Dit jaar grotere produktie van scholen dan ooit het geval was Opstelling Rijksbegroting 1961 tegen achtergrond langere periode Ssst... géén stemverheffing! Toch een onrustbarend tekort Evert Vermeer gevoelvol door voorzitter Kortenhorst herdacht Er is nog geen beslissing over belastingverlaging genomen Minister Visser nam plechtig afscheid van de „Karei Doorman" Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 1 juni 1960 Vierde blad no. 30062 Er werden duizenden leerlingen afgewezen (Van onze parlementaire redacteur) Er heerst niet alleen een tekort aan onderwijzers en leraren» maar ook een onrustbarend tekort aan scholen. In 1959 zijn daardoor 13.000 leerlingen» die waren aangemeld voor het u.l.o.» afgewezen en de heer Tilanus (CHU) was ervan geschrokken dat ook 4000 leerlingen voor een lagere technische school waren afgewezen. „Meer dan honderd gesubsidieerde scholen", zo zei de heer Engelbertink (KVP), „kun nen niet beginnen door gebrek aan lokalen". Ook mevrouw Tellegen- Veldstra (P.v.d.A.) klaagde dat onvoldoende bouwvolume beschik baar wordt gesteld en mevrouw Van SomerenDowner (VVD) her innerde eraan dat al jaren geleden haar fractie het fout had genoemd dat de urgentie van scholenbouw werd achtergesteld bij woningbouw. „Wij doen voor scholenbouw wat wij kunnen", verzekerde minis ter Van Aartsen (Volkshuisvesting en Bouwnijverheid). Staatssecretaris Stubenrouch deelde als troost mee dat in 1959 meer scholen zyn gebouwd dan volgens het bouwpro gramma was vastgesteld. Het aanvanke lijke bedrag van 210 miljoen gulden is 230 miljoen geworden. Hij verklaarde ook te willen blijven bevorderen dat de scho- lennood gelyk zal zijn opgeheven met de woningnood. In 1959 was voor scholen bouw gerekend op 210 miljoen gulden. Voor 1960 is dat 260 miljoen. „Er is in ieder geval een belangrijke stijging", al dus minister Van Aartsen, „maar ik weet dat het heel hoge bedrag van 260 mil joen niet voldoende is, zoals trouwens voor geen enkele sector het beschikbare bouwvolume voldoende is." Het totale bouwprogramma voor 1960 beloopt 2600 miljoen gulden, daarvan gaat iets meer dan de helft (1350 mil joen) direct al weg naar de woningbouw. Voor 1960 is rekening gehouden met een belangrijk grotere bouwactiviteit in de Industriële sector, op welk gebied in het belang van de werkgelegenheid en de welvaart praktisch niet wordt afgeremd. Voor deze sector is 370 miljoen gulden Tastgesteld. Dat is eer te weinig dan te veel. Hierna volgt de scholenbouw met 50 miljoen. Voor de sector handel en verkeer (kan toorgebouwen, garages enz.) is 220 mil joen vastgesteld, maar dat cijfer is in 1959 niet gehaald omdat in deze sector de bouw sterk is afgeremd. Ook dit jaar zal de 220 miljoen niet worden gehaald. Men kan wel zeggen dat men zoveel grote gebouwen ziet verrijzen, maar in geen enkele andere sector is voor aan vragen om bouwvergunning zo'n lange wachtlijst. „Wij doen voor scholenbouw wat wij kunnen", verzekerde minister Van Aartsen. Hij verklaarde van zijn bant zyn best te zullen doen het heel hoge bedrag van 260 miljoen ook voor volgende jaren te handhaven. In het westen, waar de situatie het [moeilijkst is, blijven aanvragen voor scholenbouw soms lang liggen (Haarlem, IHilversum, Den Haag enz.). Heel vaak wordt overleg gepleegd met de ge- Cieentebesturen voor het doen van een euze. In Hilversum was bijv. al jaren- hng aangedrongen op de goedkeuring Toor de bouw van een diaconessenhuis. In overleg is daar de keuze op gevallen, Waardoor de christelijke lagere tech nische school weer moest wachten. Het iet ernaar uit, zei de minister, dat dit sar de 260 miljoen gulden voor scholen- ouw zal worden gehaald. Dat is dan de rootste scholenproduktie die ooit in een sar in ons land tot stand is gekomen. SYSTEEMBOUW Op het gebied van systeembouw voor cholen heeft Rotterdam volgens mevr. MOEILIJKHEDEN BIJ DE NED. OPERA Staatssecretaris grijpt nog niet in Het bestuur van de Ned. Opera en de itendant bereiden een wijziging van het clement voor, waardoor