camera s IN DE SIERTUIN Z. -Afrikaanse charme in Britse film Een Zoeklicht „AAPJES KIJKEN" ROND EN VOETLICHT ZATERDAG 6 AUGUSTUS WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 OP DE BOEKENMARKT J „Een vrijmoedig verhaal over het privéleven van een politicus, over zijn ambities, zijn liefde en zijn haat". Met deze fraaie volzin kondigt de Rank Organisation de nieuwe film aan van het schier onafschei delijke duo: producer Betty Box en regisseur Ralph Thomas. „No love for Johnnie" hebben de Britse filmmakers dit op sta pel staande produkt voorlopig genoemd. Uit ervaring is ons ge bleken, dat dit geen enkele garantie biedt voor de uiteinde lijke titel, om maar te zwijgen van het Nederlandse etiket, dat er te zijner tijd opgeplakt zal worden... Wat dat betreft kunnen ze het Afrika deed ze geen ervaringen als ac trice op. Ze speelde alleen in haar stu dententijd als amateur, maar nooit als beroeps. Toen ze achttien was kwam ze naar Engeland, studeerde drie jaar aan de Central School of Speech and Drama. Tijdens een schooluitvoering zag een vertegenwoordiger van een to neelgezelschap uit Cardiff haar aan het werk, hij arrangeerde een auditie voor haar, ze werd aangenomen en werkte ongeveer een Jaar bij het gezel schap. Toen stapte ze over naar de televisie. En het duurde uiteraard niet lang eer de filmmensen dit frisse, vro lijke blonde persoontje met diep blauwe ogen en een levendige mond ook ont dekt hadden. Ze heeft een zelfverze kerde houding, maar durfde toch toe te geven, dat ze opgewonden en zenuw achtig was. „Vergeet niet, dat zo'n hoofdrol de film kan breken of maken. Het is een grote verantwoordelijkheid tegen de makers". „Hoe kwam u eigenlijk aan die rol?" „Nogal eenvoudig. Mijn agent hoorde ervan, solliciteerde en ik werd geko zen." ENTHOUSIAST Mary Peach, die in een leuk flatje in Londen West-End woont (dat zij zelf heeft geschilderd, niet omdat zij bin nenhuisarchitectuur doet, maar ge woon, omdat ze het zo'n leuk werkje vindt) is erg enthousiast over haar nieuwe rol (Hoe kan het anders?). „Ik vind er alles in, wat ik hoopte te vinden". „Vindt u het prettig om met Peter Finch in één film op te treden". Wat zou ze anders kunnen antwoorden dan: „Heerlijk. Ik bewonder hem ten zeer ste. Een waarlijk groot acteur". Vanzelfsprekend ontbraken ook de eeuwige persoonlijke vragen niet. „Wat wilt u doen in de toekomst?" „Een goed actrice warden en mijn werk zoveel mogelijk vervolmaken". „Naar wat voor een soort echtgenote kijkt u uit"Jk kijk er niet naar uit, maar als u beslist een antwoord wilt: naar één, die het met mfl kan uithouden". „Wilt u kinderen?"Natuur lijk...." „Mogen ze dan ook in de showbusi ness?".... „Dat zullen we dan wel zien". De vragen rolden zo heen en weer. Daarbij vertelde Mary nog, dat ze haar ouders, die in Durban wonen zij gere geld ziet, want ze komen nog wel eens voor zaken of voor plezier naar Enge land. Het is niet waarschijnlijk, dat Mary het ooit voor het zeggen zal krijgen in de Britse filmwereld, hoe hoog haar ster wellicht ook nog zal rijzen. Maar als het ooit toch zover zou ko men, dan zou Mary volgens haar zeggen een wet uitvaardigen tegen de praktijken van sommige hoogge plaatste filmautoriteiten, die alles in het werk stellen om in Pygmalion- stijl talent in bepaalde wezens te pompen en daarbij achteloos voorbij gaan aan de Jongeren, die Werkelijk wel talent bezitten Daaruit blijkt wel, dat ondanks de vele onbenulligheden Mary toch be paald niet op haar blonde krullen is gevallen. ne sporen zonder enige nadrukkelijk heid door de romans heen lopen het schrijverschap. Typerend is het slot. Na geslaagd te zijn voor zijn artsexa men, gaat Wachter zich niet vestigen. Hij gaat waarnemen tijdelijk werken en eigenlijk het leven vaai anderen lei den. Louis Couperus. „Vreugde van Dionysos, een bloemlezing uit zijn klassieke werken", Ooie vaarpocket. Daamen, Den Haag I960. Een bloemlezing uit zijn