Raad Rijnsburg eensgezind achter standpunt B. en W. grenswijziging OEGSTGEEST TREKT VAN LEER TEGEN LEIDEN, RIJNSBURG EN GED. STATEN 't Agrarisch karakter gaat door verlies cultuurgrond verloren Grenswijzigingsplannen onredelijk en zinloos ivaar samenwerking in structuurplan basis heeft Is de laatste etappe in zicht? Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 12 mei 1960 Tweede blad no. 30046 Rijnsburg voor de Rijnsburgers Advertentie Gedeputeerde Staten zijn er, wat wel in de lijn van het preadvies van B. en W. lag, wat de grenswijzigingen betreft vrij goed afge komen. De behandeling van dit preadvies in de gisteren gehouden raadsvergadering van Rijnsburg, welke neerkwam op een viertal verklaringen, die namens de verschillende fracties werden afgelegd, vergde niet meer dan een uur. Heel wat minder tijd dan men nodig had voor de behandeling van het schetsplan van het njeuwe raadhuis, waarmee de raad zich voorlopig wel akkoord verklaarde, maar dat toch tot nader order zal worden aangehouden om tot een compromis te komen naar aanleiding van de verschillende verlangens, welke gisteravond naar voren werden gebracht. De woordvoerders van de verschillende fracties benadrukten, dat zij niet kunnen inzien, waarom hoogwaardige cultuurgronden opgeofferd moeten worden aan de uitbreiding van de Leidse Universiteit. Wel konden zij niet verhelen, dat uitbreiding van de universiteit nood zakelijk is, vooral wat de recreatie betreft. Maar daarentegen waren zij van oordeel, dat de mogelijkheid om die uitbreiding in meer zuidelijke richting te doen plaats vinden nog eens terdege dient te worden onderzocht. Uitdrukkelijk werd voorts naar voren gebracht, dat Rijnsburg gaarne de groenstrook wil behouden tussen de gemeen ten Oegstgeest, Rijnsburg en Leiden, welke gemeenten immers steeds meer worden volgebouwd. Unaniem stelde de raad zich na een zeer korte discussie achter het preadvies van het college van Burgemeester en Wethouders. G.S. kwam er nog vrij goed van af Wethouder T. Kralt (A.R.) zei o.m. in zijn beschouwing over het preadvies: „Als we ons vanavond moeten uitspre ken over de grenswijziging van Oegst geest, Rijnsburg en Leiden, dan moeten we allereerst de aandacht schenken aan het feit, dat G.S. en de Planologische Dienst de plannen hebben opgezet met het doel Rijnsburg in de toekomst zijn agrarisch karakter te laten behouden. Over de geografische ligging van de strook die G.S. met dit plan voor ogen hebben hoeven we niet te spreken. Want als we dit objectief bekijken, had deze strook voor een goed bestuursbeleid al lang aan Rijnsburg moeten behoren. Ook hoeven we niet te spreken over de wens van de bevolking. In 1931 reeds, is door twee eenvoudige mensen die in deze strook woonden met een lijst gewerkt, waarop zonder de minste aandrang hunnerzijds voor meer dan 90% is ge tekend om bij Katwijk aan te sluiten. Dit is bij G.S. al die jaren al bekend want een afschrift van deze lijst is daar en op de Grifie aanwezig. Minimum „Wat betreft het doel om tussen het hoe langer hoe meer volbouwen van de gemeenten Oegstgeest, Rijnsburg en Leiden een groenstrook te houden: deze functie wil Rijnsburg gaarne vervullen en in de toekomst te behouden. Het stemt dan ook tot grote voldoening, dat het voorstel van G.S. veel verder gaat dan door Rijnsburg is gevraagd." We hebben ons bij het uitspreken van onze wensen tot het uiterste minimum beperkt. Dit is geschied omdat Rijnsburg toen nog niet van mening was, dat de grens van Leiden zó ver zou gaan als nu wordt voorgesteld. Daarom is ook tussentijds de wens van het gemeentebestuur naar voren gebracht, om de grens