in KAMER en TUIN de jacht wordt niet gesloten itisso Ook liet „eeuwig verdrag" van Siam en Jan Compagnie was niet blijvend ZATERDAG 17 SEPTEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Blokkade in 1661 leidde tot 't aanhalen der betrekkingen VOLOP BLOEMEN Factorij was langer dan een eeuw profitabel kantoorin het Rijk van de Witte Olifant In sommige Bangkokse tempetuinen vindt men nog herinneringen aan Jan Compagnie, zoals de kanonnen op deze foto. Na het vertrek der Hollanders uit Siam werd er niet meer of nauwelijks geschoten. (IV) Een geheel andere Siamese koers dan Coen sloeg de Compagnie in, toen Hendrick Brouwer in 1632 gouverneur-generaal werd. Brouwer was een een voudig, doch doortastend en tactvol man, die lange jaren leider der factorij in Japan was geweest en van oordeel was, dat de buitenkantoren (Siam en Japan) van groot belang waren voor de Compagnie. Hij blies daarom de factorij in Ayuthia nieuw leven in en zond Joost Schouten (die reeds van 1624 tot 1629 in Siam had vertoefd) als chef naar Ayuthia. Kort na Schoutens aankomst kreeg hU van de koning (die de hulp der Hollanders tegen Pattani nodig had) toe stemming om op een terrein even buiten de stad een stenen factorij te bouwen. Bovendien verwierf de Compagnie het monopolie voor de handel in dierenvellen. Jan Compagnie had dus reden om tevreden te zijn. He nieuwe factory was van 1636 tot 1767 het brandpunt der Nederlandse bedrijvigheid in het Ryk van de Witte Olifant. Hij bestond uit een mooi gebouw met doeltreffende pakhuizen, goede woningen en ander gerief. Schouten schreef, dat de Siamese factorij behoorde tot de allerbeste (niet versterkte) handels nederzettingen in Azië. Dit stemt overeen met het oordeel van een Engelsman, een concurrent dus, die in 1675 aan zijn chefs in Londen schreef: De Hollanders hebben in Ayuthia een „nobele" factory met een prijzenswaardige leiding en een veelomvattende handel; laat ons doen zoals zy en UEd. zullen er eer zowel als voordeel van plukken. Heeren Zeventien knikten goedkeurend Inderdaad kan men Schouten als de gangmaker van de tweede bloeiperiode van Jan Compagnies Siamese handel beschouwen. Ayuthia was stelde Ba tavia in 1638 vast een „profitabel kantoor". Wrijving met de Siamese au toriteiten kwam in die tijd weinig voor. „Wij sijn daer nu in groten aensien ende respect" berichtten de Raden van Indië op 17 december 1645 aan de Hee ren Zeventien. Als de vloten uit Oost- Azië en Batavia binnenliepen, bevon den zich soms meer dan twintig sche pen en vele honderden Nederlanders in Ayuthia. Er was een intensieve uitwis seling van geschenken. Omstreeks 1650 wilde de Siamese koning de Gouver neur-Generaal en de Raden van Indië een bijzondere verrassing bereiden. Daarom zond hij elk hunner een le vend cadeau, te weten een olifant. Zelf was hij zeer gesteld liet hij de Ne derlanders weten op hoeden uit Ne derland. Het laat zich denken, dat de Compagnie die wens des koningns met vreugde inwilligde en dat zij de vorst behalve hoeden nog vele andere kost bare dingen zond. Die uitstekende verhouding van Jan Compagnie en de Siamezen duurde tot 1OT0 In 1061 kwam het echter tot een Een a.s. moeder kan zeer charmant zijn... als Gerznn helpt! Gerzon's MAMA-afdeling bewijst met een schattige collectie hoe praktisch en modieus positiekleding kan zijn. Hier Is een sprekend voorbeeld: JAPON van Schuttersveld tinneroy (poolvast, pletvrijl) met manchetten en een grote kraag van wit piqué. Extra groei-ruimte schuilt In plooitjesgarnering op de rug! In olijfgroen, flessegroen en diepblauw, maten 38-46 4975 Andere tinneroy posltle-artlkelen jakjes v.a. 22J0 Deux-plices 59.75 Modehuis tavla wezen een daartoe strekkend ver zoek van de vorst echter van de hand. De blokkade bleef gehandhaafd. De Engelsen verzochten Jan Compagnie, hun schepen niet lastig te vallen. Goed, zei Jan, dat zal ik niet doen, mits gij my belooft, de Siamese koning niet te helpen. De blokkade legde de buiten landse handel van Siam stil, daar de Compagnie ook Chinese schepen, die koers zetten naar Siam, buit maakte. De koning kon zich