klassieke werken dat kan bij een schrijver als Couperus eigenlijk maar één ding be tekenen: een bloemlezing uit zijn hele oeuvre, want dat kan men terecht als klassiek betitelen. Dit is evenwel niet de bedoeling van de samensteller, dr. Theo Bogaerts, geweest. Bedoeld is een bloemlezing uit Couperus' werken, voor zover die gebaseerd zijn op gegevens uit de klassieken, d.w.z. uit de Griekse en Romeinse literatuur. Dat daar gelaten is er alle reden tot tevredenheid over deze bloemlezing. De inleiding is interessant en juist van argumentering. Zeer terecht wijst Bo- gaert op de eenheid in Couperus' werk op de overeenkomsten tussen karakters uit zijn zgn. Haagse romans en antie ke en antieke figuren uit zijn andere. De sohrijver had zijn voorbeelden daar van nog kunnen aanvullen met bijv. de oude mevrouw Derckx, zo uit een Griekse tragedie weggelopen en met haar dochter Ottilde, die verliefde nimf uit Van Oude Mensen de dingen die Voorbij gaan". Want dat is wat Cou perus zo groot maakt: het herkennen van het formaat in de dagelijkse mens. De keuze van de korte prozafragmen ten is met smaak gedaan. Een boekje als dit is een goede aanloop voor de genen, die er in ontdekken, wat zij al lemaal gemist heben door „De Come- dianten" niet .te lezen of Couperus' reisverhalen of de roman Iskander of vul maar in. CLARA EGGINK Peter (Johnnie) Finch, zoals hij te zien was in de veelbesproken "Operation Amsterdam" Hoe kan het anders, wanneer men zoveel natuurlijke charme in de strijd kan werpen. Zelfs in studio's, waar men toch wel iets gewend is, was de slanke Mary Peach nog een opvallende verschijning. Het geroezemoes van stemmen, en het gerammel met messen en vorken stokten even toen Mary jeugdig en knap in een strak rokje en een dito bloesje voor de eerste maal de drukke kantine van de Pinewood Studio's in Londen binnenstapte. Alle blikken draaiden in haar richting, ter wijl zij rustig een plaatsje zocht. Deze filmmensen hadden even eer bewezen aan een interessante en charmante nieuweling in het gezelschap. VOORKEUR Hoewel, helemaal nieuw in het vak is zij nu ook weer niet. Mary Peach kreeg de rol van Pauline Gray juist een week nadat zij een streep had gehaald door een zevenjarig televisiecontract, hoewel er nog slechts twee jaar van om waren. Mary was niet tevreden over haar vorderingen als televisie-actrice. Ze gaf de voorkeur aan het filmwerk. „De ene schilder werkt met olie-, de ander met watërverf. De filmindustrie biedt mij veel meer mogelijkheden dan de televisie, al zou ik beslist niet alle banden met de televisie voorgoed wil len doorsnijden", merkte zij zelf op tijdens een gesprek, dat een verslag gever met haar had in dezelfde kan tine van de filmstudio. De smaak van de film, zo vertelde zij verder, had zij te pakken gekregen bij een rolletje in „Room at the top". De film dus, waarmee Simone Signoret een „echte" Oscar veroverde en Mary Peach op de nominatie kwam voor een „Britse Oscar" voor de meest beloven de nieuwelinge. Bovendien speelde Mary nog een bijrolletje in de binnen kort uitkomende filmkomedie „Follow the horse". EERSTE HOOFDROL Maar „No love for Johnnie" wordt Mary's eerste hoofdrol en dus werd er geïnformeerd naar haar loopbaan tot- dantoe. Mary is Zuidafrikaanse en werd geboren in Durban. In Zuid- Lupinen, die al vroeg in de voorzomer gebloeid hebben, doen dat ook nog wel eens voor de tweede maal, zij het dan ook, dat de bloei dan wat be scheidener is. Overigens kun nen lupinen nu ook nog met succes in eigen tuin gezaaid worden, doch dan dient men het wel zo spoedig mogelijk te doen. De kleine plantjes zijn tamelijk winterhard, al is het wel nuttig ze tegen het invallen van de winter met wat groene sparre- takken af te dekken. Van lupi nen zult u erg veel plezier heb ben. Speciaal de Russell-hybri- den moeten genoemd worden; die komen in alle mogelijke kleuren voor; vooral de zalm- tinten zijn heel mooi. Lupinen houden