camera s GROENTEN UIT EIGEN TUIN ROND EN VOETLICHT Een schipbreukeling met comfort ZATERDAG 9 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 VAN DE WEEK PROBEER HET EENS... ONS MENU Voor wie het niet „blauw-blauw" wil laten Hij voelt er niets voor om dat met de handen te verdienen. Dus bouwt hij in gedachten een handig kom plot op. Door een serie valse aanwijzin gen wil hij de indruk gaan vestigen, dat hij met een aantal zeer belang rijke Amerikaanse geheimen achter het IJzeren Gordijn verdwenen is. In feite zal hij er dan voor zorgendat hij als een schipbreukeling op een klein, onbewoond eilandje terecht komt. Tegen die tijd, dat hij daarvan gered werd, zullen de kranten wel in de hoogste opwinding zijn geraakt en hem bestempeld hebben tot een laag bij de grondse verrader. En dan De aubergine, ook wel „eiervrucht" genoemd ziet men de laatste weken nogal veel in de groentewinkels lig gen. Hij valt dan ook op met z'n glan zend huidje en z'n mooie dieppaarse kleur, maar velen zullen zich toch af vragen wat je met zo'n aubergine nu eigenlijk moet beginnen. Uit voedingsoogpunt bekeken is de aubergine niet bijzonder belangrijk en de prijs nodigt meestal ook niet tot een gergeld gebruik, maar toch kan deze vrucht de basis vormen van aparte fij ne gerechten, die onze maaltijden weer eens heel anders maken! De aubergi ne heeft een bijzonder fijne geur en smaak; de gerechten, waarin de au bergine wordt verwerkt zijn dan ook bij uitstek geschikt voor bijzondere ge legenheden. ZONDAG: Printanière soep (zomergroente soep), kalfstong, doperwtjes eji worteltjes, zure eiersaus, aardap pelen; kersenvlaai. MAANDAG: Tongragoüt, peultjes of tuinbonen aardappelkoekjes, tweekleurenvla. DINSDAG: Gebakken kaasplak, spinazie, aardappelen. tomatensaus, be schuit met bessen. WOENSDAG: Eiercotelet, snijbonen, gebakken aardappelen, karnemelkvla. DONDERDAG: Runderlapjes, postelein, aardappe len, vanillepudding met aardbeien. VRIJDAG: Aubergines op Hollandse wijze, sla, aardappelpuree, keizerinnerijst. ZATERDAG: Macaroni met ham en kaas; schui mige yoghurtvla. Eiercotelet: 3 eieren hard koken, pellen en in plakken snijden. Een glad gebonden saus maken van 3 dl bouil lon, 36 gr. bloem en 36 gr. boter en de eieren hierdoorheen roeren. Koud weg zetten en er dan 3 6 4 platte koekjes van vormen, deze door paneermeel, ei en nog eens paneermeel halen en in frituurvet bakken. Daarna een klein pijpje macaroni erin steken en een manchetje eraan bevestigen. Aubergines op Hollandse wijze: De aubergines in de lengte doorsnijden en in wat boter in de koekepan 10 minu ten smoren, het vruchtvlees eruit ha len, fijnsnijden en vermengen met wat gebakken champignons, tomaat en ui. Hiermede de aubergines vullen, de helften in een beboterde vuurvaste schotel leggen, met geraspte kaas be strooien en in de oven gratineren. Voor het opdoen garneren met plakjes to maat. Vaak is de stelling verkondigd, dat een foto-amateur eerst een paar jaar(!) gedegen ervaring met zwart-wit films moest hebben, vooraleer hij zich aan die zo veel moeilijker kleurenfotografie mocht gaan wagen. De feiten leren echter anders. Beginnende amateurs, die de moed gevonden hebben om na hun eerste zwart-wit pogingen die geen bijster best resultaat opleverden direct maar aan kleurenopnamen beginnen, komen tot de wonderlijke ontdekking, dat hun eerste foto's in kleur beter zijn dan de zwart-wit opnamen! En dat beter zijn spruit dan niet voort uit het feit, dat een foto in kleur gauwer „aanspreekt". Nee, de opname-zelf, de opbouw en keuze van de motieven is aan merkelijk beter. Hoe dat kan? Eigenlijk is het begrijpelijk. Want die zogenaamde moeilijkheden met kleu renfilms dateren uit de tijd, dat