IN KAMER EN TUIN Engelse Tante Pos is 300 jaar oud ZATERDAG 4 JUNI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Vier mannen maakten haar rijk en aanzienlijk ons vvekel Compositie in een notedop Van een ariezei-sprookje Thans maakt zij jaarlijks een winst van 80 miljoen gulden! (Bijzondere medewerking) De Engelse Tante Pos aanschouwde het levenslicht, toen koning Karei II in 1660 met zijn handtekening een wet bekrachtigde, die voorzag in de oprichting van een „Algemeen Brief Kantoor". De koning besefte niet, dat hij met zijn handtekening het startsein gaf voor een nationale onderneming, die thans tot de grootste des lands behoort en jaarlijks ongeveer tachtig miljoen gulden winst afwerpt. Wel wist Karei II, dat zijn handtekening het doodvonnis betekende voor alle particuliere brievenvervoerders. Voorts wist hij, althans bemerkte hij spoedig, dat de nieuwe organisatie, dus de jonge Tante Pos, ernstige moeilijkheden moest overwinnen. De originele mailcoach, die John Palmer in 1784 op de Britse we- gen introduceerde teneinde het hoofd te bieden aan de tot dan steeds toenemende roofovervallen. De hedendaagse mensheid zou het zonder de vele Tantes Pos beslist niet meer kunnen stellen. Zij overtreffen alle suikertantes in belangrijkheid. Onder die even actieve als eerbiedwaardige oude dames neemt de Engelse Tante Pos een vooraanstaande plaats in. Zij is nu hoogst respectabel, maar ln haar jeugd gebeurden er wel eens wat won derlijke dingen met haar. Geknoei WAT toch was het geval. Het En gelse parlement had bepaald, dat de inkomsten uit het brieven vervoer een monopolie! zouden toevallen aan de broeder des Konings, de hertog van York. Deze hoogge plaatste edelman gebruikte de brief- gelden voor de betaling van toelagen aan mannen die onwrikbaar trouw waren gebleven aan het Koninklijk huis, toen Cromwell in Engeland de scepter zwaaide en de Koning in bal lingschap leefde. De hertog sprong zeer royaal om met het recht van portvrij dom, dus met de „franco-stempels", die ongeveer eenzelfde functie vervulden als thans de postzegels. Zij, die het zij tegen betaling, hetzij als geschenk van de hertog van York de beschik king kregen over zo'n franco-stempel, maakten er soms een weinig scrupuleus gebruik van. Zo heette het, bijvoor beeld, van een der parlementsleden, dat hij zijn portvrijdom „uitleende" aan een groot Londens koopman. Deze „leendienst' betekende voor de volks vertegenwoordiger een extra-inkomen van f.3600 per jaar, hetgeen minstens evenveel is als thans f40.000. Tante Pos werd dus in den beginne beslist niet met égards behandeld. Misschien was zij toen nog te jong! Gelukkig kwam er na eyi aantal jaren een einde aan het geknoei. Tante Pos verwierf nadien in Engeland en elders een steeds beter wordende reputatie. Dit was voor een belangrijk deel te danken aan de denkbeelden en onder nemingslust van een viertal mannen. De eerste hervormers ls de eerste (wijl de oudste) van ZA lit viertal noemen wij William A i Dockwra. Hij ontwierp in 16«0 het voor die tijd geniale plan om een „Stuiverspost" (Penny Post) voor Londen te organiseren. Bii een pien bleef het niet en weldra floreerde de nieuwe postonderneming. Eigenlijk was dit alles in strijd met het monopolie van het „Algemeen Brief Kantoor", maar Dockwra stoorde zich er niet "~n en bestelde openlijk '->r5 stuiver per stuk. Hij kwam pas in moeilijkheden toen zijn zaak flinke winsten maakte. Toen grepen de auto riteiten in. Het „Algemeen Brief Kan toor" nam Dockwra's „Stuiverspost" over. Dockwra kreeg evenwel geen straf. Integendeel, men kende hem een jaargeld toe ter compensatie van de door hem gederfde winsten en benoem de hem tot Officiel Controleur van de „Stuiverspost". In 1801 kwam er naast de „Stuiverspost" een „Londense Dis- trictspost", die voor een brief een dub beltje port verlangde. De „Stuivers post" bleef als afzonderlijke dienst, be staan tot 1854. De tweede hervormer, die