EEN HAGEDIS TE VEEL werd
verdienstelijke studentenfilm
perspectief voor ons land
innerlijk krachtig westen
Redelijk
in een
Vatebieren, heldendaden en een
kuiistcoiiflict op de Rap-Hap
Kunstzinnige pantoffelparade
Première in Luxor en verdere
vertoningen op Burchtterrein
Tweede Academielezing
Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 16 juni 1960 Tweede blad no. 30074
Een geliefkoosd wan
delterrein voor Leienaars
is op het ogenblik het
Rapenburg, waar men
tussen de kraampjes van
de Kunstmarkt genoege-
lijk kan pantoffelparade-
ren, worstjes eten, en
plaatjes kijken. Er is
muziek, en wel zeer exo
tische; we/ hebben er
Spaans en Joegoslavisch
gehoord, Portugees en
Mexicaans en er zal nog
wel meer zijn.
Op het centrale kraam
pje is steeds wat anders
le beleven. We hebben er
de eerste avond een Su
rinaams orkest gezien,
we hebben er gooche
laars aan het manipule
ren, palmeren en presti-
digateren gezien (zulke
woorden kunnen alleen
goochelaars goed uitspre
ken, maar gelukkig hoe
ven wij ze alleen maar
op te schrijven, waarbij
we rustig de tijd kunnen
nemen).
Zo zagen we er laatst
de heer Willy Alberto,
die zich siert met de titel
..pedagogisch jeugdchoo-
laar en manipulator-snel
tekenaar". Hij deed ge
heel belangeloos mee, en
dat vinden wij aardig van
de heer Alberto, wiens
assistent Johnny Alberto,
een rekenwonder, wij he
laas niet hebben zien op
treden. Wij zien en horen
graag rekenwonders,
want we menen er altijd
nog wat van te kunnen
leren.
Een aardig gebruik op
de Kunstmarkt is ook het
in Amerikaanse verkoop
brengen van schilde
rijen. We hebben al twee
keer mensen voor een
paar kwartjes in het be
zit zien raken van origi
nele gouaches, die anders
?en paar tientjes moes
ten opbrengen.
Het is interessant om
te zien welke mensen bie
den op zo'n schilderij.
Soms komen er mensen
staan kijken wie de artis
tiek verantwoorde rijk
dom als het ware van het
edele hoofd straalt, maar
als de verkoper hun
vraagt of zij het bod met
een kwartje willen ver
hogen, schudden ze ver
legen maar beslist dat
zelfde hoofd, en trachten
voorzichtig verderop te
raken. Dan zijn er weer
mensen met net zo'n ge
woon, alledaags gezicht
als uw verslaggever, en
die zetten kwartje na
kwartje in in een verbe
ten strijd om een schil
derstuk.
De meeste kunstenaars
op de markt zijn wel te
vreden over de verkoop,
maar ze hebben er niet
het minste bezwaar te
gen om wat meer te ver
kopen; ze moeten er ten
slotte van leven.
Opkomend tij?
In de studentenwereld kent men het
zelfde getijden-verschijnsel als in de
grote maatschappij: bezielende inspi
ratie van enkelen die haar uitwerking
niet mist op een grotere groep, een
opbloei als vrucht daarvan, een verval
wanneer die enkele gangmakers uit de
gemeenschap wegvallen. In de studen
tenmaatschappij zijn deze getijden hef
tiger, mede doordat zij sneller verlo
pen als gevolg van een snellere gene
ratieverwisseling.
Kort na de bevrijding heeft Leiden
zulk een tijd van opbloei gekend met
onvergetelijke figuren als Pim Sehel-
tema, Piet Cleveringa, Gerard Gou-
driaan, Willem de Vogel en enkele
anderen. Uit die tijd resteren nog
slechts herinneringen aan voortreffe
lijke studentenliteratuur ,aan de bloei
van de Studenten Filmliga, aan de
film Zes Jaren, aan voortreffelijke
manifestaties van het Academisch
Kunstcentrum.
