Landbouwschap rapporteert over liet veelomstreden teeltrecht Van de bollenbedrijven is 25 pet. in goede conjunctuur onrendabel Vrijwel geen belangstelling voor werkelijke uitgaven van het Rijk Verpakking van bloembollendie verscheept moeten wordenlaat dikwijls veel te wensen over.... HOE STAAT HET MET DE VISSERIJ IN DE WERELD? Alom rustige markten ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960 Onoplosbaar Overigens gaat het met name in de tuinbouw, niet alleen om het vraagstuk van de jonge kwekers, maar ook dat van de minimumbedrij fsgrootte. Het pro bleem is vrijwel onoplosbaar: het teelt- recht is beperkt, maar er zijn vele gega digden. In algemeen economische zin kan de teelt het best op de grote, gespe cialiseerde bedrijven worden uitge oefend: dat geeft meer garantie voor een goed produkt. Allerlei beleidsvragen doen zich daarbij voor: Waarom wel een teeltvergunning voor de beginnende kweker die uit andere bedrijfstakken af komstig is en niet voor de werknemer die al jaren in bollen vak of bloemkwe kerij werkt? Waarom alleen teeltrecht voor hen die financieel tot aankoop daarvan in staat zijn? De rapporteurs menen dan ook, dat er iets te zeggen valt voor de gratis uit reiking van teeltrecht. In de sierteelt begint men dikwijls met een te kleine produktie. Bij een grotere oppervlakte komen de kwekers sterker te staan en worden investeringen bedrijfs-econo- misch verantwoord. Echter dient men dan ook de waarborg te hebben dat het teeltrecht in goede handen komt. Te zware eis In de bloembollencultuur bestaat sinds enige jaren een regeling waarbij aan beginnende kwekers gedurende vijf ja ren tien are teeltrecht in bruikleen wordt gegeven, echter op voorwaarde dat men zelf ook tien are inbrengt. Een en ander om alleen serieuze gegadigden Geen effect op prijzen In het rapport wordt ontkend dat het teeltrecht de prijzen hoog houdt. Kli maatsomstandigheden en technische uitgaven vormen de werkelijke oorza ken. Een prijsverlaging heeft voor de afzet weinig zin, omdat de vraag naar bloemen niet erg elastisch is. Mensen die bloemen kopen doen dat ook bij hoge prijzen, zij die geen bloemen ko pen doen dat ook niet bij lage. De afzet in het buitenland wordt trouwens voor een groot deel door de toegestane contingenten bepaald en een groter aanbod zou alleen een verlaging der contingenten of een verhoging van de invoerrechten tot gevolg hebben. Tenslotte wordt het verband nagegaan tussen de teeltbeperking in Nederland en de uitbreiding van de teelt in het buitenland. Inderdaad is er met name in West-Duitsland, in Engeland en in Denemarken een belangrijke toeneming van de bloembollencultuur. In Engeland beloopt de tulpenproduktie al twintig en die van narcissen zelfs zestig procent van de Nederlandse. De bloementeelt vertoont een grote uitbreiding in Italië, Spanje en West- (Van onze Haagse redactie) Het is wel mogelijk tot een soepeler teeltbeleid te komen, zodat de produktie van siergewassen zonder schokken kan worden uitgebreid, maar een vergunnings stelsel voor kwekers van bollen en bloemen blijft noodzakelijk. Er zijn niet minder dan 9.500 bloembollenbedrijven en tienduizend bloemkwekerijen. Zou men de be slissing over produktie en prijzen overlaten aan al die individuele kwekers, die bovendien vaak niet rechtstreeks met de markt 'n contact komen, dan zou de handel in sierteeltgewassen volkomen ontwricht worden. Bovendien moet men zich niet verkijken op de gunstige gang van zaken in de sierteeltsector. Hoewel de rentabiliteit gmiddeld gunstig is, lopen de resultaten per bdryf zo sterk uiten, dat in 1959 een vierde gedeelte van de bloembollenbedrijven en zelfs dertig percent van de bloemkwekerijen als noodlydend moesten worden beschouwd. Deze gege vens kan men vinden in een rapport over de teeltregelingen in de sierteeltsector, dat woesdag a.s. door het bestuur van het Landbouwschap in openbare vergade ring zal worden behandeld. Regeling blijft van belang Het rapport gaat vooral over de teelt vergunningen voor het bollenvak en de bloemkwekery. In de boomkwekerij be staat dat probleem niet. De teeltver gunningen dateren uit ae vooroorlogse crisisjaren, maar