STOOIIROEPERS VAN DE NIEUWE TUD J Y S Verstrooidheid en blijdschap zijn gevaren op de weg Vrijdag 29 april 1960 M 11 8 n 1 -V-- Psychologen en psychiaters bij uitreiking rijbewijzen M WOORD VAN BEZINNING HET LEVEN EEN FEEST? s Dl J 'm.* t r WtfBuÊBÊutm é^Y,W: 9' :i w,.-; fj, m Automobilisten opgepast(II) Foto s als de bovenstaande kunnen helaas dagelijks en in alle werelddelen worden gemaakt Persoonlijke zorgen meestal samenhangende ri\et het gezin of de werkkring van de automobilist zijn, psychologisch gezien, de meest voorkomende oorzaken van verkeersongevallen. Zo'n gevoels- probleem kan van lange of korte duur, van veel of weinig belang zijn. De man, die vóór hij in zijn auto stapte, twist had met zijn vrouw, het meisje, wier moeder zojuist gestorven is, de moeder, wier zoon voor een belangrijk examen zakte, zij allen zijn, als zij achter het stuur plaatsnemen, serieuze kandidaten voor een hospitaal of een kerkhof. Eens werd dr. Lovett-Doust op weg naar huis aangereden. Zijn wagen werd beschadigd. Er was weinig verkeer en het zicht was goed. „De politie ondervroeg de aanrijder en ik kon niet nalaten, hem psychiatrisch een beetje aan de tand te voelen", aldus dr. Lovett- Doust. „Ik leerde toen, dat hij dol was op zijn gezin, maar dat dit nog in Italië vertoefde. De man was daardoor chronisch eenzaam, had heimwee en was emotioneel uit zijn evenwicht geraakt. Door dit alles reed hij slecht en veroorzaakte hij een schade van vierhonderd dollar". Acute oorzaken PSYCHISCHE storingen zijn dik wijls opvallender en acuter dan in het geval van die Italiaan. Eens op een avond had de directeur van een Canadese firma een ernstig meningsverschil met een zijner verko pers. Hij stormde opgewonden het kantoor uit, klom in zijn auto en dook met grote snelheid in het spitsuurver- keer. Hij reed met een vaart van 100 km. tegen een lantaarnpaal op en overleed ter plaatse. Zelfs een heel kleine irritatie kan een automobilist brengen tot een rampzalige daad. Dr. Lovett-Doust vertelde ons het geval van een verkoper. De man had een grote order afgesloten en reed zeer vol daan huiswaarts. Onderweg passeerde een oudere heer hem in een oudere en goedkopere wagen dan de zijne. De verkoper, nog in spanning over de af gesloten order, wond zich zeer op over die „vernedering". Hij drukte zijn gas pedaal in, passeerde de oudere heer, maar botste met grote vaart tegen een vrachtauto, die uit een zijweg kwam. Hij bracht het er levend af, maar zijn auto werd totaal vernield. Achtbare, nauwgezette mensen kun nen achter het stuur bedriegelijk ge vaarlijk zijn. Achter hun degelijk, vriendelijk en verzorgd uiterlijk gaan namelük soms gevaarlijke spanningen schuil. Zij zijn zeer gesteld op accura tesse, punctueel te zijn en maatschap pelijkheid. Hierdoor zijn zij wel eens te weinig soepel en is hun aanpassings vermogen soms te klein. Zij kunnen niet juist reageren op plotselinge ge varen of onverwachte veranderingen. Doen die zich voor, dan kunnen hun innerlijke spanningen tot gevaarlijke explosies leiden. Een in Toronto wonend boekhouder placht zijn huis om 8.25 uur te ver laten en om 8.45 uur op zijn kantoor te komen. Eens was een der straten, die hij altijd koos. afgesloten. Hij sloeg een zijstraat in. Het verkeer was erg druk. Hij probeerde nog een andere straat. Daar was helemaal geen door komen aan. Toen geraakte hij in pa niek. Probeerde een U-bocht te maken. Raakte het trottoir. Botste op een te genligger. Het gevolg? Een verblijf in een ziekenhuis. Gevaarlijke automobilisten zün ook zij, die