Open deur
Albert Einstein, een grootheid onder groten
Russen moeten, net als ieder ander,
hun eigen moeilijkheden oplossen.
WOORD
VAN
BEZINNING
zegt
gids
Geen materiële zorgen
aanbiedingen om kledingstukken te verkopen
Ontvangst was hartelijk en de
mensen hebben gevoel voor lmmor
maar telkens Slechts weinigen konden zijn theorieën begrijpen
Merkwaardig begrip
van „vrijheid"
Amerikaanse journaliste in de Sovjet-Unie
EN arts, die met liefde en
E idealisme een prachtige
praktijk opgebouwd had,
werd nog vrij jong door een
ziekte getroffen, die het hem-
onmogelijk maakte zijn beroep
verder uitoefenen. Verslagen
trok hij zich uit het open
bare leven terug; zijn leven
kwam hem zinloos voor, totdat
hij aan het schrijven ging en
ontdekte dat dit werk niet alleen
hem vreugde bezorgde, maar
dat zijn manuscripten ook ge
accepteerd werden door een
uitgever. Daarmee kreeg zijn
leven een nieuw perspectief en
langzaam richtte het zich op
als een riet, dat wel gebogen,
maar niet gebroken was. Toen
herinnerde hij zich een Ierse
spreuk? ,,Als God de ene deur
sluit, opent Hij een andere".
Soms komt ons het leven
voor als een grote, wijde gang,
waarin vele deuren open staan
en steeds nieuwe open gaan,
die toegang geven tot velerlei
mogelijkheden. Maar vaker er
varen we het leven nog als een
doolhof van gangen, waar door
heen we onze weg moeten zoe
ken, waar toegangen en door
gangen versperd blijken te zijn
en wij in doodlopende gangen
geraken. Dat zijn de teleurstel
lingen in ons leven, een onge
luk dat ons treft, een gebrek
dat zich openbaart, een verlan
gen of ideaal dat niet ver
vuld en halverwege afgebroken
wordt.
Ineens ontdek je dat je oud
wordt, je plaats moet maken
voor jongere krachten; of je
loopt vast in je werk, een ziekte
doet zijn intrede, een huwelijk
ging niet door, iemand die je
leven zin gaf, ontviel je door
de dood. Daar klappen deuren
dicht in gezin en werk, in maat
schappij en kerk, in allerlei
menselijke verhoudingen.
Dit alles is voor ons moeilijk
om te dragen en te verdragen,
nog moeilijker is het om de zin
ervan te verstaan. Ik kan me
voorstellen dat iemand eens be
kende, dat dit doodlopen mid
den in het leven hem waar
schijnlijk zwaarder viel dan
wanneer hij straks voor de laat
ste deur van de dood aan het
eind van zijn leven zou staan.
Het zwaarste van alles is wel
steeds, dat de vraag naar het
waarom van dit doodlopen niet
beantwoord wordt. Als we de
zin van het leed begrijpen, als
we weten waarom we dit offer
moeten brengen en als we zou
den versfraan dat een bepaalde
tegenslag goed voor ons is, dan
zouden we er vrede mee kun
nen hebben. Daarom proberen
we steeds weer antwoorden op
deze vraag te vinden, zelfs zo
dat we, echt menselijk, ant
woorden m&ken. Daarom lijkt
me de Ierse spreuk een evan
gelische, hoewel deze niet zo
in het Evangelie voorkomt, om
dat hier geen verklaring gege
ven wordt van de toeslaande
deur, maar de boodschap klinkt
dat naast de open vraag een
open deur is, een wegkom ver
der te gaan.
Het kost ons echter veel
strijd en tijd, voordat we voor
de dichte deur wegkomen, op
zien naar het licht dat door een
andere opening valt, en opstaan
tot het leven. Vooral als ons
ook mogelijkheden gaan ontbre
ken, die voor die arts nog wèl
openstonden. Het eigenlijke
licht van het Evangelie valt
dan ook daar, waar God ons in
Christus zelf nabijkomt en onze
levensdoolhof met al zijn vra
gen dóórtrekt, door de laatste
deur van de dood heen. Van
Hem getuigt de Kerk dan ook
als de poort, waardoor Gods
licht valt, als de weg tot het
leven, de uitnodiging om voor
waarts te gaan.
Moge de open kerkdeur voor
ons daarvan het symbool zijn
en wij door onze open deuren
voor de naaste van Christus
getuigen.
A. J. GLAZEMAKER,
pastoor der oud-katholiele
parochie van Leiden.
Hier ziet men de Amerikaanse journaliste Ann Landers in gesprek met een
Russin, getooid met een typische hoofddoek.
