HOOG VERHEVEN IN WOLKEN OP LAAG
BIJ DE GRONDS GEDOE NEERKIJKEN
Ballonvaart tegen wil en dank
Ballonrace was een verlaat spectaculair
besluit van cle lustrum-burgerijdagen
Vulslurf open los
MAANDAG 20 JUNI 1960
(Van een onzer redacteuren)
Heeft u hartklachten", vroeg Koen Jansen, ge
zagvoerder van de Oxygenium II PH-BOX, streng.
Hij keek ons onderzoekend aan. Zag kennelijk, dat
wij erg veel last van onze zenuwen hadden. „Nee"
klonk het benepen. „Uitstekend. Dat is maar goed
ook. Want als ik plotseling zou moeten stijgen tot
2000 meter dan zag het er niet best voor u uit. Be
slist niet". Toen keerde hij ons de rug toe en zag
toe op het vullen van zijn fraaie oranje-rode ballon,
waarvoor wij nu nog meer ontzag hadden gekregen.
Des te meer gas er in de ballon werd geblazen, des
te benauwder kregen wij het. En er werd veel gas
in de ballonnen geblazen, daar op het Schuttersveld
in Leiden, waar zaterdagavond vele duizenden toe
schouwers zich hadden verzameld om de opstijging
van de vijf ballonnen van de Haagsche Ballonclub
ter gelegenheid van het Lustrum van het Leidsch
Studentencorps mee te maken. Een verlaat besluit
van deze dagen, want vorige week zondag gooide
de wind roet in het eten!
Toen kwam Koen Jansen uit Voorhout weer bij
ons staan. „U moet straks hard werken daar boven.
Heel hard. Heeft u zich dat gerealiseerd". „Ja",
zeiden wij nog steeds benepen. ..Uitstekend"zei hij
en begon toebereidselen te treffen voor ht beves
tigen van de (in onze ogen veel te kleine en veel
te lage) mand aan de ballon, die er nu wel erg op
geblazen uitzag. Bibberend overhandigden wij hem
de fles champagne, waarmee wij straks hoog in de
lucht gedoopt zouden worden. Keurend keek onze
koene Koen naar het merk. „Uitstekend"zei hij
eindelijk tevreden.
Niet verbaasd
We waren geland op het land van boer
Heemskerk. Kees en Slem, twee zoons
van de boer, kwamen ons als eersten be
groeten. „We dachten wel dat jullie hier
terecht zouden komen", zeiden ze. Ze
waren eigenlijk helemaal niet verbaasd.
Verwelkomenden ons alsof er dagelijks
ballonnen op hun land daalden.
Met behulp van de van alle kanten
toegestroomde Nieuwveners werd de bal
lon opgevouwen. Even verderop waren
inmiddels Charles Dollfus met de kleine
F-BRRR, Nini Boesman met de
Dat deze heren wat bleek zien.
komt doordat het een nachtfoto is.
want ze waren bepaald niet bleek
toen ze zo in hun ballongondel ge
zeten waren na hun landing in
Nieuwveen. Links de heer Van
Spengler, voorzitter van de lustrum
commissie van het L.S.C., rechts de
heer v. d. Vliet, onze redacteur, die
in dit kleine mandje van de ballon
van Koen Jansen de doelvlucht uit
Leiden meemaakte
Het geroezemoes van de menigte, de opgewonden interviews van de
commentator en het angstaanjagende sissen van de een kwalijk
riekende lucht verspreidende waterstof batterijen, vormden tezamen
een kakofonie, die onze toch al zo op de proef gestelde zenuwen nog
meer op de proef stelden.
Koen Jansen kan er
lieel wat van
Even gloorde er weer hoop. Koen Jan
sen dacht, dat er een lek in zijn ballon
zat. Er kwamen een paar gewichtig
doende heren bij, die er wel eens even
het hunne van zouden zeggen. Ze deden
erg flink. Dat was dan ook niet zo moei
lijk. Zij bleven immers met hun beide
benen op de grond staan. Maar wij
Een voor een stegen de ballonnen op.
Wel wat later dan aanvankelijk was
aangekondigd. Maar ze stegen dan toch
maar. Nagewuifd en toegejuichd door de
steeds aangroeiende menigte. Dat ze te
laat opstegen zat *m in de vulslurf van
de waterstofbatterijen. Die waren te
groot of te klein.