verstrooid zijn of een gebrekkig concentratiever mogen hebben. Iemand kan, bijvoor beeld, zó opgaan in zijn werk of pro blemen, dat hij half in de werkelijk heid en half in zijn verbeelding leeft. Dit komt vooral voor bij mensen met fantasie, zoals schrijvers en andere kunstenaars. Onderzoekingen wezen uit, dat ongeveer 15 van alle Cana dezen chronisch lijden aan - wat we nu maar zullen noemen - verstrooid heid. En zelfs de man, die zegt met beide benen stevig op de grond te staan, is niet immuun tegen ver strooidheid. „Ernstige onderzoekingen brachten aan het licht, dat nagenoeg iedereen zo nu en dan een beetje een dromer is, dus in lichte graad ver strooid", aldus een psycholoog. Een beetje dromen kan ongevaarlijk, ja zelfs nuttig zijn, maar het is altijd ge vaarlijk, als men achter het stuur zit! BLIJMOEDIGE mensen, die de we reld door een roze bril bezien en menen, dat hun niets onaange naams kan gebeuren, kunnen even eens een gevaar op de weg zijn. Des kundigen hebben vastgesteld, dat die blijmoedige mentaliteit iemands voor zichtigheid verminderen en reflexen vertragen kan. „De vreugde om te rij den, de buitenlucht, de zon, het gevoel van vrijheid" - aldus inspecteur Witts - „zijn soms dodelijk voor die blijmoe dige figuren". In dit verband is het geval van een zakenman in Toronto leerzaam. Der tig jaar had hij gereden en nog nooit een ongeluk gehad. Eindelijk, na twin tig jaar geen vakantie te hebben geno men besloot hij, er een poosje uit te trekken en een lange autotocht te gaan maken. Hij vertrok en was een uur later dood. Het zicht was uitste kend. Zijn auto was in prima condi tie. Toch reed hij op een onbewaakte overweg tegen een locomotief. Onbe grijpelijk? Psychologen, die het geval bestuderen, kwamen tot de conclusie, dat 's mans vreugde over zijn zo lang verbeide vakantie hem in de letterlijke zin des woords verblind had. De rcekelozen DE deskundigen, wier taak het is, verkeersongelukken te onderzoe ken, hebben heel wat minder sympathie voor automobilisten van een ander type, die zij verantwoordelijk stellen voor een hoog percentage van allen ongelukken. Dat zijn de mensen, die weten, dat zij roekeloos rijden, maar die het niefs kan schelen. Een politie-officier gaf de volgende karak teristiek: „Zo iemand is bijvoorbeeld op weg om een belangrijke zaak af te sluiten. Duizenden dollars kan hij ver dienen. Waarom (denkt hij) zou hij zich druk maken over andere mensen of een boete van een paar honderd gulden? Wij (aldus de politieman) zijn altijd blij, als we de kans krijgen, zo iemand een poosje over zijn houding te laten nadenken.in een cel". Psychologen zijn tot het inzicht ge komen, dat een dergelijke houding vaak voortspruit uit een verkeerde op voeding. Te veel of te weinig disci pline in de jeugd kan tot een tekort aan zelfdiscipline leiden. Een groot deel van de dag wordt zo iemand mis schien in toom gehouden door een strenge baas of een bedillerige vrouw, maar neemt hij plaats achter het stuur, dan weet hij zich eigen heer en meester.en dan wordt zijn auto vaak een werktuig, waarmee hü ver nielt of, erger, doodt. Een roekeloze instelling vindt men eveneens vaak bij jeugdige automobi listen. Zij lijden dan aan een kwaal, die heel veel voorkomt, te weten de drang om op te scheppen, te stunten of anderszins opvallend te doen. Eens reed een jonge automobilist in Ontario me een snelheid van 160 km op de ver keerde rijbaan tegen het verkeer in. Hij doodde zichzelf en vijf anderen bij de onvermijdelijke fatale botsing. Geluk kig worden de meeste