ernma elisaBeth
Opgericht 1 maart 1860
Donderdag 4 augustus 1960
Tweede blad no. 30116
De een-ien-twintigste is een bijzon
dere verjaardag: het is de dag van
het meerderjarig worden. Hoewel
het rijpen tot volwassenheid niet een
procédé is, dat zich volgens wettelijke
termijnen voltrekt, en hoewel de offi
ciële meerderjarigheid van leden van
het Koninklijk Huis anders geregeld is
en andere betekenis heeft dan in gewone
gevallen, bestaat er toch alle aanleiding,
bij deze verjaardag aandacht te vragen
voor haar, die steeds meer aan de re
presentatieve taken van het Koninklijk
Huis gaat deelnemen en daardoor ook
naast de vrijheid als Nederlands stu
dente meer de lasten van de band
tussen Oranje en Nederland met een
zeer persoonlijke charme gaat dragen.
Koningskinderen hebben het over het
algemeen niet gemakkelijk. Hoezeer er
ook naar gestrefd mag worden, ze in
hun jeugd „gewone" kinderen te laten
zijn, het is niet mogelijk ze geheel te
onttrekken aan de invloed van de door
geboorte verworven bijzondere maat
schappelijke plaats.
groeien met hun leeftijdgenootjes. „Ik
herinner mij. hoe naar ik het vond dat
de mensen mij zo aanstaarden toen ik
een kind was. Wij willen onze kinderen
graag een zonnige jeugd geven. Helpt
ons daarin..."
Det is een van de zeldzame gelegen-
heren geweest, waarby een wens van
deze zijde genegeerd werd. Achteraf vra
gen wij ons ook af, of inwilliging moge-
Viering in Soestdijk
De verjaardag van Prinses Irene
zal met een lunch in de familie
kring worden gevierd, 's Middags
om vijf uur zal een delegatie van
de Prinses Irenebrigade in het
Paleis Soestdijk geschenken aan
bieden.
Zaterdagavond zal een feest ge
geven worden voor vrienden en
kennissen van de Prinses.
ballet en toneel. Zy heeft niet de schep
pende artistieke talenten van Prinses
Beatrix, doch heeft bijzondere gaven op
het gebied van de uitvoerende, de repro
ducerende kunst.
Dat is tekenend.
Voor een dergelijk kunstgevoel is de
gave van begrip meer nodig dan de gave
van waarneming. Zeer duidelijk komt
dit tot uitdrukking in de wijze, waarop
Prinses ,?n dans en spel mense
lijke types' en karakteristieken van het
leven in algemene zin weet uit te beel
den met een treffend gevoel voor ritme,
cadans en sfeer.
Voor het ballet toonde Prinses Irene
reeds jong een passie, en altijd slinger
den er op haar kamer op de eerste ver
dieping van het Paleis Soestdijk, waar
zij tot na haar eindexamen woonde, wel
een paar spitzen rond. Hoe dikwijls ook
bracht Prins Bernhard van zijn buiten
landse reizen niet een tutu mee, een
soort droomwolk van tule waarin zij met
sierlijke gratie haar kunnen ten beste
gaf in besloten kring.
iRene
(Van een onzer redacteuren)
Mijn dochter zal Irene Emma Elisabeth
heten."
Het was midden zomer, aan de vooravond van
de zwartste nacht uit de Nederlandse geschiedenis
dat Prins Bernhard als jonge trotse vader deze
woorden sprak tot de burgemeester van Baarn,
die de geboorte van de tweede dochter in het
thans Koninklijke gezin officieel registreerde:
morgen 21 jaar geleden.
De herkomst van twee dezer namen was,
historisch gezien, duidelijk. Emma naar de onver
getelijke Koningin Moeder, Elisabeth naar de
Groothertogin van Oldenburg, de zuster van
Prins Hendrik.
De andere eerste naam had geen histori
sche achtergrond.
„Irene" was een hartekreet: VREDE.
Slechts korte tijd nadien barstte het oordeel
over de wereld los, dat ook ons land zou teisteren,
de Koninklijke familie in ballingschap zou drijven
en de jonge Prinses Irene tot een jeugd in balling
schap zou dwingen.
Zelfs nu, 21 jaar later, heeft de „vrede" het
gezag over de samenleving nog niet ten volle
overgenomen van tyrannie en geweld, al regeert
zij als regentes bij de gratie van de angst en de
nachtmerries der herinnering.