duidelijker zal itkomen, dat de bemoeienissen van de immissie van overleg zich beperken tot ingelegenheden van louter sociale aard. It heeft de heer Scholten, staatssecre- Iris van O., K. en W., geantwoord op hriftelijke vragen van het Tweede Ka- erlid mevrouw Van Someren-Downer rer bij de Ned. Opera gerezen moeilyk- tden. Indien deze, ook door de staatssecreta- wenselijk geachte wijziging tot stand 1 worden gebracht, is er naar de me ng van de staatssecretaris geen aanlei- ng voor vrees onder de artiesten, om n contract aan te gaan met een opera- stituut waar niet alleen directie, diri- nt en regisseur op artistiek terrein lig- nd ebesluiten nemen, maar tevens een rsoneelsvereniging. Volgens bedoeling strekking van het desbetreffende re- ement is de commissie van overleg niet voegd besluiten te nemen en de wijzi- l van het reglement bedoelt iedere fel dienaangaande weg te nemen. )e staatssecretaris ziet, gezien de voor inomen wijziging, voorlopig nog geen nleiding zjjn invloed aan te wenden in overleg met B. en W. van Amster- m tot een voor alle bij de moeilijk den betrokkenen, gunstige oplossing te men. Afhankelijk van de dan heersen- omstandigheden wil hij dat wel doen, oneer het onderling beraad over de ixiging niet tot bevredigende resulta- k zou leiden. Irand in fabriek „De Faam" Gisteravond om ruim zes uur, terwijl arbeiders van de fabriek het fa- itkscomplex verlieten, ontdekte de btgenote van de portier van de NV ikerwerkfabriek „De Faam" in Breda md in de emballageafdeling van het irjjf. Zij sloeg onmiddellijk alarm, u-op het personeel de gastoevoer af- tot en de elektrische stroom uitscha- de. De brandweer uit Breda zag zich eerst «r een welhaast onmogelijke taak ge- atst. Het vuur dreigde namelijk over liaan op de administratiegebouwen en het produktiegedeelte van het bedrijf, or het leggen van twee watergordijnen ten de brandweerlieden dit gevaar ter te bezweren. )e brand liet zich eerst zo ernstig izien dat assistentie werd ingeroe- van de Tilburgse brandweer. Deze loefde echter geen hulp te bieden. Het ar werd bestreden met twaalf stra- Tegen acht uur was men de brand ester en kon men zich bepalen tot het strijden van het vuur in de emballa- Tellegen-Veldstra (P.v.d.A.) een lich tend voorbeeld gegeven, maar met die systeembouw was de heer Tilanus (CHU) toch niet zo erg ingenomen omdat hij duurder is. Daarom vond hij het beden kelijk als de regering de systeembouw wil bevorderen door by het afgeven van vergunningen voorrang te verlenen aan systeembouw, want de schoolbesturen moeten geheel vrij zijn hoe zij willen bouwen. Met dit laatste was staatssecretaris Stubenrouch het geheel eens, maar hij zei met systeembouw te bedoelen ar beidsbesparende methoden in seriebouw. Er is een aantal gemeenten die de mo gelijkheid zien door systeembouw meer te kunnen bouwen en daarom wordt dan voorrang verleend. Als er gemeente- of schoolbesturen zijn die geen systeem bouw wensen, wordt geen dwang uitge oefend. Na het Rotterdamse initiatief hebben het departement echter ook van andere gemeenten aanvragen bereikt om het op de manier van Rotterdam te doen. Minister Cals maakte er op attent dat de allergrootste meerderheid van de scholenbouw traditioneel is en dat de voorrang beperkt is. Met de vervanging van oude scholen wil staatssecretaris Stubenrouch niet be ginnen zolang er nog een groot tekort aan scholen is. Over het tekort aan gymnastieklokalen, waarover algemeen was geklaagd, kon volgens hem beter worden gesproken bij de behandeling van de sportnota. In Tweede Kamer: Hij gaf het hoogste en spaarde zich niet (Van onze parlementaire redacteur) In de Tweede Kamer heeft voorzitter Kortenhorst gistermiddag het over leden medelid, de heer Evert Vermeer, herdacht. „Zijn levensloop was bepaald door de bewogenheid van zijn gevoelige natuur", aldus de voorzitter. De econi- mische crisis in de jaren 1930, de opkomst van het nationaal-socialisme in Duits land en het fascisme in Italië dwongen hem tot partijkiezen en tot