men is tot het inzicht gekomen dat een dergelijke regeling ook in normale tijden van belang is. Er worden overigens vaak bezwaren tegen geuit. Allereerst het principiële bezwaar dat de vrijheid van de kweker wordt aange tast en vervolgens de praktische bezwa ren dat de beperking van de teelt (in oppervlakte) een verstarrende werking heeft op het bollenvak, dat de jonge, beginnende kwekers moeilijk aan boa komen, dat er een handel in teeltrecht ontstaat, dat de bollen- en bloementeelt in het buitenland erdoor wordt gesti muleerd, dat hoge prijzen afzet en ver bruik schaden en tenslotte dat een teelt vergunningenstelsel in de Euromarkt moeilijk kan worden gehandhaafd om dat andere landen een dergelijke rege ling niet kennen. Veel overdracht Wat de verstarring betreft wordt in het rapport opgemerkt, dat de teeltbe perking wel voor de oppervlakte geldt, maar niet voor het aantal bedrijven en kwekers. Ook wordt de teelt niet gere serveerd ten gunste van de bestaande bedrijven. De belangrijkste belemmering voor de doorstroming vormen de hoge prijzen van de vrijkomende teeltvergun ningen. Toch valt het met de verjonging van het vak nog wel mee. Het aantal be- drijfsgenoten is van 9.702 in 1955 geste gen tot thans 9.977 thans. In het afge lopen jaar werd zestien procent bollen- grond overgedragen aan andere kwe kers. In 1957 werden 376, in 1958 57!) en in 1959 485 nieuwe erkenningen verleend in de bollensector. In de genoemde ja ren bedroegen die aantallen voor de bloemkwekerij 759, 623 en 639. De prijs van het teeltrecht wordt vooral bepaald door de rentabiliteit op lange termijn en daarnaast op korte termijn door toevallige situaties, zoals de noodzaak om veel plantgoed op te planten of ook wel uit fiscale overwegin gen. Moet men de handel in teeltrecht als vrij normaal beschouwen, er kleven natuurlijk ook ongewenste nevenver schijnselen aan: de hoge prijs vormt vaak een bezwaar voor de jongeren en werkt het „rentenieren" door de bezit ters van teeltvergunningen in de hand en de gebruikelijke verkoop aan de meestbiedende geeft ook geen garantie dat het teeltrecht daar terecht komt waar het het best wordt gebruikt. Daarom werden de overdrachtsmoge lijkheden van teeltrecht reeds beperkt, maar uit de cijfers blijkt geen vermin dering van het verschijnsel. In het rap port wordt echter de mogelykheid ge opperd de noodzaak tot dergelijke transacties te verkleinen. De oorzaak van veel handel in teeltrecht komt door de detaillering van de regeling: voor tulpen, narcissen en hyacinten zijn af zonderlijke vergunningen nodig. In de bloemkwekerij gelden de vergunningen slechts voor omschreven periodes. Deze detailleringen zou men kunnen laten vervallen, uiteraard met inachtneming van omrekeningsvormen. Duitsland, terwijl in Engeland de teelt van bolbloemen de laatste jaren sterk is toegenomen. Ten opzichte van de grote produktie van snijbloemen in Italië en Frankrijk (vooral anjers) is het Neder landse aanbod te gering om op de inter nationale markt enig gewicht in de schaal te leggen. Veeleer moet worden geconstateerd, dat bijvoorbeeld in Enge land de contingentering (in opzet uit monetaire overwegingen) ertoe heeft ge leid de eigen produktie te stimuleren en te beschermen. Voor West-Duitsland geldt vooral de heersende hoogconjunc tuur. welke de teelt van siergewassen thans rendabel maakt, waardoor veel bedrijven omschakelen van groente naar siergewas. „Ter dood veroordeelde" met de kas verdwenen ,Jk zal het niet lang meer maken. Ik heb een tumor in de hersenen en de artsen geven mfj nog slechts 2% jaar. Ik heb daarom besloten in die twee jaar zoveel mogelijk te genieten". De ze woorden stonden op een briefje, dat de 27-jarige hoofdkassier van het hoofd station van Frankfort am Main. Hans Jurgen Miss. in de brandkast had achter, gelaten voor hy vorige week zaterdag met de kas. 169.000 mark, uit Frank fort verdween. De politie meent dat Miss vertrokken is met een vliegtuig van 'n maatschap pij die op Marokko vliegt. Interpol ls ingeschakeld. Miss had vóór zaterdag nog nooit over zijn kwaal gesproken. Ook zijn vrouw wist er niets van. Zaterdag sprak hy er voor het