GEWETEN
SALZBURGS nieuwe Festspielhaus
voorbeeld van moderne verfijning
Toekomst had voor Jules Verne
geen geheimen
Knap iverk van bekende Oostenrijkse architect
Holzmeisterdie ook oude schouwburg ontwierp
Teveel van het goede in stad
met tal van grote zalen?
Werkelijkheid overtrof zijn
weergaloze fantasie
Zaterdag 18 juni 1960
(Van onze Weense correspondent,
De bouw van de nieuwe Festival-schouwburg
is in Salzburg zover gevorderd, dat de buiten
landse en binnenlandse pers ter bezichtiging uit
genodigd kon worden, waarbij de opdrachtgevers
met een zekere trots mededeelden, dat het gebouw
kant en klaar zal zijn vóór de plechtige opening
op 27 juli a.s.
De belangstelling hiervoor is ook in het buiten
land zeer groot, omdat in de afgelopen jaren hon
derden toeristen telkens weer werden teleurge
steld, die in het oude Festspielhaus geen enkele
voorstelling konden bijwonen: alle entreekaarten
waren dagen en weken van tevoren uitverkocht.
prof. dr. N. Greitemann)
Nu krijgen zij een betere kans, want Salzburg is
een nieuwe schouwburg rijker geworden met 2300
zitplaatsen voor opera-voorstellingen en 2600 voor
concerten!
Het gebouw is een werk van de bekende Oos
tenrijkse architect Clemens Holzmeister, die te
vens het oude Festspielhaus een goede dertig jaar
geleden heeft ontworpen. Wanneer men deze
twee creaties met elkaar vergelijkt, kan men eerst
bevroeden hoe groot de ontwikkeling is geweest
die de moderne architectuur heeft doorgemaakt,
ook in het werk van eenzelfde architect.
men hoogstens nog een paar maal
van de nieuwe schouwburg gebruik
zal kunnen maken voor grote concer
ten. Bovendien zal het gebouw de tijd
moeten hebben om een eigen sfeer
te krijgen, doch alle voortekenen wij
zen er op dat dit zal gelukken, omdat
het grondconcept vooral van de grote
zaal goed schijnt te zijn. Daarvan
zullen zich nu niet alleen de „promi
nenten" kunnen overtuigen, die de
première van de Rosenkavalier bij
wonen en die dan voor een plaats in
de eerste rijen 1.000 schilling (150
gulden) mogen betalen, maar ook alle
nakomers en niet te vergeten diege
nen, die de unieke openingsplechtig
heid en de eerste opvoering op
hun televisie-schermen zullen kunnen
volgen.
Gewetensbezwaren worden
gerespecteerd, wanneer
men zich er op beroept bij
het bevolkingsonderzoek op tu
berculose of bij de weigering de
oproep tot vervulling der mili
taire dienstplicht op te volgen.
Het geweten is kennelijk een
heilige zaak.
Wat we onder geweten te ver
staan hebben, is de moeite van
de bezinning dan ook waard, al
is het moeilijk te omschrijven.
Meestal bedoelen we ermee: aan
voelen wat goed en kwaad voor
ons is. Het is ons als een kom
pas op ons levensschip ingebo
ren waarvan de naald niet met
ons meedraait, maar door iets
anders of door een ander getrok
ken wordt en ons veelal anders
wijst dan wij zelf denken en
doen.
Dat wij met dat geweten gebo
ren worden, zegt echter nog
niets over de richting, waarin
het zal groeien of de wijze waar
op het zal functioneren. Wan
neer ons de huidige wereld, zo
als ons die openbaar wordt in
een tweede wereldoorlog of tege
moet komt in een film als „La
dolce vita" gewetenloos voor
komt, is dat niet, omdat zij die
hier een rol spelen, geen gewe
ten hebben, maar omdat ze een
vormeloos geweten hebben, of
een door hun medemens en hun
omgeving misvormd geweten.
Het geweten groeit en krijgt
inhoud niet uit zichzelf en van
binnen uit .rnaar het wordt ge
voed en opgevoed door anderen,
van buitenaf. Daarom is het
nooit een alleenspraak met je
zelf, maar het is een samen-
WOORD
VAN
BEZINNING
spraak met je omgeving, het
groeit in contact met je mede
mens, met je ouders en je vrien
den, met de wereld rondom je
heen. Geweten is dan: meevoe
len en aanvoelen datgene wat
van buitenaf door je ouders van
weleer of je vrienden van nu tot
je gekomen is als goed.