De historie moge dan deze naam „Irene"
hebben beschaamd, de naam treft toch merkwaar
dig genoeg, nu het kleine Prinsesje van toen is
volgroeid naar volwassenheid, door een rake
typering van de draagster.
Eenzelfde rake typering van de persoon als de
in naam van de Kroonprinses. Beatrix, „zij die
gelukkig maakt", verwierf zich niet ten onrechte
de erenaam „Prinses Glimlach".
Irene toont dezelfde voorzichtige schroom
waarmede de vrede staat in de wereld van nu.
Niet op het eerste plan, maar zich toch zeer
bewust van eigen waarde. Aarzelend naar buiten,
maar bezield met een innerlijke "kracht, een
persoonlijke weloverwogen overtuiging.
Vrede is een positief begrip, hoewel men het
in de wereld van vandaag slechts negatief dreigt
te gaan zien als afwezigheid van oorlog.
Vrede vergt een positieve geestelijke instelling,
welke zich niet laat propageren, maar moet groeien
als zelfstandige geestelijke adeldom.
Vrede timmert niet aan de weg, maar weet
zichzelf gaaf en vraagt er alleen in stilte om
begrepen en ook nagevolgd te worden. Vrede wil
niet gediend, maar verstaan worden.
Het is in dat opzicht, dat Prinses Irene niet
anders zou mógen heten, al werd de naam haar
21 jaar geleden uit zo heel andere motieven
geschonken.
De oudste twee prinsessen hebben
deze „druk" in hun jongste jaren wel
licht minder gevoeld dan onder „nor
male" omstandigheden het geval zou
zijn geweest. Zij groeiden op in balling
schap, in Canada, ver van de verbijs
terende drama's in Europa en Azië,
maar daardoor ook ver van entourage,
sfeer en decor van een Koninklijk of
Prinselijk gezin in eigen land, ver van
de „paleis-sfeer" waaraan ook in een
meest democratisch Koningschap niet
te ontkomen valt wanneer dit Koning
schap als symbool de hoge waarde wil
behouden, welke het in ons land Gode
zij dank heeft.
De oudste herinneringen van Prinses
Irene gaan terug naar die tijd van
„vrijheid", waarin zij met haar
oudere zusje kon leven als een gewoon
kind, zij het dan ook dat deze tijd ver
duisterd werd door het feit dat haar
vader, van wie zij zielsveel hield en
houdt, zo dikwijls en voor zo lange tij
den in het gezin gemist werd.
In die „vrije jaren" groeide een
hechte band tussen de oudste Prinses
sen, een gehechtheid welke is blijven
bestaan ook nadat in de laatste jaren
de voordien parallel lopende wegen uit
een gingen lopen door verschillende
studie-stadia en anders georiënteerde
interessen.
De zusjes waren in hun Canadese tijd,
ondanks contact met kinderen uit de
omgeving, sterk op elkaar aangewezen.
De band die tussen hen groeide vond
voedsel in alles, waarin gewone kinderen
elkaar leren kennen en waarderen: kat-
tekwaad, boodschappen voor moeder,
helpen in het huishouden (vaak zonder
dat er een dienstmeisje was) en rond-
schooieren in de buurt waarbij zij een
Canadees slang opdeden, dat zelfs voor
Prinses Juliana niet meer verstaanbaar
was.
Pas enkele dagen voor haar zesde
verjaardag kwam Ireentje in het
vaderland terug. „Wat een slordige
boel" was haar commentaar toen het
toestel uit Londen over Zeeland vloog.
Waarom hebben we geen ijs toe?" was
haar vraag aan het einde van het eerste
avondeten in het vaderland. „Waarom
waarom... waarom..."
Al die „waarom's" waren evenzovele
getuigenissen van de betrekkelijke on
bezorgdheid, waarmee zij haar prilste
jeugd genoten heeft. Niet dat de zor
gen van die tijd haar niet door haar
moeder en vader wanneer die aan
wezig was waren uitgelegd, maar het
was ondoenlijk, zeker voor kinderen, om
werkelijk te begrijpen wat er in bezet
gebied gebeurde.
In Nederland teruggekeerd leerden de
Prinsesjes ook de minder plezierige kant
kennen van haar centrale plaats in de
harten van ons volk. Een dikwijls op
dringerige belangstelling trad in de
plaats van een verrukkelijke anonimi
teit.
