A-FACULTEITEN WILLEN IN
BINNENSTAD BIJEEN BLIJVEN
Terrein van de Doelkazerne
is liet centrale probleem
DOELENTERREIN
Jongen gedood bij vechtpartij
Belgische
persstemmen
kerkelijk L
MAANDAG 25
APRIL 1960
Ruimte in nieuwbouw aan
Stationsplein
In de binnenstad zullen gevestigd
blijven de A-faculteiten, de bibliotheek
en bepaalde algemene diensten. Ook
hier zün de behoeften aan uitbreiding
zeer groot.
De faculteit van letteren en wijsbe
geerte heeft geen afzonderlijke institu
ten voor de verschillende onderafdelin
gen willen vestigen, dit om een zekere
desintegratie van de faculteit tegen te
gaan. Men heeft er de voorkeur aan ge
geven zoveel mogelijk bijeen te blijven,
met de studiezalen in de Universiteits
bibliotheek als centrum. In de praktijk
was de moeilijkheid dat in de binnen
stad of onmiddellijk in aansluiting daar
op geen ruimte aanwezig was en is om
de uitbreidingsbehoeften, ontstaan dooi
de groei van het aantal studenten, door
het invoeren van de methode om aan
kleinere groepen studenten werkcolleges
en practica te geven, alsmede door de
sterke groei van de wetenschappelijke
staf, op te vangen. Het was dan ook on
vermijdelijk om te trachten huizen en
zelfs vertrekken, nog zoveel mogelijk in
de nabijheid van de bibliotheek, te ko
pen of te huren. Al kon zodoende enige
ruimte worden gevonden, de toestand is
nog steeds hoogst onbevredigend.
De juristen zijn ondergebracht in het
Gravensteen, waarvan de restauratie en
herinrichting eind 1955 kon worden vol
tooid. Natuurlijk was het een belangrijke
aanwinst, maar ook deze ruimte is al
weer zeer krap geworden.
De sociologen zyn ondergebracht in
een pand aan»het Rapenburg, dat ook
geen voldoende huisvesting meer biedt
en voor de psychologie is de situatie nog
het meest bedroevend. De algemene, de
schoolpsychologie en conflictspsycholo-
gie zijn verspreid over verschillende
ruimten in de binnenstad, ruimten die
qua omvang en de staat waarin zij ver
keren absoluut beneden alle peil zijn.
Gelukkig is voor de psychologie een op
lossing in het zicht, doordat een vijftal
huizen aan de Rijnsburgerweg kon wor
den aangekocht. Dit zal een grote ver
betering brengen, maar zal nog maar
een provisorische oplossing kunnen be
tekenen. (Dit zijn de huide Leidse On
derwijs Instellingen, waarover wij on
langs schreven, Red. L.D.)
Collegezalen en Bureau
Curatoren
Voorts ls ook de situatie benauwend
waar het betreft de collegeruimten voor
algemeen gebruik in de binnenstad en
de administratie, dus het Bureau van
Curatoren. Door delegatie van bevoegd
heden van het Ministerie van O. K. en
W. aan dit bureau en door sterk ge
groeide omvang van de Universiteit,
moest ook het personeel van het Bureau
Curatoren groeien. Waren er in 1950 nog
31, thans bedraagt het aantal perso
neelsleden reeds 84 en straks zal door de
verkrijging van rechtspersoonlijkheid de
behoefte aan personeel nog verder
groeien.
Bibliotheek
Tenslotte zijn ook de Universiteits
bibliotheek en haar boekenmagazijnen
ernstig door ruimtegebrek gehandicapt,
hetgeen een ongunstige invloed heeft op
een vlotte gang van zaken in het uitleen,
bedrijf. Lijkt het mogelijk om op den
duur in samenwerking met de gemeente
Leiden oplossingen te vinden, het grote
probleem is dat hiervoor zo ingrijpende
maatregelen in de binnenstad moeten
worden getroffen, dat hiermee nog vele
jaren zullen zijn gemoeid.
