mandische edelen omstreeks 1065 En geland veroverde. Of het de herinne ring was aan zijn Stalmeester-voorzaat, die Heer Walkelyn deed besluiten tot het instellen van een hoefijzerbelasting, weten wij niet, doch wel staat vast, dit hfj die belasting instelde. Toen het fort gereed was, verleende hij namelijk aan de Kasteelheer van Oakham het (heerlijk) recht om voortaan een be lasting te heffen van alle vorstelijke personen en hoge edelen, die voor het eerst door Oakham zouden komen. Heer Walkelyn bepaalde, dat die belas ting zou bestaan uit een hoefijzer of een bedrag in geld. De kasteelheer van Oakham behoorde zelf tot de baron- nenstand, doch krachtens zijn heerlijk recht waren koningen en koninginnen, prinsen en prinsessen, hertogen, mar kiezen, graven, burggraven en zijn me de-baronnen in Oakham belasting plichtig. Tot in de huidige tijd is dit recht van kracht gebleven. Tegelyk met de verlening van het heerlijk recht kondigde Heer Walkelyn, die niet van halve maatregelen hield, een merkwaardie „invorderingsbesluit" af. Zou ooit een belastingplichtige het durven bestaan (decreteerde Heer Walkelyn) om de „hoefijzerbelasting" niet te voldoen, dan zou de bevolking van Oakham, desnoods met geweld, eigenhandig een der hoefijzers van het rijpaard van de wanbetaler mogen ver wijderen. In vroeger tijden is het vele malen gebeurd, dat de bevolking van Oak ham moest ingrijpen en een .wanbe taler" molesteerde. De ruiter werd dan van zijn paard gesleurd en rappe han den zorgden er voor, dat het dier spoe dig op slechts drie hoefijzers liep. Tal van antieke hoefijzers aan de slotmu- ren van het kasteel van Oakham her inneren aan dergelijke belastinginci denten. Doch behalve de hardhandig verworven exemplaren vindt U in het kasteel honderden hoefijzers, die de belastingplichtigen tevoren speciaal hadde nlaten maken om hun „heer- hadden laten maken om hun „heer- Koninklijke belasting-ijzers TAL van Engelse koningen en ko ninginnen zijn in het slot van Oakham door hoefijzers vertegen woordigd. Groter natuurlijk is het aan tal „belastingijzers", dat door niet-vor- stelijke personen werd „betaald". In de loop der eeuwen groeide de hoefyzer- collectie in Oakham gestadig aan. Thans is zij de merkwaardigste verza meling in haar soort. Een der oudste stukken in de ver zameling „vorstelijke ijzers" is het hoefijzer, dat koningin Elizabeth I heeft aangeboden. Tot de jongste be hoort een prachtig verguld hoefyzer, geofferd door koning George VI, toen hij in 1944 Oakham bezocht. Trouwens, koning George VI heeft nóg een stuk tot de Oakhamse collectie bijgedragen. In 1921 bracht hij namelijk als Hertog van York in gezelschap van zijn zus ter en broeder (toen Prins van Wales, later Hertog van Windsor) een bezoek aan Oakham. Ook bij die gelegenheid moest hij, als Hertog van York, tol be talen met een hoefyzer. Voorts bevinden zich in het kasteel hoefijzers, geschonken door, neen, als betaling van koning George IV, ko ningin Victoria en koning Eduard VII. Deze drie vorsten bezochten Oakham vóór hun troonsbestijging. Het indruk wekkendste stuk is het meer dan twee meter hoge bronzen hoefijzer, betaald door George IV, toen hy als Prins- Regent Oakham bezocht. Het ijzer kostte de Prins-Regent f. 600, een for se belastingduit in 1814. Het hoefyzer is versierd met de datum van het be zoek, te weten 7 januari 1814. Toen de hertog van Edinburgh op 8 november 1957 voor de eerste maal in Oakham kwam, hielp er geen lieve va dertje of moedertje aan: Ook hij moest zijn hoefyzer bijdragen. Zo verrijkte hij de beroemde Oakhamse collectie. Gedurende de laatste eeuwen was er slechts één koning, die nooit hoefijzer belasting heeft betaald. Dat was ko ning George V. Wel kwam deze vorst enige