eerst over met een van zijn collega's. Ik had het tegen mijn vrouw moeten ver tellen, had htf gezegd. Maar ik houd zoveel van haar dat ik haar niet wilde dwingen met een ten dode opgeschre- vene te leven. Prof. mr. Teldersstichting constateert De Prof. mr. B. M. Teldersstichting, een liberale stichting, die op eigen intia- tief adviezen uitbrengt o.m. aan de or ganen van de V.V.D., heeft een publi- katie onder de titel „De Rijksuitgaven" uitgegeven, waarin zij de vraag opwerpt of het niet nodig is een apparaat te scheppen, dat regelmatig een meer vol ledige analyse van de werkelijk gedane rijksuitgaven kan verrichten. De voortdurende stijging van de over heidsuitgaven wekt in ruime kring ver ontrusting, vooral omdat men het ge voel krijgt, dat de ontwikkeling van het uitgavenniveau niet meer goed in de hand wordt gehouden. De indruk be staat. dat de uitgaven niet meer vol doende en op juiste wijze worden afge wogen. zo meent het curatorium van de stichting, dat bestaat uit dr. H. J. Wit- teveen, voorzitter, lid van de Eerste Ka mer voor de V.VD., P. Hennipman, J. Horring, S. Korteweg lid van de tweede kamer voor de V.VD., C. H. F. Polak en M. Rooij. In het geschrift wordt voorts de me ning geuit, dat het parlement te kort Rode spionage-bende in West-Duitsland in kraag gegrepen (Van onze correspondent in Bonn) In de Westduitse deelstaten Hessen en Rijnland-Palts is een complete, uitsluitend voor de Sov jet-Unie werkende spionage-groep opgerold. In nauwe samenwerking tussen het Westduitse ministerie van Binnenlandse Zaken, de politie der deelstaten en militaire instan ties konden vijf personen worden gearresteerd. Zij vormden de sleu telfiguren in de Bondsrepubliek van een spionagebende van 30 man, die van de Oostduitse stad Chemnitz (thans Karl-Marxstadt geheten) uit opereerden. De groep had het voorzien op militaire ge heimen en installaties en beschikte j r, spionage had bedreven om aan geld te m West-Duitsland over een eigen komen voor zyn gok-aspiraties. zender waarmee berichten naar de Russische spionageleiding te Chem nitz werden geseind. Juist dezer dagen is te Karlsruhe een voor de Polen als spion werkende Duitse ex-S.S.-er tot 8 jaar tuchthuis veroor deeld. De man, de 44-jarige Günther Kosch, had het met valse papieren ge bracht tot ambtenaar in het Westduitse regeringsbureau vooi; legertechniek en bevoorrading. Hij voorzag de Poolse spionagedienst via de Poolse ambassade in Zwitserland van gegevens over West duitse torpedofabricage, mijnen, vlieg tuigcontracten, organisatieplannen dergelijke! Daaruit moeten de Polen zich een uitstekend beeld hebben kun nen vormen van de gang van zaken in het nieuwe Westduitse leger!' Kosch incasseerde voor deze spionagewerkzaam- heden in tijd van drie jaar 30.000 mark. Door een toeval kon hij worden gevat: bij een controle bleek, dat hij zich een valse „dr."-titel had aangemeten. Via deze op ij delheid berustende fout in de eigen organisatie van „dr." Kosch kwam zijn gehele spionage geval aan het licht. De rechtbank in Karlsruhe toonde geen enkel medelijden met de ex-S.S.-er, die Controleurs doen goed werk „Bollen zijn geen kóhrapen" heet het in onvervalst Hillegoms, want niet iedereen weet, dat ze niet zo keihard zijn als koolrapen, waar wel mee gegooid en gesmeten kan worden. In de zeehavens van Rot terdam roerden de kisten bloembol len beslist niet zo deskundig behan deld als de vrachtrijders in de bol lenstreek dat plegen te doen. De reeds veertig jaar bestaande Scheep vaartcommissie van de Amerikaanse groep van Bloembollenhandelaren liet daarom voor de oorlog een man in de havens lopen, in het drukke verzendseizoen, die een oogje op de kisten moest houden. Na de oorlog nam de export in de wintermaanden en het vroege voorjaar zoveel toe, dat men in 1952 een controleur liet gehele jaar in de havens liet lopen. Daarmede schiep men een unieke Junctie, die intussen ook door ande re groepen exporteurs is overgeno men. Bloembollen zijn nu eenmaal een bij zonder gevoelig artikel. In de schepen moeten ze kunnen ademen en de ver bruikte lucht moet afgevoerd kunnen worden. De meeste schepen hebben rui men .waarin