DE FEESTHOND OP VERJAARSVISITE Koken met Joke EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HET ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOX DENK AAN DIP T* S|r^- ZATERDAG 9 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Verhaal voor de kleintjes Heeft U een speurneus GENIET VAN DE NIEUWE MAATJES! WONDEREN DER NATUUR r ..Kijk eens", zei Paul. „Ik heb een f beest ontdekt". En hij duwde 't vel te kenpapier waarop hij het nieuwe beest had getekend, onder de neus van zijn moeder. „Wat is dat voor een dier" zei moe der. .,Het lijkt wel wat op een hond en mens wat stelt het voor?" Paul dacht even na. Toen zei hij: „Het is een feesthond". „Een wat?" vroeg moeder verbaasd. ..Een feesthond", herhaalde Paul en hij knikte tevreden naar de tekening. „Ik zal ïem kleuren dan kun Je het beter zien- Hij krijgt een geel-rose ge zicht. zor'at hij op een mens lijkt, en ook een beetje op een hond, en een brun lijf. Daarmee lijkt hij op een bruin lijf. Daarmee lijkt hij op een bruine jas". „Nou", zei moeder. „Ik vind het maar een merkwaardig mens". „Hij kan op twee benen lopen", zei Paul. „Als hij dat doet. is hij een feesthond of een mens, dat kan ook en als hij op vier benen loopt, is hij een gewone hond. Kan dat niet?" „Ja", zei moeder, wat aarzelend. „Misschien kan dat wel, Paul. Ik moet bekennen dat ik nog nooit zo'n feest hond heb ontmoet". „Nee natuurlijk niet", zei Paul. „Ik heb hem immers ook pas ontdekt. Misschien ontmoet je hem vanavond wel. Je gaat vanavond toch met vader naar een verjaarsfeestje?" „Ja", zei moeder. „Als vader kan. tenminste". Vader kon. en zo vertrok hij met moeder naar de verjaarsvisite bij tante Sien. Paul bleef thuis Hij maakte zijn huiswerk, las nog een poosje, en ging naar bed. Hij lag nog wakker toen opeens de feesthond aan zijn bed verscheen. Hij zag er precies zo uit als Paul hem getekend had alleen veel groter. „Ook goelen- avond", zei Paul verbluft. „Tja, luister es even", zei de feest hond. „Jij zegt nu wel dat ik een feesthond ben maar waar is dan dat feest?" „Welk feest?" vroeg Paul. Hij kon zijn oren en ogen haast niet geloven. „Nou dat feest voor de feesthond", zei de feesthond ongeduldig. Paul werd een beetje bang voor dat griezelige dier dat sprak als een mens, en daar om zei hij beleefd: „Zeker feesthond. Dat feest ia bij tante Sien. In de Ro- zemarljnstraat nummer veertien. Deze straat uit, dan rechte af, dan weer links, halverwege weer rechts, en dan ben Je in de Rozemarijnstraat". „Prachtig", zei de feesthond. „Ga je mee?". Advertentie Hij had geen jas; hij had alleen een bruin vel, dat op een jas leek. Toen inspecteur Herlok en zijn assistent Harjans omstreeks 9 uur de Capitolbar betraden, liet dokter Hompink, in een rustig hoekje gezeten, juist goedkeurend mompelend een fles landwijn ontkurken. „Wat zijn Jullie laat!", riep hij uit. „We hadden toch om 8 uur afgesproken, Herlok?' Herlok was uitsluitend gekomen om de veelbesproken tenorsaxofonist Bill Granz weer eens te zien optreden. Op een klein podium speelden al enige leden uit diens sextetDe leider zou zich hier om half 10 bij voegen. „Aardig achtergrondmuziekje," prevelde de inspecteur, verveeld applaudisserend, „maar zonder Bill is 't toch niet veel Op dat moment beklom de eigenaar van de bar, Francis Brulstram, het platvorm om te vertellen, dat Granz zoeven een ongeval was overkomen. „Zyn optreden kan dus helaas geen doorgang vinden!" Bevangen door gemengde gevoelens