De drie Prinsesjes (Margriet kwam als
„nieuwelinge" mee terug met de oudste
zusjes) vonden die belangstelling eerst
wel grappig, maar het duurde niet zo
heel lang of vooral Beatrix en Irene be
gonnen er schoon genoeg van te krijgen
„aangegaapt" te worden, zoals zij dat
indertijd omschreven. Deze term hoor
den wij overigens in vertrouwelijke ge
sprekken onze Kroonprinses ook veel la
ter nog wei eens gebruiken.
Van dit voor de Prinsessen nieuwe
probleem getuigde onder meer de op
roep, die Prinses Juliana via pers en
radio richtte tot ons volk: Matig uw be.
langstelling, laat de kinderen vrij op-
lijk zou zijn geweest in een tijd, dat
het Oranjehuis meer dan ooit tevoren
verafgood werd door een volk, dat vrij
heid om te doen en te laten naar eigen
verlangen zovele jaren had moeten ont
beren. Moest dan nu zelfs aanhanke
lijkheid óók nog bij mondjesmaat op de
bon...?
Misschien is het nodig geweest, dit
conflict tussen een groot verlangen om
de Prinsessen een vrije jeugd te bezor
gen, en de aanhankelijkheid van een
volk aan een herwonnen plechtanker.
Enkele incidenten bij dagjes uit aan
zee, enkele onplezierige (hoewel uit het
hart komende) samenscholingen bij an
dere uitjes van „jong Oranje" toonden
dat zelfs de gouden medaille der liefde
een keerzijde heeft Kort na het mislukt
beroep van Prinses Juliana werd het
gewoonte, dat de Prinsesjes mèt het
Kroonprinselijk gezin de vakanties bui
tenslands gingen doorbrengen.
In de latere jaren is het geëxalteerde
van de vreugde overwonnen. De te
genwoordige vrijheid die de oudste
twee Prinsessen genieten in hun studie
oorden Leiden en Utrecht, waar men
bewust deze studentes ongemerkt pas
seert, toont dat zij na die overspannen
tijd na de bevrijding ook in eigen volk
gewone mensen kunnen zijn, wanneer
zij dit volk niet tegemoet behoeven te
treden als representante van het Oran
jehuis.
Het contact dat de Prinsessen Beatrix
en Irene daardoor de laatste jaren met
de „gewone" mensen hebben onder nor
male omstandigheden (of wat daar bij
gebrek aan beter voor moet doorgaan)
hebben zij van jongs af aan gehad. Op
de Werkplaats van Kees Boeke in Bilt-
hoven, in de villa Incrementum in
Baarn, de dependance van het Baarns
Lyceum waar zij in klein klasseverband
de middelbare opleiding genoten, ook in
de ontmoetingen buiten schoolverband,
en tijdens veelvuldige reizen in het bui
tenland.
Na de eerste jaren op Incrementum
verkoos Prinses Irene (in tegenstelling
tot Prinses Beatrix die een meer acade-
misch-klassieke richting prefereerde en
ook nodig had) een verdere opleiding in
de afdeling Middelbare Meisjes School,
waarbij zij een reeds eerder gebleken
belangstelling voor typisch vrouwelijke
ontwikkelingsterreinen verder accen
tueerde. Dit kon haar worden toegestaan
doordat zij naar menselijke berekening
minder dan Prinses Beatrix haar oplei
ding diende af te stemmen op haar la
tere taak.
In intellectueel opzicht erkent Prinses
Irene zonder schroom en zelfs nu en
dan met voldoening, haar meerdere in
haar oudere zuster. Zij is anders geaard
en beseft heel goed, dat ruimte voor zui
ver intellectueele ontwikkeling ten koste
gaat van verdieping op ander gebied,
waarop haar belangstelling veel meer is
georienteerd. Het vlotte tempo, waarin
zij desondanks haar middelbare oplei
ding voltooide toont op verheugende
wijze, dat haar bereidheid tot hard wer
ken en capaciteit tot het bereiken van
prima resultaten hand in hand gaan.
DE artistieke gaven, die zovele leden
van het Oranjehuis in de laatste
generaties hebben gekenmerkt, zijn
in volle omvang by de oudste twee Prin
sessen terug te vinden, naar het zich
laat aanzien ook bij Prinses Margriet.