deze nog wel eens nukken vertoonden. Waar bij nog kwam, dat alleen een uiterst nauwkeurig bepaalde belichtingstijd goede resultaten gaf. Wie er met lens opening of belichtingstijd even naast zat, kreeg last van een z.g. kleurzweem. Dat zijn opnamen, waarbij het lijkt alsof een uiterst dun gekleurd waas je over de opname ligt. We kennen b.v. roodzweem en blauwzweem. Zeer er varen kleurenwerkers hadden daar zelfs mee te kampen. Wie het huidige kleurenmateriaal be licht, zoals in de gebruiksaanwijzing die bij elke kleurenfilm wordt verstrekt duidelijk wordt aangegeven, zal spoe dig merken, dat de moeilijkheden thans veel geringer zijn, dan hij misschien vermoedde. Maar daarmee is nog niet verklaard waarom kleurenfoto's door beginners vaak beter gemaakt worden dan zwart wit opnamen. Welnu, bij zwart-wit fotografie moet de amateur leren, de kleuren wèg te denken. Iedere kleur wordt „opgelost" in een nuance van grijs. Het combine ren van deze grijze tinten van fel wit tot diep zwart tot een boeiend geheel, verlangt ervaring, die de beginneling niet heeft. Hij ziet de frisse vrolijke kleuren in de natuur, kiest een onder werp, dat hem prettig aandoet, maar vergeet, dat hij zich dat alles zónder kleur moest voorstellen. Dit nogal moei lijke transponeren van kleuren in grij zen hoeft hij echter niet te doen, wan neer hij met kleurenmateriaal werkt. Wat hij ziet, ziet de kleurenfilm ook, alleeneen beetje beter. En wanneer de afbeelding later niet klopt met wat hij zich van de werke lijkheid nog herinnert, is dat meestal een gevolg van het tekort aan kleur - herinneringsvermogen. Ja, dat vermogen om zich kleuren goed te herinneren en voor te stellen, is bij ons mensen erg onontwikkeld. De strijdvraag over de kleur van iemands ogen, zijn das of japon kan reeds ont branden zodra een paar mensen enkele ogenblikken na het vertrek van de persoon in kwestie op hun her innering afgaan. Wat de één fel-oranje noemt, kenschetst de ander als rood; lichtblauw, lila en paars zijn soms kleurbenamingen, die men voor een zelfde kleur aangeeft. De moderne kleurenfilm ziet boven dien meer dan het menselijk oog. Wan neer een stralende hemel over het land schap koepelt, ontdekt het oog niet de blauwe gloed, die over het geheel ligt. Op de kleurenfoto verschijnt dan de waterplas, veel blauwer dan men het zich voorstelde. Nog sterker: zelfs de vaak vrij sterke reflectie, veroorzaakt door fel-getinte voorwerpen in de na bije omgeving, ontgaat ons oog. Wij zien niet de groene schemer op het ge laat van mensen onder bomen, noch de rossige gloed op .het licht-crême tafeltje onder het rode zonnescherm. Maar de gevoelige laag van de kleu renfilm registreert dit alles wel. Wie deze dingen wil vermijden, omdat hij meent, dat ze een onwerkelijke indruk maken, moet zorgen, dat hij een filter kiest, dat bepaalde stralen verhindert de gevoelige laag van de kleurenfilm te treffen en leren reflecties te ver mijden. Zo we al eens de waarschuwing ga zen dat de beginneling in zijn enthou- .iasme niet moet grijpen naar filters, lie bij de zwart-wit fotografie gebruik te, voegen we er nu aan toe, dat een spaarzaam gebruik van een enkel zéér licht getint filter maar dan speciaal voor de kleurenfotografie volkomen verantwoord is. Wie het blauw van de Middellandse Zee op zijn kleurendia's het vorige jaar tè blauw gevonden heeft of misschien ook de sneeuw op de berghellingen van Zwitserland nu eens zonder blauwe rloed wil zien, dient te weten dat een lichtroze of zalmkleurig filter een goed niddel is om deze blauwe gloed weg te ïemen. De kans bestaat echter, dat anderen le voorkeur juist geven aan opnamen •-onder filter, omdat zij het resultaat nders te „warm" vinden. Want