Grote geesten, toch mensen (XVI en slot)
I
Na een verblijf van slechts drie weken in Rusland, matig ik me
geen gezaghebbend oordeel aan over dit land. Ik ben alleen wat
minder onwetend over het onderwerp Rusland geworden dan ik voor
mijn vertrek was.
Verslag doen over Rusland in een paar duizend woorden, staat
gelijk met het oogsten van alle graan in dit onmetelijke land en
daarna trachten het op een speldeknop samen te brengen.
De Sovjet-Unie beslaat meer dan een vijfde deel van de aardopper
vlakte: Men zou elf horloges moeten dragen om te weten hoe laat het
op dit ogenblik is in de verschillende delen van Rusland.
Dit artikel is niet bedoeld als een geleerde verhandeling. Ik ben
niet naar Rusland gegaan om de politieke toestand te bestuderen, of
de economische structuur. Ik ben noch econoom, noch politicus. Mijn
interesse gaat uit naar mensenen hun problemen.
De Amerikaanse journaliste
Ann Landers heeft onlangs een
bezoek gebracht aan de Sovjet-
Unie. Hierbij een eerste artikel
over het resultaat van haar
reis. Ruim een halve eeuw ge
leden verlieten haar ouders
Rusland, thans bezocht de
dochter, door en door Ameri
kaanse, het land harer voor
ouders.
Ik ben naar Rusland gegaan om met
de mensen te praten over hun moei
lijkheden en om te vernemen hoe zij ze
oplossen. In afwachting van mijn reis,
studeerde ik Russisch. Als ik geheel
afhankelijk was geweest van een tolk,
zou ik alleen zorgvuldig afgewogen
mededelingen hebben gekregen via een
tussenpersoon, die naar believen de
antwoorden had kunnen verdraaien.
De Russische taal is moeilijk, maar
de klanken waren niet nieuw voor my.
Mijn ouders gingen in 1908 uit Rusland
naar Amerika. Ik hoorde de taal en de
liederen als kind. En het ironische van
het geval is, dat mijn vader zijn gou
den horloge verpandde om uit Rusland
te komen, en dat ik wekenlang 16 uur
per dag werkte om de reis te kunnen
maken!
Dr. Leon Gendelwitsj. directeur van
een psychiatrische inrichting in Lenin
grad, vertelde mij, dat de Sovjet-Unie
percentsgewijze minder geesteszieken
heeft dan welk land ter wereld ook,
omdat „de staat alle moeilijkheden op
lost".
„Aangepaste burgers"
Hij argumenteerde zijn bewering als
volgt: „Geen Rus behoeft zich bezorgt
te maken over werk. Er bestaat hier
geen werkloosheid. De staat zorgt voor
gratis medische verzorging, opvoeding,
opleiding en vakantie. De huren zijn
zeer laag, evenals de belastingen. Dit
6ysteem bevrijdt ons van de schrik
beelden der kapitalistische maatschap
pij. Wij zijn een land van goed aange
paste burgers".
De Amerikaanse en Duitse psychia
ters, die ook aanwezig waren toen deze
mededeling werd gedaan, staarden de
Russische dokter ongelovig aan. Des
kundigen op het terrein van de geeste
lijke gezondheid weten immers, dat
psychische problemen meestal geen
verband houden met economische
moeilijkheden.
„Denkt deze man, dat we loodgieters
zijn?" fluisterde een Duitse arts tot
een Amerikaanse collega. „Ik kan niet
geloven, dat hij zelf deze communisti
sche sprookjes voor waar houdt."
Ik ervoer, dat de staat inderdaad
veel economische zorgen uitschakelt,
maar uiteindelijk moet het individu
toch zelf zijn psychische moeilijkheden
oplossen, in Rusland net zo goed als
overal elders.
De zenuwinrichting, die ik bezocht,
was bouwvallig, dat ze in Amerika al
twintig jaar geleden zou zijn gesloopt.
Maar de patiënten worden er uitmun
tend verzorgd, veel beter dan in som
mige Amerikaanse staatsinrichtingen.
Er stonden niet meer dan twaalf bed
den op een zaal en drie verpleegsters
zijn dag en nacht ter beschikking. Met
schaamte moest ik aan Amerikaanse
ziekenhuizen denken, die merendeels
overvol zijn en veel te weinig verple
gend personeel hebben.
Dezelfde zorgen als overal
Wat zijn problemen in Rusland?