ontruimden de musici het toneel. „Het moet iets ernstigs zijn," zei Herlok. „Geen gewoon ongeval. Laten we ook maar even naar boven gaan, jongens!" Op de derde verdieping bevonden zich de logeerkamers. Toen Herlok verscheen, verstomde onmiddellijk het geroezemoes van de talrijke be dienden, die zich hier verzameld hadden. Dokter Hompink betrad zelf verzekerd Bill's ruime vertrek. Bij het open raam, waarachter zich vaag een brandtrap aftekende, lag de befaamde musicus. De arts onderzocht hem. Zijn vreselijke vermoeden werd bewaarheid. De man was dood. Een kogel in het achterhoofd. Francis Brulstram sprak: „Ik heb de moord zien gebeuren. Het was ontzettend. Om kwart over 9 ging ik naar boven om hem te waarschuwen dat het zijn tijd was. Ik klopte aan, opende de deur. Bill stond net, zoals wij dat noemen, zijn vingers los te maken, speelde iets vlugs. Het raam was open plotseling zag ik iemand met een zwart masker op de brand trap, die een pistool of iets dergelijks op hem richtteop Bill! Bill zag hèm niet. Ik schreeuwde nog: kijk uit, kijk uit!, maar het was al te laat. Een schot. Bill zakte in elkaar, over z'n sax, bleef liggen. Ik holde naar hem toe en daarna naar het raam. Maar er was niemand meer." „Kon U zien of het een man of een vrouw was, meneer Brulstram?" „Nee, onmogelijk! Een masker, een donkere regenjas, hoog dichtge knoopt, een grote hoed, ver over de oren getrokkendat is alles wat ik me herinneren kan." „Juist, jade regen zal intussen eventuele sporen op de trap wel weggewist hebben. Apropos, U hebt toch niets in de kamer aangeraakt, hoop ik? Mooi zo! Herlok gaf vervolgens het woord aan Brita Hedberg, een welriekende brunette met ondoorgrondelijke kattenogen. Ik werk in de bar. Om een uur of 9 belde hij op. Ik moest direct bij 'm komen. Hij was erg kort aangebonden. Had een brief geschreven, en of ik die maar stante pede op de bus wilde doen!" Ze lachte bitter: „Goeie Bill, daar was ik dan nog goed voorEnfin, hij begon daarna verwoed op z'n sax te spelen ik was verder lucht voor hem. Hij speelde zo vals dat ik m'n lachen niet in kon houden. Ik moest maken dat ik wegkwam, anders had-ie me er uit gesmeten Herlok schoot behendig zijn sigarettenpeukje de duisternis in. „Ik zie dat U op straat geweest bent, juffrouw Hedberg," hernam hy. „Uw schoe nen zijn aardig nat geworden." „Ja, ik moest naar de brievenbus, die staat aan de overkant." Brita wees uit het raam. „Ik nam de zij-ingang van de bar natuurlijk, de kortste weg „U passeerde dus de brandtrapin de tyd dat de moord gepleegd werd. Harjans had intussen bij de muzikale attributen, die de tafel sierden ongemerkt een paar handboeien gevoegd. Herlok knikte instemmend en ontlokte een heldere toon aan deze voorwerpen. „Er zit méér muziek in dan één van U lief zal zijn, namelijk Vraag: WIE WORDT DOOR INSPECTEUR HERLOK GEARRESTEERD EN WAAROM? judffdj) uduunsi uoo puapds jtoou zuojlq pon ciji p.iaa) -sajuvaö stip pxacn iuvu)spug iÖxaqpaH ojug 6uuvptxaci) otuopt sio.i oz iudiuiu)sui tan wpuio pxapCioixaci uaoa pp dn pon jooqnflts 'xvs uflz do Hnispuoiu u??6 .ia joz 'pxacn uaffoxjaö zudjq nig uaoj cjtnosxaci jai/ wz 'w(*l -a6xaci 6uiua^a; ap do suoojoxos aacn) ap atAl uapxocn uo.y ppadsaq jam juamnx^sut jan macnw xapuoz 'ynjspuoiu xooq -uiaaujo uaa urxi uaizxooci si piamn.qsuxsooiq xapai lacnCtxX -pxoocnjuy Neem gerust Uw katoenen xomeijurkjcs mee op reis. Thuis eerst dippen en... Uw japonnetjes zijn en blijven fleurig en prachtig in