Omstreeks acht uur stonden er nog
twee ballonnen op het terrein. Dat was
„onze" ballon en de ballon van de Duit
ser en grote kanshebber .Alfred Eckert,
waarvoor naar later bleek'niet vol
doende waterstofgas beschikbaar was.
Wit om de neus
Even later klommen wij wat wit om de
neus en zenuwachtig lachend in de
mand. tezamen met de gezagvoerder en
mr. L. J. H. van Spengler, voorzitter van
het Lustrumcomité. „We hopen jullie nog
terug te zien", riep iemand spottend.
En daar gingen we dan. Na het com
mando: „vulslurf open alles los". De
wapperende stippen van de „pandjesjas"
van de heer Van Spengler verwekte
nogal wat hilariteit.
Verbazing
Nadat wij even de ogen hadden
gesloten en diep adem hadden ge
haald, wierpen wij schichtig een blik
naar beneden. En tot onze grote ver
bazinggeen spoor van hoogte
vrees. Wel allemaal laag-bij-de-
grondse mensjes, die wat zenuw
achtig heen en weer draafden.
Het zag er allemaal erg netjes en ge
ordend uit daar beneden. Keurig door
sloten in stukken gedeelde weilandjes.
Daar een plukje koeien, daar een hoopje
op witte mieren lijkende kippen en op
de linten van wegen ritsen grappige
autotootjes.
Hoog verheven
Wij voelden ons tegelijk hoog verheven
boven het aardse gedoe en er nauw mee
verbonden. Al gauw zaten we op 230 me
ter. „Eigenlijk mag ik niet zo laag zitten.
Maar 't is veel gezelliger zo", zei Koen
Jansen. „Nu kun je de mensen nog horen
praten. Zo zie je nog eens wat".
Beneden ons nu de plassen met zeil
boten en luierende mensen. Er ging een
weldadige rust van uit. „Smaakt de kof
fie lekker", riepen we naar beneden.
Even later kregen we antwoord. Duide
lijk klonk het: „Ja. Maar er moet nog
wat meer suiker in". Merkwaardige ge
waarwording, dat je met mensen kunt
praten, die zo ver van je verwijderd zijn,
dat je ze nauwelijks kunt zien.
Koen gooide nog wat zand over boord.
Raadpleegde z'n hoogtemeter. Haalde
toen broodjes en limonade tevoorschijn.
Het smaakte erg lekker zo hoog in de
lucht.
Koel briesje
Boven ons, niet zo erg ver weg, de wol
ken. Een heerlijk koel briesje dreef ons
naar ons doel tussen Nieuwveen en
Zevenhoven. Beneden ons nog steeds de
plassen. Al gauw kwamen de ballonnen
van Nini Boesman en notaris J. Demenint
uit Den Haag in zicht. We lieten ze tot
grote vreugde van een overigens onver
stoorbare en zelfverzekerde Koen Jansen
links en rechts liggen. En hetgeen la
ter zou blijken gingen recht op ons
doel af. Daar was het tenslotte een doel-
landing voor.
Koen liet wat gas ontsnappen. We
daalden enige meters. Nog meer gas.
Nog meer dalen. Toen sneed Koen de
kabel los. Suizend vloog het touw naar
beneden, raakte net niet de grond. In de
plukjes mensen, die ons toezwaaiden,
kwam beweging.
Geland
„Houd je goed vast", zei Koen. „Nu
gaat het gebeuren". De korenvelden be
neden leken groter te worden. Lager en
lager kwamen wy. Rakelings scheerden
we over een sloot. Toen raakte de ballon
de grond, veerde weer op en bleef 10 me
ter verder liggen. De ballon zakte door
gebrek aan gas scheef weg.
Het was weldadig stil. Alleen ritselen
van groen koren. Gesuis van uit de
ballon ontsnappend gas. Koen trok z'n
das recht. „We maakten aanstalten om
uit te stappen". „Blijf er alsjeblieft in
zitten", riep Koen verschrikt uit. „An
ders gaan we allemaal weer de lucht
in". We waren bijna vergeten, dat pas
sagiers eigenlijk niets anders zijn dan
waardeloze zakken ballast, hetgeen
ons bij de doopplechtigheid hoog in de
lucht met nadruk was duidelijk ge
maakt. „Ik ben niets, de balloncom
mandant is alles", flitste het door ons
brein. We bleven zitten.