Juist zoals ik had gedacht: Iwan maakt
zich zorgen over de baas van Irene op
de meubelfabriek. Hij heeft praatjes
gehoord, en ze .is de laatste tijd nogal
laat thuis gekomen. Trina trekt zich
het onmatige drinken van Alexander
erg aan. Hij ontbrak de vorige week
twee dagen op zijn werk. De Doctoro-
witsjes zijn ongerust over hun zoon
Thomas. Hij zit in de put omdat hij
gezakt is voor zijn examen en is in
twee maanden 15 pond afgevallen.
Ludmilla en Serge houden van elkaar
en willen trouwen, maar ze moeten ten
minste twee jaar wachten op een
woning. Elina heeft een opdringerige
baas. Igor ligt met zijn schoonmoeder
overhoop. De moeilijkheden zijn overal
ter wereld gelijk. In Moskou zijn ze
alleen Russisch getint.
Over één ding maakt men zich geen
zorgen, en wel over oorlog. Er werd
nooit over gerept. Ik vond de mensen
warm en hartelijk en ze hadden een
kostelijk gevoel voor humor. En daar
in geleken ze meer op de Amerikanen
dan de bevolking van alle andere lan
den die ik bezocht heb.
De Russen mogen de Amerikanen
graag; en dat is in zeker opzicht moei
lijk te begrijpen. Ze weten immers
alleen wat hun kranten schrijven, en
dat is niet bepaald bevorderlijk voor de
vriendschap.
Toch ging ik op een avond, samen
met een jonge dokter uit Buffalo, naar
wildvreemde Russen. Wij maakten ons
bekend als Amerikanen, die op bezoek
wilden komen. Ze ontvingen ons met
open armen en riepen: „Amerikanen
zijn vrienden, komt U binnen alstu
blieft". Ze openden een fles wodka en
noodden ons aan tafel.
Ik bracht vele uren door in Russi
sche rechtszalen om te luisteren naai
de moeilijkheden van deze „goed aan
gepaste burgers", waarvoor de staat
alle problemen oplost. Later in deze
serie zal ik in bijzonderheden beschrij
ven wat ik zag en hoorde.
De studenten aan de universiteit van
Moskou, vertelden mjj, dat ze alle vrij
heid bezaten, die ze maar wensen kon
den. Ik vroeg Sasja, een onderzoeker
op het gebied der kernsplitsing, of hij
van de ene stad naar de andere kon
reizen in de Sovjet-Unie, zonder zijn
binnenlands paspoort. Hij vroeg:
„Waarom zou ik dat willen?" Toen ik
hem zei, dat die noodzaak een kenmerk
is van een politiestaat, lachte hij.
Tekenend voorval
Het volgende voorval is ook kenteke
nend: ik bezocht de enige synagoge
van Moskou, een stad met 600.000
joden. Ik beging de fout om mijn tolk
mee te nemen. We stonden naast een
rimpelige oude man met een wappe
rende baard. Hij droeg de traditionele
yarmelka (kalotje) en tollis (biddoek).
Ik vroeg hem in het jiddisch hoe het
was onder de huidige regime. Hij keek
me dodelijk verschrikt aan en fluister
de: „Vraag me alstublieft dergelijke
dingen niet waar dat meisje bij staat.
Als U over die dingen wilt spreken,
komt U dan morgen terug, en alleen."
Obers, kamermeisjes, chauffeurs,
straatvegers, winkelmeisjes, studenten
en tolken verzekerden me herhaaldelijk
dat er geen klasse-onderscheid bestaat
in Rusland. „We zijn allemaal gelijk,"
zen een gids tegen mij. „In Amerika
mogen negers niet stemmen of in een
restaurant eten, of een school bezoe
ken". (Dat beweert de Prawda!)
„Josephine Baker en Paul Robeson
moesten Amerika verlaten om in vrij
heid te kunnen leven. In Rusland zijn
alle mensen broeders."
Maar toen ik een paar dagen daar
voor aan een Intoerist-gids vroeg, of
ze haar werk leuk vond, antwoordde zij
„Amerikanen zijn erg aardig, maar ik
krijg veel te veel Newyorkse joden."
Ik kreeg steeds te horen, dat „mate
riële dingen niet belangrijk zijn", maar
er ging geen dag voorbij of ik kreeg
aanbiedingen om mijn jurk van mijn
lichaam te verkopen, of mijn schoenen,
tas, kousen, onderjurk, handschoenen,
oorringen, alles. En de prijs speelde
geen rol!