Kenteringen
Wij willen niet zeggen, dat, na het
verlopen van dat kortstondig getij, alle
pit verdween, maar opmerkelijke
hoogtepunten werden schaarser, het
landschap veranderde van imposante
gebergten met hoge toppen, in duin
terrein met glooiende hellingen, die
niet zo heel veel boven het oerdege
lijke Hollandse gemiddelde van het
Amsterdams Peil uitstekend.
De laatste jaren hebben weer een
kentering te zien gegeven, althans de
hoop gewettigd, dat van een werke
lijke opleving sprake is. Wij denken
aan symptomen zoals de bezieling
waarmee de studenten-cineasten actief
zijn, en ook aan het studenten caba
ret, hoewel dit door het komende te
rugtreden van de grote drie" zeer
moeilijke tijden tegemoet gaat.
Nieuw symptoom
Een ander symptoom hebben \vy
gisteren tot ons genoegen gezien: de
studentenspeelfilm „Eén hagedis te
veel", waarvan de première ging in
Luxor Theater en die vertoond wordt
tijdens de lustrumfeesten bij het feest
terrein op en om de Burcht.
Tijdens de lustrumviering is ook de
film Zes Jaren weet te zien, maar men
mag de nieuwe film daarmee in vrij
wel geen enkel opzicht vergelijken.
Zes jaren was vervaardigd door een
beroeps-produktiegroep met studenten
als spelers, en was bedoeld om ook
via medium film iets vast te leggen
van de roemruchte studenten-ervarin
gen in de bezittingsjaren zoals deze ook
in andere media waren vastgelegd.
,,Eén hagedis te veel" is een geheel
door studenten zelf geproduceerde en
gespeelde film, niet met een doel dat
min of meer tegen de documentaire
leunt maar als zuivere speelfilm met
een los van de tijd staande story.
Zwak verhaal, goed
spel, prima techniek
Het is een aardige film geworden,
met zwakke zijden maar toch ook met
vele zeer verheugende elementen. Het
verhaaltje heeft niet zo veel om het
lijf, hoewel het misschien voor een
korte speelfilm (35 minuten), die met
beperkte middelen vervaardigd moet
worden door amateurs, zeer hanteer
baar is. Bijzonder geslaagd achten wij
daarentegen de uitwerking over het
algemeen. Er zijn zeer knappe opna
men bij, goede vondsten, vlotte en
originele overgangen, en het camera
werk staat op hoog peil. Daarenboven
wordt er goed spel geleverd in de vier
hoofdrollen, vertolkt door Hermine
Menalda (ongetwijfeld de sterkste van
'het kwartet), Erik Bree, Hans Schnei
der en Marije Jones.
De beste scène vonden wij de ge
dachten-confrontatie met de toekomst
van de student, die ,,op moet komen"
en met een schok ontdekt, dat de tijd
van luchtiger vermaak dan de studie
zelf bepaald ten einde is, waarmee
min of meer tevens een ander pro
bleem, zij het wat geforceerd en een
zijdig, wordt opgelost.
Zoals gezegd: afgezien van de wat
zwakke inhoud is ,,Eén hagedis te veel"
een goede start voor de enigszins weids
geëtiketteerde Nederlandse Studenten
Filmindustrie, waartoe de „filmcom
missie" van het LSC in de laatste
maanden uitgroeide.
Een scène uit de film met Hermine
Menalda en Erik Bree.
Technische details
Opdracht tot de vervaardiging van
de film werd vorig jaar oktober gege
ven. In januari j.l. was het draaiboek
klaar, de opnamen begonnen in fe
bruari, de montage vond in april plaats.
De nasynchronisatie vond plaats on
der leiding van de heer W. de Vogel
van de wetenschappelijke film in
Utrecht, eertijds de reeds genoemde
drijvende kracht van de Leidse Studen
ten Filmliga. De professional-afwer
king geschiedde, omdat ook buiten Lei
den belangstelling voor de film bleek
te bestaan, zodat men met een tech
nisch zo volwaardig mogelijk produkt
wilde verschijnen.
Het is een 16 mm. film, die zich
leent voor bioscoopprojectie en voor
kleiner doek.