„Utrecht" en notaris Demenint met de
Oxygenium I geland. Later doemde tegen
de wat wazig geworden horizon de ballon
van Alfred Eckert op, die ook al niet ver
van de PH-BOX landde.
Het werd een moeilijke taak voor de
sportcommissaris om uit te maken, wie
er gewonnen had. Zondagmiddag was de
uitslag in ieder geval nog niet bekend.
Alle ballonnen waren namelijk in de ge
meente Nieuwveen geland. Maar Koen
Jansen was ervan overtuigd te hebben
gewonnen. Dat hij precies op de denk
beeldige lijn was geland, werd hem in
ieder geval uitdrukkelijk verzekerd door
j de postcommandant van Nieuwveen, de
I heer G. Geytenbeek, die een drukke
I avond had in zijn overigens zo rustige
dorpje.
De boeren, die er een vermoeiende dag
(er werd druk gehooid) op hadden zitten,
waren ook al tot 's avonds laat in de
weer om het transport van ballonnen en
ballonvaarders te verzekeren. Over slo
ten en hekken moesten de manden en
de opgevouwen ballonnen worden ver
voerd. Dat niemand daarbij een nat pak
haalde, deed niets aan het plezier af.
's Avonds laat was het hele ge
zelschap weer in Leiden gearri
veerd. Tot laat in de nacht werd in
een zaal van Schuttershofaan de
Steenstraat de loftrompet gestoken
over de prestaties van de ballon
vaarders. De Haagsche Ballonclub
en de Lustrumcommissie van het
Leidsch Studentencorps waren
beide zeer tevreden over dit voor
Leiden spectaculaire besluit van de
burgerijdagen.
De heer Boesman heeft zondag nog
enige tijd in zijn rats gezeten. Hij was
namelijk zijn meetinstrumenten, pas
poorten, reisbeschrijvingen van ballon
vaarten en dergelijke kwijtgeraakt. Ge
lukkig vond de heer J. Th. Wijsman,
Kanaalstraat 1/6 in Leiden, zondagmor
gen het een en ander. Hij stelde de
politie van zijn vondst in kennis, die
de heer Boesman weer uit de narigheid
haalde.
Uitslag
De officieuze uitslag van de ballon
race is: 1. Koen Jansen met Oxyge
nium II; 2. Charl.es Dolfuss met de
F-BRRR; 3. Nini Boesman met de
„Utrecht" en J. Deminint met Oxyge
nium I; 4. Alfred Eckert met de
„Augusta".
In het Leidsch Dagblad van maandag
5 oktober 1925 staat een uitgebreid ver
slag van de onvrijwillige ballonvaart,
die het Leidse jongetje Ebel Magnin
op 3 oktober had gemaakt met de bal
lon van Van Pottum. Wij laten hieron
der enige passages volgen:
„De bemanning wuifde met hun
hoofddeksels, de menschenmenigte riep
„hoera" en jubelde den vertrekkenden
„een goede reis" toe. Maar dra ver
stomde het gejubel en vól ontzetting
keek iedereen naar het uiteinde van
het vijfentvAntig meter lange landings-
touw, dat vanaf het schuitje naar be
neden hing, waar aan het uiterste
eindje een jongen hing'.!
Vrij snel rees de ballon en voordat
iemand eigenlijk besefte wat er ge
beurd was, zweefde de arme knaap
een dertig meter boven den beganen
grond.
Schrik en ontsteltenis allemvegen
dames vielen bij tientallen flauw en
uit aller keel steeg één kreet van ont
zetting ten hemel.
Ieder ogenblik venvachtte men den
jongen naar beneden te zien storten,
In de wolken
De 12-jarige Fréderice Deminent
uit Den Haag was zaterdag in de
wolken. Op het laatste nippertje
besloot zijn vader hem mee te ne
men in de ballon. Het werd tevens
zijn luchtdoop. Hij had in het be
gin wel wat last van slikken en de
neiging om naar beneden te sprin
gen, maar dat ging al gauw over.
„Ik ging zo vlak langs de kerk,
dat ik de spits bijna kon pakken",
vertelde de kleine ballonvaarder
opgetogen. Wat hij het grappigst
had gevonden bij het ballonvaren?
„Dat je het ballastzand kon horen
vallen".
De kleine Hagenaar heeft overi
gens een plezieriger tochtje ge
maakt dan een 10-jarige Leide-
naar 35 jaar geleden. Die Leidse
jongen raakte toen verstrikt in de
sleepkabel van de ballon van Willy
Pottum. De onvrijwillige ballon
vaarder hield de kabel echter goed
vast en kon even buiten Leiden
behouden aan de grond worden
gezet.