van Rijnsburg niet te brengen tot de Kamphuizerwe- tering maar door te trekken tot de Rijksweg 4. Deze beperking van de wens van Rijnsburg is ook sterk be ïnvloed door het bouwcomplex bekend staande als „de Indische buurt". We hebben erbij onze wensen reke ning mee gehouden, dié mensen in de grenswijziging te betrekken, die op alle gebied op Rijnsburg georiënteerd zijn. Dit nu kan van de Indische Buurt niet voor 100% gezegd worden. Al wonen hier dan ook Rijnsburgers en mensen die op Rijnsburg zijn aangewezen, in zijn totaliteit is dit toch niet het geval." Wanneer wij echter bij onze eerste en tweede wens hadden geweten, dat het voorstel van G.S. wat betreft de grens wijziging voor Leiden tot aan de Rijn- zichtweg zou gaan, dan had onze wens zeer zeker verder moeten strekken dan nu het geval is." Bedreiging „Want wat is namelijk het geval: als de grenswijiziging, zoals nu voorgesteld, doorgang heeft, dan zal binnen afzien bare tijd tussen de Drie Witte Palen en de Rijnzichtweg een 50-tal Rijnsburgse tuinders moeten wijken alsmede nog 10 kwekers van Rijnsburgse origine die on der Oegstgeest wonen. Want voor deze mensen is noch onder Rynsburg noch onder Oegstgeest een plaats te vinden om zich te vestigen. Dit land is al zó klein verkaveld en wordt zó intensief beteeld, dat hier onmogelijk plaats voor hen is. Daarom is dan ook door deze mensen bezwaar ingebracht tegen dit uitbreidingsplan, zowel door Oegstgeesters als door Rijnsburgers. Nog verder gaan Wethouder Kralt, die namens de AR- fractie sprak, zei dat een en ander er toe leidt, dat wanneer de raad zich over het voorstel van G.S. uitspreekt er van uit moet worden gegaan, dat nog veel meer kostbare grond kan worden ge spaard. „Ondanks het feit, dat wij dankbaar moeten zijn, dat aan ons laatste verzoek gehoor is gegeven, moeten we nog verder gaan. De inzet is hoog: kostbare cul tuurgrond voor 60 tuinders en kwekers." De wethouder kwam tot de conclusie, dat de grens van Rijnsburg moet wor den gelegd langs Rijksweg 4A tot aan de Drie Witte Palen en dan rechtstreeks langs de laan naar de zogenaamde deur akker tot aan de Rijn. Wonderlijk Als argument voerde hij de zijn in ziens wonderlijke situatie aan, dat zoals nu de grens getrokken wordt, Leiden met een zak (men zou het een blinde darm kunnen noemen) dwars door Oegstgeest tot aan de Rijnzichtweg komt. Hierdoor komt een smalle corri dor tot stand tussen Rijnsburg en Lei den. Deze corridor behoort tot de ge meente Oegstgeest. De heer Kralt wees op het grote gevaar, dat door deze si tuatie ontstaat. Grote gebouwen komen te dicht bij de groenstrook, hetgeen voor de drie betrokken gemeenten bestuurs- moeilijkheden zou opleveren. Grote zorg Een grote zorg blijft voor de heer Kralt het lot van de zestig tuinders die op deze grond hun bedrijf uit oefenen. „In de naaste omgeving is voor hen geen plaats meer. Vestiging in andere plaatsen zou bovendien veel te veel moeilijkheden met zich mee brengen. Voor mensen op gevorderde leeftijd valt niet meer aan vestiging elders te denken, laat staan aan om schakeling. wat het beroep betreft. De steeds intensievere beteling van de grond, alsmede de toenemende export, hetgeen blijkt uit de stijgende omzetten van de bloemenveiling „Flora", achtte de heer Kralt voldoende argumenten om de bedreigde tuinders te laten waar ze zijn. Kan nooit „Rijnsburg kan zijn agrarisch karak ter nooit behouden als kostbare cultuur gronden worden onttrokken voor uit breiding van bouwobjecten. Geen enkel gemeentebestuur kan dan nog een der gelijke opdracht vervullen." Voorts ves tigde spreker er de aandacht op, dat de Rijnsburgse cultures