Géén vakantiereis
Myn reis naar Rusland is een fasci
nerende, ontroerende gebeurtenis ge
weest, zeer leerzaam, maar geen vakan
tiereis. Ik at Russisch voedsel, reed per
bus, ondergrondse, taxi en vloog in een
Russisch straalvliegtuig. Ik bezocht een
Russische schoonheidssalon, een psy
chiatrische inrichting, warenhuizen,
een ziekenhuis, markten, een synagoge,
ging naar een r.-k. mis en bezocht een
bibliotheek in Moskou. Ik sprak met
Russische teenagers, ouderen, kelners,
kamermeisjes, chauffeurs, studenten,
artsen, zakenmensen, advocaten, fa
brieksarbeiders, redacteuren en tolken.
Ik heb naar de Russische televisie ge
keken, hun kranten gelezen en naar
hun radio geluisterd.
Toen op 18 april 1955 uit Amerika het bericht kwam, dat Albert
Einstein op zevenenzeventigjarige leeftijd was overleden, ging er door
de wetenschappelijke wereld een schok, die zich echter ook buiten de
kring der geleerden deed gevoelen. Al wist het grote publiek dan niet
wat „de man met de leeuwekop", zoals men Einstein wel noemde,
op het gebied van de wis- en natuurkunde precies had gepresteerd,
dat hij een man van uitzonderlijk formaat was geweest, was het kran-
telezend publiek bekend uit de talrijke berichten, welke in de loop
van Einsteins werkzame leven over hem werden gepubliceerd.
waden en andere vertegenwoordigers
van universiteiten over de gehele we
reld. Dat hij zich in zijn eenvoudige
kleding echter best op zijn gemak
voelde, blijkt uit het gesprek, dat hij
tijdens het bij de feestelijkheden be
horende diner met een Geneefs patri
ciër voerde. Het was het uitgebreidste
diner, Dat Einstein ooit had meege
maakt. Dit bracht hem ertoe zijn ta
felgenoot te zeggen: „Weet u wat Cal-
vijn. die 350 jaar geleden deze univer
siteit stichtte. zou hebben gedaan, als
hij bij dit feestmaal zou zijn geweest?"
De man wist het niet en vroeg wat
Einstein dan wel dacht, dat Calvijn
gedaan zou hebben. Het antwoord
luidde; „Hij zou een grote brandstapel
hebben laten bouwen en ons allen
hebben laten verbranden wegens deze
slemppartij!" Later vertelde de grote
geleerde: „De man zei geen woord
meer en daarmee eindigt mijn herin
nering aan deze gedenkwaardige
plechtigheid".
Men wist. dat hij niet alleen een
geleerde was geweest. Men ken
de hem als een eerlijk en moe
dig mens, die zijn overtuiging niet on
der stoelen en banken placht te ste
ken. Men kende hem als een onver
moeibaar strijder tegen het militaris
me en vóór de vrede. Men wist, dat
deze man, die algemeen als het groot
ste natuurwetenschappelijke genie
van de laatste drie eeuwen werd en
wordt beschouwd, zich op zijn geleerd
heid nimmer had laten voorstaan en
zowel in zijn hart als in zijn uiterlijk
een uiterst eenvoudig mens was ge
bleven. Men wist ook, dat hij een be
kwaam musicus was. die graag zijn
formules en theorerieën vergat en
wegvluchtte in het rijk der verbeel
ding, dat hij met zijn diep doorvoelde
vioolspel wist op te roepen. Men ken
de Albert Einstein niet als beroemd
theoreticus, niet. als groot denker,
maar als eenvoudig, gewoon mens.
Dat de geniale Einstein inderdaad
een bijzonder man was, bleek al dade
lijk uit zijn kleding. In zijn latere
jaren, toen hij als Amerikaans staats
burger in Princeton werkte, droeg hij
bij voorketir een trui en een slobber-
broek. Maar ook in de jaren, toen hij
het ene eredoctoraat na het andere
kreeg en de gehele wetenschappelijke
wereld elke gelegenheid aangreep om
hem eer te bewijzen, viel hij op door
zijn sjofele een ander woord is er
niet voor kleding en weinig ver
zorgde haardos.
Kleren maakten de man niet
Over die onverschilligheid van
Einstein voor zijn uiterlijk doen
talloze anekdoten de ronde.
Sommige daarvan zijn ontsproten aan
de verbeelding van bewonderaars van
de grote geleerde, andere echter zijn
historisch. Zo is het bijvoorbeeld be
kend, dat Einstein eens een natuur
wetenschappelijk congres in Bazel
bijwoonde. Toen hij zich aanmeldde
bij het hotel, waar het bestuur voor
haar eregast een kamer had bespro
ken, maakten zijn vuile regenjas, ver
schoten hoed en versleten koffertje zo
weinig indruk op de portier, dat hij
hem vroeg om... vooruit te betalen.