de Engelse Tante Pos op haar levensweg ontmoet te, was Ralph Allen. In het begin der achttiende eeuw werden brieven vrij wel alleen in de grote steden besteld. In de provincie en op het land moest men het stellen zonder de goede dien sten van Tante Pos. Ralph Allen ont wierp een systeem van postbestelling voor de plaatsen langs de grote wegen en zelfs voor andere stadjes en dorpen op het land. De overheid keurde Aliens plannen goed. Allen organiseerde toen een efficiënt bestelsysteem voor grote delen van Engeland, die tot dan toe van alle postverkeer verstoken waren gebleven. Hij verwierf hierdoor de er kentelijkheid van zijn landgenoten en vergaarde bovendien een aanzienlijk privé-vermogen. De latere hervormers In de achttiende eeuw genoot de En gelse Tante Pos het twijfelachtige genoegen, dat de rovers bijzonder veel aandacht aan haar schonken, om dat overvallen op haar voor hen dik wijls een vette buit betekenden. De boeven stoorden zich er weinig aan, dat op postroof de doodstraf stond. Een voor de rovers gelukkige omstandig heid was, dat de „Post Boys", die be last waren met het brieventransport, voor een groot deel oud-gedienden wa ren, die laag werden betaald en niet behoorden tot het puikje der natie. Hoe dit zy, die „Post Boys" werden herhaaldelijk overvallen en uitgeplun derd. Toen de achttiende eeuw ten einde neigde en nu komen we bij de derde steunpilaar van de Engelse Tante Pos woonde er in Bath een koopman, John Palmer geheten, die op middelen zon om de roverij het hoofd te bieden. Hij stelde de Eerste Minister (toen Wil liam Pitt) voor, hem vergunning te ge ven om een postdienst te organiseren met snelle en goed bewaakte koetsen, die tolvrijdom zouden genieten. De re gering gaf Palmer de gevraagde toe stemming en weldra verschenen zijn mailcoaches op de wegen. De eerste reed van Bristol naar Londen in zes tien uur tijds. De weg tussen beide ste den was (toen) ongeveer 190 km lang. Zestien uur was voor die afstand een mooie tijd in die dagen! De mailcoa ches bleken zo veilig en snel te zijn, dat zij weldra als onmisbaar werden beschouwd en vele tientallen jaren dienst hebben gedaan. Ruim een halve eeuw, nadat Palmers postkoetsen op de wegen waren geko men, beleefde Tante Pos de meest in grijpende verandering van haar leven. Tot in de jaren dertig der vorige eeuw werd het briefport betaald door de ge adresseerden. Een schoolmeester, Row land Hill genaamd, vond dit erg on billijk. Hij dacht diep na over een be tere betalingsregeling en werd de vier de steunpilaar van de inmiddels toen reeds meer dan honderdzeventig jaren oude Tante Pos. Hij wilde, dat de af zenders de kosten van het briefvervoer zouden betalen en vond de postzegel uit ter vervanging van de (toen nog in gebruik zijnde) stempels als betalings bewijs. In 1837 kwam hij met zijn hervor mingsplannen voor de dag. Twee jaar beraadslaagde men erover. En in 1840 verkochte de Engelse Tante Pos voor het eerst een postzegel. De prijs was een «tuiver per stuk- Voor deze prijs werd een brief overal ln Engeland be zorgd. Die eerste Engelse postzegels waren ongetande zwarte stukjes papier met de beeltenis naar Koningin Victo ria. De landelijke „Penny Post" was geboren. De eerste postzegel ter wereld was verschenen. Als de „Penny Black" heeft hij een zeer goede naam en is hij zeer gevraagd in filatelistische krin gen. Tante Pos werd dank zij Rowland Hill tot een waarlijk nationale figuur in Engeland. En thans Driehonderd jaar geleden aan schouwde de Engelse Tante Pos het levenslicht. Zij draagt de last harer drie eeuwen met ere. Haar per soneel bestaat uit 360.000 mensen. Haar wagenpark telt ruim 13.000 rode post auto's. Zij „verwerkt" jaarlijks 9700 miljoen brieven. Dat zij evenals on ze Nederlandse Tante Pos nog heel wat meer doet voor haar volk dan brie ven verzenden, is voor mensen van onze tijd vanzelfsprekend. Het dient Er zijn Fittonia's met zilver kleurige