A-FACULTEITEN WILLEN IN BINNENSTAD BIJEEN BLIJVEN Terrein van de Doelkazerne is liet centrale probleem DOELENTERREIN Jongen gedood bij vechtpartij Belgische persstemmen kerkelijk L MAANDAG 25 APRIL 1960 Ruimte in nieuwbouw aan Stationsplein In de binnenstad zullen gevestigd blijven de A-faculteiten, de bibliotheek en bepaalde algemene diensten. Ook hier zün de behoeften aan uitbreiding zeer groot. De faculteit van letteren en wijsbe geerte heeft geen afzonderlijke institu ten voor de verschillende onderafdelin gen willen vestigen, dit om een zekere desintegratie van de faculteit tegen te gaan. Men heeft er de voorkeur aan ge geven zoveel mogelijk bijeen te blijven, met de studiezalen in de Universiteits bibliotheek als centrum. In de praktijk was de moeilijkheid dat in de binnen stad of onmiddellijk in aansluiting daar op geen ruimte aanwezig was en is om de uitbreidingsbehoeften, ontstaan dooi de groei van het aantal studenten, door het invoeren van de methode om aan kleinere groepen studenten werkcolleges en practica te geven, alsmede door de sterke groei van de wetenschappelijke staf, op te vangen. Het was dan ook on vermijdelijk om te trachten huizen en zelfs vertrekken, nog zoveel mogelijk in de nabijheid van de bibliotheek, te ko pen of te huren. Al kon zodoende enige ruimte worden gevonden, de toestand is nog steeds hoogst onbevredigend. De juristen zijn ondergebracht in het Gravensteen, waarvan de restauratie en herinrichting eind 1955 kon worden vol tooid. Natuurlijk was het een belangrijke aanwinst, maar ook deze ruimte is al weer zeer krap geworden. De sociologen zyn ondergebracht in een pand aan»het Rapenburg, dat ook geen voldoende huisvesting meer biedt en voor de psychologie is de situatie nog het meest bedroevend. De algemene, de schoolpsychologie en conflictspsycholo- gie zijn verspreid over verschillende ruimten in de binnenstad, ruimten die qua omvang en de staat waarin zij ver keren absoluut beneden alle peil zijn. Gelukkig is voor de psychologie een op lossing in het zicht, doordat een vijftal huizen aan de Rijnsburgerweg kon wor den aangekocht. Dit zal een grote ver betering brengen, maar zal nog maar een provisorische oplossing kunnen be tekenen. (Dit zijn de huide Leidse On derwijs Instellingen, waarover wij on langs schreven, Red. L.D.) Collegezalen en Bureau Curatoren Voorts ls ook de situatie benauwend waar het betreft de collegeruimten voor algemeen gebruik in de binnenstad en de administratie, dus het Bureau van Curatoren. Door delegatie van bevoegd heden van het Ministerie van O. K. en W. aan dit bureau en door sterk ge groeide omvang van de Universiteit, moest ook het personeel van het Bureau Curatoren groeien. Waren er in 1950 nog 31, thans bedraagt het aantal perso neelsleden reeds 84 en straks zal door de verkrijging van rechtspersoonlijkheid de behoefte aan personeel nog verder groeien. Bibliotheek Tenslotte zijn ook de Universiteits bibliotheek en haar boekenmagazijnen ernstig door ruimtegebrek gehandicapt, hetgeen een ongunstige invloed heeft op een vlotte gang van zaken in het uitleen, bedrijf. Lijkt het mogelijk om op den duur in samenwerking met de gemeente Leiden oplossingen te vinden, het grote probleem is dat hiervoor zo ingrijpende maatregelen in de binnenstad moeten worden getroffen, dat hiermee nog vele jaren zullen zijn gemoeid. Wy z\jn dan ook bijzonder verheugd met het feit dat de Rijksgebouwendienst afspraken heeft gemaakt voor de huur van kantoor- of instituutruimten in een nieuw to bouwen groot complex aan het Stationsplein, dat, als de plannen goed verlopen, binnen enige jaren gereed zou kunnen zün. Deze