ventilatie aanwezig is. De controleur van deze Scheepvaartcom missie is dat omstreeks 1950 gaan on derzoeken en overbrugde toen de paar maanden tussen de exportperioden. Nu heeft hij het gehele jaar de handen vol, want er komen steeds andere schepen bij de „lijnen" en hij heeft op zich geno men de ruimen te onderzoeken op „zeer goed geschikt", „geschikt" en „niet ge schikt voor bloembollen". Hij brengt dit in een kaartsysteem, waarvan de stuwa doors een dankbaar gebruik maken. Vroeger liet men de kisten bollen rus tig in de regen op de kaden staan, zon der er zeilen over te leggen. Die kisten konden er wel tegen, de bollen niet. De controleur ziet er op toe. dat dat niet en ander om alleen serieuze gegadigden nieer gebeurt Ze wórden nu trouwens aan bod te laten komen. In dip vijf jaar zoveel mogelijk in loodsen gezet. dient de beginnende kweker zich van teeltrecht te voorzien De voorwaarde om zelf tien are teeltrecht te bezitten blijkt duidelijk veel te zwaar. Toen die conditie nog niet bestond werd aanzienlijk meer teeltrecht uit gereikt dan na de invoering daarvan. In 1954 werden op die manier 464, in 1955 278 en in 1956 367 kwekers geholpen, welke aantallen dan terugvallen tot twaalf in 1957, zesentwintig in 1958 en achtendertig in 1959. In dezelfde jaren werden 116, 115 en 149 aanvragen afge wezen. Hij gaat de ruimen in en kijkt of de ventilatieluiken inderdaad open zijn en ook of er geen lading voor staat, die de luchtcirculatie kan tegenhouden. Hij ziet er ook op toe. dat de kisten behoorlijk worden verwerkt. Vroeger werden ze met zgn. stroppen opgepakt en daar viel dan heus wel eens een groot percentage uit. Iedereen mocht raden waar de bollen bleven. Pat is nu allemaal verleden tijd. De bollen worden niet meer ingeladen bij regen, worden netjes op laadborden gezet, waar ze niet af kunnen vallen en in de ruimen gaat men ook deskundiger met de kisten om. Deze controleur kan nooit lang op éen schip blijven, want in zeer drukke weken, zo omstreeks 20 en 30 augustus, werden wel zestien schepen in een week geladen. En de Rotterdam se havens liggen over een oppervlakte van tien tot twaalf kilometer ver spreid! Dit jaar werden in de week van 20 tot 27 augustus niet minder dan 38.000 colli bloembollen verscheept. Men kan niet zeggen, dat de havenar beiders bijzonder blij zijn met deze kis ten. De inhoud is wel gestandaardiseerd, maar de omtrek niet, zodat er onmoge lijk veel modellen bestaan. Bovendien heeft iedere exporteur zijn eigen oorde len over de beste wijze van verpakking. Er zijn er die grote kartonnen dozen ge bruiken, die gewoon niet te versjouwen zijn. Je kunt ze nergens aanpakken ook. Andere gebruiken kleinere dozen, maar doen er dan kratten om. Een systeem dat wel goed werken kan als men het niet overdrijft. Er is eens een zgn. „om- krat" gefabriceerd, waarin een groot aantal dozen zat. Met elkaar woog het geheel ongeveer vierhonderd kilogram. Bovendien was de omkrat zo vervaardigd dat deze nergens „droeg". De boel zakte ln elkaar als een kaartenhuis. Andere exporteurs gebruiken te dun- wandige kisten, waar een stevige schoen of wat zware kist zo doorheen zakt. En die klachten moet de controleur ook aanhoren. Hij is dus een soort buffer geworden. De Scheepvaartcommissie heeft wel zo het een en ander uit zijn rapporten vernomen, voor zover ze de klachten nog niet kende. Men is in exporteurskringen bezig om naar meer uniformiteit in de emballage te komen. Een enkele gebruikt de kar tonnen dozen, die in de industrie hun goede hoedanigheden al lang hebben be wezen. Collega's hebben er veel bezwa ren tegen, maar zij gaan rustig door. Zij hebben uitgerekend, dat het verhande- lingsgeld in de Newyorkse havens terug te verdienen is door een snellere en be tere werkwijze in de exportschuur. Het is altijd moeilijk te constateren in hoe verre conservatisme de diepste oorzaak van het verzet tegen uniformering ls. Men is echter wel van mening, dat er iets gedaan moet worden. Ondanks dus de vry ongelukkige vor men, die er in d? bloembollen-emballage voorkomen, doen de directies van de scheepvaartlijnen veel om alles zo be hoorlijk mogelijk uit te voeren. De