wel van een zonnig plekje en van een voedzame grondsoort en hiermee dient men dus rekening te houden. Tegen het eind van de maand of in september kan men ook [linke planten bestellen; wie dus liever direct flinke planten heeft, kan dat beter doen. Niet alleen lupinen, doch ook andere vroegbloeiende planten kunnen in augustus-september al gepoot worden en die kan men nu allemaal bestellen. Vooral dhoronicums of voor jaarszonnebloemen moeten nu 10 vroeg mogelijk gepoot wor den; die groeien liefst op een licht schaduwplekje of althans zó, dat ze op de middag in de schaduw komen. Poot tussen de planten van de voorjaarszonne bloemen eens wat blauwe druifjes; het wordt niet veel toegepast, doch wij hebben dat in onze eigen tuin gedaan en ik kan u verzekeren dat het blauw en dat mooie geel het samen prima doen. Denk ook om het onkruid in het gazon. In augustus groeit het gras weer prima; augustus wordt ook wel de tweede maand genoemd. Nu heeft u de kans om het lastige onkruid in het gras kwijt te raken; ze behoe ven er niet allemaal meer uit gestoken te worden. Er zijn ook chemische middelen die men kan gebruiken; de zaadhandel heeft ze wel in voorraad. Het moet met water verdund wor den. Men dient vlak over het gras heen te sproeien; andere gewassen mag men er niet mee raken. Het is nuttig vóór het sproeien tien dagen voor die tijd een lichte overbemesting te geven en tien dagen na die tijd nog eens. Het gras zal er dan snel doorheen groeien. Want al gaat het gras niet dood en het onkruid wel, het gras zelf heeft er toch ook wel iets van te lijden. Een pas gezaaid gazon mag men met deze mid delen niet besproeien. G. KROMDIJK. soms wel erg bont maken! Maar goed, we kunnen in ieder geval wel aannemen, dat er een zekere „Johnnie" voorkomt in deze film, waar voor de opnamen kortgeleden zijn be gonnen. Deze mijnheer Johnnie schijnt overigens niet zo'n bijster prettige fi guur te zijn. Een z.g. „self-made-man", maar dan een van het slechte soort. Een bikkelharde knaap vol eerzucht, die in een politieke carrière in het hart van het Britse Gemenebest niet anders wil en kan zien dan een middel naar het enige doel, dat hij nastreeft: succes en macht. WEER TERUG Deze op het oog zo onsympathieke, maar voor een filmacteur dankbare rol heeft men in handen gelegd van Peter Finch, die sinds de veel omstreden en in ons land terecht verguisde „Opera tion Amsterdam" geen stap meer in een Britse studio had gezet, niet omdat hij daar nu zo'n hekel aan had, maar ge woon omdat hij contracten elders had na te komen. Want om werk zit de heer Finch bepaald niet verlegen. Nu is de prettige Australiër echter weer in En geland terug om als een onverbeterlijke politicus het witte doek op te stappen. Nu ja, onverbeterlijkRank heeft niet voor niets een allerliefst blond meisje gehuurd, dat in de film als Pau line Gray moet trachten Johnnies le ven weer in betere banen te leiden. Vanzelfsprekend slaagt zij in dit apos tolaat. S. Vestdijk „De laatste kans". Nügh en Van Ditmar. 's-Gra- venhage 1960. „De laatste kans", volgens de berich ten ook de laatste vam de Anton Wach terromans, begint .preoies daar, waar de voorgaande „De rimpels van Esther Ornstein", is opgehouden. Dat is een merkwaardige gewaarwording, om He- tie Mossel, de vriendin van Esther, nog op dezelfde plaats aan te treffen, waar men haar een jaar geleden ongeveer verlaten heeft. Het is nog steeds de dag waarop Wachter geslaagd is voor zijn doctoraal medicijnen. Hetie is hem komen gelukwensen en heeft hem te vens het briefje overhandigd waarin Esther iedere band met Anton ver breekt. Overrompeld door al die emo ties is Anton flauwgevallen. En op het ogenblik, dat Anton zijn ogen weer opendoet en „O, bent u er nog?" zegt, vangt ,De laatste kans" aan. Hij reali seert zich maar één ding: dat Hetie niet weg moet gaan. Want als hij al leen zou zijn, zou hij spoorslags Esther naar Groningen achterna reizen en