politieke activiteit. Hij was in hoge mate strijdbaar". Na het overlijden van de heer Vor- tot te heftige felheid moest forceren. rink in 1955 werd hem de profetenman tel van het voorzitterschap van zijn partij om de schouders gelegd. Hij heeft even geaarzeld of hij die nieuwe func tie zou kunnen verenigen met zijn Ka merlidmaatschap. Hij durfde de proef aan en bleef aan beiden trouw. Vraag echter niet wat deze dubbele taak voor hem betekende. Hij behoorde tot de jonge politici die „alles of niets" in hun vaandel hebben geschreven. Zo brandde de kaars van zijn beweeglijke geest aan beide kanten met hem ver terende dynamiek. Hij wenste het beste en het hoogste te geven en spaarde zichzelf niet. Deze idealistische instelling behoorde tot zijn innigste wezen. Als Jongeman nam hy in de SDAP de taak op zich propaganda te voeren tegen de totali taire, anti-democratische stromingen van de tijd. Hij deed dit met hart en vurigheid en met niemand en niets ontziende felheid". „Velen met mij", zei dr. Kortenhorst, „zullen de indruk hebben ontvangen dat hjj zijn kracht heeft overschat en dat hü zichzelf in strijdbaarheid soms Zijn diepste wezen immers was eer zachtmoedig, sportief, vriendschappelijk en constructief dan agressief. Hij heeft geen haatgevoelens en vijandschap ge koesterd. Hij was niet hard en niet ge pantserd tegen onheuse bejegeningen, ook al heeft hy die soms wel uitgelokt". „De velen die om zijn heengaan treu ren", zo besloot dr. Kortenhorst, „zullen Evert Venneer met genegenheid en eerbied blijven gedenken als een harde werker, een geestdriftig aanhanger van de partij zijner keuze, als een eerlijk tegenstander, als een plichtsgetrouw en toegewijd collega, maar bovenal een dienstvaardig mens voor allen die zyn hulp, raad en bemiddeling nodig had den. Zo heeft hij volgens zyn opvat tingen de wens der liefde vervuld". De minister-president, prof. dr. De Quay, sloot zich namens de regering aan bij de gevoelvolle woorden van dr. Kortenhorst. .De regering herdenkt met eerbied en genegenheid de man die on vermoeibaar heeft gewerkt en geofferd en gestreden voor zyn ideaal. De rege ring bewaart aan hem de beste herin- ringen". Eerste Kamer: MOTIE ONTWIKKELINGS GEBIEDEN INGETROKKEN (Speciale berichtgeving) Bij de behandeling van de begroting van Maatschappelijk Werk in aprU j.I. door de Eerste Kamer, diende mej. mr. Tjeenk Willink (P. v. d. A.) een motie in, waarin minister Klompé werd verzocht „naast de maatschappelijke begeleiding in de nieuwe ontwikkelingskemen onver kort voort te gaan met bet sociale beleid, zoals dat tot dusverre ten aanzien van de voormalige ontwikkelingsgebieden is gevoerd". Naar aanleiding van deze motie deel de minister Klompé toen mee, dat zy nog in overleg was met enige harer ambtgenoten over het in de toekomst te voeren beleid ten opzichte van de pro bleemgebieden in ons land. In afwach ting van het resultaat van dit overleg werd toen verdere behandeling van deze motie opgeschort. Gisteren heeft de Eerste Kamer het overleg over de motie echter voortgezet en beëindigd. Minister Klompé deelde mee, dat er in feite geen verschil zal be staan tussen het beleid t.a.v. de oude probleemgebieden en dat voor de nieuwe ontwikkelingskernen. Er komt ook geen wijziging in de lijst van objecten, die in de sfeer van de sociale zorg voor de oude gebieden was opgesteld en die dus ook voor de nieuwe kernen zal gelden. Wel krygen de provinciale besturen wat gro tere mogelijkheden. Voor de probleem gebieden zal in totaal f 30 miljoen extra beschikbaar worden gesteld tot en met 1963. Hiervan komt zevenmiljoen gulden ten goede aan de oude probleemgebieden, f 13 miljoen voor de nieuwe en dan nog eens f 10 miljoen via het gemeentefonds, dit laatste ter tegemoetkoming aan de financiële moeilijkheden van de gemeen ten voor zover die bemoeienis met dit werk hebben. Mej. Tjeenk Willink verklaarde, dat het resultaat van het door de minister gepleegde overleg meer is, dan sommigen hadden verwacht, maar niettemin toch nog te