dit lichtroze filter verschuift de kleuren inderdaad iets naar de „roze" kant- Tenslotte vermelden we nog éen fil ter dat echter volkomen kleurloos moet zijn om de ultra-violette stra len, die een schadelijke invloed op de kleur kunnen hebben, af te snijden. Dit kleurloze ultra-violet (afgekort met u.v.filter en ook in het spreken wel aangeduid met „uuvee" filter) of sky light filter kunt u gebruiken in de ber gen, aan het strand of op het water. En zou u het een keer op de lens laten zitten bij andere opnamen, dan is er nog niets aan de hand. Want het is een filter dat geen kwaad kan doen, alleen maar goed. Van kleurherinneringsvermogen gesproken: Denk eens aan een bepaalde jurk of das van u zelf, die u b.v. in een week niet ge zien hebt. Zoek nu eens een kleurtje wol of stukje stof op, dat naar uw mening gelijk is aan de tint die u zich voorstelde. Haal dan die jurk of das te voor schijn en vergelijk eens. U kunt dan zien hoe sterk (of zwak) uw vermogen is om kleuren te ont houden! Als u kleurenafdrukken hebt laten maken en u vindt dat de tinten een beetje flets zijn, be kijk dan 's avonds deze kleur- afdrukken nog eens vlak onder een zeer sterke lamp (minimaal 1500 Watt, liever meer). Dan merkt u, dat kleuren veel licht verlangen om brillant te zijn. Wilt u een prachtige plafond schildering opnemen, leg dan uw camera maar rustig op de grond (met het „oog" naar boven) en belicht door middel van de zelf ontspanner b.v. 1 seconde. Last van trillingsonscherpte hebt u dan stellig niet. Maar ga een paar passen achteruit omdat anders uw hoofd misschien mee op de plafondschildering komt. Kleurenopnamen vragen liefst grote vlakken. Maak ter verge lijking maar eens wat opnamen, waarbij u eerst de foto maakt met alles erop wat u maar meent dat erop moet staan. En stap dan eens al naar de omstandig heden één of vijf of tien pas sen naar voren en bekijk de situatie nog eens. In veel geval len vindt u nog een aantrekke lijk motief, dat een forsere beeld vulling geeft. Erwten tegen gaas Het kweken van groenten is een prettig werkje. Speciaal als er volop geoogst kan worden en daar is men nu volop aan toe. Erwten en peulen zijn er nu ge noeg; laat ze vooral niet te lang hangen en niet te dik worden. Peulen zijn dan niet meer voor de consumptie geschikt of men moet ze als doperwten eten en dat is in feite toch jammer. Als het gewas te zwaar wordt, moet men er nog eens een dun touw of plastic draad langs spannen. Als het gewas eenmaal omgezakt is, krijgt men het niet zo gemak kelijk meet overeind en dat moet men dus zien te voorkomen. De lavendel staat nu in volle bloei; het is niet alleen een sier lijke tuinplant, doch ook in de kruidentuin maakt men er wel gebruik van; het kruid kan uit stekend gedroogd worden. Het is een overblijvende plant en men kan er dus jarenlang plezier van hebben. Aardappelen rooien moet men niet te vroeg doen. Het is wel verleidelijk om als de oude slecht worden, eens te kijken hoever het ermee staat. Voorzichtig krabt men dan een beetje grond weg. Als het slechts voor een enkel feestmaaltje bestemd is, kan men bij elke pol wel enkele van de grootste wegnemen, doch voor een groot gezin is dat veel te schadelijk en zal men ze voor lopig nog moeten laten zitten. Boerenkool, die men al eerder heeft gezaaid, zal so _*r zijn, dat ze gepoot kon wor den op de voor haar bestemde plaats. Meestal doet men dat op de plaats waar de vroege aard appelen groeien. Dan zal men dus nog een paar weken geduld moeten hebben en dat kan ook heel goed; er is nog geen haast bij. Als men verzuimd heeft om zelf te zaaien, straks worden op de markt in de stad voldoende jonge planten te koop aangebo den. Daar kan men dus ook