BRIDGE OLYMPIADE Lezers schrijven SCHAAKBLINDHEID m u t VERTROUWEN HERSTELLEN TEN BATE VAN TOEKOMST ZIE TOCH NAAR „OVERMORGEN" Nogmaals: het onveilige verkeer WITTE KRUIS OCTERNO «6 m M p m i m g m 3 T 5 Ui 4 i 1 i 1 A 1 V iN m. w ill I l jjj s li m m m H m T i 1 4 3 ÜS i 1 ZATERDAG 23 APRIL 1960 Kiem van bereidheid is aanwezig Nadat wij eerst het „Leidse probleem" van de plaatselijke kant hebben bezien en later van de „randstedelijke", willen wij daartussen een verband leggen. Het is ondenkbaar, dat op korte ter men besloten zou worden tot annexatie door Leiden van Oegstgeest, Leiderdorp, Zoeterwoude, een deel van Voorschoten en een stukje van Hazerswoude. We zouden er lang en breed over kunnen discussiëren of dit al dan niet wenselijk was, maar de werkelijkheid gebiedt ons deze mogelijkheid ten enen male uit te sluiten. En daarover treuren wy boven dien niet in het minst. Leiden beroept zich bij allerhande plannen (verkeer, structuur, woning bouw, etc.) telkenmale op de gemeente lijke taak in het geheel van de Rand stad. Dit betekent de aanvaarding van een taak, die niet uit eigen behoeften voortvloeit. Dit betekent bereidheid voor werk ten bate van anderen. Oegstgeest doet telkenmale een beroep op de eigen functie van woongemeenteniet voor werkers in eigen gemeente, maar voor forensen. Warmond (tot dusverre nog niet genoemd in dit verband) legt de nadruk veelal op een recreatieve taak: niet voor de Warmonders, maar voor de Randstedelingen. Zoeterwoude blijft ha meren op het aambeeld van de agra rische belangen; niet voor de enkele eigen inwoners, maar voor een veel gro ter verzorgingsgebied. Leiderdorp heeft zich in de naoorlogse jaren waarlyk niet zo fantastisch uitgebreid om de „eigen" bevolking te huisvesten: het is een woongemeente voor de werkstad Leiden geworden. Zo zijn alle belangen dusdanig ver weven, dat van enig autarkisch aspect in gemeentelijk beleid en doelstellingen geen sprake meer is. Vermijdt argwaan en rancune Wanneer de gemeenten, die het wer kelijk goed menen met het groter ge heel dan de eigen territoriale kring, de handen eens in elkaar sloegen, dan zou een plan als dit een goede toekomst mogelijkheid hebben en zouden zelfs ook de gemeentelijke belangen worden gediend. Dit in elkaar slaan van de handen kan alleen gebeuren, wanneer de eigenaars van die handen niet wantrouwig tegen over elkaar staan. Men moet kunnen sa menwerken in vertrouwen, dat het in derdaad samenwerking is en niet voor bereiding van annexatie. In een lande lijke gemeente A bereid aan de periferie van stad B een woonwijk te laten bou wen, omdat B woonruimte nodig heeft en daar zelf geen terrein voor beschik baar heeft, dan moet A weten, dat B niet dit gebied annexeert, wanneer die woonwijk er eenmaal staat onder het motief, dat deze wijk toch geheel op B ls georiënteerd en daar organiek bij be hoort. Hieruit vloeit voort, dat grootse 'plan nen als de hierboven geschetste slechts verwezenlijkt kunnen worden, wanneer het wantrouwen is weggeno men. En dit wantrouwen wordt slechts tot diepe argwaan en rancune gevoed, indien telkens weer uit lokale motie ven de grenzen worden herzien Daarom hebben wij de thans aanhan gig gemaakte grenswijzigingsvoorstél- len lapmiddelen voor lokale belangen genoemd. Op den duur worden deze lokale belangen beter gediend door af zien van grenscorrecties en vertrouwen op eikaars goede wil dan door halve maatregelen als deze. Er is samenwerking tussen gemeenten mogelijk. Dat heeft de agglomeratie Den Haag te zien gegeven. In Rotter dam heeft men bittere ervaringen met het tegengestelde opgedaan, namelijk met een te sterke annexatie. Er zullen ongetwijfeld gemeenten zijn, die zeer bedenkelijk staan tegenover dit plan van „groter Leiden", zoals Zoeter woude, dat een geheel landelijk karak ter verloren zou zien gaan. Maar ook in Zoeterwoude beseffen de deskundigen wel, dat aan dit uiteindelijk lot niet te ontkomen valt. Immers, wanneer het in dustrieschap LeidenZoeterwoude zich eenmaal heeft ontwikkeld, zal voor de werknemers in dit gebied ook woon ruimte geschapen moeten worden. Het geen betekent dat een stadswijk diep in het hart van het Zoeterwouse polder land doordringt. Soortgelijke perspectie