weinig. Zij gaf echter toe, dat het toekomstige beleid een stap in de goede richting is, al toonde zij zich verontrust over het voortbestaan van de spanning tussen het materiële welvaartsbeleid en het menselijke welzijnsbeleid. Een en ander in aanmerking nemende trok mej. Tjeenk Willink haar motie daarna in. De Eerste Kamer keurde verder in deze vergadering de internationale tarwe- overeenkomst van 1959 goed. MILITAIRE CONFERENTIE TE DJAKARTA GEËINDIGD De conferentie van militaire comman danten van geheel Indonesië, die maan dag in Djakarta is begonnen en gisteren is geëindigd, is besloten zonder dat een communiqué is uitgegeven. Er werden besprekingen gevoerd over de veiligheidstoestand in het land en de economische situatie, alsmede over de militaire paraatheid in verband met de Nederlandse plannen tot versterking der verdediging van Ned. Nieuw-Guinea. De Indonesische minister van Defen sie, tevens chef-staf van het leger, luite nant-generaal Nasoetion, had in zyn openingsrede verklaard, dat de regering ondanks de moeilijke economische toe stand en de slechte veiligheidssituatie der laatste jaren erin is geslaagd om de strijdkrachten te moderniseren en te ver sterken. De Indonesische Marine is tot tienmaal haar oorspronkelijke sterkte uitgebreid, en de luchtmacht tot zeven maal haar oorspronkelijke omvang, al dus Nasoetion. De opbouw van de staats politie wordt voortgezet en de coördina tie hiervan met het leger is voltooid. Nasoetion herhaalde nog eens, dat van een compromis met de opstandelingen geen sprake kan zyn. OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE Hebt TT ook wel eens de neiging om „ssst!" te roepen als vreemden In Uw omgeving zeer luid praten? Natuurlijk doet U het niet, maar de neiging is verklaarbaar. Het is niet prettig als U bij Uw diner in een restaurant voortdurend moet delen in de familieproblemen aan Uw buurtafeltje. Het is niet aangenaam als U geen woord kunt lezen in Uw treinlectuur omdat Uw medereizigers de coupé geheel opvullen met hun zakenavonturen Enfin, U wist het gelukkig al: géén sten*- verheffing in het openbaar, 't Is nu eenmaal niet hoffelijk. Wat wèl hoffelijk is: Gladstone bij U te hebben. Want Gladstone is - met of zonder filter - de sigaret die iedereen voldoening schenkt. VOORNAAM EN AANGENAAM 20 STUKS F U Advertentie K(orte) L(okken) M(ode) Hekel aan lang haar Verplichte kapsels (Van onze Amsterdamse correspondent) Een maatregel van de KLM, die spe ciale kapsels voorschrijft voor stewar dessen heeft onder haar enige beroe ring veroorzaakt. Met ingang van 1 juli a.s. zullen zij een keus moeten maken uit zes kapsels die door de Amsterdamse kapper J. J. Faile speciaal voor de KLM zijn ontworpen. De directie van de lucht vaartmaatschappij meent dat met name de langharige kapsels niet praktisch zyn en het dragen van de uniformmuts vrij wel onmogelijk maken. De opstandige stewardessen hebben inmiddels steun gevonden bij de Am sterdamse coiffeur Mario, bij wie velen van hen zich laten kappen. Mario, een 20-jarige jongeman die na een Parijse opleiding een snelle carrière heeft ge maakt zei ons gisteravond: „De zes voorgeschreven kapsels zijn er in feite maar twee, en die zyn bovendien niet geheel kenmerkend voor de huidige mode. Waarom die bezwaren tegen dat lange haar? Er zyn immers tal van kapsels van lang haar waarmee de vrouw zich kan laten zien en bovendien het dragen van een muts toelaten. Ik denk bijv. aan de toepassing van de chignon, waardoor het haar in een rol kan worden gedragen. Als het in de nek niet langer is dan vijf centimeter is er nog alles van te maken". Van de dreigementen der meisjes, dat zy zich niets zullen aantrekken van het bevel tot „kortwieken" zal waarschijn lijk niet veel terecht komen. De meeste zullen wel ijling haar gratis perma nentje gaan halen, al was het maar van wege het feit dat vele andere meisjes graag haar lokken zouden willen offeren om stewardess te kunnen worden! geafdeling zelf. De gehele voorraad em ballage is verloren