steeds meer een soort industrie worden. Dit komt dooi de steeds intensievere cultuur, zoals de glascultuur. „In ons dichtbevolkte land is industrie een levensbelang," zo pleitte spreker. „Me dunkt, men moet zich toch als regeringscollege op hoger niveau toch Burgemeester B. H. Koomans wel twee keer bedenken, voordat men dit land aan zijn bestemming onttrekt." Niet te bereiken Tenslotte vroeg wethouder Kralt zich af of het een en ander in samenwerking met Oegstgeest te bereiken zou zijn. „Ik meen, gezien onze ervaring in het ver leden van niet. Toen is het ook altüd mislukt. Wij denken als bestuurders van deze twee gemeenten zo geheel anders. De structuur van beide gemeenten is to taal verschillend." De wethouder besloot zijn betoog met op te merken, dat Rijnsburg te allen tijde bereid moet zijn de Indische Buurt aan Oegstgeest te laten. De beschouwing, die de heer W. L. v. d. Gugten <CHU) aan het zo veel be sproken onderwerp wijdde kwam in gro te trekken overeen met het betoog van de heer Kralt. Hij was verheugd, dat na twee jaar een einde was gekomen aan de stilte rond de grenswijzigingen. Hij vond de voorstellen van G.S. aanmerke lijk gunstiger dan in '55 en '58. Spreker wilde het zelfs iets sterker uitdrukken dan B. en W. De woordvoerder van de CHU was oprecht dankbaar. Ook hij was van mening, dat de ontwikkeling van Leiden haar terugslag vindt op de tuinbouwgemeenschap van Rijnsburg. ,Het wordt voor de jonge tuinders en kwekers steeds moeilijker om zich van een bestaan te verzekeren". Hij zei te hopen, dat de grenswijziging spoedig haar beslag zal hebben. Geen behoefte Wethouder Zandbergen (CHU) sneed het woningprobleem aan. Hij zag geen behoefte de gemeente uit te breiden met inwoners van elders. De 1000 geplande ACADEMISCHE EXAMENS Aan de Leidse Universiteit is geslaagd voor het kandidaatsexamen geschiede nis de heer R. J. Mulder te Hoorn. Kerkelijk Leven NED. 1IKKV. KERK Beroepen te Oudelande (toez.) D. R. Jonker, vicaris te Berkel-Rodenrijs. GEREF. KERKEN Beroepen te Medicine Hat (Alberta. Canada) M D. Geleijnse te Roermond. Bedankt voor Berlikum H. A. Starren- burg te Kantens (Gron.). GEREF. KERKEN Vrijgemaakt) Beroepen te Haarlem (als missionair predikant voor West-Borneo) W. L. Kur- pershoek, kand. te Rotterdam. woningen zijn uitsluitend bestemd voor de Rijnsburgers. Planologisch onaan vaardbaar vond hij nieuwe bebouwing over het Kanaal. „De groene gordel tus sen Rijnsburg, Noordwijk en Voorhout moet blijven." Ook de heer D. v. d. Mey, die namens de PvdA het woord voerde was dank baar gestemd over het nieuwe voorstel, waarmee belangryk tegemoet wordt ge komen aan de agrarische wensen. De grens moet echter worden doorgetrok ken tot de Witte Palen. De Indische Buurt vond ook hij voor Rijnsburg vry onbelangrijk. Zoals tc verwachten viel heeft de gemeenteraad van Oegstgeest gisteravond in zeer scherpe be woordingen de grenswijzigingsvoorstellen veroor deeld. Daarbij werden Leiden en Rijnsburg beschuldigd onwaardig, onredelijk en brutaal handelen en werd tot Gedeputeerde Staten het verwijt gericht, dat te eenzijdig de belangen van anderen zwaar werden gewogen en de vertogen van Oegstgeest stelselmatig genegeerd. De fractievoorzitters hielden uitvoerige ver togen, waarin telkens weer tot uitdrukking kwam, dat de voorgestelde grenswijzigingen geen pro blemen zouden oplossen aangezien de bestemming van de betrokken gronden reeds vaststaat en ook als zodanig door Oegstgeest is aanvaard, terwijl door deze wijzigingen het vertrouwen wordt weg genomen, dat nodig is voor interlocale samenwer king. Men achtte het unaniem betreurenswaardig, dat zo