niet veroorloven, zyn buitenlandse handel te verliezen, want een belangrijk deel van zyn in komsten putte hy uit die handel. Daar om legde hy tenslotte het hoofd in de schoot en gaf hy Jan Compagnie op alle punten toe. „Eeuwig verdrag" ernstig conflict. Jan had namelijk in de Golf van Tonkin een Portugese koopvaarder buitgemaakt. De Siamese koning protesteerde en eiste schade vergoeding, omdat (naar hij zei) de la ding van hem was. Ook in andere op zichten maakte de koning (die onder invloed stond van een Grieks avontu rier, zoals wij nog zullen zien) moei lijkheden. Bij dit alles kwam, dat de Engelse East India Company een kan toor in Ayuthia had geopend, hetgeen concurrentie betekende. De Nederlan ders besloten daarom, scherp op te tre den. Een conflict Toen gewapende Chinezen de facto rij bedreigden, gaf Batavia de leider der factorij, Pool geheten, opdracht om met het gehele personeel en alle goe deren Ayuthia te verlaten. Pool volgde dit bevel op. Buitengaats gekomen deel de hij de koning echter mede. dat hij zich gedwongen zag om de mond van de Menam Chao Phya te blokkeren. Pool had bovendien vóór zijn vertrek geld opgenomen in Ayuthia en een flinke partij sappanhout op krediet ge kocht. Ook om deze financiële redenen was het voor de koning van belang de goe de betrekkingen met de Nederlanders te herstellen. De Nederlanders in Ba- Batavia pakte het herstel der betrek kingen stevig aan. De gouverneur-ge neraal (Joan Maetsuycker) en de Ra den van Indië zonden als gevolmach tigd onderhandelaar Pieter de Bitter naar de Siamese hoofdstad. De Bitter sloeg een forse toon aan, al nam hij natuurlijk de vormen in acht. Op 22 augustus 1664 ondertekende hij een nieuw verdrag tussen de Verenigde Oost-Indische Compagnie en Siam- Het traktaat hield in. dat allen, die de Compagnie in voorgaande jaren be- Franse concurrentie Jan Compagnie had alle reden om tevreden te zijn over de resultaten van De Bitters onderhandelingen. De Sia mese handel bloeide weer op en de he ren in Batavia zowel als de Heeren Ze ventien in het vaderland knikten goed keurend. Toch had Jan nog wel te kampen met onaangenaamheden. De Engelsen en Fransen bijvoorbeeld poogden om het feitelijke monopolie der Hollanders te ondermijnen. De Sia mese leveranciers van tin hadden zich de slechte gewoonte eigen gemaakt om het tin met lood te versmelten, een be drog, dat de Compagnie veel geld kost te. Dan waren er Siamese ambtenaren die al te hoge „smeer-eisen" stelden, dat wil zeggen, de steekpenningen die Jan moest besteden, gingen teveel in de papieren lopen. Toch was Siam on danks dit alles zowel een goede leve rancier als een goede afnemer. Daarom konden de eerste jaren na het sluiten van het verdrag-De Bitter gaan beho ren tot de gulden jaren in de geschie denis der betrekkingen tussen de Com pagnie en het Rijk van de Witte Oli fant. Edoch, niets is blijvend op deze aar de en eeuwige verdragen worden veelal slechts korte tyd geëerbiedigd. Zo ook het „eeuwige" verdrag, dat De Bitter had afgesloten. De handel begon vry spoedig achteruit te lopen. De relaties PlOSHien-mGStkegSltjeS tussen Hollanders en Siamezen werden minder hartelijk. Eind 1673_al schreef een in Ayuthia vertoevende Engelsman naar Londen, dat de Hollanders wel spoedig uit Siam zouden verdwijnen. De man vergiste zich en zyn voorspel ling kwam niet uit. Wel was het waar, dat het Jan Compagnie een stuk slech ter ging dan vóór 1670. De oorzaken waren voornamelijk van „vreemde" oorsprong, en wel: 1. de concurrentie der Britten, en (vooral) 2. de invloed der Fransen in Siam, die leidde tot een revolutionaire ontknoping en die de binnenlands-politieke toestand in het Ryk van de Witte Olifant enige jaren lang onzeker en onberekenbaar maak te. beseffen. Want na deze vakantiettfd komt de herfst. De herfst met z'n honderden lokkende fotomotieven. Kijk, dat is nu juist wat vele ama teurs ontbreekt: het motief. Zodra ze vakantie hebben, hoeven ze niet te zoeken. Ze kieken alles wat ze onder weg tegenkomen. Elke vermeend nieuwe situatie vormt dan vanzelf een nieuw motiefde aankomst in