Wy z\jn dan ook bijzonder verheugd
met het feit dat de Rijksgebouwendienst
afspraken heeft gemaakt voor de huur
van kantoor- of instituutruimten in een
nieuw to bouwen groot complex aan het
Stationsplein, dat, als de plannen goed
verlopen, binnen enige jaren gereed zou
kunnen zün. Deze ruimten hebben wü
zeer dringend nodig om de ergste nood
te kunnen opvangen en wij hopen dan
ook vurig dat de minister van Volks
huisvesting en Bouwnüverheid spoedig
zal kunnen besluiten tot het verlenen
van de Rijksgoedkeuring voor de bouw
van dit complex, aldus baron de Vos van
Steenwük.
Overwegingen
Wat de plannen voor de definitieve
huisvesting van de Universiteit in de
binnenstad betreft, deze hebben nog
niet geheel vaste vormen aangenomen,
in zoverre, dat nog enige mogelijkheden
worden overwogen. Wel staat vast dat
de letteren, wijsbegeerte en de theologie
in één complex zullen worden onderge
bracht, tezamen met de bibliotheek, al
thans voor zover het de westerse sektie
van de letteren betreft. Voor de niet-
"'esterse sektie bestaat het plan een
vleugel te bouwen achter het Museum
van Volkenkunde, waarin ook het Insti
tuut voor Taal-, Land- en Volkenkunde,
dat momenteel nog in Den Haag is ge-
vestigd, zal worden ondergebracht.
Tijdens de begroeting in de hal
van het nieuwe laboratorium voor
Biochemie aan de W assenaarse-
weg. De minister van Onderwijs,
K. en W.. mr. J. M. L. Th. Cals
(links) in gesprek met de presi
dent-curator van de Leidse Univer-
teit, dr. J. E. baron de Vos van
Steenwijk en de rector-magnificus,
prof. mr. J. E. Jonkers.
(Foto L.D./Holvast)
Mocht het noodzakelijk blijken te be
sluiten de bibliotheek en de vleugel van
de letteren en wijsbegeerte elders in de
binnenstad te vestigen, dan is de grote
vraag waar ruimte zou kunnen worden
gevonden en dat niet alleen voor het zo
juist genoemde complex, maar ook voor
de sociologie, de psychologie, de econo
mische faculteit, waarvan we in blijde
verwachting zijn en de zo noodzakelijke
uitbreiding van de collegeruimte, het Bu
reau van Curatoren en last but not least
het Groot Auditorium, dat in elk geval
bij het 400-jarig bestaan van de Univer
siteit in 1975 gereed moet zijn.
Hiermee kwam spreker op het centrale
punt in de hele puzzel van de Universi
taire huisvesting in de binnenstad, het
Doelenterrein. Het Doelenterrein, dat
momenteel nog in gebruik is bij het De
partement van Defensie en wel ten be
hoeve van de koksopleiding, is het enige
terrein waar op de Universiteit, zou zij
het ter beschikking kunnen krijgen, aan
de slag kan gaan zonder dat zij moet
wachten op de gecompliceerde en zeer
tijdrovende fase van sanering van een
bewoonde stadswijk.
Welke mogelijkheden ook door de
stedebouwkundig adviseur zijn opgesteld
voor de definitieve Universitaire huis
vesting in de binnenstad, de conclusie
was steeds dat het Doelenterrein feite
lijk de enige sleutel tot oplossing van
het vraagstuk vormt.
Tot dusver gepleegd overleg
heeft uitgewezen dat de militaire
instanties niet ongenegen zouden
zijn het terrein af te staan indien,
ten laste van de begroting van het
ministerie van O., K. en W., elders
vervangende accommodatie voor
de thans op het terrein gevestigde
inrichtingen zou worden geschapen.
Momenteel wordt over deze kwes
tie overleg gepleegd met de ge
meente Leiden, die eigenaresse is
van de grond en er bestaat alle
hoop dat spoedig het overleg over
deze essentiële kwestie kan worden
voortgezet met de betrokken depar
tementen, die van O.K.W., Defen
sie, Volkshuisvesting en Bouwnij
verheid en Financiën.
Studentenhuisvesting
De situatie van de studentenkamers
komt in Leiden overeen met die in an
dere oude universiteitssteden. Het insti
tuut van de particuliere kamerverhuur
ster of verhuurder brokkelt door de ge
wijzigde sociale en economische om
standigheden steeds meer af en daar
tegenover staat juist de enorme toename
van het studentenaantal.