En nu gaat het in het christe
lijk geweten als een heilige zaak
niet alleen om een samenspraak
met mensen, maar door de men
sen heen, om een samenspraak
met en een vorming door God.
Gewetensvol leven is dan niet
meer, dat we alles zelf uit zullen
(en mogen) zoeken, maar dat W£
luisteren naar het diepste in ons,
in tweespraak met God en onze
medemens, dat is luisteren naar
Jezus Christus, in Wie het ge
sprek van God met de mens ge
stalte heeft gekregen.
Daarom is ons geweten niet
een vage stem in ons binnenste
maar de heldere stem van
Christus beluisteren en navol
gen, zoals Hij door de mensen,
onze ouders, de bijbel en de kerk
heen tot ons komt. Ons geweten
De houten betimmering in de grote zaal is afwisselend concaaf
(verlicht) en convex (donker) en werd zo geconstrueerd om de beste
akoestiek te bereiken.
De bouw heeft drie Jaar geduurd, vrijwel geen dag langer of korter dan
Holzmeister had berekend. Ook dat is een prestatie. Maar in de loop van die
drie jaren is er in Oostenrijk en vooral in Salzburg zelf op alle mogelijke ma
nieren tegen ditproject geageerd en geïntrigeerd. Er zijn nog altijd in burger
lijke en artistieke kringen groepen en coterietjes, die uit persoonlijke overwe
gingen verwachten en hopen, dat deze gehele onderneming op een debacle zal
uitlopen. Daarnaast zijn er echter ook zakelijke argumenten, bijvoorbeeld de
vraag wat men in een provinciestad als Salzburg met een dure en luxueuze
schouwburg kan beginnen buiten de ene maand van het festival om, waarbij
men niet mag vergeten dat deze stad reeds drie schouwburgen bezit, name
lijk het oude Festspielhaus, de Felsenreitschule en de Landesbühne, nog afge
zien van een aantal uitstekende muziekzalen zoals in het conservatorium het
Mozarteum en de Sala Academica in de universiteit.
Grote geesten, toch mensen (XV)
Kunst in Oostenrijk
een levensbehoefte
Bovendien zijn de kosten voor deze
schouwburg enorm hoog. Zij belopen
een bedrag van 210 miljoen schilling,
dat is meer dan 30 miljoen gulden,
die door de gemeente, door provin
ciale staten van Salzburg en door
het Rijk werden opgebracht. Andere
landen zouden in dezelfde omstandig
heden dit hoge bedrag eerder hebben
besteed voor het bouwen van scholen,
woningen of van een ziekenhuis.
Daar staat echter tegenover dat
kunst en vooral muziek voor Oosten
rijk een levensbehoefte is. Wat een
ander land als overdreven luxe zou
beschouwen, als een bewijs dat men
ver boven zijn stand leeft, is hier iets
dat vanzelf spreekt. Ook de Weense
Opera is zo'n geval, maar in dit land
wordt cultuur nu eenmaal met hoofd
letters geschreven, beschouwt opera,
muziek en toneelkunst als een groot
nationaal belang, waardoor o.a. ook
nog het vreemdelingenverkeer wordt
bevorderd. Dat alles zijn echter over
wegingen en factoren, die uitsluitend
Oostenrijk, de autoriteiten aldaar en
de openbare mening aangaan. Wat de
buitenlander interesseert is de vraag
of deze schouwburg aan de hoogste
eisen beantwoordt en of Oostenrijk
ook in dit middel de mogelijkheid
heeft om zijn culturele rol te ver
vullen.
Meer breed dan diep
Tijdens de persbezichtiging bleek
telkens weer, hoe moeilijk de Oosten
rijke journalisten zich van een zekere
animositeit konden vrij maken. Er
werd danig gemopperd en gekriti
seerd, men zocht met alle geweld naar
argumenten, die tegen deze onderne
ming spraken. Men maakte niet
geheel ten onrechte aanmerkingen
op de belichting, op de foyers, die te
lang en zeer smal zijn, op de decora
ties in de salons, maar alle kritiek
verstomde, toen men de grote zaal
betrad. Daarbij dient men het vol
gende te bedenken. Evenals het oude
Festspielhaus ligt ook het nieuwe pal
tegen een hoge en steile rotsmuur,
zodat de schouwburg meer in de
breedte dan in de diepte moest wor
den geprojecteerd. Om een minimum
aan de onontbeerlijke diepte te berei
ken, moesten er 55.000 vierkante me
ter rots uit de Mönohberg worden
weggekapt, maar desondanks blijft de
grote zaal meer breed dan diep.