ruimten hebben wü zeer dringend nodig om de ergste nood te kunnen opvangen en wij hopen dan ook vurig dat de minister van Volks huisvesting en Bouwnüverheid spoedig zal kunnen besluiten tot het verlenen van de Rijksgoedkeuring voor de bouw van dit complex, aldus baron de Vos van Steenwük. Overwegingen Wat de plannen voor de definitieve huisvesting van de Universiteit in de binnenstad betreft, deze hebben nog niet geheel vaste vormen aangenomen, in zoverre, dat nog enige mogelijkheden worden overwogen. Wel staat vast dat de letteren, wijsbegeerte en de theologie in één complex zullen worden onderge bracht, tezamen met de bibliotheek, al thans voor zover het de westerse sektie van de letteren betreft. Voor de niet- "'esterse sektie bestaat het plan een vleugel te bouwen achter het Museum van Volkenkunde, waarin ook het Insti tuut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, dat momenteel nog in Den Haag is ge- vestigd, zal worden ondergebracht. Tijdens de begroeting in de hal van het nieuwe laboratorium voor Biochemie aan de W assenaarse- weg. De minister van Onderwijs, K. en W.. mr. J. M. L. Th. Cals (links) in gesprek met de presi dent-curator van de Leidse Univer- teit, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk en de rector-magnificus, prof. mr. J. E. Jonkers. (Foto L.D./Holvast) Mocht het noodzakelijk blijken te be sluiten de bibliotheek en de vleugel van de letteren en wijsbegeerte elders in de binnenstad te vestigen, dan is de grote vraag waar ruimte zou kunnen worden gevonden en dat niet alleen voor het zo juist genoemde complex, maar ook voor de sociologie, de psychologie, de econo mische faculteit, waarvan we in blijde verwachting zijn en de zo noodzakelijke uitbreiding van de collegeruimte, het Bu reau van Curatoren en last but not least het Groot Auditorium, dat in elk geval bij het 400-jarig bestaan van de Univer siteit in 1975 gereed moet zijn. Hiermee kwam spreker op het centrale punt in de hele puzzel van de Universi taire huisvesting in de binnenstad, het Doelenterrein. Het Doelenterrein, dat momenteel nog in gebruik is bij het De partement van Defensie en wel ten be hoeve van de koksopleiding, is het enige terrein waar op de Universiteit, zou zij het ter beschikking kunnen krijgen, aan de slag kan gaan zonder dat zij moet wachten op de gecompliceerde en zeer tijdrovende fase van sanering van een bewoonde stadswijk. Welke mogelijkheden ook door de stedebouwkundig adviseur zijn opgesteld voor de definitieve Universitaire huis vesting in de binnenstad, de conclusie was steeds dat het Doelenterrein feite lijk de enige sleutel tot oplossing van het vraagstuk vormt. Tot dusver gepleegd overleg heeft uitgewezen dat de militaire instanties niet ongenegen zouden zijn het terrein af te staan indien, ten laste van de begroting van het ministerie van O., K. en W., elders vervangende accommodatie voor de thans op het terrein gevestigde inrichtingen zou worden geschapen. Momenteel wordt over deze kwes tie overleg gepleegd met de ge meente Leiden, die eigenaresse is van de grond en er bestaat alle hoop dat spoedig het overleg over deze essentiële kwestie kan worden voortgezet met de betrokken depar tementen, die van O.K.W., Defen sie, Volkshuisvesting en Bouwnij verheid en Financiën. Studentenhuisvesting De situatie van de studentenkamers komt in Leiden overeen met die in an dere oude universiteitssteden. Het insti tuut van de particuliere kamerverhuur ster of verhuurder brokkelt door de ge wijzigde sociale en economische om standigheden steeds meer af en daar tegenover staat juist de enorme toename van het studentenaantal. Wil