model, ja, winkelnieuw. x DIP, het moderne apprêt, houdt vele wasbeurten stand. Dus op reis hoeft U niet te dippen. Moet er even ie» uitgewassen worden ...zijn de katoenen vakantiekleren van U en de kinderen wat gekreukt... alleen maar strijken! Uw kleding thuis gedipt, dan hebt U op reis Uw plezier er van. Denk er dus aam dippen vóór U op reis gaat! Flacon DIP f2,— Ook in kleine verpakking „Nee", zei Paul. „Vader en moeder zouden heel boos worden als ik dat deed". ..Graag of niet", zei de feesthond die er helemaal niet feestelijk uitzag. „Dan ga ik maar. Dag, jongen". „Dag feesthond", zei Paul. Hij zuchtte, hij geeuwde, hij viel in slaap. Ondertussen liep de feesthond op twee benen als een doodgewoon mens naar de Rozemarijnstraat. Hij sprong als een hond over het hekje en trok als een mens aan de bel. Oom Arend deed open. „Kijk, wie hebben we daar", zei hij hartelijk. „Kom bin nen, gezellig dat u er bent". ,JDat dacht ik ook" zei de feesthond „Wilt u uw jas uitdoen?" vroeg oom Arend. „Nee laat maar", zei de feesthond. „Ik ben nogal kouwelijk". Want hij had geen jas, hij had alleen een bruin vel dat op een jas leek. Handenwrij vend als een verkleumd mens ging hij de kamer in. „Hiep hiep hoera!" riep hij vrolijk. „Tante Sien is jarig!" En hij begroette haar hartelijk. Te gen Pauls moeder zei hij „Wat fijn, u weer te zien!" „Ja erg prettig" zei Paul's moeder 'beleefd en ze dacht: „Wie is deze man dan? Waar heb ik hem eerder gezien?" Dat vroegen tante Sien en oom Arend zich ook af. De andere gasten niet: die dachten dat de olijke kwant een vriend van ver was. .Een kopje koffie?" vroeg tante Sien. ..Heerlijk!" riep de feesthond, hoe wel hij nog nooit koffie geproefd hai. Hij dronk met smaak zijn kopje leeg. als een net mens en hij smulde van z'n taartje: hij likte als een echte hond zijn schoteltje af. Tante Sien en oom Arend en alle gasten deden of ze het niet merkten. Maar het bracht oom Arend op 'n idee. Hij dacht: „Dit is natuurlijk neef Karei die bij de in boorlingen op Afrika heeft gewerkt- Zei tante Sien laatst niet, dat hij gauw met verlof zou komen? Wat een aardige verrassing". Oom Arend keek nog eens goed naar de feesthond en zei: „Je bent wel veranderd. Karei. Die Arfikaanse jaren zijn je best aan te zien". „Vertel eens iets over Afrika, neef' zei tante Sien die net deed alsof ze steeds geweten had dat de onbekende gast neef Karei was. Maar de feest hond was neef Karei niet en de feest hond voelde er niets voor om over Afrika te praten, de feesthond wist trouwens niet eens wat Afrika was. De feesthond wilde feest vieren, daar was hij feesthond voor. Daarom begon hij opgewekt te zin gen: „Geef mij op elke fuif Maar een botje en een kluif meezingen alle maal!" en tante Sien, oom Arend en aLle gasten waren zo goed niet of ze zongen met de feesthond mee. „In haken allemaal!" riep de feesthond, en hij stak beide armen door de armen van de keurige dames die naast hem zaten en de dames schommelden met hem mee van rechts naar links, van links naar rechts, en ondertussen zongen ze „Geef mij op elke fuif Maar een botje en een kluif!" Het werd een enig feest. Tante Sien had nog nooit zo gezellig verjaardag gevierd. De opgewonden feesthond lachte als een mens en blafte als een hond. En iedereen dacht dat hij neef Karei was alleen Pauls moeder wist beter. Maar ze zei aan niemand iets. Aan Paul vroeg ze de volgende mor gen: „Wat ga je nu met die feesthond doeni?" „Hoe zo?" vroeg Paul. „Is hij