auto voor het hotel; ook de achterkant van het hotel, waarbij moeder even op het balkonnetje moet komen; het ene ter rasje, waar koffie gedronken werd en het andere terrasje, waar thee werd besteld. Kees voor het grote stand beeld en nog eens Kees, maar met Annie erbij en dan iets meer van op zij genomen. Die hond van het hotel, die altijd met z'n kop op de voeten schraper lag en de was aan de lijn achter op de hotel-bleek. Advertentie Voortaan en gezonde planten met MeststoHenmengsel 6-13-18 Onlhelfing nr. 513 Bloeibevorderend Organisch; daardoor wortelverbranding uitgesloten. Gemakkelijk en hygië nisch in het gebruik. MEDICA-'s HERTOGENBOSCH Bromelia's worden tegenwoor dig veel gevraagd en gekweekt. De bloemist heeft dan ook di verse soorten in voorraad. Ze voldoen niet allemaal, doch vooral het geslacht Billbergia is voor kamercultuur prima. Bill bergia mutans of de knikkende Billbergia is wel één van de bes te soorten. Ze bloeit vrij gemak kelijk en met een beetje geluk kan men er elke zomer wel bloe men van verwachten. Het is echter als bij de meeste andere bromelia's; ze bloeit maar één maal uit de zelfde koker. Ze vormt echter steeds jonge scheu ten en die groeien vrij snel en kunnen dan op hun beurt weer bloeien. Deze knikkende billbergia moet men niet al te zonnig kweken. Ze kan tamelijk veel zon heb ben, doch op het heetst van de dag zal men haar toch een wei nig moeten beschermen. In de winter en in het vroege voorjaar en in deze tijd van het jaar kan ze de zon echter best verdragen. Ze verlangt een wat vochtige atmosfeer; in het komende stookseizoen is het goed hiermee rekening te houden. Sproeien moet men vooral met lauw wa ter doen. Als met koud leiding water gesproeid wordt, doet men de planten er heus geen plezier mee. Er zal ook eens verpot moeten worden; dat doet men in geen geval vlak voor de bloei, doch steeds na die tijd. Als er dan voldoende jonge scheuten zitten, kan men de oude, uitgebloeide verwijderen. Er zal in speciale bloemistengrond verpot moeten worden; gewone bladaarde is voor haar niet voldoende. Er moet ook een beetje gehakt veenmos doorheen gedaan wor den. Vergeet niet de pot van scherven te voorzien; het af- voergaatje mag in geen geval verstopt raken. Als de plant flink doorgroeit, kan men ook om de twee weken wel een wei nig bemesten; de bekende ka- merplantenmest kan men voor dit doel gebruiken. De potgrond dient men matig vochtig te hou den en vooral ook gieten me lauw water. G. KROMDIJ. Denk nu niet, dat wy iemand zelfs ook maar een stil verwijt zouden wil len maken over het feit, dat hy zulke dingen fotografeert. Zelfs niet al zou hij dat met een kapitale camera heb ben gedaan. Want stuk voor stuk zul len die foto's herinneringen vasthou den. En wie fotografeert en daar veel plezier in heeft is een gelukkig mens. Bovendien: wie geen doodgewone kiek jes durft te maken, zal nooit komen tot een echte foto! Maar waar we wél en zelfs open lijk diezelfde amateurs een klein verwijt van maken is, dat ze niet zien, dat ook in eigen land, in eigen onge- ving, in eigen huisgezin zoveel motie ven te vinden zijn. De hond van het hotel wèl fotograferen, misschien om dat het zo'n vérre hond is, maar die leuke flapoor van de buren aan de overkant nee, daar wordt zelfs niet naar gekeken. Laat staan een foto van gemaakt! Wèl van de hotelwas, maar de tragi-komedie van de maandagse flatbalkon-versieringen in guirlandes van textiel-produkten van soms zeer intieme aard, wordt geen foto waardig gekeurd. Ook al zwaait Mam elke mor gen al jarenlang trouw de stoere wer ker van het gezin tot aan de hoek na, er is nog nooit iemand op de gedach te gekomen haar eens zó op dat bal kon op de kiek te zetten. Maar is het niet heel vreemd, dat we in onze albums foto's hebben van een stadhuis intja, waar was dat nou ook alweermaar dat we het fotograferen van wat we aan karakte ristiek stadsschoon hebben, alleen maar aan vreemdelingen overlaten. Terwijl we de stad op elk uur van de dag, bij de meest gunstige lichtval en in elk kunnen nemen in zwart- jaargetijde op fc wit of kleur? Maar de