Zeer infieme ruimte
Toch maakt zij geen abnormale
gestrekte indruk, omdat de zitplaat
sen in het parket en op de eerste
rang een ellipsvormige lijn vertonen
en omdat hierop een zelfde contour
van de plafonds correspondeert. Daar
door wordt de illusie van diepte ge
suggereerd, terwijl tevens het grote
voordeel wordt bereikt dal; men van
elke plaats alles uitstekend kan zien
en horen. Er is dan ook geen spoor
van pilaren, zuilen of zware stutbal
ken te zien.
Ondanks haar breedte werkt deze
zaal zeer intiem, ze is een voorbeeld
van moderne verfijnde luxe, een wer
kelijke feestzaal, waarin modern
functionalisme met goede smaak werd
verbonden. In de foyers zijn hier en
daar op de effen muren fresco's en
decoratieve constructies in gegoten
Ijzer aangebracht, die wel zeer mo
dern zijn, maar toch niet extravagant.
In een van de salons ontdekt men een
prachtig gobelin naar een ontwerp
van Kokoschka, maar dit vertrek is
jammer genoeg veel te smal, zodat
het gobelin aan werking mist. De
grote zaal echter heeft geen enkele
decoratie, ze overtuigt alleen door de
illusie van een voorname, rustige
ruimte, waarin de drie hoofdkleuren
op elkaar zijn afgestemd, namelijk
het parelgrijze moquette op de vloer,
het bruine hout van de betimmering
en de lichtpaarse bekleding van de
zitplaatsen.
Uiterst modern toneel
Men zal natuurlijk moeten afwach
ten of de sierlijke ellipsvormige lijn-
geving ook gehandhaafd blijft, wan
neer de zaal met toeschouwers in
avondtoilet is gevuld. Volgens de di
rigent Karajan moet de akoestiek
voortreffelijk zijn. Bovendien kon de
pers er zich van overtuigen dat de
toneelinstallaties met vijf verschil
lende hefvloeren en enige zijtonelen
aan de modernste eisen van toneel
techniek beantwoordt. Uniek is de
breedte van het toneel met een nor
male opening van dertig meter, dat
is tweemaal zo breed als die van de
Weense Opera! Maar in Salzburg kan
'deze opening tot op 14 meter worden
vernauwd, zodat ook kleinere en in
tieme opera's kunnen worden opge
voerd.
Aanvankelijk zal ook deze schouw
burg onvermijdelijke kinderziekten te
boven moeten komen. Zo beschikt
men voor het komende festival
slechts over decoraties van één opera,
namelijk de Rosenkavalier. Andere
opera's zullen dus voorlopig nog ln de
Felsenreitschule, het oude Festspiel
haus en misschien zelfs in de Lan
desbühne worden opgevoerd, terwijl
Op 30 maart 1905 bewoog zich op een regenachtige voorjaarsdag
een lange begrafenisstoet door de smalle straten van een kleine stad
in Noord-Frankrijk. Meer dan vijfduizend mensen uit binnen- en
buitenland waren naar Amiens gekomen om de schrijver en denker,
die als geen ander tot de verbeelding van zijn lezers had gesproken,
op zijn laatste reis te vergezellen.
Tijdens zijn leven was Jules Verne populair geworden en zijn dood
was dan ook een zware slag voor zijn miljoenen lezers over de gehele
wereld. Voor zijn bewonderaars was hij een legendarische figuur,
haast even onwerkelijk als de avonturenromans, die hij schreef. Men
vereenzelvigde hem met de helden uit zijn boeken en men zou er
fconder twijfel versteld van hebben gestaan te ontdekken, dat de
geestelijke vader van een Kapitein Hatteras of een Robur de Ver
overaar een rustig, vredelievend burger van een provinciestadje was,
wiens enige trots er in bestond dat men hem tot lid van de gemeen
teraad had gekozen
ALS zoon van een advokaat werd
Jules Verne op 28 februari 1828
geboren. Zijn ouderlijk huis
stond in het oudste gedeelte van
Nantes en van het balkon af kon de
knaap iedere dag de schepen de rivier
de Loire zien binnenvaren, als het
vloed was. Zelfs toen hij te Parijs
rechten studeerde, bracht elke vakan
tie hem naar zijn geboortestad, waar
hij zijn dagen doorbracht met zwerven
langs de haven en roeien tussen de
vissersboten.