gegaan. De oorzaak van de brand is nog niet bekend, evenmin als het bedrag van de schade. Het bedrijf is tegen brandschade verzekerd. (Van onze Haagse redactie) Het is waarschijnlijk dat bij de voorbereiding van de Rijksbegro ting voor 1961 een belastingverlaging in de sector van de directe belastingen ernstig in overweging wordt genomen. Daarbij wordt inzonderheid gedacht aan een verlichting van de inkomstenbelasting. Een beslissing daarover is echter nog niet gevallen en de eerste weken ook niet te verwachten. Minister Zijlstra begint in deze tijd een reeks gesprekken met zijn ambtgenoten, waarbij de begroting van elk departement afzonderlijk onder de loep wordt genomen. Pas nadat deze budgetten zijn besproken en gecoördineerd, kan worden bepaald of er voldoende ruimte is voor een belastingverlaging. Men dient echter te bedenken dat een beslissing daarover tevens afhangt van factoren van buitenaf. Vijf jaar geleden is immers duidelijk gebleken hoe het internationale economische getij het evenwicht in Nederland kan verstoren. Het is niet zo, dat een eventuele be lastingverlaging als sluitpost van de be groting zal worden gehanteerd. Met an dere woorden, dat men de gewenste of onontbeerlijk geachte uitgaven als on veranderlijke grootheden beschouwt, waaraan niet getornd kan worden. Men kan aannemen, dat een belastingverla ging minder als een vermindering van inkomsten zal worden gezien dan wel als een „uitgavenpost" als elk andere, dus als een op gelijke voet na te streven voorwerp van regeringszorg. Op die ma nier wordt een eventuele vermindering der belastingen positief benaderd. Vernieuwing Deze opvatting krijgt nog meer reliëf wanneer men bedenkt, dat dit jaar voor het eerst de begroting wordt samenge steld tegen de achtergrond van een lan gere periode van economische en finan ciële ontwikkeling. Natuurlijk gaat bet in de eerste plaats om de concrete cij fers voor 1961. Doch men gaat tevens na, hoe deze cijfers zich in de twee ko mende jaren naar verwachting zullen ontwikkelen. Door de nabije toekomst in de bereke ningen te betrekken, wordt het gemak kelijker de bedragen voor het volgende jaar met meer soepelheid vast te stel len. Deze gedachte is niet nieuw: minis ter Hofstra was er al een voorstander van. maar minister Zylstra is thans in de gelegenheid haar voor het eerst toe te passen. Voor sommige departementen met een voornamelijk technisch karakter is het niet al te bezwaarlijk een financieel pro gramma voor langer dan een jaar te maken. De pas verschenen defensienota waarin immers voor drie laar een uit gavenplafond voor dat depart ment van 1850 miljoen gulden wordt gefixeerd, is er een duidelijk voorbeeld van. „De Nederlandse Marine kan zich overal vertonen en waakt voor onze belangen „Het is belangrijk", aldus minister Visser tydens het afscheidsbezoek, dat hy gisteren aan boord van de „Karei Doorman" bracht, dat dit schip en zyn beide jagers zich laten zien in de Stille Oceaan. Dit smaldeel zal iedereen eraan moeten herinneren", zo zei minister Visser, „dat Nederland een Marine bezit, die in staat is zich overal ter wereld te vertonen en voor de Nederlandse be langen te waken". Het vliegkampschip bevond zich enige mijlen uit de kust voor Katwyk, toen de minister in gezelschap van de plaats vervangende chef van de Marinestaf, commandeur mr. A. N. baron de Vos van Steenwijk, en zijn adjudant, luite nant ter zee (vlieger) der le-kl. H. J. E. van der Kop, per helikopter vanaf het Marinevliegkamp Valkenburg aan boord arriveerde. De minister werd ont vangen door de commandant van het smaldeel, commandeur A. P. Ferwerda en de commandant van Hr. Ms. Karei Doorman, kapitein ter zee A. J. Mar cus. Het bezoek begon met een rond gang door het schip, waarby verschil lende leden van de bemanning aan de minister werden voorgesteld. Uiteraard werd speciale aandacht gewijd aan de hangar, waar de bewindsman zijn be wondering uitsprak over de kundige wijze, waarop zovele vliegtuigen in een zo betrekkelijke kleine ruimte stonden