bladeren, doch ook met mooie. rode. De laatste zijn evenwel niet zo gemakkelijk voor kamercultuur. U moet ze als echte sierbladplanten zien; de bloemist kweekt ze echter ook de laatste jaren. Voor een normaal verwarmde kamer is het echt wel iets bijzonders. U moet er vooral rekening mee houden dat dit plantje het met de wortels meer aan de opper vlakte zoekt dan in de diepte en dat de zo algemeen bekende geraniumpotten voor hen min der geschikt zijn. Zij groeien veel beter en sneller in de platte bloempotten, door de bloemist ook wel halve potten of pannen genoemd. Kan men zo'n halve pot niet krijgen, dan kan men ook een diepe pot ge bruiken, doch dan zal men die voor één derde met potscher ven moeten vullen. Ook in de platte pot dient men met scher ven te werken. Het is dan even wel voldoende als het afvoer- gaatje is beschermd. Dat mag im geen geval vol met aarde raken; het overtollige water zou anders niet meer weg kunnen. Fittonia's moeten dus in de wintermaanden in een normaal verwarmde kamer gekweekt worden, doch ze verlangen daar ook een vochtige atmosfeer. Ze moeten vroeg in de morgen dagelijks even met lauw water overneveld worden; tegenwoor dig kan men van die handige verstuivers in de handel aan schaffen. Zorg er voor dat niet met koud leidingwater gegoten wordt; het water dient beslist op kamertemperatuur te zijn. Men zal dus een scheut warm water door het koude moeten doen. Dit mooie sierbladplantje laat zich heel goed voortkweken door middel van stekken; dat kan men vroeg in het voorjaar, doch ook in deze tijd van het jaar doen. Jonge scheutjes ter lengte van ongeveer zeven cen timeter zullen in een potje met turfmolmachtige bloemisten- grond vrij gemakkelijk wortels vormen. Voor een normale bloempot heeft men een vijftal stekken nodig; de plant zal an ders niet voldoende breed uit groeien. De fittonia's dient men De mooie zilverkleurige Fittonia. in de zomermaanden tegen de felle zon te beschermen; ze kunnen er beslist niet tegen. Men zal er 's morgens tegen tien uur al bij moeten zijn. Vroeg in het voorjaar moet men ook verpotten en de kale sten gels een eindje terug snoeien; men zal het dan toch van het mooie, jonge blad moeten hebben. G. KROMDIJK. echter gezegd, dat die diensten haar geen windeieren leggen. Immers, jaar lijks verdient zij tegenwoordig ongeveer tachtig miljoen gulden. Niet slecht voor een zó oude dame! Tot voor kort moest zij die winst in haar geheel afdragen aan de minister van Financiën, die dan bepaalde, hoeveel geld zij terug kreeg om de voor haar bedrijf nood zakelijke uitgaven te kunnen doen ter verbetering en vernieuwing. Dit jaar, het jaar van haar derde eeuwfeest, geldt voor het eerst een nieuwe rege ling. In 1960 en volgende jaren mag zij alles wat zij meer verdient dan vijftig miljoen gulden zelf houden. Houden? Dat wil zegen, zij mag de gelden ge bruiken om het Engelse PTT-bedrijf op nog hoger niveau te brengen. Zij werkt met mechanische hulpmiddelen als sorteermachines. stempelmachines en wat dies meer zij. Eén ding zoekt zij nog: Een machine, die brieven en pakjes bij de geadresseerden bezorgt. Met haar vrezen wij echter, dat zij zich, wat de bestelling betreft, voorlo pig zal moeten behelpen met de trouwe en beproefde postbodes. Ja, zelfs een driehonderd jaar oude dame moet zich nu eenmaal wel eens de vervulling van een wens ontzeggen! (NIVANO - Nadruk verboden) praatje Zou het woord „compositie" een ogenblik de gedachte aan zwaarwich tigheid bij U oproepen, dan haasten wij ons om direct al vóórop te stellen, dat we hier geen bespiegelingen zullen houden over allerlei meningen en theo rieën. We zouden in dit praatje alleen maar duidelijk willen maken, dat elke amateur ook de allereerste begin ner eigenlijk iets van de harmo nische opbouw van een foto diende te weten. Een amateur fotografeert voor zijn plezier en wanneer de kwaliteit van zijn opnamen beter wordt, zal zijn genoegen daarin