ge schoolde havenarbeiders weten nu ook wat ze doen, het hoe en het waarom daarvan. Ze krijgen echter zoveel soor ten goederen onderhanden, dat het heus geen kwaad kan als zij erop gewezen worden, dat bloembollen geen koolrapen zijn. En niemand maakt er meer bezwaar tegen, dat er een pottenkijker rondloopt. Integendeel. schiet als toetsende en controlerende instantie. Bij de huidige parlementaire werkwijze oefenen de Kamers vrijwel alleen druk op de regering tot verhoging van de uitgaven, zodat een streven tot bezuiniging alleen van de kant van de regering zou kunnen komen. Als speciale onderwerpen heeft de stichting de uitgaven op het gebied van landbouw en onderwijs in studie geno men. Bij dit onderzoek bleek, dat de rekeningscüfers van de werkeiyke uit gaven van de ryksoverheid, gecontro leerd en goedgekeurd door de Algemene Rekenkamer, niet in druk bestaat. Deze cyfers zyn openbaar en berusten in het departement van Financiën. Men kon zich daar niet herinneren dat iemand buiten het ambtelijk apparaat er ooit naar gevraagd had. Als men aan deze ervaring kritiek wil ontlenen, dan moet die gericht zijn op de dragers der publieke opinie binnen en buiten het parlement, die zelfs voor de vorm nooit een blik slaan op de reke- ningcyfers en aan de nationale kwitan tie voor ruim zeven miljard gulden min der aandacht besteden dan een huis vrouw aan het boekje van de kruidenier. „Als zelfs de meest recente cyfers al zo weinig belangstelling genieten, hoe kan men dan een goed gefundeerd oor deel verwachten ten aanzien van de ontwikkeling der uitgaven over een tyd- vak van jaren en ten aanzien van him doeltreffendheid?", zo wordt in de pu- blikatie gevraagd. Een diepgaand onder zoek naar de ontwikkeling der over heidsuitgaven acht de stichting nuttig voor het uitstippelen van de grote be- leidsiynen voor de naaste toekomst. Monteur omgekomen De 36-jarige monteur R. Bruins uit Halsselt is gistermiddag te Streukel (gem. Zwollerkerspel) in aanraking ge komen met elektriciteit, waardoor hy op slag dood was. De man, die bezig was met een nieuwe aansluiting, was in een paal van het lichtnet geklommen en greep zich vast aan een isolatorarm, die onder spanning stond. Dodelyk getroffen viel hy uit de paal. Het slachtoffer laat een vrouw en drie kinderen achter. K e r k e I ij k L even NED. HERV. KERK Beroepen te Oldeboorn J. Kuipers te Wolsum; te Haulerwijk (toez.) J. Visser, vicaris te Den Helder. Aangenomen het beroep van de Gen. Synode als pred. voor buitengew. werkz. (Herv. Gem Parama ribo! C. Groot te Brouwershaven. Aan genomen de benoeming tot vicaris te Drachten T. TUsma. kand. te Workum. die bedankte voor Sint Pancras. CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Toronto (Canada) (Free Chr. Ref. Church) C. Verhage te Hllver- sum-centrum; voor Zaamslag D. Slag boom te "6-Gravenzande. Produktie in Zuid-Amerika enorm gestegen Wanneer wy de produktie van vis in verschillende delen van de wereld nader onder de loep gaan nemen, dan valt ons daarby vooral op, dat de produktie van Zuid-Amerika sinds 1947 enorm is geste gen. Alle werelddelen vertonen een sty- ging, doch die van Zuid-Amerika komt wel heel sterk naar voren. Stellen wy de vangsten van alle we relddelen in 1947 op 100 en gaan wy deze vergelyken met de Jaren t.e.m. 1958, dan zien wy dat de produktie van Zuid-Ame rika 3Vi x zo groot is in 1958 als in 1947. Deze geweldige vooruitgang komt vooral door de grote belangstelling voor de vis serij in verschillende landen van Zuid- Amerika o.a. Peru. De produktie van Afrika was in 1958 byna 3 x zo groot als ln 1947. Vooral in Zuld-Afrika is een gunstige ontwikkeling Azië staat ook bovenaan met een pro duktie, die 2Vz x groter is dan in 1947. Vooral Japan heeft hier een groot aan deel in gehad. Rusland had een stygen- de produktie tot 1956. toen was deze 1.8 keer zo groot als in 1947. In 1957 was er een kleine daling om in 1958 weer te sty- gen. Oceanië had ook een gunstige vangst. In 1957 was deze gestegen tot 140% van die van 1947. In 1958 bleef deze gelijk. De vangsten in Europa biyven een stij ging vertonen tot 1956. Tot dit tydstip was er een styging