De Ned. Studenten Filmindustrie
(NSF) hoopt in de toekomst tot meer
dergelijke korte films te komen, aldus
vertelde de directeur, de heer M. R.
van der Laan, tijdens een korte inlei
ding bij de première.
De regie van „Eén hagedis te veel"
berustte bij Paul Verhoeven, Frits
Boersma hanteerde de camera, Kees
Michielsel leidde de produktie en het
scenario was van Jan van Mastrigt.
De opnamen werden gemaakt in een
studentenkamer, de zolder boven kap
salon Tom Westen, de Leidse Schouw
burg, Sociëteit Minerva, het Academie
gebouw en de Leidse straten.
Op de tweede Academiedag van het Leidse lustrum hield prof. dr. J.
Tinbergen van de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam
in de Pieterskerk een voordracht over de ontwikkelingskansen onzer
samenleving. Deze voordracht bedoelde een compliment te zijn van
een dag tevoren gehouden lezing van dr. J. E. baron de Vos van
Steenwijk over de toekomst der Universiteit.
Prof. Tinbergen concludeerde, dat Europa's taak vooral ligt in een
verdere specialisatie op geestelijke arbeid. Nederland heeft daarin
gunstige welvaartskansen met een verwachte produktiviteitsverdub-
beling over de periode 19501970.
te kunnen gaan aan een bespreking van
wat hij als de twee allergrootste taken
van onze generatie beschouwt: het
handhaven van de vrede en het integre
ren en harmoniëren van de onderont
wikkelde en de ontwikkelde landen in de
niet-communistische wereld. Voor het
handhaven van de vrede scheen hem
overigens het economisch sociaal zo
sterk mogelijk maken van de Westerse
wereld een der voorwaarden, in begin
sel overeenkomend met wat hij de twee
de taak had genoemd.
Twee uitersten
Prof. Tinbergen ging van de steeds
sterker wordende internationale verbon
denheid uit om te betogen dat Neder
land, als de omgeving waarin de Leidse
Universiteit zal leven, zijn lot zal delen
met de —ereld. Voor de toekomst van
internationale samenleving is wellicht
wel het belangrijkste feit van vandaag
de splitsing in de twee kampen, het
communistische en het niet-communis
tische. De mogelijkheden, die voor de
toekomst zijn weggelegd als gevolg van
de in elk dezer twee kampen werkende
krachten, kunnen variëren tussen een
groot gewapend conflict als slechtste
mogelijkheid tot gezamenlijke welvaarts
ontwikkeling als beste.
Spreker meende daarom niet voorbij
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
riërend van Marina tot When the saints
go marching in.
ER zijn enige raadsels waarvoor
fanfare- en aanverwante muziek
gezelschappen ons stellen. Zo loopt
er in de Koninklijke Militaire Kapel
altijd een meneer mee, even fraai uit
gedost als majoor Van Yperen, maar
hij doet niets. Dat wil zeggen, hij loopt
mee, neemt de houding aan als de tijd
daarvoor gekomen is, maar verder
doet hij niets, hij dirigeert niet, hij
slaat geen Turkse trom, hij beroert
zelfs geen triangel of sousaphoon. Zo'n
meneer is, dachten wij, een instudeer-
der en daarom mag hij meelopen.
Welnu, zulke meneren, maar dan niet
zo mooi gekleed, zaten er ook op de
boot waarop de jeugdige muzikanten
tussen de etende studenten doorvoeren.
Eén meneer zat wel krachtig ritmisch
mee te wiegen, en dat gaf ons aan
leiding tot de veronderstelling dat hij
muzikaal gevoelig, ja wellicht ge
schoold is. En een andere meneer
toonde zijn deskundigheid door een
kleine tamboer uit te leggen hoe hij
zijn trom het beste op zijn schoot kon
leggen.
We hebben nog een ontdekking ge
daan, namelijk dat niet alle Turkse
trommen groot zijn; er zijn ook Turkse
jongens trommen, of jongens-Turkse-
trommen?
De ,,tafelmuziek" voor de Rap-
Hap, Jong K. en G., dobbert drum
mend tussen de tafels door.