vermeden worden dat een nog groter percentage dan het huidige zal vervallen in de ongewenste status van spoorstudent en willen wij zo mogelijk dit percentage terugdringen, dan zijn grote middelen nodig. Na de bevrijding nam prof. Meyers het initiatief tot de inrichting van een aantal studentenhui zen in de binnenstad. Vanaf 1953 is ge tracht plannen op grotere schaal te ont wikkelen. Later kwamen het paviljoen complex en de sterflat tot uitvoering en andere plannen staan op papier. Nog veel meer staat te doen, in ver band waarmee de Stichting Leidse Stu dentenhuisvesting een ontwikkelings plan heeft opgesteld voor de komende periode. Verwacht wordt dat in de eer ste 10 k 20 jaar kamers moeten worden gebouwd voor ca. 3000 studenten. Dit aantal is gebaseerd op dezelfde prog noses die worden gehanteerd voor de nieuwbouwplannen ten behoeve van de universitaire instituten, waarbij men er van is uitgegaan dat het percentage spoorstudenten gelijk zal blijven. Bij de geldende norm van een Rijkssubsidie van f. 5500,— in de onrendabele top per student zal hiermee voor het Rijk een bedrag van ca f. 15 miljoen gemoeid zijn. Uiteraard zal zeer tijdig de nodige ruimte moeten worden gereserveerd voor de studentenflats, die werden gedacht ieder 200 k 300 studenten te kunnen huisvesten. Hieromtrent is het overleg nog gaande. De moeilijkheid hierbij is dat het universitaire uitbreidingsterrein geheel benodigd is voor de bouw van nieuwe laboratoria e.d., terwijl in het Leidse areaal er in feite al ruimte tekort is voor de geplande nieuwe woon- en in dustrie!'ijken. Wij hopen van harte dat een aantal geschikte terreinen kan wor den aangewezen en vertrouwen er ver der op dat het mogelijk zal zijn toch ook nog in de binnenstad door aankoop en restauratie van oude panden studenten te kunnen blijven huisvesten. Voorts sprak de president curator over de wen selijkheid van groter overheidssteun bij de realisering van bijkomende voorzie ningen ten behoeve van de studenten, merendeels vallende onder het zoge naamde „gezelligheidsleven". Huisvesting personeel Tenslotte bracht baron de Vos van van Steenwijk in het kort de huisvesting van het universiteitspersoneel ter sprake. Voor de Universiteit is het uiteraard wenselijk dat zij in staat is de meest geschikte mensen aan te trekken voor de bezetting van de verschillende staf- en technische functies. Voor velen speelt, bij het beoordelen van de vraag of zij een functie by deze Universiteit zullen accepteren, een belangrijke rol de vraag of geschikte woonruimte aanwe zig is. Wat dit betreft is de situatie in Leiden allerminst gunstig, en het is dan ook voorgekomen dat deze kv/estie een obstakel vormde bij onze pogingen in bepaalde vacatures te voorzien. Op de 1800 personeelsleden (excl. Academisch Ziekenhuis) zijn er thans ruim 150 woningbehoevenden, onder wie 7 hoogleraren. De gemeente kan slechts incidenteel een woning toewyzen: voor 1960 kreeg de gemeente Leiden een toe wijzing van 250 woningwetwoningen, waarvan ongeveer 80 bestemd zyn voor krotopruiming en voor de Kon. Marine. De verwachte toename der personeels sterkte met 1200 personen in 5 jaar tijds (tot 1965) zal de vraag naar woningen voor universiteitspersoneel doen toene men met minstens 350 tot 1965 of 500 tot 1970. Op deze grond is aan Gedepu teerde Staten gevraagd om een extra toewijzing van bouwvolume ten bedrage van 50 woningen per jaar tot 1970. Tijdens gevecht met groep brom fietsers Vrydagavond is de 19-jarige Korstiaan Kraaijeveld uit Sliedrecht by een vecht- party tussen groepen jongelui uit Sliedrecht en Gorinchem door een messsteek in de hartstreek gedood. De politie