Wil vermeden worden dat een nog
groter percentage dan het huidige zal
vervallen in de ongewenste status van
spoorstudent en willen wij zo mogelijk
dit percentage terugdringen, dan zijn
grote middelen nodig. Na de bevrijding
nam prof. Meyers het initiatief tot de
inrichting van een aantal studentenhui
zen in de binnenstad. Vanaf 1953 is ge
tracht plannen op grotere schaal te ont
wikkelen. Later kwamen het paviljoen
complex en de sterflat tot uitvoering en
andere plannen staan op papier.
Nog veel meer staat te doen, in ver
band waarmee de Stichting Leidse Stu
dentenhuisvesting een ontwikkelings
plan heeft opgesteld voor de komende
periode. Verwacht wordt dat in de eer
ste 10 k 20 jaar kamers moeten worden
gebouwd voor ca. 3000 studenten. Dit
aantal is gebaseerd op dezelfde prog
noses die worden gehanteerd voor de
nieuwbouwplannen ten behoeve van de
universitaire instituten, waarbij men er
van is uitgegaan dat het percentage
spoorstudenten gelijk zal blijven. Bij de
geldende norm van een Rijkssubsidie
van f. 5500,— in de onrendabele top per
student zal hiermee voor het Rijk een
bedrag van ca f. 15 miljoen gemoeid zijn.
Uiteraard zal zeer tijdig de nodige
ruimte moeten worden gereserveerd voor
de studentenflats, die werden gedacht
ieder 200 k 300 studenten te kunnen
huisvesten. Hieromtrent is het overleg
nog gaande. De moeilijkheid hierbij is
dat het universitaire uitbreidingsterrein
geheel benodigd is voor de bouw van
nieuwe laboratoria e.d., terwijl in het
Leidse areaal er in feite al ruimte tekort
is voor de geplande nieuwe woon- en in
dustrie!'ijken. Wij hopen van harte dat
een aantal geschikte terreinen kan wor
den aangewezen en vertrouwen er ver
der op dat het mogelijk zal zijn toch ook
nog in de binnenstad door aankoop en
restauratie van oude panden studenten
te kunnen blijven huisvesten. Voorts
sprak de president curator over de wen
selijkheid van groter overheidssteun bij
de realisering van bijkomende voorzie
ningen ten behoeve van de studenten,
merendeels vallende onder het zoge
naamde „gezelligheidsleven".
Huisvesting personeel
Tenslotte bracht baron de Vos van
van Steenwijk in het kort de huisvesting
van het universiteitspersoneel ter sprake.
Voor de Universiteit is het uiteraard
wenselijk dat zij in staat is de meest
geschikte mensen aan te trekken voor
de bezetting van de verschillende staf-
en technische functies. Voor velen
speelt, bij het beoordelen van de vraag
of zij een functie by deze Universiteit
zullen accepteren, een belangrijke rol de
vraag of geschikte woonruimte aanwe
zig is. Wat dit betreft is de situatie in
Leiden allerminst gunstig, en het is dan
ook voorgekomen dat deze kv/estie een
obstakel vormde bij onze pogingen in
bepaalde vacatures te voorzien.
Op de 1800 personeelsleden (excl.
Academisch Ziekenhuis) zijn er thans
ruim 150 woningbehoevenden, onder wie
7 hoogleraren. De gemeente kan slechts
incidenteel een woning toewyzen: voor
1960 kreeg de gemeente Leiden een toe
wijzing van 250 woningwetwoningen,
waarvan ongeveer 80 bestemd zyn voor
krotopruiming en voor de Kon. Marine.
De verwachte toename der personeels
sterkte met 1200 personen in 5 jaar tijds
(tot 1965) zal de vraag naar woningen
voor universiteitspersoneel doen toene
men met minstens 350 tot 1965 of 500
tot 1970. Op deze grond is aan Gedepu
teerde Staten gevraagd om een extra
toewijzing van bouwvolume ten bedrage
van 50 woningen per jaar tot 1970.
Tijdens gevecht met groep brom fietsers
Vrydagavond is de 19-jarige Korstiaan Kraaijeveld uit Sliedrecht by een vecht-
party tussen groepen jongelui uit Sliedrecht en Gorinchem door een messsteek
in de hartstreek gedood. De politie arresteerde later drie jongens, van wie er een
bekende de dader te zyn.