te recht en ook de tuinders zullen er wel over hebben. Boerenkool moet evenals alle koolsoorten in verse grond gepoot worden; dat wil dus zeggen: niet op een bedje poten, waar verleden jaar ook al kool groeide. De prei, die men al heeft uit- gepoot soms moet men dat nog doen kan men nu een lichte overbemesting geven. De bekende tuin- en gazonkorrel- mest kan men daarvoor heel goed gebruiken. De ondiepe greppeltjes moet men nu gelei delijk dicht schoffelen. G. KROMDIJK. Foto Turkenburg komt hp weer te voorschijnhij be wijst zijn onschuld en diezélfde kran ten zullen zwaar moeten betalen voor hun valse aantijgingen. Dat het allemaal niet zo loopt, als de heer Mason in gedachten heeft uitgestippeld laat zich gemakkelijk be grijpen. Tot zijn redding werkt alles volmaakt, maar dan Daarvoor is het ook een komedie! En vanzelfsprekend geeft Vera Miles tenslotte toch maar de voorkeur aan een leven naast die charmante fam- tasierijke avonturier boven een net uitgestippeld bestaan in hoge diplo matieke kringen. Herkent u hem? James (Zevende Sluier) Mason als schipbreukeling op een klein onbe woond eilandje. Nu ja, een schipbreukeling Dan toch wel een van een zeer bij zonder soort. De ongekroonde koning in de vak bond der schipbreukelingen. De heer Robinson Crusoë zou on getwijfeld groen van jaloezie gewor den zijn, wanneer hij zijn moderne nakomeling in al zijn glorie had kun nen aanschouwen. Geen wonder de arme Robin son had indertijd niets, en mijnheer James Mason heeft alles. Laten we maar eens een kleine inventarisatie maken. Wat heeft de heer Mason niet allemaal in zijn een zaamheid meegesleept. Om alvast te beginnenblikopeners, messen, vorkÊn, lepels, soeplepels, koppen, schotels, borden, glazen, ja zelfs een zilveren dienblad, damast tafelkleden, een theepot en een fluit ketel ontbreken niet. Om het verblijf in de eenzame stilte wat te veraangenamen heeft de schipbreukeling de beschikking over een tent, een slaapzak, een zonne scherm, een hangmat, een braadspit, een oven, een scheepsklok, een flinke stapel boeken, een draagbaar radiootje, een spel kaarten en een volledige visuitrusting. En gelooft u ons, mijnheer behoeft geen honger te lijden, want zijn mee gebrachte ijskast is ruimschoots ge vuld met uitermate smakelijk voedsel in blik, heerlijke lekkernijen en bijna vanzelfsprekend ook vol doende flessen met aangename in houd. Zelfs champagne ontbreekt niet. Een respectabele uitrusting voor een eerbaar lid van het gilde der schipbreukelingen, nietwaar? Maar deze mijnheer is dan ook geen alle daagse heel gewone schipbreukeling. Neen, hij is een vrijwilliger. Een volontair dus Waar wij al die waanzin vandaan halen Natuurlijk uit een film. Uit de Pa- ramount-komedie, die een titel heeft meegekregen, ivelke men zou kunnen vertalen met „Een beetje diefstal". James Mason is niet alleen de schip breukeling, hij is ook de diefHij steelt de verloofde van een kennis van hem. In het begin van het verhaal loopt Mason rond als een vrolijke, licht hartige vrijgezel, met wel oog, maar geen verdere belangstelling voor de vrouwen. Hij vermaakt zich best ook zonder haar. Als een blijmoedig marine-officier geniet hij met volle teugen van het goede leven tot zijn rust verstoord wordt, wanneer hij een oude, zeer degelijke vriend een op klimmend diplomaat ontmoet. En deze gaat vergezeld van zijn stra lende verloofde (Vera Miles). Het duurt niet zo erg lang of Mason komt tot de conclusie, dat zijn veelgepi zen vrijgezellendom toch eigenlijk niet zo belangrijk is. Maar hij is er ook van overtuigd, dat hij eerst een fortuin ergens vandaan zal moeten slepen voor hij Vera voor zich kan winnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 16