arresteerde later drie jongens, van wie er een bekende de dader te zyn. Gedurende de laatste dagen was het in de Sliedrechtse kerkbuurt 's avonds erg rumoerig. Groepen Jongelui dromden in de buurt van de Hervormde Kerk sa men. Dat was ook donderdagavond het geval toen een groep jongelui uit Gor- cum met bromfietsen en veel kabaal de rust in het centrum verstoorde. Onge- veel 20 jongelui zochten ruzie met Slie drechtse jongeren, maar behalve wat plagerijen en vechtpartijen gebeurde er niets. De Gorcummers hadden evenwel Dr. BERGHUIS: R.K. en protestanten moeten één front vormen De voorzitter van de A.-R.-party, dr. W. P. Berghuis, heeft zaterdagmiddag nog eens nadrukkelijk gesteld dat hy te gen een Nederlandse CDU is, doch dat men het fractieverband van rooms- katholieken en protestanten in de Euro pese organen moet handhaven. Dr. Berghuis zei dit op de algemene vergadering van het Internationaal Re formatorisch Verbond,- afdeling Neder land, zaterdagmiddag in gebouw Belle- vue te Amsterdam gehouden. Hij sprak hier als a.-r.-woordvoerder over het onderwerp „Rome en reformatie in het eenwordend Europa", waarover ook de C.H. staatssecretaris van Defensie, M. R. H. Calmeyer opmerkingen maakte. Beide sprekers waren het erover eens, dat de rooms-katholieken en protestan ten als christen-belijders in deze wereld heel sterk op elkaar zijn aangewezen en samen één front moeten vormen, met name (volgens de staatssecretaris) tegen de dreiging van de „pseudo religie, die het communisme is". gezegd spoedig terug te komen en dat was vrijdagavond het geval. Zij provo ceerden een handgemeen en er werden rake klappen uitgedeeld. In de loop van de avond begaf de groep twistende jon gelui zich naar de Middeldiepstraat waar nabij de Geref. Kerk een vechtpartij ontstond. De Gorcummers bleken op een eventueel duel goed te zijn voorbereid want zij hadden messen, boksbeugels en fietskettingen bij zich. De jongelui raakten slaags en toen de 19-jarige Korstiaan Kraayeveld uit de Ruysdaelstraat 9 te Sliedrecht een jon gen tegen een aanvallende Gorcummer in bescherming wilde nemen werd hij zelf door een messtek in de hartstreek getroffen. Hij was bijna onmiddellijk dood. Er ontstond grote consternatie. De aanvallers namen de benen maar de politie slaagde erin een aantal bel hamels te arresteren. De eigenlijke da ders bleken echter voortvluchtig en de politie stelde terstond een achtervolging in. In de omgeving van Schelluinen trof men een drietal jongelui met een brom fiets aan. Nadat zij waren aangehouden bleek men te doen te hebben met drie vechtersbazen. Zij waren van wapens voorzien en bleken inderdaad bij de vechtpartij in Sliedrecht betrokken te zijn geweest. Zij werden door de politie naar het bureau te Sliedrecht overge bracht waar de 21-jarige W. Gerritse bekende de dader te zijn. Peter Fitzgerald van het Rotter damse Sparta is gekozen als reserve voor het Ierse nationale team, dat op 11 mei a.s. in Dusseldorf tegen Duitsland en een week later in Malmö tegen Zwe den zal uitkomen. Hoewel over het algemeen juichkreten over de overwinning van de Rode Dui vels in de commentaren in de Belgische pers ontbreken, wordt de vreugde over de nederlaag van het Nederlands elftal de eerste sinds 1954 niet onder stoelen of banken gestoken. „De Gazet van Antwerpen" schrijft, dat de Belgen weliswaar nooit tot vloeiend aanvalsspel kwamen, maar dat „de Nederlanders er niets van terecht brachten". Het blad meent, dat het Oranjeteam een imponerende figuur miste en niet over tactisch inzicht be schikte. „Geen grote interland, maar een verdiende zege". „De Nieuwe Gids" schryft, dat „een overmoedig