Gedurende de laatste dagen was het
in de Sliedrechtse kerkbuurt 's avonds
erg rumoerig. Groepen Jongelui dromden
in de buurt van de Hervormde Kerk sa
men. Dat was ook donderdagavond het
geval toen een groep jongelui uit Gor-
cum met bromfietsen en veel kabaal de
rust in het centrum verstoorde. Onge-
veel 20 jongelui zochten ruzie met Slie
drechtse jongeren, maar behalve wat
plagerijen en vechtpartijen gebeurde er
niets. De Gorcummers hadden evenwel
Dr. BERGHUIS:
R.K. en protestanten moeten
één front vormen
De voorzitter van de A.-R.-party, dr.
W. P. Berghuis, heeft zaterdagmiddag
nog eens nadrukkelijk gesteld dat hy te
gen een Nederlandse CDU is, doch dat
men het fractieverband van rooms-
katholieken en protestanten in de Euro
pese organen moet handhaven.
Dr. Berghuis zei dit op de algemene
vergadering van het Internationaal Re
formatorisch Verbond,- afdeling Neder
land, zaterdagmiddag in gebouw Belle-
vue te Amsterdam gehouden. Hij sprak
hier als a.-r.-woordvoerder over het
onderwerp „Rome en reformatie in het
eenwordend Europa", waarover ook de
C.H. staatssecretaris van Defensie, M. R.
H. Calmeyer opmerkingen maakte.
Beide sprekers waren het erover eens,
dat de rooms-katholieken en protestan
ten als christen-belijders in deze wereld
heel sterk op elkaar zijn aangewezen en
samen één front moeten vormen, met
name (volgens de staatssecretaris) tegen
de dreiging van de „pseudo religie, die
het communisme is".
gezegd spoedig terug te komen en dat
was vrijdagavond het geval. Zij provo
ceerden een handgemeen en er werden
rake klappen uitgedeeld. In de loop van
de avond begaf de groep twistende jon
gelui zich naar de Middeldiepstraat waar
nabij de Geref. Kerk een vechtpartij
ontstond. De Gorcummers bleken op een
eventueel duel goed te zijn voorbereid
want zij hadden messen, boksbeugels en
fietskettingen bij zich.
De jongelui raakten slaags en toen de
19-jarige Korstiaan Kraayeveld uit de
Ruysdaelstraat 9 te Sliedrecht een jon
gen tegen een aanvallende Gorcummer
in bescherming wilde nemen werd hij
zelf door een messtek in de hartstreek
getroffen. Hij was bijna onmiddellijk
dood. Er ontstond grote consternatie.
De aanvallers namen de benen maar
de politie slaagde erin een aantal bel
hamels te arresteren. De eigenlijke da
ders bleken echter voortvluchtig en de
politie stelde terstond een achtervolging
in. In de omgeving van Schelluinen trof
men een drietal jongelui met een brom
fiets aan. Nadat zij waren aangehouden
bleek men te doen te hebben met drie
vechtersbazen. Zij waren van wapens
voorzien en bleken inderdaad bij de
vechtpartij in Sliedrecht betrokken te
zijn geweest. Zij werden door de politie
naar het bureau te Sliedrecht overge
bracht waar de 21-jarige W. Gerritse
bekende de dader te zijn.
Peter Fitzgerald van het Rotter
damse Sparta is gekozen als reserve
voor het Ierse nationale team, dat op 11
mei a.s. in Dusseldorf tegen Duitsland
en een week later in Malmö tegen Zwe
den zal uitkomen.
Hoewel over het algemeen juichkreten
over de overwinning van de Rode Dui
vels in de commentaren in de Belgische
pers ontbreken, wordt de vreugde over
de nederlaag van het Nederlands elftal
de eerste sinds 1954 niet onder
stoelen of banken gestoken.
„De Gazet van Antwerpen" schrijft,
dat de Belgen weliswaar nooit tot
vloeiend aanvalsspel kwamen, maar dat
„de Nederlanders er niets van terecht
brachten". Het blad meent, dat het
Oranjeteam een imponerende figuur
miste en niet over tactisch inzicht be
schikte. „Geen grote interland, maar
een verdiende zege".
„De Nieuwe Gids" schryft, dat „een
overmoedig Oranje in een middelmatige
derby in het hemd werd gezet". Het blad
voegt hier aan toe, dat men thans heeft
kunnen ervaren wat Faas Wilkes voor
een aanvallend Nederlands elftal waard
is.