gister avond nog gekomen? Ja? Hij zei al dat hij het van plan was. Vond je hem aardig?" „Och", zei Pauls moeder. „Onvrien delijk was hij niet. Maar het is wel lastig. Paul. want iedereen denkt dat hij neef Karei uit Afrika is". „Tja", zei Paul. „Dat kan natuurlijk niet". Hij pakte langzaam het vel tekenpapier waarop hij de feesthond had getekend. Zijn moeder keek nieuwsgierig over Pauls schouder. „Ja", zag ze. „Dat is hem, Paul. Hij lijkt er sprekend op. Kun je hem niet uitvegen? Met een stuk gom?" „Natuurlijk wel", zei Paul en hij nam een stuk gom en hij veegde net zo lang tot de feesthond een vieze brui-gelige vlek was. Toen was de feesthond weg, voorgoed. Maar je kunt wel begrijpen dat oom Arend en tante Sien heel verbaasd keken, toen enkele weken later een dikke blozende man voor de deur stond die verklaarde dat hij neef Karei uit Afrika was! M. F. B. Het Voorlichtingsbureau voor de voeding meldt Denkt u ook, dat een maatjesharing beslist „uit de hand" gegeten moet worden? Op die wijze geconsumeerd, is hy dan ook wel erg lekker. Maar er zijn van haring veel smakelijke ge rechtjes te maken, zoals: Haringhapjes met tomaat. Rececpten voor 4 personen: 4 gefileerde haringen, 4 kleine tomaten. 1 pak kleine toostjes, 2 grote augurken, 1 kleine ui, boter of margarine. De haring ontgraten, de tomaten wassen, de ui schoonmaken, de toostjes besmeren met boter of margarine. Op ieder stukje toost een schijfje augurk, een plakje tomaat, een stukje haring en een ringetje ui leggen. Haring en tomaat kunt u ook gezel lig combineren door haringfilets op te rollen en te bekronen met een klein kapje tomaat. Op de kapjes kunnen hier en daar wat nopjes mayonaise gelegd worden. Dat staat vrolijk. Een blaadje sla eronder is nog meer ver zorgd, maar nodig is het echt niet. Wilt u eens een bijzonder haring slaatje maken, neem dan: 4 gefileer de haringen, 2 appelen, 2 zure augur ken, 1 banaan, desgewenst 25 gr. wal noten, 1 kleine ui, slasaus of mayonai se, (mosterd, peper, zout, azijn, hard gekookt ei of tomaat. De vruchten schoonmaken en even als de augurken en de haringen in stukjes snijden. De ui schoonmaken en fynsnyden. De walnoten grof hakken. Alle ingrediënten dooreen mengen en het slaatje op smaak afmaken met sla saus of mayonaise en zonodig mosterd, peper, zout en/of azijn. Het slaatje op een platte schaal, op bordjes of glazen schaaltjes leggen en versieren met schijfjes ei of tomaat. Haring-„cocktail": 4 gefileerde ha ringen, 2 uien, 10 gr. (1 eetlepel) boter of margarine, 1 a 2 appelen, 1. yog hurt, plm. 1 eetlepel tomatenpuree, peper, mosterd, suiker (citroensap). De uien schoonmaken, fijnsnijden en in de boter of margarine lichtbruin fruiten. De uien laten afkoelen. A d verten tie Want de o.b.-methode is beter om de volgende redenen: o.b. geeft Onmerkbare Bescherming: o.b. tampons, inwendig gedragen, voelt men niet, merkt men niet, ziet men niet Gemakkelijke toepassing: Bij o.b. tampons heeft men geen schuif- koker nodig. Men kan ze meenemen in het kleinste tasje en na gebruik onge merkt wegdoen. Volkomen bewegingsvrijheid: Niet langer gehinderd door gordel, zwachtel of spelden, kunt u gewoon alles blijven doen: sport, fietsen, dan sen, uitgaan, baden enz. Onopvallend: o.b. tam pons kunnen zich niet aftekenen onder dunne, nauwsluitende kleding of badpak. Absoluut safe: Men voelt zich overal en onder alle om standigheden veilig beschermd. Medisch verantwoord: Wetenschappelijk onderzoek in Ame rika en vele Europese landen heeft aan getoond, dat de o.b. methode aan alle eisen van de moderne hygiëne voldoet. 