groter worden. Eén van de middelen om zijn „kiekjes" tot echte „foto's" te doen groeien is de kennis van enkele eenvoudige regels van de compositie-leer. Moeilijk zijn de voorschriften hele maal niet en de toepassing ervan vraagt in den beginne misschien even wat extra aandacht. Maar na enige tijd wordt het „vertalen" van deze theoretische regels in de praktijk van het opnemen tot een tweede naituur. Eén van de aller-simpelste adviezen is wel: riaats uw hoofdmotief niet precies in het midden. Want juist het midden van een vlak is een z.g. „zwak ke" plaats. Dat houdt dus in, dat er ook .sterke" punten moeten zijn, waar U wèl bij voorkeur het hoofdmotief moet plaatsen. Inderdaad, wanneer we ons het rechthoekige of vierkante formaat van een foto verdeeld denken door lijnen zoals in fig. A en B aangegeven, dan zijn de kruispunten der lijnen rond om .het middenvak gelegen, die z.g. .sterke" punten. Bij schilderijen, die in de loop der eeuwen erkend zijn als meesterwerken, is dan ook in vele ge vallen een vlakverdeling te vinden, waarbij het hoofdmotief geplaatst is om of bij een van deze punten. Maak in het algemeen dus liever om eens een voorbeeld te noemen geen portret-opname, waarbij het- ge zicht het gehele middenvlak vult, maar 1 i t 1 t *kt n v I 1 V J ft l Net als een sprookje klinkt: ,Heel lang geleden waren er mensen, die aan eenvoudige be ginners de raad gaven: foto grafeer altijd met zon in je rug. Maar 't is een griezel-verhaal geworden. Want de slachtoffers die gefotografeerd moesten wor den, stonden altijd op de kiek met van die Boris Karloff-ge- zichten. De zon priemde hun in de ogen en dan moesten ze nog vriendelijk kijken ook! De moderne amateur dus ook U gebruikt bij voorkeur zijlicht zonlicht van opzij) of zelfs tegenlicht tegen de zon in). Bij tegenlicht echter oppassen. Directe zonnestralen mogen de lens niet treffen. Zonnekap gebruiken! Of met hand of hoed het oog van uw camera „beschaduwen". En de belichtingstijd wat ruimer nemen dan U op 't eerste gezicht zou denken. Want het felle tegen licht geeft diepe schaduwen en in de schaduwen moet op de foto ook tekening komen. An ders worden tegenlichtopnamen raadspelletjes in de geest van: „Wie weet wat die zwarte vlek voorstelt". DUS: fotografeer met zU- of tegenlicht, maar belicht by te genlichtopnamen iets langer. plaats de „kop" van de geportret teerde b.v. iets meer naar boven en naar rechts. In figuur C hebben we schetsmatig aangegeven hoe üit het midden geplaatst een klein stilleven van een vaasje met bloemen een pret tiger indruk maakt dan in fig. D, waar de plaatsing in het centrum veel „stijver" werkt. Natuurlijk is er geen regel zonder uitzondering. Wanneer U een opname zoudt hebben van een rond kinderkopje, dat met helder-stra- lende ogen prompt in de lens kijkt bij kleine kinderen mag dit heus wel en U plaatst dit bolle snoetje eens bijna geheel beeldvullend in het mid den van een foto, kan het effect toch uitstekend zijn. In z'n algemeenheid blijft de regel dan toch bestaan: ver mijd het midden en kies op een af stand van 1/3 van het formaat gerekend van de zijkanten af de plaats voor dèt deel van de opname, waar U het sterkst de aandacht op wil vestigen. Bij vele reflexcamera's (waarbij dus de zoeker een matglas beeld laat zien) is zelfs een indeling in ruiten op het matglas van de zoe ker aangebracht, zodat de plaatsing in het beeldvlak overzichtelijker is. Probeer echter in gedachten in uw zoeker het patroontje te zien, dat fig. A of fig. B aangeeft. Probeer dat bij elke opname en zoek dan even naar het belangrijkste van het motief. Richt uw toestel zo, dat dit deel op één van de kruispunten van uw „gedachtenly- nen" valt en een eenvoudige, maar belangrijke regel van de compositieleer hebt U dan toegepast. Dat het midden ook in andere zin een zwakke plaats is, bewaren we voor ons volgende praatje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 14