van 40% om in 1958 te dalen tot 135% van de produktie van 1947. Noord-Amerika heeft de minste stygine gehad. In 1949 was de vangst ruim 20% meer, daarna een daling en in 1956 weer op hetzelfde peil als in 1949, daarna weer een kleine daling. In 1947 bedroeg de totale wereldpro- duktie 18 miljoen kg vis (zoetwatervis inbegrepen). Deze ls regelmatig toege nomen om in 1958 byna 34 miljoen ton te bedragen. Of dat voorlopig zo voort zal gaan is niet met zekerheid te voor spellen. maar het ïykt wel waarschyn- ïyk, aangezien de ontwikkeling der vis serij van landen, gelegen in tropische ge bieden en op het Zuideiyk halfrond in snel tempo plaats heeft. Van de Westeuropese landen is Noor wegen de grootste producent. Vooral in 1956 was de vangst byz. gunstig. Toen bedroeg deze byna 2,2 miljoen ton. Trou wens voor West-Europa was de vangst zeer gunstig. Deze bedroeg toen byna 7,8 miljoen ton. Hieruit zien wy dat in dat jaar Noorwegen ca. 28% van de gehele vangst van West-Europa aanvoerde. Engeland komt na Noorwegen. Ach tereenvolgens gevolgd door Spanje. W. Duitsland, Denemarken. IJsland, Frank rijk, Portugal, Nederland, Zweden, Italië, Faroër Eilanden en Polen. De vangst van Noorwegen was in 1947 1 2 milj. ton, liep met enkele schommelingen op tot 2.2 miljoen ton ln 1956 en daalde tot 1.4 mil joen ton in 1958. Engeland begon met dezelfde produk tie als Noorwegen in 1947 van 1.2 miljoen ton. Deze zakte geleldelyk tot 1 miljoen ton in 1958. Een behoorlyke styging zien wij voorts in Spanje, Denemarken en in mindere mate in Portugal. De landen waarvan de produktie zo ongeveer op hetzelfde peil bleven waren Frankryk, Nederland, Zweden Italië, Polen en de Faroër. In West-Duitsland bedroeg de produktie in 1947 0,8 miljoen ton. Deze daalde in 1948 tot de helft, dus op 0,4 miljoen ton, om vervolgens in 1956 weer op dezelfde hoogte van 1947 te komen. De belangrykste vissoort in West-Eu ropa is de haring. We zien hier landen, die sinds '47 hun produktie van dit ar tikel geweldig hebben opgevoerd, terwyi by anderen de aanvoer sterk is terugge lopen. Denemarken by voorbeeld had in 1947 een aanvoer van 54 miljoen ton, in 1958 305 miljoen ton. West-Duitsland in 1947 124 miljoen ton. in 1953 het top jaar 327 miljoen ton om in 1958 te ko men op 234 miljoen ton. Nederland pro duceerde in 1947 133 miljoen ton, had in 1953 de top met 163 miljoen ton en zakte geleidelijk af tot 115 milj. ton in '58. Noor wegen in 1947 600 miljoen, in 1955 een topjaar met 1381 miljoen ton en in 1958 614 miljoen ton. Engelands produktie zakte van 232 miljoen ton in 1947 tot 124 miljoen ton in 1958 In procenten uitgedrukt was de ha- ringaanvoer in 1958 in de diverse landen, er van uitgaande dat deze in 1947 100 was: Denemarken 565, West-Duitsland 189, Nederland 86. Noorwegen 103, En geland 53. Een andere belangryke vissoort is de kabeljauw. De meeste kabeljauw werd aangevoerd in Engeland en wel 626 mil joen ton in 1947 en 632 miljoen ton in 1958. Hierop volgde Noorwegen 383 mil joen ton in 1947 en 422 miljoen ton in 1958. West-Duitsland heeft ook een be- Rondom de veemarkt (Van een deskundige medewerker) Er was een rustige stemming op de gebruiksveeafdelingen deze week, het geen voor een deel het gevolg was van het drogere weer, waardoor de boeren uit de bouwstreken aan de oogst konden werken. De aanvoeren waren trouwens ook in het algemeen voor de tyd vry kort, zo dat de pryzen vrywel konden stand houden. De Bossche veehallen werden woens dag bezet door de paardententoonstel- ling, waardoor de veemarkt was verzet op donderdag, waardoor deze aanmer- keiyk aan betekenis verloor. Het aanbod van rundvee was aldaar dan ook rond 800 stuks minder dan normaal en er was een stroeve handel. Voorts hield Utrecht deze week zyn Jaarlykse vee- en paar- dententoonstellingen, hetgeen vele be- langstelelnden die gewoonlyk de vee markten bezoeken, naar zich toetrok. Al met al voor de gebruiksveehandel een wat onoverzichtelyke toestand. Op de slachtveeafdelingen waren de aan voeren in het algemeen ook niet zo ruim Hoewel niet van een vlotte handel kon worden gesproken, werd alles wel opge nomen en bleven in het byzonder