ven gelden ook voor andere gemeenten. Zo gezien betekent een oplossing als boven geschetst de enige reële kans voor het gebied rond Leiden op langere termijn. En wij mogen toch niet aannemen, dat de bestuur ders van de gemeenten alleen naar morgen en niet naar overmorgen uitzien, wanneer het om beslissin gen van vandaag gaat. Naar onze mening zijn de grens- wijzigingsvoorstellen lapwerk ten aanzien van de plaatselijke proble men en zijn zij funest voor de sfeer, welke noodzakelijk is om het gebied van Leiden en omgeving de taak te laten volbrengen, welke het opge dragen krijgt door het groter geheel van West-Nederland. Leiden en omgeving zouden een grote kans missen, wanneer zij achter deze grenswijzigingsvoorstellen zouden gaan staan. Dat geldt zowel voor de buitengemeenten als voor Lei den. Een solidaire afwijzing van deze voorstellen verzekert voor dit ge- Nu dreunen tus sen Rijn en dui nen nog de mo toren van de zware militaire vliegtuigen: in de toekomst zal het marinevlieg kamp Valken burg worden lerplaatst, en dan ontstaat hier een uitste kend recreatie terrein, aanslui tend bij duinen, strand en zee. (Foto Leidsch Dagblad) bied een grote toekomst, want die afwijzing legt de basis voor een sa menwerking, waarin zeer veel tot stand kan worden gebracht. Ned. Dierenbescherming eert Franse postbode (Van onze Parijse correspondent) Naar aanleiding van een artikel, waarin wij in deze kolommen onlangs een uitvoerige beschrijving gaven van de dappere houding, die een Franse postbode tegenover jagers aannam, die een klein uitgeput hertje wilden doden, heeft de Nederlandse Vereni ging tot Bescherming van Dieren be sloten aan deze moedige dierenvriend, René Malherbe geheten, haar zilveren erepenning toe te kennen. De penning zal dezer dagen naar de woonplaats van de postbode Saint Georges Motel in het departement van de Euro wor den gezonden, vergezeld van een schrijven waarin het hoofdbestuur deze dappere dierenvriend zijn hidde be tuigt. Een afschrift van de brief zal ook naar de burgemeester, de heer Doucet, "worden gestuurd. Wij gevoelen ons verheugd door middel van ons artikel de aanleiding te hebben geleverd voor deze Neder landse hulde aan de Franse postbode, die zo'n sprekend voorbeeld van ac tieve vriendschap voor de dieren heeft gegeven. Geachte Redactie, Voor de plaatsing van mijn ingezon den stuk over dit onderwerp in uw num mer van 6 april j.l. zeg ik u dank. Uw nasohalft had de strekking, dat de door mij te berde gebrachte punten wel een grond van waarheid bevatten, maar dat alles toch' nog wel meeviel. Daarom zou ik gaarne de problemen nog eens en dan speciaal toegespitst op de Rijmsburgerweg uiteenzetten. 1. Allereerst dan de maximumsnelheid. Als ik goed ben geïnformeerd, heeft de invoering van de maximumsnelheid het gunstige effect gesorteerd van een da ling van de ongevallencijfers althans in de eerste tijd na de invoering ervan, toen vrijwel iedereen zich er nog aan hield. De laatste tijd vertoont het aantal verkeersongevallen echter opnieuw een niet onbedenkelijke stijging. U consta teerde zelf op 4 maart j.l., dat het aan tal verkeersongevallen in Leiden bleef toenemen. Wij, bewoners van de Rijns- burgerweg. constateren, dat de aanvan kelijk geringe minderheid van de auto mobilisten-weggebruikers, die de maxi mumsnelheid pleegt te overschrijden, de laatste tijd onrustbarend aan het toe nemen is. Wat ligt dan meer voor de hand dan om verband te leggen tussen het toenemend aantal verkeersongeval len en de verslapping in de naleving van de maximum-snelheid? Wij twijfe len er niet aan, dat het politiekorps zoals u schreef te klein is en even min, dat de politie haar uiterste best doet. Dat neemt echter niet weg, dat wij er wel eens aan twijfelen, of zij haar werk wel met het maximale effect ver richt. Met de uiterst beperkte beschik bare middelen kan misschien een beter resultaat worden verkregen, indien ze andem werden aangewend. Het? zwaar tepunt zou b.v. enigermate kunnen wor den versohoven in de richting van de jacht op het „grote wild" inplaats van die op het „kleine wild". De enige controle op de naleving van de maximumsnelheid, welke wij aan de Rijnsburgerweg kunnen constateren is die, welke