Einstein heeft daar altijd hartelijk om
gelachen.
Bij een andere gelegenheid het
350-jarig jubileum van de universiteit
van Genève in 1909 liep Einstein
in een gewoon pak en met een
strooien hoed op het hoofd naast be
roemde leden van de Franse Acade
mie, gekleed in met goud geborduurde
mantels. Engelse geleerden in middel
eeuwse toga's en hermelijnen man
tels, Japanners met fraaie zijden ge-
Veertienduizend mijl heb ik gereisd
om het hart te voelen kloppen van en
te spreken met het volk van de op een
na machtigste staat ter wereld. Ik heb
de hartslag gevoeld en dit heeft myn
vertrouwen vernieuwd in de kracht
van de liefde van de mens voor zyn
naaste. Ik hoop, dat ik mijn ervaring
zodanig onder woorden kan brengen,
dat ook U deze hartslag kun* ervaren.
de maat van zijn voetstappen. „Zijn
de heren tevreden over dit ambtsge
waad, dat ik in Madrid kreeg?" vroeg
Einstein zijn collega's op ironische
toon. De volgende dag konden die col
lega's in de krant lezen, dat de Leid se
jeugd bijzonder met de optocht was
ingenomen geweest, omdat de fraaist
uitgedoste hoogleraar Einstein de
straatjongens knipoogje® had gegeven,
als had hij hen deelgenoot willen
maken van zijn spotzucht over zijn
eigen kleding!
Misverstand in Den Haag
De Zwitser Carl Seelig, Einsteins
biograaf en landgenoot, wijst er
in zijn boek op, dat er maar heel
weinig mensen zijn geweest, die van
de leer van Einstein hebben kunnen
beweren, dat zij haar begrepen. Seelig
vertelt, dat een kennis van hem in het
Duitse gezantschap te Den Haag eens
getuige was van een gesprek tussen
Einstein en een Nederlandse dame.
Deze dame meende op de zwijgzame
geleerde indruk te zullen maken met
de opmerking, dat zijn werken haar zo
bevielen, omdat zij dweepte met alles
wat mystiek was. Waarop Einstein
droogjes antwoordde: .Mystiek is nu
juist het enige, wat men in mijn ge
schriften niet vindt".
Neen, begrip voor zijn diepzinnig®
theorieën vond Einstein slechts bij
uitzondering. Chaim Weizmann. de
latere president van Israël, begreep ce
theorieën van de grote geleerde niet,
Madrileens feestgewaad
in Leiden
Zestien jaar na deze gebeurtenis
had Einstein echter wel geleerd,
dat men in professorenkringen
erg gesteld was op uiterlijk vertoon.
Dat bleek op 9 februari 1925 ter ge
legenheid van de toekenning van het
eredoctoraat van de Leids.» Universi
teit aan Koningin Wilhelmina. Ein
stein was bijzonder hoogleraar te Lei
den en moest dus meelopen in de
stbet van professoren en lectoren, die
zich van de universiteit naar de Pie
terskerk begaven, waar de plechtig
heid zou plaatsvinden. Ditmaal liep hij
•chter niet in een gewoon pak mee.
Hij was gekleed in een blauwe met
goud doorstikte lange keep van glan
zende zijde, die tot op de grond reikte.
In plaats van een oude slappe hoed
droeg hij op zijn hoofd een zijden ba
ret waarop twee struisveren prijkten,
die langzaam op en neer wiegden op
maar hij begreep wel iets anders, na
melijk, dat het Juist Einsteins grot®
verdienste was, dat hijzelf zo vast van
de juistheid van zijn theorieën over
tuigd was. Want toen men Weizmann
vroeg, nadat hij tezamen met Einstein
van Europa naar New York was ge
reisd: „Begrijpt u de theorie van Ein
stein eigenlijk?" antwoordde hij:
„Tijdens onze reis heeft Einstein mij
zijn theorie dagelijks uitgelegd en
toen wij hier aankwamen, was ik er
zeker van, dat hij haar werkelijk be
grijpt!"
Maar al mogen dan slechts zeer wei
nigen begrip hebben gehad voor de
betekenis van Einsteins werk, voor de
betekenis van zijn persoon en zijn
waarde als mens hadden en hebben
zelfs zij begrip, die volslagen leken
zijn op het gebied van de natuur
kunde. Niet alleen door zijn diepzin
nige leer, maar misschien nog meer
door zijn grootheid als mens verwierf
Einstein zich een plaats in de rijen
der onsterfelijken.