weinig waardering is getoond voor de bereidheid van Oegstgeest aan de belangen van anderen tegemoet te komen zoals in het structuur plan het geval is geweest. Alle arbeid, aan dit structuurplan ten koste gelegd, is zinloos geweest wanneer men deze plannen van hoger hand niet een redelijke kans geeft en daardoor ter zijde stelt. Een woord van warme hulde werd gesproken tot burgemeester Du Boeuff, voor hetgeen deze deed om de gevaren te keren. Mevrouw P. H. SmitsWitvliet, sprekend namens de VVD, uit allereerst haar bewondering voor de wijze waarop B. en W. thans getracht hebben in een korte tijd de veranderde situatie onder het oog te zien in een preadvies van de raad. In de langzame opdeelpolitiek ten opzichte van de gemeente Oegstgeest sinds 1896 is nu een voorstel gedaan door G.S., dat zo ingrijpend is voor de gemeente, dat men zich afvraagt of de laatste etappe niet in zicht is: na een paar jaar de rest van de gemeente eveneens verdelen! Zij wijst erop, dat vele intellectuelen de voorkeur gaven om buiten Leiden te wonen, hetgeen Leiden met lede ogen i aanschouwde. Leiden profiteert op sociaal gebied in geld en krachten van inwoners der om- ringende gemeenten. Het aantal leden van belangrijke verenigingsbesturen die wonen in de naburige gemeenten is legio. Wanneer men nu de vraag stelt hoe j dit komt, dan zal men in het verleden zeer beslist moeten constateren, dat Lei- I den geen attractieve stad is om te wo- nen: daarvoor zijn de mogelijkheden van de stad te slecht benut. Leiden is een stad die ondanks het aantrekken van nieuwe industrieën wei- I nig groeit. Men had deze industrie beter I aan Groningen of Alphen aan den Rijn kunnen gunnen. Bestemming stond reeds vast Nu is het gevolg, dat men bouwgrond wil hebben in een buurgemeente op een stuk grond waarvan het Nationale plan al te voren constateert, dat het binnen 3 jaar is volgebouwd, nadat men alle tuinders er verdreven heeft, een park zone heeft opgericht en een uitbreiding van de Universiteit heeft gemaakt. Spreekster wil een lans breken voor het behoud van de Mors als tuinderij streek en zet uiteen hoe nadelig het is tuingronden te gaan bebouwen. Tegen de gedachte, aldus deze spreekster om in deze streek een grote gemeente Leiden te stichten heb ik principieel bezwaar, omdat de bevolking dit niet wenst. Oegstgeest heeft al verschillende de cennia de taak van woongemeente ver vuld, zeker niet alleen ten opzichte van Leiden, evenzeer ten opzichte van Den Haag. Tientallen jaren vestigden zich hier oud-Indisch gasten en gerepatrieer- den, die meestal sterk gericht waren op Den Haag. Het begrip opvangen van de overspil van Den Haag heeft Oegstgeest totnutoe vervuld. Leiden argumenteert ermee, maar andere gemeenten w.o. Oegstgeest deden het. Toen de Universiteit uitbreidingsplan nen had is er aan de gemeentebesturen een structuurplan voorgelegd, dat de op lossing zou geven van alle problemen. Oegstgeest nam dit plan aan, hoewel het in ons nadeel is omdat de liquidatie van prachtige boerderijen het gevolg is en de tuinders van de Mors zouden worden bedreigd. Oegstgeest heeft niet getornd aan de uitbreiding van de Universiteit op haar grondgebied, hoewel hier een adder onder het gras schuilde n.l, de afstand van het gebied. moeite en geld bedorven worden tot bouwterrein. Merkwaardig is het feit. dat men destijds in deze polder reeds begon nen is met grondboringen evenwel niet in opdracht van de gemeente Oegst geest! „Long" blijven Wat de Mors betreft, zullen alle tuin derij-bedrijven zomaar moeten verdwij nen en wat zal er dan met de bewoners gebeuren? Zij pleit voor het behoud van de