„De Standaard" schrijft eveneens de
Nederlandse nederlaag ten dele toe aan
de afwezigheid van Wilkes. „Het was een
verdiende overwinning van de Belgen,
maar er is geen aanleiding de Rode Dui
vels over het paard te tillen. Niettemin
is de smaad van enkele maanden gele
den de 91 nederlaag in Rotterdam
gedeeltelijk uitgewist en betekent de
overwinning, dat België op het interna
tionale voetbalforum weer iets betekent".
„De Volksgazet" schrijft de overwin
ning toe aan de goede organisatie van
de Belgische verdediging. „De Neder
landse ploeg, waarvan veel was ver
wacht, ontgoochelde de toeschouwers en
was in vergelijking met de vorige wed
strijd tegen België zelfs zwak".
„La libre Belgique" is van mening, dat
de overwinning de „schande van Rotter
dam niet heeft uitgewist, maar alleen
naar achteren heeft gedrongen". Het
blad noemt de 2—1 uitslag „geen neder
laag en geen victorie".
„Le Soir" noemt de uitslag een „over
winning, die het hart goed doet".
„De Rode Duivels konden weliswaar
geen prachtige techniek uitstallen, maar
zij behaalden een zege, die hen recht
geeft op gelukwensen".
Een deel van het uitgestrekte ter
rein van de Doelenkazerne, dat
wellicht door Defensie zal worden
ontruimd ten behoeve van de uit
breiding van de AcademieDefen
sie stelt echter als voorwaarde, dat
Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen het scheppen van een
nieuwe huisvesting voor de Koks-
school elders bekostigtDit. zou
natuurlijk betekenen dat O.K. en
W. dubbele kosten zou moeten be
steden aan de Universitaire expan
sie op dit terrein.
„Kruisiging" van Rembrandt
te Agen (Fr.) ontdekt
Na expertise en contra-expertise met
medewerking van Nederlandse specialis
ten is onomstotelijk komen vast te
staan, dat in een dorpje in de buurt van
Agen een schilderij van Rembrandt is
ontdekt.
Het schildery meet 90 by 73 centi
meter. Het stelt Christus, stervend aan
het kruis, voor. Het schildery behoort
aan de kerk van Le Mas d'Agenais, een
dorp bij Agen, toe.
Verleden jaar september werd het
voor restauratie naar de ateliers van het
Louvre te Parijs gezonden omdat het
verkleurd en schilferig werd. Men
schreef het schildery aan de Hollandse
school van de gouden eeuw toe zonder
echter de maker te kennen.
Een studie met behulp van ultravio
lette stralen bracht de handtekening
van Rembrandt aan het licht. Neder
landse experts werden voor een contra-
expert'se te hulp geroepen Zij bevestig
en de uits ag van het eerste onderzoek.
Het thans gerestaureerde schildery is
vermoedelijk door Rembrandt in diens
25ste jaar, in 1631, geschilderd. In 1805
werd het door Xavier Duffau, die uit
Le Mais d'Agenais geboortig was, te
Duinkerken aangekocht en als geschenk
voor de kerk aan zijn broer gezonden.
Het is bekend, dat graaf Eugêne de Lon-
lay het meesterwerk totaal verstoft in de
sacristie vond en het in 1854 voor het
eerst liet herstellen.
Op 10 mei zal de bisschop van Agen
een bezoek aan Le Mas d'Agenais bren
gen ter gelegenheid waarvan de Rem
brandt weer in de kerk zal worden ge
plaatst.
Ministers in de studentenbanken.
Van links naar rechts de chef van
de afdeling hoger onderwijs en we
tenschappen van het ministerie van
O. K. en Wdr. A. Piekaar, de
ministers van de Nederlandse An
tillen, de heer F. B. Tromp en mr.
J. C. Debrot, de ministers mr. dr.
C. M. A. van Rooy, mr. V. G.
M. Marijnen. mr J. van Aartsen,
de heer H. A. Korthals, mr. J. M.
L. Th. Cals en de minister-presi
dent, prof. dr. J. E. de Quay.