jongelui hun onverantwoordelijkheid de baas, als zij onder goede tucht komen en op de juiste manier rijlessen krijgen. En dan blijken zij vaak betere rijders te zijn dan veel volwassenen, omdat zij een beter reactievermogen hebben en lichamelijk in betere conditie zijn. Nuttig werk IN de kliniek te Detroit verzamelt men veel nuttige gegevens omtrent automobilisten. Men onderzoekt er niet alleen de echte brokkenmakers, maar ook zeer veel verkeersovertre- ders, die geen ongelukken veroorzaak ten. Allen moeten zich onderwerpen aan tests (gezichtsvermogen en intel ligentie). Vervolgens laat men hen plaatsnemen achter een (dummy-), stuur en werken met gas- en rempe dalen. Een vernuftig toestel de re- actograaf legt hun reacties vast. Na deze proeven moeten de delinquenten vragen beantwoorden over verkeersre gels, verkeersborden en hun eigen le ven (familie, ziekten, loopbaan, vrien den, liefhebberijen, huwelijk, afkeer, voorkeur, vooroordelen, en wat dies meer zij). Op grond van deze en nog andere gegevens schrijven de experts over elk geval een rapport. Dit wordt ter beschikking gesteld van de ver keersrechter. Deze kan de verkeerszondaar de keus geven tussen gevangenisstraf en een voorwaardelijke veroordeling met ver plichting tot het ondergaan van een psychiatrische behandeling. De meeste delinquenten kiezen het laatste om de kans te krijgen, beter te gaan rijden en hun eigen gevoelens te gaan begrijpen en onder appèl te krijgen. Gegevens van deze aard vergaart men in Ontario, zij het op kleinere schaal. Hier zijn het vrijwel uitsluitend zware verkeerszondaars, die uitgebreid onderzocht worden. De nodige inlich tingen worden in de regel niet door psychologen, maar door ervaren onder vragers ingewonnen. De ondervrager begint met het politierapport van het ongeluk of de overtreding te bestude ren. Dan gaat hij met mensen praten om zoveel mogelijk te weten te komen omtrent de persoon en de gewoonten van de automobilist. Als deze bij het ongeluk niet werd gedood, praat de on dervrager gewoonlijk eerst met hem en wel te zijnen huize. „De vragen, die ik stel en de antwoorden, die ik krijg, zyn strikt vertrouwelijk", lichtte Wal ter Heaslip toe. „Wij trachten de auto mobilist duidelijk te maken, dat wij hem geen nieuwe straf willen bezorgen, maar ons best doen om anderen via hem te helpen". Na met de automobi list te hebben gepraat, voert de onder vrager gesprekken met diens familie leden en vrienden. Het doel is: zoveel mogelijk te weten te komen, omdat deze kennis het leven van anderen kan redden! De ondervragers geven de in lichtingen door aan psychologen en psychiaters, die ze bestuderen en dank zij zo'n rapport wel eens een (nieuwe) slechte gewoonte of geestelijke storing kunnen toevoegen aan de reeds lange lijst van „ongevallen veroorzakende lichte en zware afwijkingen". Het doel DE deskundigen hopen op den duur in staat te zullen zijn om de auto riteiten gefundeerde adviezen te verstrekken omtrent het al dan niet uitreiken van rijbewijzen. Anders ge zegd: Te kunnen uitmaken, welke mensen wel en welke niet gevaarlijk zullen zijn achter het stuur. Misschien zal het dan tevens mogelijk zijn, auto mobilisten in spé zo te vormen en te scholen, dat ze hun gevaarlijke eigen schappen verliezen of in toom houden. Misschien zullen de psychiaters en psychologen er zelfs in slagen, iedere automobilist bewust te maken van het feit, dat hij zelf ook een potentieel slachtoffer is van eigen psychische sto ringen en ontsporingen. „Het belangrijkste van alles is na- meiyk", aldus inspecteur