(Foto L.D./Holvast)
Internationale rechtsorde
Hij vroeg zich af of overigens voor het
handhaven van de vrede een verdere en
minder oppervlakkige gedachtenwisseling
over de internationale rechtsorde toch
ER dreef meer in het water, be
halve de muziek, eenden en het
Leidse stadsvuil. Een complete
almanak-commissie kwam op een vlot
de feestvreugde verhogen, met, uiter
aard, een stoop bier bij zich. „Kijk, de
Vatebieren zakken de Rijn af", riep
een jongedame.
De Vatebieren maakten zich verdien
stelijk door het muzikantenvaartuig en
de wallekant te verfrissen met opschrif
ten, en verrichtten heldenioerk tegen
het einde van de maaltijd toen zij een
jongedame, die door onnaspeurlijke
oorzaken op een klein privé-vlot op
drift ivas geraakt, te redden en liefde
rijk lafenis boden op het tourist deck
van hun vlot.
EEEN goed gebruik bij dit soort
maaltijden werd ook nu niet na
gelaten; men mocht de borden
waarvan men gegeten had, meenemen
als souvenir. Ze waren beschilderd met
toepasselijke voorstellingen, echter
niet zeer fraai.
Dit gebrek aan schoonheid bracht
een ran de schilders, die op het ogen
blik ui Leiden zijn, tot grote woede.
Hij slaagde erin, in ruil voor een teke
ning, van een student zo'n bord te be
machtigen om daarmee te mogen doen
wat hij verkoos. Toen stelde hij zich
op op het stoepje van het Strafrechte
lijk en Criminologisch Instituut, riep
luidkeels Attentionen verbrijzelde
het bord toen op de grond. Dit emotio
nele moment op het altijd zo rustige
Rapenburg schrok enige nakouivende
studenten op, die ietwat boos de reto
rischevraag stelden of de schilder
misschien geen student was.
„Nee", riep de schilder fier, geluk
kig niet. Nou ja, d'r zitten ook wel
fijne kerels tussen". En beide opmer
kingen van de schilder troffen ons door
hun waarheid.
ook niet moest beproefd worden. Hy zag
enige mogelijkheid om tot compromis
sen te komen, in het werkelijk weder
zijds belang der twee grote kampen;
misschien zelfs op staatsrechtelijk en in-
ternationaalrechtelijk gebied; op het ge
bied van de economische politiek en de
planning is er zijns inziens een begin
van begrip en van gedachtenwisseling.
Overtuigd van kracht
Een der voorwaarden is intussen dat
men beiderzijds overtuigd is van de
kracht en het voortbestaan van de an
dere zijde. Het werken aan de innerlijke
kracht der niet-communistische landen,
dat dus zowel een zelfstandig ais een
afgeleid belang heeft, moet volgens spre
ker in het bijzonder gebeuren langs de
lijnen, onlangs door Jean Monnet aan
gegeven, nl. van intensievere deelne
ming door de ontwikkelde landen aan de
investeringen in de onderontwikkelde en
aan het vermijden van marktstoringen
bij grondstoffen.
Prof. Tinbergen wees daarbij op de
noodzaak van een meer gecentraliseerde
internationale financiële politiek, on
danks de zwaarwegende bezwaren die
daartegen kunnen worden ingebracht.
Europa's taak
Europa's taak ligt volgens spreker
vooral in een verdere specialisatie op
geestelijke arbeid, want in de fysieke
arbeid zal het zich steeds meer aan de
concurrentie van Azië blootgesteld zien.
Pionieren in verdere technische ont
wikkeling, in het plannen van economi
sche politiek en ontwikkeling, in het vin
den van nieuwe en betere sociale verhou
dingen en op cultureel gebied werden
door hem als voorbeelden genoemd. Alle
gaven van onze mensen zullen daartoe
moeten worden benut, hetgeen nog niet
steeds het geval is.
Dubbele produktiviteit
In een close-up over de toekomst van
Nederland - een oorlogsramp nu buiten
beschouwing gelaten - ging spreker wat
dieper in op de economische ontwikke
lingskansen. Ofschoon met zorg vervuld
over de te verwachten verdere „volte" in
ons land, zag hij niettemin de welvaarts
kansen niet ongunstig en meende voor
1970 met een produktiviteit van het
dubbele van 1950 te kunnen rekenen.