de pryzen voor de goede en prima kwali teiten stevig stand houden. Voor de prima jonge beesten met veel vlees noterden we tussen f 3.30 en f3.40 en voor een enkele extra nog iets daar- levend gewicht op. Tussenklasse f 2.40 f2.80 en het ondereind van f2,— tot f2.25 per kg. levend gewicht. De export van rundvlees bepaalde zich tot Italië, waar momenteel iets meer naar toe gaat en voorts naar Zwitser land en West-Duitsland. Tot op het moment is met Frankryk nog geen nieuwe overeenkomst tot stand gekomen. Voor vet kalfsvlees had de Fran se markt niet veel te betekenen, zodat vrywel het normale wekeiykse uitvoer- cyfer werd bereikt. Nuchtere kalveren werden weer zeer krap aangeboden. De hoge pryzen bleven bestendigd. Veel aankopen voor de mest- tery, zodat voor de slacht slechts de lichtere exemplaren werden bestemd, tegen fl.50 fl.80 per kg levend ge wicht. De wolveemarkt was over het geheel weer goed bezet. De beste zuiglammeren, die zo langzamerhand op beginnen te raken, werden vlot en tot goede pryzen opgenomen en wel in hoofdzaak voor ex port. Voor de weidelammeren, die in feite nog niet „klaar" zyn voor de slacht was de kooplust minder sterk, waardoor de pryzen nogal uit elkander liepen -Zeer beste zuiglammeren rammen deden tussen f 100,f 120,per st. Lichtere soorten en ooien tussen f70, en f 90,— per stuk. Voor de slachtvarkens was de vraag vrywel in overeenstemming met het aan- boven. Voorts lagen onze noteringen voor 1 zodat ^er in de prijzen geen duide- de goede kwaliteiten tussen f3.— en H f3.20 2de soorten of oudere koeien f2.80 f2.90 en 3de klasse f2.i f 2.75 per kg. geslacht gewicht. Hiervoor was de afloop aan de trage en zwakkere kant wat de handel en pryzen betreft. De slachtstieren deden tussen f 2.80 en f 3.20 per kg. geslacht gewicht. Vette kal veren werden iets minder ruim aange boden Ook hiervoor bestond voor de lste en prima kwaliteiten een goede be langstelling, doch in de mindere soorten zakten de pryzen wat terug. Een goed kalf bracht rond f 3.en een prima exemplaar tot ongeveer f3.30 per kg. lyke verandering kwam De spek- en vetpryzen zyn de laatste weken flink opgelopen. Ook buiken gaan vlotter en duidelyk duur van de hand. Hierdoor ondervinden de varkenspryzen goede steun. De vleespryzen van het varkensvlees, in het byzonder de ribben, zyn door de seizoenswisseling echter in dalende iyn gegaan, doch het evenwicht in de totale pryzen van het varkensvlees bleef bewaard. Er gaat wekeiyks een flink kwantum zware varkens naar West-Duitsland. De paardenmarkten waren totaal ge zien even flauwer dan de vorige week. hooriyke kabeljauwaanvoer. In 1947 142 miljoen ton en in 1958 opgevoerd tot 166 miljoen ton. De meeste platvis werd aangevoerd in Engeland, in 1947 77 miljoen ton, in 1958 58 miljoen ton. Denemarken had ook een grote platvis-aanvoer. In 1947 58 miljoen ton en 44 miljoen ton in 1958. Voorts zyn makreel, haai, rog en vleet de meest belangrijke vissoorten, die wor den aangevoerd. De meeste makreel werd gevangen in Noorwegen nl. in 1947 (15 miljoen ton). In 1958 dezelfde hoeveel heid. In ons land was de makreelaanvoer gering en wel 2 miljoen kg in 1947. Deze is met 750% toegenomen tot 15 miljoen ton in 1958. Hierdoor behoren wy tot de landen, die een grote makreelaanvoer hebben. Haai. rog en vleet werd het meest aan gevoerd in Engeland. In 1947 27 miljoen ton, in 1958 29 miljoen ton. (Visserynieuws) MARKTBERICHTEN LEIDEN, 17 september Leidse Coöp. Groente- en Fruitveiling: druiven 13ö- 168, andijvie '28-36. augurken 25-132, pronkbonen 30-41, snybonen 75-135. stam- bonen 72-95. stokbonen 125-142, kroten 8-11, kroten, gekookt 25, Chinese kool 25- 29, rode kool 7-13, groene kool 9-14, pos telein 25-36, prei 15-27, spinazie 50-65, spruiten 25-48, komkommers 72. tomaten 20-61, uien 5-7-9, waspeen 10-25, witlof 92-148. Per 100 stuks. Meloenen 25-79, perziken 15-35, bloemKool 10-62, kom kommers 34-61. Per 100 bos: Bleekseldery 51. bospeen 20-27. selderij 6.60-15.50. AALSMEER. 