Witts, „dat wij allen gaan inzien, dat ook wij on derhevig zün aan dergelijke storingen en ontsporingen. Zelfs als maar 50% van alle automobilisten zou inzien en erkennen, niet volmaakt te zün en hiernaar zou handelen, zou het onge- lukkencijfer zeer snel dalen!" (I.O.R. - Leidsch Dagblad) Tl r E r ET twee nationale feestdagen voor de boeg is er alle aan leiding ons te bezinnen op het feest. En dan niet zozeer bezinning op 30 april en 5 mei, al zouden we ook daarover best kunnen medi teren. Maar van die dagen staat het feestelijk karakter zonder meer vast: we verheugen ons van harte over de verjaardag van onze Ko ningin en we herinneren ons, in tens dankbaar, de bevrijding uit de nacht der bezetting. Anders wordt het, als we de vraag stellen: is het leven een feest? Dat er feestelijke dagen in voorkomen, zal niemand ontkennen. En dat op die dagen het leven ons toelacht, de toekomst ons minder donker voorkomt, is al evenzeer waar. Maar op grond van die dagen van het leven. Maar waarom zul je dat doen? Zoek de zon op! Staar je niet blind op de donkere kan ten van het leven. Er is zoveel te genieten: het leven is mooi, als je het maar zien wilt! Het leven is iedere dag een feest. Verheug je in alles, wat je bezitten mag! Of is het beantwoorden van de vraag, die we stelden een kwestie van succes of tegenslag? geluk of pech? Wie succes, geluk heeft krijgen. Er is immers sprake van een verstoring van het feest, dat God de mens bereid had. Als gevolg van die verstoring zal de mens een hard leven hebben in moeite en pijn. Maar dat is niet het enige, dat ons uit de bijbel tegenklinkt. Want wie goed luistert, hoort, dat God het feest niet opgeeft en niet rust voor Zyn feest is aangebroken. En dat is niet alleen iets voor later, voor het hiernamaals, maar dat is wel degelijk bestemd ook voor dit leven. Dat grote gebeuren werpt zijn schaduw vooruit. Maar hoe zit dat dan? Jezus heeft zün volgelingen toch alles behalve een makkelijk leven voorspeld? Hij heeft hen toch het kruis in uitzicht gesteld? Dat kan toch moeilijk fees telijk genoemd worden? Nee, naar kunnen we toch moeilyk zeggen, dat het leven een feest is. Is het beantwoorden van de vraag, die we ons stelden, misschien een kwestie van pessimisme of op timisme? En dan ook sterk afhan kelijk van onze aard, onze inslag? De pessimisten zeggen: het leven een feest? Kom nou! Het leven is een harde zaak. Overal kom je de scherven van het geluk tegen; al les wat de mens opbouwt, wordt af gebroken; overal zie je ziekenhui zen, sanatoria, kerkhoven; wil je nog duidelyker monumenten van van het weinig feestelijk karakter van het leven? Maar de optimisten zeggen: je kunt makkelijk altyd even somber zyn, altijd even somber denken slaagt er dan wel in om het leven als een feest te zien: natuurlijk, want alles lukt hem, al zijn wensen worden vervuld. En wie altyd te genslag, pech heeft, kan moeilijk anders dan donkere gedachten over het leven hebben, ziet het leven niet anders dan als een harde strijd om het bestaan en vindt deze wereld alleen maar een tranendal. Eén en ander houdt in, dat het feestelyke van het leven hangt aan onze aard, onze stemming of aan de omstandigheden, waarin we ver keren. Dan liggen de kansen op een feestelük leven voor iedereen wel erg ongelyk. Als we ons met onze vraag tot de bijbel wenden schynen we aanvan kelijk een ontkennend antwoord te onze gedachten niet. Maar Jezus Christus bevrijdt ons tot dat leven, waarin we mét onze ziekte en pijn, in onze tegenslag en pech toch het feestelijke ontdekken, omdat