geborgen. De minister gebruikte de kof fie in het onderofficiersverblijf. Diverse oudere onderofficieren, o.w. de oudste onderofficier van het detachement van de Kon. Luchtmacht, werden aan de minister voorgesteld. Vervolgens sloeg de bewindsman van af de vliegbrug van Hr. Ms. Karei Doorman het oplanden van de Sea- hawks, behorende tot vliegtuigsquadron 860 van de Marineluchtvaartdienst, gade, welke landingen een bijzonder vlot ver loop hadden. Vlagvertoon Na de lunch sprak de minister op het vliegdek, by een „alle hens voor de boeg", de bemanning toe. De minister zei o.m.. dat het smaldeel nu een vlag- vertoonreis gaat maken, maar dan een viagvertoonreis van wel bijzondere be tekenis. Buiten het aandoen van enige buitenlandse havens immers, zal de Ne derlandse vlag getoond worden in een deel van ons Koninkrijk, nJ. in Ned. Nieuw-Guinea. De bewindsman herinnerde de beman ning eraan, dat de regering het nodig had geoordeeld de defensie van Ned. Nieuw-Guinea enigszins te versterken. Hr. Ms. Karei Doorman kreeg nu de opdracht om een eerste gedeelte van deze versterking, een gedeelte van een squadron jachtvliegtuigen van de Kon. Luchtmacht, daarheen te brengen. „Dit is", aldus de minister, „op zichzelf reeds een belangrijke taak". Na deze toespraak nam de minister van Hr. Ms. Karei Doorman afscheid om wederom per helikopter naar het Marine-vliegkamp Valkenburg terug te keren. Onmiddellijk daarna zette het vliegkampechip begunstigd door prachtig weer koers om de zuid, waarmee dus deze reis van vlagvertoon een aanvang nam. In „het Kanaal" zal Hr. Ms. Karei Doorman rendez-vous maken met de beide jagers. Hr. Ms. Limburg en Hr. Ms. Groningen. De reis naar Ned. Nieuw-Guinea, via Las Palmas, de Oostkust van Afrika en Fremantle, bedraagt circa 16.000 zee mijlen. Minder automatisme Het opstellen van de Rijksbegroting in het licht van de ontwikkeling beter nog: de „trend" van het economisch leven over een periode van drie jaar gaat gepaard met een geringer automa tisme in de begrotingsposten. In het ver leden kwam het er vaak op neer, dat men de bestaande begrotingspost of het werkelijke uitgavenniveau tot maatstaf nam voor de raming van het volgende jaar. Een en ander uiteraard verhoogd met een percentage op grond van de natuurlijke groei der Rijksuitga ven in overeenstemming met de toene ming der bevolking, de indexcijfers en dergelijke gegevens. Het geheel ging daardoor een vry star beeld vertonen, waarin het byv. bijzonder moeilijk werd tot een „verlaging der Rijksuitgaven" vaste term uit het verkiezingsprogram ma van vele politieke partijen te ko men. In die betekenis en onder die om standigheden zou een „vermindering der Rijksuitgaven" vrijwel altijd een beper king van de overheidszorg inhouden, hetgeen voor de bevolkingsgroepen die daar de weerslag van zouden ondervin- en een pijnlyke zaak zou zijn. Moderniseringen Bij de komende begroting wordt de „vermindering der Rijksuitgaven" dan ook op een andere manier nagestreefd. In vele sectoren zal men trachten niet door beperking van het verzorgingspeil maar door moderniseringen, doeltreffen der werkmethoden enz. tot werkelijke bezuinigingen te komen. Deze kunnen ook verkregen worden door het opschui ven van bepaalde voorzieningen naar 1962 of 1963, omdat men goede redenen heeft te veronderstellen, dat ze dan goedkoper verwezenlijkt kunnen worden. Zo zal er dus dit jaar by de samen stelling van de Rijksbegroting sprake zyn van een wezenlijke vernieuwing. Op subtiele en flexibele wijze zullen alle ge- gegevens van onze volkshuishouding worden verwerkt .niet uitsluitend uit een oogpunt van budgettaire en monetaire consequenties maar gezien tegen de ach tergrond van een zich steeds ontwikke lende samenleving. Of de steeds hogere eisen welke aan onze levensstandaard worden gesteld in 1961 verenigd kunnen worden met een eveneens in brede krin gen levende wens naar belastingverla ging is op dit ogenblik echter nog een open vraag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 7