Oranje in een middelmatige derby in het hemd werd gezet". Het blad voegt hier aan toe, dat men thans heeft kunnen ervaren wat Faas Wilkes voor een aanvallend Nederlands elftal waard is. „De Standaard" schrijft eveneens de Nederlandse nederlaag ten dele toe aan de afwezigheid van Wilkes. „Het was een verdiende overwinning van de Belgen, maar er is geen aanleiding de Rode Dui vels over het paard te tillen. Niettemin is de smaad van enkele maanden gele den de 91 nederlaag in Rotterdam gedeeltelijk uitgewist en betekent de overwinning, dat België op het interna tionale voetbalforum weer iets betekent". „De Volksgazet" schrijft de overwin ning toe aan de goede organisatie van de Belgische verdediging. „De Neder landse ploeg, waarvan veel was ver wacht, ontgoochelde de toeschouwers en was in vergelijking met de vorige wed strijd tegen België zelfs zwak". „La libre Belgique" is van mening, dat de overwinning de „schande van Rotter dam niet heeft uitgewist, maar alleen naar achteren heeft gedrongen". Het blad noemt de 2—1 uitslag „geen neder laag en geen victorie". „Le Soir" noemt de uitslag een „over winning, die het hart goed doet". „De Rode Duivels konden weliswaar geen prachtige techniek uitstallen, maar zij behaalden een zege, die hen recht geeft op gelukwensen". Een deel van het uitgestrekte ter rein van de Doelenkazerne, dat wellicht door Defensie zal worden ontruimd ten behoeve van de uit breiding van de AcademieDefen sie stelt echter als voorwaarde, dat Onderwijs, Kunsten en Weten schappen het scheppen van een nieuwe huisvesting voor de Koks- school elders bekostigtDit. zou natuurlijk betekenen dat O.K. en W. dubbele kosten zou moeten be steden aan de Universitaire expan sie op dit terrein. „Kruisiging" van Rembrandt te Agen (Fr.) ontdekt Na expertise en contra-expertise met medewerking van Nederlandse specialis ten is onomstotelijk komen vast te staan, dat in een dorpje in de buurt van Agen een schilderij van Rembrandt is ontdekt. Het schildery meet 90 by 73 centi meter. Het stelt Christus, stervend aan het kruis, voor. Het schildery behoort aan de kerk van Le Mas d'Agenais, een dorp bij Agen, toe. Verleden jaar september werd het voor restauratie naar de ateliers van het Louvre te Parijs gezonden omdat het verkleurd en schilferig werd. Men schreef het schildery aan de Hollandse school van de gouden eeuw toe zonder echter de maker te kennen. Een studie met behulp van ultravio lette stralen bracht de handtekening van Rembrandt aan het licht. Neder landse experts werden voor een contra- expert'se te hulp geroepen Zij bevestig en de uits ag van het eerste onderzoek. Het thans gerestaureerde schildery is vermoedelijk door Rembrandt in diens 25ste jaar, in 1631, geschilderd. In 1805 werd het door Xavier Duffau, die uit Le Mais d'Agenais geboortig was, te Duinkerken aangekocht en als geschenk voor de kerk aan zijn broer gezonden. Het is bekend, dat graaf Eugêne de Lon- lay het meesterwerk totaal verstoft in de sacristie vond en het in 1854 voor het eerst liet herstellen. Op 10 mei zal de bisschop van Agen een bezoek aan Le Mas d'Agenais bren gen ter gelegenheid waarvan de Rem brandt weer in de kerk zal worden ge plaatst. Ministers in de studentenbanken. Van links naar rechts de chef van de afdeling hoger onderwijs en we tenschappen van het ministerie van O. K. en Wdr. A. Piekaar, de ministers van de Nederlandse An tillen, de heer F. B. Tromp en mr. J. C. Debrot, de ministers mr. dr. C. M. A. van Rooy, mr. V. G. M. Marijnen. mr J. van Aartsen, de heer H. A. Korthals, mr. J. M. L. Th. Cals en de minister-presi dent, prof. dr. J. E. de Quay. (Foto LD ./Holvast) Fidel