het niet zinloos is, maar door Hem zin vol gemaakt. Pessimisten en optimisten, ge- luks- en pechvogels krijgen by Hem een gelyke kans op het leven als feest. Is het leven een feest? Ja, als we met Jezus Christus op weg gaan naar het grote Feest, het Konink rijk van God. Dan zyn we nu al E. H. KALKMAN hervormd predikant te Waddinxveen. Grote geesten, toch mensen (VIII) De tweede helft van de 16e eeuw was een tijd van ingrijpende omwentelingen op maatschappelijk gebied en van gruwelijke gods dienstoorlogen. Het was de tijd, waarin Nederland was gewikkeld in de Tachtigjarige Oorlog en Duitsland in de bloedige Dertigjarige Oorlog. Het was de tijd van de Parijse Bloedbruiloft: de nacht waarin de Franse Koning Karei IX duizenden onschuldigen op de meest afschuwelijke wijze liet afslachten. Het was een tijd, waarin de over tuiging, dat de aarde een tranendal is, zich met onweerstaanbare kracht aan de mensen opdrong. Uit dit aardse tranendal was voor hen, die nog niet de jaren hadden om van het leven te scheiden, slechts één uitweg: de weg naar het geheimzinnige rijk van het occulte, het bovennatuurlijke. De zekerheid, die zij op aarde niet von den, zochten zij in het bovenaardse. Ziedaar de verklaring waarom op het einde van de 18e en het begin van de 17e eeuw de oude „weten schap" van de sterrenwichelarij de astrologie opnieuw in het brand punt van de belangstelling kwam te staan. Uit de stand der planeten meen de men te kunnen voorspellen wat er op de aarde zou gebeuren. Hoe meer men van die planeten wist, hoe nauw keuriger de voorspellingen zouden kun nen zijn, dachten de sterrenwichelaars. Daarom bestudeerden zy met onver droten ijver en nimmer aflatende toe wijding de stand der sterren en de loop der planeten. Zy beoefenden dus de astronomie of sterrenkunde ter wille van de astrologie, de sterrenwichelarij. Omgekeerd waren de werkelijke ster renkundigen, die zich niet voor astro logische voorspellingen, doch uitslui tend voor hun wetenschap interesseer den, vaak gedwongen hun dagelyks brood te verdienen met het maken van horoscopen voor rijke opdrachtgevers. Tycho Brahe zou zich in zyn graf hebben omgedraaid, als ihy had gewe ten, wat zijn assistent met zijn levens werk duizenden notities over de stiand der sterren en de loop der pla neten heeft gedaan. Kepler bracht namelijk de doodsteek toe aan de as trologie, waarmee Brahe zijn brood had verdiend. Want uit de zogenaam de „wetten van Kepler", die de grote sterrenkundige opstelde, bleek, dat de planeten hemellichamen waren, die aan dezelfde natuurwetten gehoor zaamden als de aarde. De onhoudbaar heid vani de opvatting,, dat de plane ten door de Schepper aan de hemel waren geplaatst om de mens te vertel len. wat zijn lot op aarde zou zijn, was daarmee aangetoond. Maar deze dodelijke aanval van Kep ler op de sterrenwichelary nam niet weg, dat hy' zelf vaak met astrologi sche voorspellingen de kost moest ver dienen. „Moeder Astronomie", zo druk te hij zich uit, „zou zeker zijn verhon gerd, als Dochter Astrologie het brood zijn verstand zelfstandig kon gebrui ken. Toen hy namelijk eens tijdens een kerkdienst zag, hoe een kaarsenkroon langzaam door de wind heen en weer werd bewogen, viel het hem op, dat wanneer het slingeren minder werd, de tyd voor elke slingering gelijk scheen te blyven. Met behulp van zijn polsslag horloges waren er nog niet controleerde hij de slingertyden en inderdaad: de slingertijd was onafhan kelijk van de uitwijking van de kroon. Galilei had' zün eerste natuurweten- schappelyke ontdekking