malen per trein langs Oak ham, doch hy stapte er niet uit en werd dus niet belastingplichtig. Belas tingplichtig immers is slechts hy, die door Oakham rijdt! OAKHAM heeft andere beziens waardigheden dan zijn „hoef ijzer-kasteel". Er is, byvoorbeeld, een mooie oude kerk, die eveneens herinneringen wekt aan voorbije tij den. Maar de „hoefijzer-belasting" blyft niettemin het merkwaardigste facet van Oakham, omdat hij op ty pische wyze illustreert, hoe een heer lijk recht zich eeuwenlang kan hand haven. De wil van Seigneur Walkelyn de Ferrers, uitgesproken welhaast acht honderd jaren geleden, is thans, in de tweede helft der twintigste eeuw, nog wet voor hoge edelenen zelfs voor koningen en koninginnen. De bevol king heeft nog steeds het recht om het recht in eigen hand te nemen en tot gewelddadige inning over te gaan, als een belastingplichtige zou weigeren te betalen. Alhoeweltoen wij dit zei den tot een Engels advocaat, kregen wij ten antwoord, dat- het best zou kunnen zijn. dat de bevolking ook he den nog dat recht heeft, maar dat de mensen er geen gebruik meer van mo gen maken. (NIVANO - Nadruk verboden) •w Een kijkje in het Hoefijzer- kasteel" te Oakham. De avonturen van een klein insekt, dat verlokt door zoete nectar zich waait in het bin nenste van een aronskelk, zyn even opwindend voor het dier als interessant voor de lezers. Mooie rode bessen dank zij natunr-patent (Bijzondere medewerking) De aronskelk kennen wij allen in zijn witte vorm als grafbloem. Deze witte aronskelk is afkomstig uit Zuid-Amerika maar hij wordt in ons land in vrij groten getale gekweekt. Wat velen niet weten, is dat er ook een Nederlandse aronskelk bestaat, die in het wild groeit. De plant is zeldzaam. Hij komt voor in sommige delen van Zuid- Limburg. Men vindt hem voorts in de bos-restanten langs de Noord zeekust, die zoals het Haagse Bos overblijfselen zijn uit de middeleeuwen. Die wouden waren het jachtdomein der graven, gra vinnen en edelen van Holland. In die bos-restanten leidt de aronskelk een verborgen bestaan in de lommerrijke onderbegroeiing van statige beuken en iepen. Slechts weinigen valt deze bescheiden zachtgroen getinte bloem op. Wie zich echter de moeite geeft, hem te zoeken, ontdekt vermoedelijk een bijzonder mooie, welhaast exotische bloem op plekken, waar hij zo'n vondst niet vermoed zou hebben. had tot onmiddellyk gevolg, dat de mannelyke bloemen in zeer snel tem po waren gaan groeien. Toen zy tot volle wasdom waren gekomen, verslap ten en verwelkten de haren, die het vliegje de terugtocht hadden belet. Hierdoor ging het „Huis van Bewa ring" open en herkreeg het arrestantje de zo fel begeerde vryheid. Bij de uit gang werd het vliegje (by wijze van afscheidsgeschenk) een hoeveelheid stuifmeel van de inmiddels gerypte mannelijke bloemen meegegeven. Zodra het vliegje vrij is, zweeft het naar een andere aronskelk. Dan her haalt zich het spel van insluiting, dienstbetoon en vrijlating. Het is, in de letterlijke zin des woords, een „levens spel", want het is onmisbaar voor de instandhouding der aronskelken. In het Haagse Bos en hier en daar elders in Nederland wordt dit spel reeds eeuwenlang telkenj are in de len te gespeeld. De graven, gravinnen en edelen van weleer zyn verdwenen. Se dert de middeleeuwen boekte de mens een fenomenale technische vooruitgang. De aronskelk verbeterde zyn vliegenval in geen enkel opzicht. Het mechanisme, het „natuur-patent" is namely k zo doeltreffend en werkt zo precies op tijd, dat er geen behoefte bestaat aan verbetering. Deze prachtige bloem Arons kelkkomt ook in Nederland op sommige plaatsen in het wild voor. Men verzekerde ons ook in de omgeving van Leiden, doch wij moeten bekennen ze er nooit te hebben aangetroffen. (Foto