Castro beschuldigt de V.S. weer eens Premier Fidel Castro van Cuba heeft voor de televisie de V.S. ervan beschul digd dat zij een aanval op de Cubaanse regering voorbereiden. Hij zei dat kapi tein Manuel Beaton, die op het ogen blik met een kleine troep aanhangers in het Sierra Maestra-gebergte in de Cubaanse provincie Oriente tegen zijn regering opereert, gesteund wordt van af de Amerikaanse marinebasis te Guan- tanamo op Cuba. Castro verklaarde dat de Amerikaanse regering een fascisti sche politiek voert en „duizenden Ame rikanen, die gevallen zijn in de strijd tegen het fascisme, verraadt." Over de verklaring van Eisenhower, dat de regering-Castro het revolutio naire ideaal van vrijheid had verraden, merkte de Cubaanse premier op, dat de Amerikaanse president hem en zijn geestverwanten geen verraders, maar „loyale vrienden" zou hebben genoemd als zij de revolutie inderdaad verraden hadden. „Als wij de Amerikanen nog nog meer Cubaans land hadden gegeven, zou Eisenhower ons zijn vrienden heb ben genoemd en ons waarschijnlijk net als Franco omhelsd hebben, aldus Fidel Castro. even NED. HERV. KERK Beroepen te Rfjssen (vac. F. Ver- gunst) T. Langerak te Vinkeveen. Aan genomen het beroep van de Generale Sy node als predikant voor buitengewone werkzaamheden W. D(jckmeester te Mid delburg; naar Driebergen (vac. H. J. van Druten) J. J .Moll te Schoonhoven. Be dankt voor Bodegraven J. den Besten te Dirk6land; voor Zetten-Andelst G. van Estrik te Nleuwland. GEREF. KERKEN Beroepen te Schlldwolde P. N. Kruys- wljk, kand .te Amsterdam; te Woerden (vac. S. A. Boonstra) H. Hogenhuls te Dokkum. Tweetal te Schevenlngen (vac. G. O. Donner) dr. F. H. von Meyenfeldt te Lelden. Aangenomen naar Weesp (2de pred.pl.) J. N. Nammensma te Roode- school. VRIJE EVANG. GEMEENTEN Beroepen te Gouda M. Nijkamp te Meppel. EMERITAAT DS. D. LOUWERSE Ds. D. Louwerse, hervormd predikant te Tuil (Geld.) is voornemens 1 mei met emeritaat te gaan. Ds. Tuil werd in 1894 geboren en in 1921 kandidaat in Gro ningen. Hy diende de gemeente van Wissekerke van 1929—1945, in welk jaar hij buiten bediening geraakte. Op 19 oktober 1947 werd hij predikant te Tuil. Ds. Louwerse is benoemd tot bystand in het pastoraat te Knype. VORMINGSWERK GEREF. JEUGDORGANISATIES In Krasnapolsky te Amsterdam is za terdag de jaarvergadering gehouden van de Bond voor Gereformeerde Jeugdor ganisaties (GJO). In zijn openingswoord wees de bondsvoorzitter, dr. J. L. P. Brandts uit Emmen, op de vele nieuwe elementen bij het vormingswerk van de jongens en meisjes tussen acht en zeven tien jaar, zoals een nieuwe vorm van leidersinstructie en de uitgaven van een afzonderlijk periodiek voor ouderbe sturen. Tydens de huishoudelijke vergadering zyn dr. J. L. P. Brants en mej. M. van Doorn uit Rijswyk herkozen tot leden van het bestuur. De afgevaardigden gingen akkoord met het bestuursvoorstel het doel van de bond als volgt te omschrijven: „De bond stelt zich ten doel het werk van zijn leden in en voor de jongens- en meisjesclubs zo vruchtbaar mogelijk te doen zyn. De bond ziet als doel van het gereformeerde clubwerk in en door het groepsverband by te dragen in de vor ming van meisjes en jongens, welke vor ming gericht is op het verwerven van een overtuiging en een levenshouding, gefundeerd in de kennis van God in Jezus Christus". Besloten is de volgende bondsvergade ring te doen houden in Zwolle op zater dag 8 april 1961. Na de vergadering hebben circa zestig jongens en meisjes van clubs uit Am sterdam, Rüswük en Amstelveen het bijbelspel „Dit zal het teken zijn" opge voerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 4