Natuurwetenschappelijke
wonderen
NA de voltooiing van zijn studie
in 1849 begonnen de moeilijk
heden echter. Jules wilde schrij
ver worden, zijn vader wenste dat hi
zijn advocatenpraktijk zou overnemen
Vader en zoon sloten een compromii
en Jules Verne ging werken op een
makelaarskantoor en wijdde zich in
zijn vrije tijd aan het schrijven van
toneelspelen en operalibretto's. Enige
blijspelen van zijn hand werden te
Parijs goed ontvangen, maar dit suc
ces steeg hem niet naar het hoofd
Integendeel, hij verweet zichzelf, dai
hij platgetreden paden volgde, „in eei
tijd waarin de natuurwetenschap won
deren tot stand brengt en zich uit
strekt over nieuw en onbekend ter
rein".
In 1863 gaf de bekende uitgeve
Hetzel hem opdracht een serie avon
turenverhalen te schrijven. Met vee
enthousiasme begon Verne daaraan ei
zijn eerste boeken „Vijf weken in eei
luchtballon" en „De avonturen va-
kapitein Hateras" sloegen dadelijk in
Van dit ogenblik af werkte Verne
als een bezetene. Alleen al met zijn
beter bekende werken zouden ver
scheidene boekenplanken zijn te vul
len. Zrj bevatten 57 titels, met inbe»
grip van „Vijf weken in een lucht
ballon", dat in 1863 als eerste ver
scheen, en de „Gouden vulkaan", dat
twee jaar na zijn dood het licht zag.
Aan boord van hun fantastische voer
tuigen verkennen zijn helden onbe
kende werelddelen en bereizen de bin
nenlanden van Afrika evengoed als
het Noordpoolgebied, Amerika even
goed als de oerwouden en hoogvlakten
van Azië.
nder zijn werken zijn er enige,
(j die hem niet alleen als een
goed schrijver, maar ook als "n
groot denker doen kennen, namelijk
die waarin Verne, de fantast, plaats
heeft gemaakt, voor Verne, de profeet.
Robur en Nemo, twee van de vele
bekende figuren uit zijn romans, zijn
tegenwoordig werkelijker dan zij ten
tijde van hun geboorte waren. Want
de jongste wetenschappelijke ontdek
kingen hebben de oorspronkelijke en
nauwgezetheid van Vernes voorspel
lingen op overtuigende wijze aange
toond. Het is gegaan, zoals deze grote
denker die de toekomst reeds in zijn
gedachten vorm gaf, het zelf profe
teerde: „Alles wat ik uitvind en waar
over ik fantaseer, zal niet aan de wer
kelijkheid beantwoorden, want er zal
een tijd komen waarin de uitvindin
gen van de techniek die van de fan
tasie voorbij zullen streven".
Jules Verne bestudeerde alle proble
men, waarin de geleerden van zijn
tijd zich verdiepten. Hy volgde de
vorderingen van de poolexpedities en
voorzag de onmetelijke mogelijkheden
van de elektriciteit. Zyn „fonotele-
foot" uit „De dag van een Ameri
kaans journalist in 2.889" is een voor
loper van het moderne televisietoestel.
Schulzes kanon uit „De 500 miljoen
van de Begum" is reeds lang geen
fantasie meer voor de artilleristen van
de 20e eeuw. Hij voorspelde amfibie
voertuigen in ,Het stoomhuis' en wol
kenkrabbers in „Centropolis" en Mi-
JULES VERNE
de Ziener en Denker
eigenlijk niet „iets", maar
Iemand, namelijk de Heer, wiens
Geest in ons werkt. Wanneer
deze gestalte uit ons leven en uit
onze wereld verdwijnt, kan ons
geweten alle vormen aannemen,
zullen we misschien nog een tijd
lang op de resten teren, maar
langzaam aan vérteren.
Als wij ons goed bezinnen, be
speuren we onze wederzijdse
verantwoordelijkheid voor deze
vorming van ons geweten en dat
van onze wereld. In het boekje
„De Mens en Ik" waarin hier
aan aandacht wordt geschon
ken, schrijft prof. Van Stemp-
voort: „Het geweten der Wester
se volkeren heeft eeuwenlange
christelijke invloed ondergaan.
Het resultaat van tweeduizend
jaar christendom is groter dan
men denkt. Een ernstig gevaar
doemt echter op: het afnemen
van de Christusbeïnvloeding uit
de eerste hand. Men denke
slechts aan de ongeregelde kerk
gang van velen, het miniseren of
nalaten van persoonlijk bijbelle
zen, gebed of mediatie. Kerk
gang en persoonlijke meditatie
zyn geen antieke uiterlijke han
delingen, maar evenzovele acti
viteiten van inkeer tot zichzelf,
ziele-oefening engewetens
vorming."