buitengemeenten. Gaarne wil Oegstgeest de gezondma- kende functie van de long van een nabij gelegen stad behouden, zonder dat deze stad haar gebied met een stedelijke dichte bouwtrant betreedt, zoals dit is gebeurd met de geannexeerde strook tus sen Posthof en Warmonderweg. Burgemeester H. L. du Boeuff menhang vanaf de middeleeuwen. Oegstgeest bezit een apparaat, admini stratief en technisch, dat de groei der gemeente opvangen kan, een rioolwater zuivering, die het nieuw te ontwikkelen Oegstgeest eveneens kan verzorgen. Wordt de helft van de gemeente afge nomen, dan dreigt het gevaar, dat deze diensten te kostbaar worden. Wanneer het gemeentebestuur heeft medegewerkt in een structuurplan voor deze streek, moet dit plan een mogelijkheid tot gro ter bloei worden. Zij hoopt, dat de be staande plannen voor enkele jaren zul len worden uitgesteld. Slordig eenzijdig De gemeente Oegstgeest wil in tact blijven, steunend op een historische sa- Namens de P v. d. A. wijst mevrouw G. A. Kramers-De Vlaming Pleysier op de j slordigheid en nonchalance van een zo hoog college als Ged. Staten in de brief van 11 april j.l. Kennelijk is deze grens wijziging door dit college slechts beke ken vanuit de hoek van de wensen tot uitbreiding van de gemeenten Leiden en Rijnsburg. In geen enkel opzicht is rekening ge houden met kenbaar gemaakte opmer kingen; integendeel, de gemeente Rijns burg krijgt nu plotseling nog 40 ha. toe gewezen, wat nergens gemotiveerd wordt. Leiden zou krijgen de Broekpolder, prachtig weiland met veel vee. Het is slechte bouwgrond. De weiden zullen be dekt moet worden door meters zand, wil men daarop bouwen. Wat met moeite vroeger tot i ckend agrarisch terrein is ingepolderd moet straks met nog meer Woestijnen van steen? Rijnsburg wenst een stuk agrarisch terrein van Oegstgeest om woningen te bouwen en daardoor eigen agrarisch ter rein te sparen. Ook dit kan men geen edel motief noemen. Na een krachtig protest geuit te hebben tegen de grens wijzigingsplannen eindigde zij met een persoonlijk woord in verband met haar reis naar het Midden-Oosten, waar zij kennis maakte met gebieden, waar het I een kwestie van leven of dood was of de bodem vruchten kon afwerpen, waar praktisch op vruchtbaar terrein geen huis werd gezet. Zij constateert met toe nemende verbazing, waartoe men in Ne derland in staat is. Heeft men geen oog meer voor onze welvaart door de rijk-voort- brengende agrarische gronden hier in het westen alle in steenmassa's te veranderen en elders in het land kapitalen uit te geven om schrale boerenbedrijven in stand te hou den? Onze regering geeft geld aan onder-ontwikkelde gebieden om woestijnen te ontginnen en is bezig van West-Nederland de Rand stad Holland één steenwoestijn te maken. Werk zonder zin De heer N. v. Weizen spreekt namens de Prot. Chr.-fractie en geeft uiting van zijn ontstemming over het feit, dat de termijn van nauwelyks een maand is vastgesteld om de zaken onder het oog te zien en van de gevoelens daaromtrent blijk te geven. Hij merkt op, dat G.S. zich weinig schijnen te bekommeren om de problemen, die ontstaan wanneer men Oegstgeest gaat halveren. Wat voor zin had op deze wijze het ETI-rapport en het met zoveel zorg en na langdurig overleg tot standgekomen structuurplan? Hij vraagt zich af of dit basisplan waardeloos is geworden en men aan alle samenwerking een einde wil maken. Zou men niet terecht zo vraagt hy zich af mogen verwachten dat ook de kleine gemeenten aanspraak mogen ma ken op provinciale zorgen? Hij meent dat G.S. in dit opzicht ern stig te kort schiet. Hij spreekt van on recht, omdat de dringende noodzaak van