16 september C.V. Cen trale Aalsmeerse Velling G.A. Snybloemen: Gerbera 15-29, Clematis 30-72, Bouvardla 15-35, Chrys. gr.bl. 40-85. Idem kl.bl. 12- 29. per stuk. Fresia 85-150, Zinnia 35-58, Iris 45-105 Ornlthogalum 25-46, Dahlia gr.bl. 20-54. idem kl.bl. 15-29. Cyclamen 40-72 per bos. Anjers: rood 10-22. roze 10-24, wit 5-13, Orchid Beauty 10-22 per stuk. Rozen: Better Times 6-13. Rosalan- dla 4-9, Parel van Aalsmeer 5-14. Geh. Duisberg 10-23, Pechtold 6-12, Verschu ren 4-8, Towny Gold 5-15, Mad. Ofman 4-12, Baccarat 20-38, Montezuma 10-24. Nymph 20-32. BOSKOOP. 16 september ..De Bos- koopsche Velling": grootbloemlge rozen: Mardy Grass 200-120. White Butterfly 280-170, Duisburg 260-130, Pechtold 200, Neyorker 280-150. gemengd 71. Better Times 220-120. Rosalandla 110-90. Bac cara 500-380. Vlerlanden 300-200. Headley 160-100. Babyrozen: Nymph 230-260-290, Aria 90-70. Sweetheart 110-130, Wolfs G1 rle 75-58, Fire King 150-300, Ellen Poulsen 60-50, Juweeltje 110-65, El6e Poulsen 100-46. White Sweetheart 65-30, Moulin Rouge 65-30. Geplozen Chrysan ten rood 14-15, Idem roze 16-20, Idem geel 22-17, tros-Chry6anten geel 47-67, Idem brons 69-55, Idem wit 68, Idem lila 54- 24. Hypericum 34-45, Cotoneasters 65-31, Cydonla 50. Karmozyn 5-8, Hertshoorn 420, Phyllea 36. In pot: Begonia 18. Pe- Ser6 45, St.-Paulla 40, Couleur 25. Tra- es 29-26, Ficus 22. Hedera bont 35-150, Peperomea 36, Hangplanten 62. Adlan- thum 29-31. Viburnum per tak 19-12, Pernettya gemengd 170-190, Pernettya rood 220-260. Dahlia geel 40, wit 34, roze 32-00. Trltoma 45-48, Hellanthus 52-38, Herfstasters 26-25. Sedum 44. Viburnum Opulus 11-9, Zinnia 25-31. Asters ge- dril: 24-14, Idem Durandll 100-80, Del phinium 24. Slergras 26-20, Artlmesla 36-55. Edelweiss 18. Gladiolen 63-73. Phy- salls 60-25, Achillea 18. Scablosa 18-12. KATWIJK AAN DEN RIJN. 16 septem ber Groenteveiling: waspeen Al (per kist) 2-2.90. Idem A2 2-4. klem BI 1.40- 1.70, Idem Cl 40-80. bloemkool Al (per 100 st.) 35-60, Idem A2 18-39, Idem BI 17-37. Idem B2 10-22. snybonen 50-80. kassnljbonen 139, prlnsessenbonen 65-90, kroten (per kist) 1.10, groene kool 12-15, bospeen (per 100 boB) 24-30. kervel (per 100 bo6) 9. seldery (per 100 bos) 11-15, uien (per kist) 80-1.20, peterselie (per loo b >8) 12, tomaten 14-45, sla (per 100 st.' 12-13. rode kool 7-12. andyvle 29-31, pronkbonen 36-45. sjalotten 15. Aanvoeren: waspeen 58.000 kg., waarvan 10.000 kg. voor export werd verkocht; bf mkool 36.000 stuks, waarvan 1.500 stuks voor export werden verkocht. RIJNSBURG. 16 september Bloemen veiling Flora: Hellanten 120-160, Enkele Asters 210-230, Ornlthogalum I 350-400. Idem Extra 490-510, Vuurpyien 500-600, Anemonen 480-500. Dahlia's: Pompon ge mengd 390-400. Glorie van Heemstede 260 -290. Bacchus 290-320. Purity 290-280. Gerrle Hoek 250-290 Amerikaanse Anjers Sim white. roze. Red 800-900. Tangerlna 14-15. Sir Mac Arthur 14-15, per 100. Tro6- chrysanten: Goud Brons 75-80. White Hope 90-95, Peter Pan 95-100, Bright Eve 48-52. Bounty 55-58, Chatsworth 40-50. Shlrlev crème 65-70. Shirley wit 85-90, Tilly 70-75. Wendy geel 60 per bos. Ge plozen: Regalia 17-18, Mlgolle 11-12, Bol der» Sonne 15-16, Medallion 28-29, Day Dream 10-12, Evelyn Brush 27-28. 16 september Groen- Bloemkool A 22-48, idem B 12- RIJNSBURG. tevelllng 25. sla 3-18, per 100 stuks. Uien 2-8, was peen 7-17, rode kool 4.60-11, andyvle 24- 29. prel 15-18, herenbonen 72-81, kroten 4-9, per 100 kg. Seldery 6 50-13.30. peter selie 7-12.70, bospeen 21-32. per 100 bos. Familieberichten Op het Godslam rust haar ziele. Zacht en kalm ontsliep in haar Heer en Heiland, nt een langdurig geduldig ge dragen lyden, onze lieve zorgzame vrouw, moeder, behuwd-, groot- en over grootmoeder, behuwdzuster en tante JANNETJE ISABELLA BETGEN— VAN DER LINDEN. in de leeftyd van 75 Jaar Leiden H. F. BETGEN J. BETGEN M. BETGEN— FLANDERHIJN A. BETGEN G. BETGEN—SMIT 's-Gravenhage J. I. DUIVERMAN— BETGEN J. DUIVERMAN Klein- en achterklein kinderen en verdere familie Leiden. 16 september 1960 Raamsteeg 37. Corr. adres: Ryndykstraat 24. De overledene is opgebaard in de rouwkapel van het St -Elisabeth Ziekenhuis, Bezoek dagelyks van 911. 34 en 67 uur De begrafenis is bepaald op dinsdag 20 september om 12.30 uur op „Rhynhof'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 5