Prinses Irene, die over het algemeen
zeer kunstzinnig is en een opmerkeiyk
gevoel bezit voor schoonheid en harmo
nie, voelt zich vooral aangetrokken tot
DEZE passie verleidde haar niet, het
na haar eindexamen in deze rich
ting verder te zoeken, hetgeen
velen, die haar oppervlakkig kenden wèl
hadden verwacht.
zy verkoos een Academische vorming
en ging Spaans studeren in Utrecht. Zy
deed dit uit de bewuste overweging, dat
een academische vorming zo grote waar
de heeft voor de menselijke geest, dat
wie er de capaciteiten toe heeft, de inte
resse voor kan opbrengen en bovenal
daaraan zoals zy in de toekomst be
hoefte zou hebben, deze niet mocht
missen.
Naar de oorsprong van haar liefde
voor de Spaanse taal- en letterkunde be
hoeft niet gegist te worden. Haar lite
raire belangstelling is over het algemeen
groot, maar de keuze van deze taal in
het by zonder vloeit voort uit de diepe
aanhankelykheid tussen vader en doch
ter. Prins Bernhard bracht van zyn
reizen naar Zuid-Amerika liefde voor
deze bloemrijke romantische taal mee
naar Holland, waar vooral een Prinses
Irene in zovele opzichten romantiek
moest missen. Het doorgeven van deze
liefde was een natuurlijk gevolg van de
verhouding tussen vader en dochter.
Irene studeert overigens in Utrecht
ook kunstgeschiedenis en economie,
enerzyds dus een uitbreiding van het
beperktere studieveld, anderzyds een
concessie aan de plaats welke zij in onze
samenleving inneemt.
Vóór haar studie in Utrecht aan te
vangen vertoefde zij vele maanden in
Lausanne, enerzyds om zich de Franse
taal goed eigen te maken, anderzijds
voor een speciale studie kunstgeschiede
nis. Onlangs keerde zy (overigens niet
voor het eerst) naar Lausanne terug
voor het bywonen van een jeugdconfe-
rentie, waar ook een boodschap van
Prinses Wilhelmina werd voorgelezen.
In Lausanne woonde Prinses Irene in
een byzonder fraai oud kasteeltje in ge
zelschap van haar vriendin freule
Quirin Laman Trip. Min of meer zorgde
zij daar voor het eigen huishouden, het
geen veel meer het geval is nu zy in
Utrecht studente is.
In Utrecht heeft zy sinds september
1958 haar woning in het huis Lievendaal
aan het Lepelenburg. zy woont daar
samen met enkele vriendinnen en ver
zorgt daar, als vrywel alle studenten
haar eigen huishoudentje, zy werk er en
is er studente in een sfeer van zo goed
mogelyk geboden vryheid, een vryheid
welke haar eigenlijk na die eerste vyf
jaren als kleuter in Canada niet meer
gegeven was. Werkplaats, Incrementum
en duizend en een goede bedoelingen ten
spijt.
VOOR Prinses Beatrix is de vryheid
als studente waarschijnlijk veel
kostbaarder dan voor Prinses Irene,
die niet de mooie maar ontstellend
zware jaren voor zich ziet waarin een
(zy het symbolische) Kroon gedragen
moet worden. Toch zullen ook Prinses
Irene de representatieve plichten, hoe
ook haar verdere levensloop is en waar
heen die haar ook mag voeren, blyven
achtervolgen. Ook voor haar is daarom
deze studietyd een oase van vryheid in
een onmetelijke woestijn van binding,
plicht en taak.
Eenzelfde vryheid vindt zy in de sport
beoefening, een gebied waarop zy in vele
opzichten haar oudere zuster de loef af
steekt. Zo volmondig als Prinses Irene in
Prinses Beatrix de meerdere erkent in
intellectueel opzicht, zo snel staat laatst
genoemde klaar om de eerste plaats aan
haar jongere zuster te gunnen in spor
tief opzicht, hoewel ook zij in sportivi
teit (letterlijk en figuurlyk) een uitste
kend figuur slaat.
Paardrijden, skiën, zeilen, hockey, ten
nis, zwemmen en schaatsenryden, op al
deze gebieden behoort Prinses Irene tot
de zeer goeden. In de eerstgenoemde
sporten rechtvaardigen haar prestaties
ook het uitkomen in internationale ont
moetingen en op dit niveau zelfs het
verwerven van prijzen.
Vooral aan de ruitersport heeft zy
reeds vroeg haar hart verpand, zelfs
voordat het van haar ouders mocht.