Hoe ingewikkeld wordt het
echter, wanneer mensen juist op
dit punt stellen, dat ieder het al
of niet deelnemen aan deze ac
tiviteiten voor eigen geweten
moet uitmaken
A. J. GLAZEMAKER
pastoor der oud-katho
lieke parochie van
Leiden.
chael Ardans raket leidde het tijdperk
van het interplanetaire verkeer al in,
toen Wernher von Braun, de uitvinder
van de VI en V2 nog moest worden
geboren.
Voorganger van eerste
atoomschip
Het ls te begrijpen, dat het mees-
terwerk van de man, die in zyn
kinderjaren reeds zoveel liefde
had gekoesterd voor de zee, een boek
over de zee was. Hij had reeds een
reusachtig oceaanschip uitgevonden
Een drijvende stad maar nog
veel meer indruk maakte hij op zijn
lezers met zijn onderzeeër, de Nauti
lus, die in 1870 aan zijn fantasie ont
sproot, vijfentachtig jaar dus voordat
de eerste atoomonderzeeër, de Ameri
kaanse Nautilus, van zich deed spre
ken.
Vernes theorieën over de onderzee-
vaart, neergelegd in „Twintigduizend
mijlen onder zee" zijn tegenwoordig in
hoofdzaak juist gebleken. Hij voor
spelde het gebruik van elektriciteit
voor de voortdrijving en de verwar
ming en beschreef met opmerkelijke
nauwkeurigheid de werking van bal-
lasttanks, het beginsel van drijf appa
raten en het gebruik van onderzeeërs
in oorlogstijd. Bovendien was hij als
het ware de grondlegger van het diep
zee-onderzoek en kan men kapitein
Nemo een voorloper noemen van de
bekende Franse professor Piccard, die
in zijn stalen kogel tot op de bodem
van de Middellandse Zee afdaalde.
Als profeet van de toekomst heeft
Jules Verne er belangrijk toe bijge
dragen in wyde kring belangstelling
voor de natuurwetenschap te wekken.
Het is zeker, dat hij met zijn boeken
de verbeelding van honderduizenden
richting heeft gegeven en op zijn ma
nier de eeuw van de techniek heeft
helpen voorbereiden. De vliegtuig
bouwer Bréguet schreef, dat de boe
ken van deze grote Fransman zijn be
langstelling voor de luchtvaart had
den gewekt. Ook Maarschalk Lyautey
stak zyn bewondering niet onder stoe
len of banken. Maar de grootste lof
die hem ooit werd gebracht, waren
waarschijnlijk de woorden, die Admi
raal Byrd sprak, toen hij in het vlieg
tuig stapte, waarmee hij naar de Zuid.
pool vloog: „Jules Verne wees mij de
weg".
DE VOLGENDE KEER TOT BE
SLUIT VAN DEZE SERIE:
WERELDBEROEMD
EN ONBEGREPEN
Opvallend veel geboorten
Opvallend groot is het aantal jonge
dieren, dat momenteel in de verschil
lende verblijven van Artis rondschar
relt. Behalve de twee zeldzame Uile-
kop-apen, zijn er eveneens twee Man
telbavianen en twee Rhesusapen ge
boren, terwijl in het Apenhuis ook een
allerkoddigst Capueijneraapje het le
venslicht aanschouwde. Dtt jong wordt
als te doen gebruikelijk bij Zuid-
amerikaanse apen vaak op de rug
van de moeder gedragen, hetgeen
aandoenlijk is om te zien.
Twee soorten kangoeroes hebben
:>ok voor het nageslacht gezorgd. Op
iet Rheaveld wipt een jonge Ben
nett's kangoeroe zo nu en dan uit de
buidel van de moeder, terwijl de
grappige korthaar-wallaby dit voor
beeld regelmatig volgt. In de zoge
naamde vossengang spelen de aller
aardigste woestijnlynxjes of Caracals
het komt slechts hoogst zelden
voor, da tdeze dieren ln gevangen
schap worden geboren en de Moe
raskatjes reeds buiten, terwijl ook de
sevenpakhalsjes zo nu en dan
en kijkje in hetbuitenperk nemen.
Bijzonder grappig is de jonge oehoe,
.•en grijze donsbal, die thans regel
matig onder moeders vleugels van
daan komt om met zyn grote ogen
de wijde wereld in te kijken.
Voorts zagen ln de runderstal een
waterbuffeltje en een yakje de
tweede dit voorjaar het levenslicht.