gedaan l Andere ontdekkingen volgden. Vooral op sterrenkundig gebied deed de grote Italiaan van zich spreken, want hy wist aan te tonen, dat anders dan men destijds vrijwel algemeen aannam niet de zon om de aarde, maar de aarde om de zon draait. Daar dit echter door de Rooms-Katho- lieke kerk als een ketterse leer wordt beschouwd, wordt hij weldra het mik punt van aanvallen van andersdenken den. Ontmoedigd door zoveel misken ning schrijft Galilei dan aan zijn vriend Kepler: „Zoals slangen hun oren, zo sluiten de mensen hun ogen voor de levende waarheid. Zy zoeken de waarheid niet in het heelal of in de natuur, maar in de vergelijking van de teksten van oude filosofen". Op aandrang van Galilei's vyanden gelast de Inquisitie in 1616 Ga lilei zün leer af te zweren en te beloven deze ketterij in geschrift noch woord te verkondigen. Hü gehoor zaamt. Zestien lange jaren houdt luj zyn belofte. Dan wordt zyn over tuiging hem te machtig en schrijft hy in een verhandeling nogmaals, dat de aarde om de zon draait. Een jaar later L/L Joannes Keppler De erfenis van Tycho Brahe Een van de grootste wetenschappe- lyke sterrenkundigen uit die oude tüd was Johannes Kepler. Hü werd geboren in Wiirtenberg als zoon van arme Lutherse ouders en was een zwakke en eigenlijk voortdurend zieke man ,die een moeilijke en kommervolle jeugd achter de rug had, toen hij op 22-jarige leefityd zün eerste sterren kundige verhandeling publiceerde. Eni ge jaren daarna werd hü assistent op het sterrenkundige observatorium van de beroemde Deense edelman Tycho Brahe, die keizerlük astroloog te Praag was. De aantekeningen, die deze Brahe gedurende een lange reeks van jaren had gedaan, kwamen de jonge Kepler goed van pas bü zün wetenschappelük werk. Toen Brahe enige jaren nadien stierf, nam de nog steeds jonge geleer de diens aantekeningen mee naar Linz, waar hy als leraar een karig bestaan leidde. voor beiden niet had verdiend". Waar- lyk, ook voor de mannen van de we tenschap was de aarde in de 16de en de 17de eeuw maar al te vaak een tra nendal En toch beweegt zij zich Keplers 'beroemde tüdgenoot, de Italiaanse denker Galileo Galilei had al evenmin reden zich te ver heugen over de ontvangst, die zün as tronomische ontdekkingen in zün va derland werd bereid. „Ik geloof, dat er in de wereld geen grotere haat bestaat dan die van de onwetenden tegen de wetenden', heeft hü eens gezegd. En hü kan het weten, want onder die haat ging de grote natuuronderzoeker zün leven lang gebukt. Galilei is een ontdekker geweest van de eerste orde. Reeds in zün jonge jaren toonde hü, dat hü zün ogen de kost wist te geven en rs. Galileo Galilei staat de 70-jarige grysaard voor de rechtbank. Hü wordt gedwongen zün leer af te zweren en gebroken als zün kracht is door de ellende, die men over hem heeft gebracht, gehoorzaamt hü wederom. Maar als hy uit de rechtzaal wordt geleid, na uitdrukkelijk te heb ben verklaard, dat de aarde het stil staande middelpunt van het heelal is. horen de omstanders zijn tandeloze mond prevelen: „E pur se muove; tóch beweegt zü zich!" Met die overtuig in gaat de beroemdste Italiaanse denker van zijn tüd de weg naar de gevange nis. Pas negen jaar later verlost d; dood hem van de verschrikkingen var. het aardse leven. Maar het nageslach eert hem als een man, die de waar he. stelde boven zijn persoonlük geluk een groot denker, wiens ontdekkingen de nieuwe tüd hebben ingeluid. De volgende keer: DIENAREN VAN DE WERKELIJK HEID, ZOEKERS NAAR *T IDEA AI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 23