Heel jong is zy er immers eens op een
van de rijpaarden van haar vader van
door gegaan, clandestien, met het ge
volg dat het dier op hol sloeg en door
toevallig voorbijkomende jongens met
een héél verschrikt Ireentje op de rug
tot stilstand kon worden gebracht.
Heel dicht by haar liefde voor de rui
tersport staat de dierenliefde, die zy
gemeen heeft met haar zusters en leden
van vorige Oranjegeslachten, vooral
Wilhelmina. De levende have van paleis
en park Soestdijk legt daar een tref
fend getuigenis van af.
In de loop der jaren heeft Prinses Irene
een voortdurend groter aandeel in de
taak van het Koninklijk gezin gekre
gen. Zij bezocht eerst in gezelschap van
de ouders, later ook zelfstandig, vele de
len van het land, vertegenwoordigde zelfs
haar ouders zowel in binnen- als bui
tenland.
Steeds heeft zy daarby de indruk ge
vestigd, dat deze representatieve taken
haar moeiiyker afgaan dan Prinses Bea
trix. De Kroonprinses heeft zich de faam
verworven joviaal, hartelyk, levendig,
toch vol duideiyk getoond begrip en ook
medeleven te kunnen zijn, waartegen
over bij Prinses Irene over het algemeen
een zekere gereserveerde bedachtzaam
heid, een wat stug aandoende gesloten
heid opgemerkt worden.
Deze houding vloeit geenszins voort
uit gebrek aan zelfvertrouwen, aan ver
legenheid, of aan onmacht om woord en
gebaar te vinden waarom in een gegeven
situatie wordt gevraagd. Het luchtharti
ge (in de goede zin van het woord) gaat
haar buiten de eigen sfeer waarin zy
telkenmale de opgewektheid van karak
ter toont waarvan een vermeend gemis
haar wel eens wordt verweten ligt
haar tegenover de „buitenwacht" niet.
De aarzeling, waarmede zy de wereld
tegemoet treedt, is geen teken van in-
nerlyke onzekerheid maar juist van het
bewustzijn dat het moeilijk is, een an
der diep in het hart te zien, waardoor
het bij oppervlakkig contact niet moge
lyk is, een juist oordeel over anderen en
hun gestes te vellen. Zy toont haar oor
deel over personen en zaken dan ook zel
den omdat zy zichzelf kent en er zich
dikwyls over verwondert, dat anderen
het blykbaar zo makkelijk vinden over
haar te oordelen. Uit deze innerlyke in
stelling is een aarzeling naar buiten geen
teken van zwakte maar bewijs van
kracht.
Maar mensen, die zy tot in het hart
heeft leren kennen kan zy haar bewon
dering, liefde en trouw schenken. Daar
legt haar aanhankelijkheid voor byv.
haar vader, Prinses Wilhelmina (waar
mee zy op het Loo dikwyls langdurige
gesprekken voert) en haar beste vrien
dinnen een ondubbelzinnig getuigenis
vanaf.
Zo is Prinses Irene, nu zy de volwas
senheid binnen gaat.
Een jonge vrouw, met zachte (maar
te rechter tyd fel stekende) grysblauwe
ogen in een vriendelyk, niet te fyn ge
vormd gelaat. Modieus opgestoken kap
sel, gekleed in smaakvolle moderne toi
letten van heel persoonlijke styl met
een passie voor hoedenexperimenten
zich bewust van eigen waarde maar
naar buiten opvallend bescheiden (om
het woord timide te vermyden dat ener
zyds beter tekent maar de achtergrond
van de houding miskent), eerlyk als
goud maar omneedogenloos een geiyke
eerlykheid van anderen vragend, artis
tiek begaafd en bovenal hunkerend naar
menselijk medegevoelniet om het
zelf deelachtig te worden, maar om het
te geven waar er behoefte aan is, want
aarzeling verbiedt haar, het ongevraagd
te schenken.
Prinses Irene gaat de volwassenheid
in als waardig vertegenwoordigster van
het Huis van Oranje, dat ons in ons
huidig Koninkiiyk Gezin en in de Prin
sessen zulk een grote rykdom heeft ge
schonken.
OP dc 21ste verjaardag van
Prinses Irene spreken wij de
vurige hoop uit. dat eens datgene
in de samenleving zal binnentre
den, waarom haar naam op 5
augustus 1939 vergeefs riep: vrede.
Zijzelve is een toonbeeld van de
geestelijke adeldom, welke allen
moet bezielen om de weg te effenen
voor het symbool waarnaar zij is
vernoemd.