De consumptie zal wellicht niet zo
sterk stijgen, gezien de neiging tot werk
tijdverkorting. waarover spreker niet ten
volle enthousiast was. Sterke toeneming
van de buitenlandse handel ligt, met de
Europese integratie, voor de hand. al
stijgt de welvaart daarmede niet even
redig. Luchtverkeer en nieuwe vormen
van energiegebruik behoren tot de be
drijfstakken, die zich veel sneller zullen
ontwikkelen, de landbouw zal de be
perktheid van ons grondgebied als rem
ondervinden. Tenslotte moeten wij het
onverwachte in de economische ontwik
keling niet vergeten.
De Universiteit kan een zeer gewich
tige bijdrage leveren bij het voorberei
den tot de taken, die ons wachten; moge
zij aan die eisen voldoen - aldus besloot
spreker zijn betoog.
KONINGIN JULIANA
4 JULI NAAR TWENTE
H.M. de Koningin heeft het voorne
men op 4 juli een bezoek te brengen aan
Twente. Zij zal daarbij een bezoek bren
gen aan het revalidatiecentrum Overijs
sel en het sociaal fonds voor de textiel
industrie te Enschede, de Nederlandse
Aardolie Maatschappij te Oldenzaal en
het St.-Nicolaasgesticht, internaat en
scholen voor kleuter-, lager- en nijver
heidsonderwijs te Denekamp.
Geertruida Johanna, dr. van W. F. Ba-
rendse en J. van Meurs, Caroline Christine
dr van W. J. B. Ziegelaar en C. Jonk,
Dirkje Johanna, dr van A. van der Niet
en S. van der Zwart, Maria Johanna, dr i
van J. Noort en W. van Egmond, Albert,
zn van J. Imthorn en J. A. de Bes, Cor
nelia Johanna, dr van E. van der Mark en
A. Heemskerk, Rudolfus Jacobus Maria,
zn. van J. de Best en C. J. M. van Hamers-
veld.
H. J. Mol, 1 dag, zoon, O. R. Lampo, 61
Jr. man.
Officiële publikaties
STRAATPOLITIE
Burgemeester en Wethouders van Lelden
brengen ter openbare kennis, dat op de
Secretarie dier gemeente (kamer 125) voor
een ieder gedurende drie maanden ter in
zage is nedergelegd de verordening van
11 april I960., houdende wijziging van de
verordening van 2 mei 1912 (gemeente
blad nr. 17) op de straatpolitie. laatste
lijk gewijzigd bij verordening van 3 sep-
teiYiber 195G (gemeenteblad nr. 24).
De verordening treedt in werking met
Ingang van de datum van inwerking tre
ding van de Vleeekeuringsverordening
Lelden.
DE bui gerijdagen zijn alweei bijna
voorbij en de Vestweek is al zo
wat aangebroken. Maar voor de
niet-studenten in Leiden is er nog ge
noeg te zien van de lustrale vermaken.
Gistermiddag zagen de bruggen over
het Rapenburg zwart van de mensen,
die wel eens wilden zien hoe studenten
lunchen
De Rap-Hap aan weerszijden van liet
Rapenburg is erv succes geworden
Dal kwam mede doordat de zon zo
zijn best deed, maar het zat hem toch
vooral in het aardige idee.
De Leidse student is verslaafd aan
tradities, en het is een mooi oud ge-
Prinses Beatrix 'ktand zich onder
de deelnemers aan de hiizonder
geslaagde Rap-Hap.
bruik om bij feestelijke gelegenheden
tafels in de openlucht aan te richten.
En daar hoort dan ook muziek bij. Uit
vroeger eeuwen zijn veel tafelmuziek-
comprr.ilies van beroemde componisten
j ove> i beeld van Telemann. en
de Waif Music van Hüudel hoort duur
ook bij. Hier werd óp het water muziek
voor één tafel gespeeld. Kleine pijpers
en tamboers in vrolijk gekleurde uni
formen speelden frisse muziekjes, va-