haar ten huwelijk vragen. En trouwen is precies het enige wat Anton niet wil en niet kan. De reeks liefdesavon turen, het woord is eigenlijk te onpas voor de wat naargeestige situaties waar in hij geraakt, die in „De laatste kans" verteld worden, zijn eigenlijk even zo veel vestingen, die Anton opwerpt te gen Esther en tegen zichzelf. Het be gint al met Hetie, die hij via een won derlijk systeem, „pneumatische oefe ningen" genaamd, bewijst, dat zij niet zo „koud" is als zij voorgeeft te zijn. Doch blijkbaar vindt Hetie na één keer de liefde via ademhalingsoefeningen met druk op eikaars middenrif, de plaats waar volgens de oude Grieken 's mensen ziel zioh moet bevinden, wel letjes. Met de aanvang van An tons co-as- sis tenschap vangt ook zijn contact met de verpleegsters aan. Eerst is het de Groningse Hilda Heringa, die er even wel snel genoeg van krijgt als Anton haar vertrouwelijkheden wil ontlokken, die zij niet of nauwelijks snapt. De hoofdzuster Zeilstra zegt onmiddellijk, dat zij niets voelt voor een nadere ken nismaking, doch de zwartharige Han- neke van Gelder hij had op dat ogenblik genoeg van blonde zusters hapt toe. Zij wordt op haar beurf op gevolgd door Marie Klaassen. een wat oudere vrouw bij wie Wachter zich blijkbaar beter thuis voelt. Maar An ton kan het nog altijd niet laten die andere vrouwensoort met een aureool te omkransen. Na Ina Damman, na Esther Ornstein Anna Heldering, de brave, ernstige dochter van een profes sor in de theologie. Een nette bourgeoi- se, net als Ina en net als Esther. Al leen versnelt het tempo zich. Na één ontmoeting weet Anton het al; met Anna behoeft hij het niet eens te pro beren. Wie Vestdijks werk kent, weet dat een opsomming van de gebeurtenissen niet anders is dan een geraamte van de roman. Anton-Wachter het pro cédé mag langzamerhand bekend ver ondersteld worden is niet alleen de belever, maar tevens de bestuurder van het beleefde. Beurtelings overlegt hij zijn handelingen en handelt. Deze wij ze van dubbel leven, dit „secretaris" zijn niet alleen van zijn verleden, maar ook van zijn heden, is de grondslag van Wachters karakter. Wachter kan zich niet binden. Wachter wacht op het andere. Op datgene, waarvan klei- Als de lupinen bloeien. MARY PEACH Blonde Zuidafrikaanse charme Die uitdrukking „aapjes kijken" was de aanduiding, die men vroeger algemeen gebruikte wanneer een bezoek aan de dierentuin werd gebracht. Er was er toen maar één en 't meest attraktieve gedeelte daarvan bleek steeds de apenkooi te zijn. Het aantal dierentuinen is gegroeid, de inrichting ervan is gemoderniseerd, maar de belangstelling voor het apenhuis is ouderwets groot gebleven. Tienduizenden zullen ook deze zomer een dierenpark bezocht hebben of dit nog gaan doen en menig filmrolletje wordt opgeschoten in dit levende leerboek der dierkunde. Veel van de foto's worden niet wat de maker er zich van voorstelde. Eensdeels omdat hij te snel wilde fo tograferen, anderdeels omdat er fo tografisch gesproken veel te veel tralies en afrasteringen zijn. Fotogra feren in een dierentuin betekent een beetje geduld op kunnen brengen. Want losstormen op een of andere kooi en een opname maken omdat „die knaap van een leeuw net zo lek ker dichtbij ligt" heeft in de meeste gevalen tot gevolg, dat later op de foto bijna niet te zien is of er een leeuwin, poema of luipaard gekiekt is. Eigenlijk moet men zich even reken schap geven van de aard van het dier, dat men wil gaan opnemen. Dat wil nu weer niet zeggen, dat u eerst et telijke boeken over bijvoorbeeld de psychologie van het dier moet door worstelen, voor u zich aan een op name in de een of andere dierentuin kunt gaan wagen. Maar wel, dat u even rustig moet gaan kijken, voordat u de sluiter laat werken. Want niet het rusteloze lopen van een hyena kunt u op een enkele foto vastleggen, wel het intens turen naar een verse prooi. Ook niet het ononderbroken ke ren en wenden van