grenswijziging niet is aangetoond. Hier is sprake van willekeur van het recht van de sterkste, dat geen recht is. Moeten wij er niet van uitgaan, merkt hij op, dat iedere overheid „majesteite lijk recht moet doen"? Hij meent dat dit ook alle vertrouwen voor de toekomst wegneemt. Hij ver wacht dat de plannen van nu leiden tot de vorming van één grote gemeente, een weg, die zijn fractie beslist niet wil in slaan en hij wyst op de grote nadelen van de verstedelijking, die massificatie, secularisatie van het leven en centrali satie in de hand werkt en lijnrech in gaat tegen het streven van de lands regering naar decentralisatie. Hij vreest de vereenzaming van het individu. God schiep de mens en niet de massa. Uit geestelijke en ook uit bestuurlijke overwegingen moet z.i. het proces van de uitbouw der grote steden worden ge stuit. Hier hebben gedeputeerden een kans Enige weg is samenwerking Hij bepleit onderlinge samenwerking der gemeenten bij de oplossing van re gionale structurele problemen. Deze weg acht hij aanmerkelijk verkieslijker dan het aanvaarden van de voorstellen van G.S. Ook hij meent dat Leiden steeds weer de voet dwars zet omdat het alleen maar in kortzichtigheid oog heeft voor ver meende eigen belangen en zich niets gelegen laat liggen aan de belangen van anderen. Leiden streeft naar het opvoe ren van zyn bevolking door delen van andere gemeenten te annexeren omdat het geen kans ziet zich uit eigen kracht te ontwikkelen. Wij worden niet geleid aldus deze spr. door plaatselijk chauvinisme, hebben wel degelijk oog voor de proble men. die om oplossing vragen, maar de oplossing van G.S. brengt ons nauwe lijks verder. Natuurlijk is uitbreiding van de Universiteit mogelijk op gebied van Oegstgeest. De grenscorrectie gaat vertragend werken. Men heeft te doen met lapwerk, waar niemand bevrediging bij vindt. Het doet hem persoonlijk pijn lijk aan dat Oegstgeest en de andere ge meenten zich meer en meer moeten uit leveren aan een stad, die zo weinig aan trekkelijks biedt en waar de activiteiten zich grotendeels beperken tot het maken van plannen. Verwerpelijk T.a.v. Rynsburg zegt hij, dat de voor gestelde grenscorrectie geen zin heeft, omdat er praktisch niets verandert. Als door de ontwikkeling enige grenswijzi ging nut zou hebben, dan kunnen de twee gemeentebesturen dit wel regelen. Rijnsburg bekijkt de zaak door de ge kleurde gemeentebril, heeft geen oog voor het grote verband. Hij besluit: ik heb het gevoel dat men denkt: de tijd is nu rijp, er valt wat te delen. Laat ieder zorgen er het grootste portie van te krijgen. Dit is volkomen stijlloos. Hij acht de voorstellen ten enenmale ver werpelijk. Onwaardig, onredelijk, brutaal Hierna kwam aan het woord, mr. G. Bergmeyer namens de KVP. Ook hy ver wijt G.S. een onwaardige houding. Argu mentatie acht men blijkbaar onnodig. Het moet nu eenmaal zo gebeuren. Be grijpen doen ze het in Oegstgeest toch niet! Ook hij wijst de voorstellen als on redelijk af. Weigert mén met redelijke argumenten te komen of is men niet in staat deze te noemen, dan zou het hoog ste recht tegelijkertijd het hoogste on recht worden. Spr. merkte op, dat door hem en door meer gezaghebbende per sonen is verklaard, dat grenswijziging een laatste redmiddel moet zijn. Heeft Leiden een taak te vervullen op anders gebied? Als Leiden van zichzelf beweert, dat het zo levenskrachtig is. wie durft dan stellen, dat Oegstgeest dit niet is? Het kleine behoeft omdat het klein is. toch zeker niet minder levenskrachtig te zijn dan het grote? Oegstgeest heeft in de afgelopen jaren duidelijk getoond, o.a. door het scheppen van aantrekkelijke