1. Jullie zien twee, met koud water omgespoelde pannetjes staan, hè? Bei den worden met li liter melk gevuld. Dan zyn hier nog twee kommetjes, beiden gevuld met 2 afgestreken eet lepels custardpoeder, 2\2 afgestreken eetlepel suiker. Maar bij het éne kom metje doe ik nog 2 eetlepels cacao en nog wat suiker. 2. Zo, Kokkie en Dolf, nemen jullie ieder een kommetje en giet er zoveel melk by, (uit ieder pannetje wat) dat het een glad, dik papje wordt. de moderne hygiëne Per pakje van 10 tampons voldoende voor maandelijks gebruik. Normaal f 1.-, Speciaal f 1.25 Hierlangs uitknippen m Aan Drogerijen Mij., Mijdrecht I Gelieve mij te zenden, gratis en franco, uw brochure met proefpakje o.b. tampons' I Naam Adres 3. Jan, zet nu de pannetjes met melk op het vuur en als ze bijna koken, van het vuur nemen en giet Kokkie de chocolade pap in de ene pan. Jan, de custard in het andere en laat het dan nog drie minuten doorkoken. Woonplaats - M 5 (Blokletters s.v.p.) De yoghurt vermengen met de uien, de tomatenpuree, peper, mosterd, sui ker (en citroensap). De appelen schil len, van de klokhuizen ontdoen en klein snijden. De appelstukjes door het sausje roeren. De haring in reepjes snijden en in een schaal of in éénpersoonnsschaal- tjes leggen. De haring met de saus be dekken. Het gerecht enige uren koel laten staan. 4. Kokkie vult nu 7 glaasjes voor de helft met de chocoladevla en maakt Dolf ze verder vol met de custardvla. We kunnen ook de glaasjes tegelijk vullen met de beide vla's, als Dolf en Kok tegenover elkaar gaan staan. Af gekoeld, een lepeltje erin en dan smullen maar! (Advertentie) Nu is er.-- Een van de vreemdste gebeurtenissen in de dierenwereld is de lemmingentrek. Het kleine diertje met zijn mooie zachte pels bewoont de bergen in het noorden van Noor wegen, Zweden en Finland. Lemmingen zijn knaagdieren en zouden schadelijk zyn, als ze in groten getale voorkwa men, maar daar zijn de omstandigheden niet altyd gun stig voor. Niet altijd, maar er zijn Jaren, dat dit wel het geval is. Dan raken hun woongebieden overbevolkt, waar door het leven voor de twistzieke lemming erg moeilijk wordt. Regelmatig komen er nu vechtpartijen voor: het is de aankondiging van de dramatische tocht, die elke 4 tot 5 Jaar plaatsvindt. Hun trek heeft een zeer bepaalde richting: ongeveer zuidwest-waarts. Wat zich ook op hun weg bevindt, zij laten zich door niets weerhouden. Ieder begrypt, dat die deinende, kilometerslange optocht grote schade aanricht. De mee6te lemmingen vallen onderweg ten prooi aan roofdieren of komen van uitputting om. De rest bereikt de kust en vervolgt ook daar de reis: ze springen van de rotsen in zee. Hoewel het goede zwem mers zijn, halen de vermoeide dieren de overkant nooit. Wat lag dan wel in de bedoeling van de dapper volhou dende lemmingen, die zich zonder aarzelen aan een mas sale zelfvernietiging blootstellen? Nog nooit kregen wij een antwoord op die vraag, want de dieren, die zich ock door het water niet lieten weerhouden, verspeelden hun leven voor ze op het mysterieuze einddoel aangekomen waren. Een wondermiddel! Wrijf een weinig Clipp in de nog vochtige huid. Dit voor komt „afwashanden". U merkt 't na één behandeling: de huid blijft gaaf en soepel. Uw handen zijn zacht als fluweel hèt middel tegen afwashanden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 17