schoonheid van waar we veelvuldig mee omgaan veralledaagst zo gauw. En daarom wordt na de va kantie de camera opgeborgen: „Omdat er niets meer te fotograferen is". Hoog stens eens een keertje by een familie bezoek of feestavondje. Voor wie de camera paraat houdt, voor wie dus de jacht niet gesloten wordt, is er zeker bij het naderen van de herfst een nieuwe wereld vol motieven te vinden. Het wat latere licht van het najaar geeft een mild schijnsel. Wie van de herfst wil genie ten, geeft niet alleen zijn beide ogen goed de kost, maar probeert met zijn derde oog de lens van de camera de beelden van het najaarsfestijn vast te houden. Misschien mogen we in een volgend artikel eens een paar suggesties geven van de rijkdommen, aan bijzondere motieven die de herfst kan bieden. Enige algemene opmerkingen kun nen we nu alvast maken: Voor zwart-wit werkers geldt: maak door de wat lagere zonnestand vooral gebruik van de langer wordende scha duwen. Gebruik deze schaduwen als een deel van de foto-opbouw. Vooral met tegenlicht kan dan een spel van licht en donker ontstaan. Gebruik bfj stemmingsfoto's van ochtend- of avond nevel vooral géén filter; dit neemt vaak de sfeer weg. Voor kleurenwerkers is het lage te genlicht in zoverre iets lastiger, dat de contrasten door de film wat moei lijker te overbruggen zijn. Zijlicht is dan veiliger. Vooral een zoom van het reeds warmer wordende licht geeft bij zonder fraaie tinten. Een mens zonder camera maakt zijn levensreis in de mist Niet alleen b(j ons bestaat een sterk verband tussen reizen en fo tograferen. De Amerikaanse Bond van Fotohandelaren heeft kunnen vaststellen, dat meer dan één derde deel van alle opnamen in Amerika waarvan een sterk overwegend deel in kleuren in de korte va kantieperiode wordt gemaakt. Bovendien bleek dat op vrijwel el ke twee mensen, die op vakantiereis gingen één fototoestel werd meege nomen. 'n Groepje van zes of zeven personen had gemiddeld drie ca mera's by zich. Zo verwonderlijk is dit eigenlijk ook weer niet, want bijna veertig miljoen Amerikaanse gezinnen be zitten een fototoestel. En een bezit van drie of meer fototoestellen in één gezin vormt geen uitzondering. Waarby we de filmapparaten bui ten beschouwing laten. D~e kiiiKKcnue uuLoergia mogendheden. De zomervakantie-periode ligt vrywel achter ons en we zouden wat de foto- Het verdrag-De Bitter behelsde voorts een bepaling over wederzijdse hulp en bijstand. Om de koning de pin niet op de neus te zetten en hem voor de toekomst weer gunstig te stemmen, ging De Bitter ermee akkoord, de vorst een schadevergoeding te geven ter hoogte van een kwart van het gevraag de bedrag wegens de buitgemaakte la ding van het Portugese schip. Dit ver drag (kwam men overeen) zou „voor eeuwig" gelden. grafie betreft met een geleende uitdrukking kunnen zeggen: „voor velen wordt nu de jacht gesloten". De lekker uitgelopen tennisschoenen van Vader, Moeders „iets" te krappe short, de kleine vouwstoeltjes en nog tal van speciale vakantie reis-artikelen meer worden met een beetje weemoed opgeborgen tot het volgende jaar. Met de stille hoop, dat de rubberzolen voor Pa nog net stérk en 't broekje voor Mam dan nog net gróót genoeg zal zyn. En natuurlijk gaat het foto toestel voorlopig ook de kast in. Want „geen vakantiegeen foto's" is de lijfspreuk van velen. Waarmee ze zich, misschien meer te kort doen dan ze zelf ledigd hadden, gestraft zouden worden. Verder kreeg de Compagnie een mono polie voor de handel in huiden, als mede het recht om in het gehele on der gezag van de koning staande ge bied v r ij e 1 ij k handel te drijven. Bo vendien mocht zij voortaan zonder tus senkomst van derden kopen, verkopen en corresponderen. De merkwaardigste bepaling uit het verdrag was, dat de Compagnie het recht verkreeg, voortaan zelf haar per soneel te berechten, als dit vergrijpen zou begaan. Anders gezegd: Jan Com pagnie werd onttrokken aan de recht spraak der Siamezen. Deze „bepaling van exterritorialiteit" diende later (in dragen, die Siam sloot met Europese

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 18