Van Kretschmar) DooWMtt PM "tn Aronskelk. De bloem is niet alleen by zonder mooi, hij is ook zeer interessant. Im mers, als alle leden van de familie der araceae beschikt de Nederlandse arons kelk (ook wel 'aronsbaard" ,Aron', de broeder van Mozes, is hier een ver bastering van het Latijnse „arum" genoemd) over een vernuftig functio nerend „Huis van Bewaring". Hieraan willen wy thans enige aandacht schen ken. Het Kamertje DE natuur beschikt over vernuf tige middelen om het leven in stand te houden. Tot de plan ten, die over zo'n vernuftig middel, zo'n „natuur-patent" beschikken, be hoort de aronskelk. Hoe slaagt deze plant er in om in de zomer zyn mooie rode bessen te laten rijpen? Bekijkt U een bloeiende aronskelk, dan valt de bloemkolf direct op. Dit geldt ook van het mooie schutblad. Maar om de eigenlijke bloem te zien te krygen, hebt U een scherp mesje nodig. Is hy bloot gelegd, dan doet U een botanische ont dekking. U ontwaart dan, dat de steel van de bloeikolf uitkomt in een ka mertje met stevige, gladde wanden. Aan de voet van de bloeikolf ziet U een aantal kleine witte bolletjes, die het laat zich gemakkelyk raden het beginstadium zijn van de rode bessen, lie de plant na de bloei sieren. Iets hoger bevindt zich een krans ,an uitsteekseltjes. Dit zyn het ge bruik van een vergrootglas verdient aanbeveling de mannelyke bloemen. Tegen het plafond van het kamertje bevindt zich een aantal schuin naar beneden gerichte haartjes. Deze haar- jes geven ons het recht, onze inheem- ;e aronskelk tot de merkwaardigste ge- vassen ter wereld te rekenen. Waar om? Die wonderiyke vergroeiingen vor men namely k de eenvoudigste eu te- W O» BMMt die men zich denken kan. Dat dit vangapparaat heel wat minder boos aardig is dan het op het eerste gezicht schynt te zyn, blykt, als wij de „arons kelk-lotgevallen" van een onschuldig gearresteerd insekt volgen. Het avontuur BEKOORD door een zoete nectar- geur zweeft een vliegje in de richting van een bloeiende aronskelk. Het strykt neer op de bloem kolf. Vervolgens beweegt het zich te voet in de richting van de zoete geur. Het passeert de nauwe doorgang in het plafond van het kamertje. De haartjes, die de toegang schenen af te sluiten, geven gewillig mee. Het diertje bereikt het doel van zijn tocht, dus de vrouwe- lyke bloemen, en laaft zich aan het heerlijke vocht, dat deze afscheiden. Verzadigd en voldaan aanvaardt het vliegje de terugtocht. Aangelokt door het licht, dat door de toegang naar binnen valt, klautert het langs de steel van de bloemkolf omhoog. Als het dier tje het plafond van het kamertje be reikt, komt het tot de onaangename ontdekking, dat de uitgang versperd is De benedenwaarts gerichte haren hou den het zwakke vliegje gemakkelyk tegen. Na enige vergeefse ontsnappings pogingen tracht de kleine arrestant zyn vryheid op andere manier te her- krygen. Moeizaam probeert hy om hoog te klimmen tegen de wand van het kamertje. Doch ook dit leidt niet tot het gewenste doel, want de wanden zyn glad gepolitoerd. Het diertje raakt ten prooi aan de wanhoop, maar uit eindelijk laat de aronskelk het arres tantje eigener beweging vry. Al voren? de bloem het vliegje uit de hechteni? ontslaat, heeft dit de aronskelk eerst - onbewust een dienst moeten bewy- zen. Het was de belangrykste dienst, die de plant tijdens de bloei bewezen kon worden, wijl hy onmisbaar is voor de instandhouding van het geslacht der aronskelken. Welke dienst was dit? Het vliegje had zich (zoals wy za gen) tegoed gedaan aan de nectar de vrouwelyke bloemen. Terwijl het pro beerde om de aronskelk te verlaten, bevruchtte het de stempels met het stuifmeel, dat het van een vorige Deze bevruchting

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 17