woonwijken haar taak in de Randstad Holland te ver staan. Als men echter onder levens krachtig wil verstaan het streven om steeds groter te worden ten koste van andere gemeenten, dan is dit geen le venskracht meer, maar brutale expansie. Paardemiddel Hij citeert mr. dr. Van Haren, die in een geschrift opmerkte: Ik begrijp dit achternalopen van mensen met ge meentegrenzen niet. De op uitbreiding beluste gemeente rekent uit hoevelen die binnen haar grenzen werken zo vermetel zyn elders te wonen. Dan wordt de rand gemeente aangewreven dat haar ontwik keling geen ontwikkeling is van binnen uit, doch er bestaat ook nog zo iets als het instituut der aaneensluitende, op elkaar afgestemde uitbreidingsplannen van twee aaneengrenzende gemeenten en men aanvaardt als vanzelfsprekend dat gemeentegrenzen een vraagstuk is van huizen en huisjes bouwen, van pro jectie van recreatieterrein enz. Men kan, omdat de bebouwing aaneensluit, het paardemiddel der annexatie toepassen, een oplossing bereikt men daardoor niet, want over een luttel aantal jaren worden dezelfde argumenten om weer annexatie te bepleiten van stal gehaald, aldus mr. dr. Van Haren. Geef structuurplan een royale kans Hy wyst op het ontwerp structuurplan voor de Leidse agglomeratie. Wat is het toch eigenlijk voor een dwaasheid aller lei plannen op te stellen, indien men van hogerhand niet bereid is met deze plannen rekening te houden? Is het niet veeleer in overeenstemming met de rede, een dergelijk plan een royale kans te geven? In plaats van het plotseling te doorkruisen met nieuwe voorstellen tot grenswijziging? Hij eindigt met de wens uit te spreken dat het ons gegeven moge zijn in de stryd om onze gemeentelijke grenzen een dusdanig resultaat te berei ken, waarvan wij in eerlijkheid kunnen erkennen dat het in overeenstemming is met het grotere algemeen belang, waar toe ook wij hebben mede te werken en dat geen beslissingen zullen worden ge nomen, die met de redelijkheid in strijd zijn. G.S.-plan rammelt Tenslotte een persoonlijk woord van de heer M. v. d. Voet (Prot. Chr.) die op scherpe wijze van zijn misnoegen over de gang van zaken blyk geeft. De argumen tering van G.S. rammelt z.i. aan alle kanten. Het is duidelijk: het gaat hier niet om de ene vinger maar om de hele hand. Hij wijst op de situatie: Rotter dam-Hoek van Holland en Utrecht-Zui len met de krachteloze wijkraden. Hy geeft een opsomming van alle gebreken, die Leiden toont als verzorgingsge meente. Hij meent dat Leiden wel wat meer aandacht mag schenken aan eigen interne zaken. Waarom wil men toch met geweld de grens van 100.000 inwo ners passeren? Hij verklaart een voor stander te zijn van regionale samenwer king met behoud van zelfstandigheid. T.a.v. Rynsburg merkt hij op, dat het zijn kans schoon ziet om in het strijd gewoel op onsportieve wijze met grijp grage vingers een groter deel te bemach tigen dan nodig is. Hulde aan de burgemeester Een kort maar pakkend slot woord werd gesproken door wet houder Steenmetser, die hulde bracht aan al het werk door de burgemeester tot dusver verricht. Wij bouwen, aldus spr. in de ure van het gevaar op U. De slag is nog niet verloren. Wij raken niet in paniek. De aanval is de beste verdediging. De voorzitter ging na wat in hoofd zaak door de verschillende sprekers was gezegd en kon zich daarachter stellen. Hij ging het gehele proces tot dusver na en aarzelde niet de plannen onzalig te noemen. Een redelijke en royale kans moet men aan Oegstgeest geven in de plaats van het gevoel, dat men met al zyn gerechtvaardigde bezwaren tegen een muur loopt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 3