de zeeleeuwen in hun kinderbadje proberen te „bevrie zen" maar wel het korte moment pak ken, waarop ze als staande op het water reikhalzend uitkijken naar hun oppasser met de emmer met vis. Zo zijn er tientellen voorbeelden te vinden van karakteristieke houdingen of standen van een bepaald dier. Behalve nu dit letten op de vaak zeer korte maar typische momenten moet u vooral acht geven op alles wat de opname van het dier zelf kan sto ren. "n Rommelige achtergrond, een voorgrond van tralies of hekwerk, toe kijkend publiek, dat mede in het beeld komt, leiden de aandacht voor het onderwerp af. Een goede raad: laat bij opnamen van dieren in een kooi de lens van uw toestel door het gaas heenkijken. Dat is niet altijd moge lijk. Maar zorg dan dat gaas of tra liewerk een deel van de foto zijn. Een bedelend aapje, één handje door het vlechtdraad gestoken en met de an dere drie zich vastklemmend aan het draad is uiteraard zonder gaas niet denkbaar maar het grappige vlekken- patroon van de giraffe nog eens over trokken met een wijdmazig patroon van ijzerdraad is te veel van het goe de. Om voor een iedr een korte opsom ming van motieven in een dierentuin te geven is niet zo eenvoudig: de ene amateur zal zijn fotografische studies voornamelijk willen maken in de om geving van de reeds eerder genoemde apenhuizen, een ander is geïmpo neerd door de majestueuze leeuwen en een derde zoekt het bij de vogels. Van de majestueuze leeuwen gespro ken, rustig ligend, half slapend ge ven ze vooral op de foto niet een koninklijke of imponerende in druk. Een dankbaar onderwerp vor men ze pas als ze met een zekere minachting voor het publiek staren naar de verloren woestijn of geeuwen over zoveel bekijks. En niet te verge ten het moment kort vóór en van de voedering zelf. De grote roofvogels worden het best enigszins van opzij opgenomen zodat de snavel duidelijk in 't beeld komt. Vergeet ook de klauwen niet. Uilen kunnen echter recht van voren wor den gefotografeerd door him grappig verenpatroon rondom de ogen. Tenslotte hoewel dat met dieren- fotografie zelf niets uitstaande heeft vergeet ook nooit iets mee te ne men van al die motieven die er be halve de dieren ook altijd in een die rentuin te vinden zijn. De kostelijkste gelaatsexpressies vindt u vóór de apenkooi en menige opname van de uitdrukkingen vóór het gaas doen voor die van het vierhandige dier er achter beslist niet onder! Opgetogen kindertoetjes, diep-be- schouwende jongenssnuiten, genieten de ijslikkers, zorgzame moeders, expli cerende vaders, innig verstrengelde paartjes zijn een even interessant on derdeel van de „levende have" die men ziet, wanneer men een keertje ouderwets naar de aapjes gaat kij ken. TIPS VOOR DIERENFOTOGRAFIE 1. Misschien kent u de remedie al: om storende achtergronden te vermijden een vrij grote lensopening kiezen (f3.5 tot f= 5.6) en een korte belich tingstijd. De achtergrond wordt dan onscherp en niet zo opdrin gerig; de afbeelding van het hoofdmotief werkt daardoor plastischer. 2. De meeste opnamen in de dierentuin kunnen met 1/50 (1/60) sec. worden gemaakt. Snelle bewegingen denk bij voorbeeld aan de zeeleeuwen met 1/125 of 1/250 sec. 3. Wie een twee-ogige reflex camera gebruikt bedenke wel, dat zijn zoeker-lens misschien geen gaas of draad voor zich ziet, maar dat de opname-lens er dan toch wel juist voor kan geplaatst zijn. Kijk dus eerst, voor u afknipt, dat het opname- oog van het toestel vrij zicht heeft. 4. Wie met de oppasser een babbeltje weet te maken krijgt waarschijnlijk betere kansen, dan hij die 't er zonder pro beert. 5. Het is niet nodig elk dier in z'n volle omvang met het totaal aan poten en staart in de zoeker te krijgen. Soms werkt een detailopname sugges tiever dan een totaal. Maar hak geen stukjes van poten en staart of slurf af. Als u foto grafisch coupeert, zet er dan stevig de schaar in!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 12