(Foto LD ./Holvast)
Fidel Castro beschuldigt de
V.S. weer eens
Premier Fidel Castro van Cuba heeft
voor de televisie de V.S. ervan beschul
digd dat zij een aanval op de Cubaanse
regering voorbereiden. Hij zei dat kapi
tein Manuel Beaton, die op het ogen
blik met een kleine troep aanhangers
in het Sierra Maestra-gebergte in de
Cubaanse provincie Oriente tegen zijn
regering opereert, gesteund wordt van
af de Amerikaanse marinebasis te Guan-
tanamo op Cuba. Castro verklaarde dat
de Amerikaanse regering een fascisti
sche politiek voert en „duizenden Ame
rikanen, die gevallen zijn in de strijd
tegen het fascisme, verraadt."
Over de verklaring van Eisenhower,
dat de regering-Castro het revolutio
naire ideaal van vrijheid had verraden,
merkte de Cubaanse premier op, dat de
Amerikaanse president hem en zijn
geestverwanten geen verraders, maar
„loyale vrienden" zou hebben genoemd
als zij de revolutie inderdaad verraden
hadden. „Als wij de Amerikanen nog
nog meer Cubaans land hadden gegeven,
zou Eisenhower ons zijn vrienden heb
ben genoemd en ons waarschijnlijk net
als Franco omhelsd hebben, aldus Fidel
Castro.
even
NED. HERV. KERK
Beroepen te Rfjssen (vac. F. Ver-
gunst) T. Langerak te Vinkeveen. Aan
genomen het beroep van de Generale Sy
node als predikant voor buitengewone
werkzaamheden W. D(jckmeester te Mid
delburg; naar Driebergen (vac. H. J. van
Druten) J. J .Moll te Schoonhoven. Be
dankt voor Bodegraven J. den Besten te
Dirk6land; voor Zetten-Andelst G. van
Estrik te Nleuwland.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Schlldwolde P. N. Kruys-
wljk, kand .te Amsterdam; te Woerden
(vac. S. A. Boonstra) H. Hogenhuls te
Dokkum. Tweetal te Schevenlngen (vac.
G. O. Donner) dr. F. H. von Meyenfeldt
te Lelden. Aangenomen naar Weesp (2de
pred.pl.) J. N. Nammensma te Roode-
school.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN
Beroepen te Gouda M. Nijkamp te
Meppel.
EMERITAAT DS. D. LOUWERSE
Ds. D. Louwerse, hervormd predikant
te Tuil (Geld.) is voornemens 1 mei met
emeritaat te gaan. Ds. Tuil werd in 1894
geboren en in 1921 kandidaat in Gro
ningen. Hy diende de gemeente van
Wissekerke van 1929—1945, in welk jaar
hij buiten bediening geraakte. Op 19
oktober 1947 werd hij predikant te Tuil.
Ds. Louwerse is benoemd tot bystand in
het pastoraat te Knype.
VORMINGSWERK GEREF.
JEUGDORGANISATIES
In Krasnapolsky te Amsterdam is za
terdag de jaarvergadering gehouden van
de Bond voor Gereformeerde Jeugdor
ganisaties (GJO). In zijn openingswoord
wees de bondsvoorzitter, dr. J. L. P.
Brandts uit Emmen, op de vele nieuwe
elementen bij het vormingswerk van de
jongens en meisjes tussen acht en zeven
tien jaar, zoals een nieuwe vorm van
leidersinstructie en de uitgaven van een
afzonderlijk periodiek voor ouderbe
sturen.
Tydens de huishoudelijke vergadering
zyn dr. J. L. P. Brants en mej. M. van
Doorn uit Rijswyk herkozen tot leden
van het bestuur.
De afgevaardigden gingen akkoord
met het bestuursvoorstel het doel van
de bond als volgt te omschrijven: „De
bond stelt zich ten doel het werk van
zijn leden in en voor de jongens- en
meisjesclubs zo vruchtbaar mogelijk te
doen zyn. De bond ziet als doel van het
gereformeerde clubwerk in en door het
groepsverband by te dragen in de vor
ming van meisjes en jongens, welke vor
ming gericht is op het verwerven van
een overtuiging en een levenshouding,
gefundeerd in de kennis van God in
Jezus Christus".
Besloten is de volgende bondsvergade
ring te doen houden in Zwolle op zater
dag 8 april 1961.
Na de vergadering hebben circa zestig
jongens en meisjes van clubs uit Am
sterdam, Rüswük en Amstelveen het
bijbelspel „Dit zal het teken zijn" opge
voerd.