Zo nauwkeurig mogelijk wordt, i Ion vastgesteld. Koen Jansen is een beek. die in Nieuwveen een belang-
op de grond in het weiland liggend, en al aandacht voor de accuratesse rijke taak had te vervullen,
de positie van de neergekomen bal-van de notities van de heer Geyten- I
waar hij zeker te pletter zou zijn ge
slagen, maar hooger en hooger steeg
de ballon en de jongen viel niet!
In het schuitje van den ballon scheen
men aanvankelijk niets van het inci
dent te bemerken; althans toen de bal
lon naar schatting 100 meter gestegen
was, wierp de luchtvaardei- een aantal
serpentines naar beneden, die met hun
bonte kleuren in het zonlicht schitter
den en langs den in doodsgevaar ver
keerenden jongen naar beneden dwar
relden. Welk een schril contrast!
Eindelijk bemerkte men, dat er be
neden iets niet in den haak moest zijn.
De heer Van Pottum was nu genood
zaakt een ontijdige landing te verrich
ten, doch moest hiermede wachten, tot
dat hij goed en wel buiten de stad was,
daar in het tegenovergestelde geval de
jeugdige onverlaat nog veel kans liep
om te verongelukken.
Geleidelijk liet de heer Pottum nu
gas ontsnappen, wij zagen hoe in de
ballon eerst rimpels kivamen, die tot
diepe plooien aangroeiden. Wij zagen
hoe de ballon daalde en achter de hui
zen verdween.
De bengel had in het geheel geen
letsel bekomen.
Onmiddellijk na afloop hebben wij
den jeugdigen avonturier naar zijn
ervaringen gevraagd. Hij had de zaak
niets erg gevonden. Het liefst was hij
direct maar weer aan het feestvieren
gegaan en jawel hoor, 's avonds was
de deugniet al weer op het Schutters
veld, alsof er niets gebeurd was."
Het commentaar van de jongen
luidde: ,,'k Heb alles duidelijk gezien,
mijnheer, een trein, die onder me langs
stoomde, leek me vreselijk klein toe,
de grachten en slooten waren net lint
jes, de menschen heel kleine poppetjes.
Op het oogenblik dat ik voor het eerst
weer de grond raakte, wilde ik losla
ten, maar in razende vaart trok de
ballon mij voort over het weiland, in
een ommezientje was ik door twee
slooten gehaald en eindelijk lag ik stil".
De redactie had nog een opwekkend
woord over voor de jeugdige luchtrei
ziger, hetgeen blijkt uit de vólgende
passage: Braaf zoo, Ebel, je hing
nu eenmaal aan het schuitje, dus moest
je meevaren. Je hebt je overigens ge
houden, zooals het een echte Hólland-
sche jongen betaamt. Onverschrokken
heb je het gevaar onder de oogen ge
zien en had nog de tegenwoordigheid
van geest om op te merken, dat alles
zoo klein leek. Wij bewonderen je moed
en kalmte. Menig oudere en sterkere
kan daarop jaloersch zijn".
Welgemoed ging Koen Jansen
met zijn ballon de lucht in, met een
iets zwaardere bemanning dan
waarop hij had gerekend: de heren
Van Spengler en Van de Vliet, die
U hier heel dapper een minzaam ge
zicht ziet trekken en zwaaien naar
de op o zo veilig lijkende grond ach
terblijvende mensenmenigte. Pand
jesjas en schipperstrui passen beide
in dit majesteitelijk avontuur.
(Foto L.D./Holvast
Koen Jansen in actie bij het ber
gen van zijn ballon. Er kwam heel
wat sjorren aan te pas, voordat
ballon en mand veilig waren binnen
gebracht voor welke harde arbeid
het talrijke publiek intense belang
stelling toonde.
Jammer
Ballonvaren is een van de mooi
ste sporten. Jammer, dat de bal
lonvaarders steeds meer hinder
ondervinden van de niets ontziende
straaljagers. Allerlei beperkende
bepalingen worden de „romantici
van het luchtruim" hierdoor opge
legd. En zijn het niet juist de
ballonvaarders geweest, die het
mogelijk hebben gemaakt, dat er j
vliegtuigen kwamen? Zo gaat het
nu eenmaal in het leven.