geschiedt doordat van tijd tot tijd een politie-auto eens de weg op en neer rijdt. Dit middel nu komt ons te enen male ondeugdelijk voor met het oog op dat ene doel. De politie-auto is in de eerste plaats voor iedereen onmiddellijk als zodanig kenbaar. En eerst recht bij hen, die er een gewoonte van maken, de maximum-snelheid te overschrijden! Bovendien rijdt de po litieauto met het verkeer mee, zodat slechts de snelheid van een minimaal klein groepje van in dezelfde richting rijdende auto's kan worden aangepeild. terwijl de autobestuurders, die achter de politie-auto rijden, zich er wel voor zullen hoeden om deze te passeren! Een doelmatige controle op de nale ving van de maximum-snelheid ver krijgt men alleen, indien men deze ver richt van een stilstaande observatie post terzijde van de weg uit. Immers alleen dan kan men de snelheid van alle passerende motorrijtuigen aan- peilen en alle overtreders gedurende het tijdsverloop der contröle eruit pik ken. Dit zou beslist de moeite lonen en deze contróles zouden waarschijnlijk met minder mensen dan thans kunnen worden verricht, indien men slechts over de juiste apparatuur zou beschik ken! Wanneer men tot een zodanige con trole zou overgaan, zou het percentage overtreders vooral in de uren buiten de normale werktijden wel eens relatief aanzienlijk kunnen blijken te zijn! 2. Vervolgens de Rijnsburgerweg als invalsweg naar Leiden. De hoedanig heid van deze weg mag voldoende ge acht worden voor het gewone personen auto- en lichte vrachtverkeer. Beslist onvoldoende is de kwaliteit van de weg voor het steeds toenemende zware vracht- en autobnsverkeer. Deze stel ling kan worden bevestigd door de be zitters van huizen aan de Rijnsburger weg. die de laatste tijd tengevolge van dit zware verkeer aanmerkelijke schade hebben geleden aan hun huizen. Wil men voorkomen, dat er ook verder aan merkelijke schade aan gebouwde eigen dommen en mogelijk voor het leven van de bewoners zelf aan de dag blijft treden, dan heeft men de keuze uit enige hoofdgroepen van mogelijk heden; a. Men kan de Rijnsburgerweg afsdui- ten voor al het zware vracht- en autobusverkeer en een speciale in valsweg naar Leiden voor dat verkeer aanleggen; b. Men kan meerdere parallelle invals wegen in dezelfde richting aanleg gen (gebruikmakende van de spoor- wegonderdoorgangen: Legermuseum, Maredijk, Haarlemmertrekvaart en eventueel nog: Lage Mors, Hoge Mors en Haagse Schouw) en dan het zware verkeer spreiden, waarbij men voor al de autobuslijnen vrij eenvoudig aan bepaalde routes kan binden; c. Als men zou menen, dat het zware vracht- en autobusverkeer langs de Rijnsburgerweg niet aanzienlijk zal kunnen worden beperkt dan zal men onvermijdelijk moeten overgaan tot het aanbrengen van een betere weg- fundering en een betear wegdok ongeacht de kosten. Onze bridgerubriek In uw naschrift poneert u de stelling, dat het busverkeer juist de binnenstad moet zoeken. In haar algemeenheid lijkt mij deze stelling niet juist. Men dient hierbij namelijk onderscheid te maken tussen lokaal en interlokaal busverkeer. Het eerste zoekt ongetwijfeld wèl de binnenstad. Maar dit soort behoeft niet noodzakelijk zwaar autobusverkeer te zijn. Het interlokale en voornamelijk zware busverkeer daarentegen kan er mee volstaan de rand van de binnenstad te bereiken. Indien het stationsplein algemeen ontvangstcentrum is voor het interlokale busverkeer, dan zou men dit centrum nog langs verschillende deels nog aan te leggen wegen uit het westen en noordwesten kunnen bereiken. De gemeente-autoriteiten zouden er zeker goed aan doen, aan deze vraag stukken grote aandacht te besteden, voordat het stabiele tramverkeer geheel wordt vervangen door zware autobus sen, die de voornaamste oorzaak zijn van schade aan de omliggende huizen. Blijkens uw publikatie in uw num mer van 16 april j.l. blijkt zowel de ge meenteraad als de burgerij te Oegstgeest een open oog te hebben voor de grote nadelen van de aanstaande toeneming van het autobusverkeer langs de wegen, die daarop niet berekend zijn. Het zou ons verheugen, indien ook de gemeen teraad en de burgerij te Leiden deze nadelen even duidelijk zouden zien en uitspreken! Nu is er nog gelegenheid voor! Een spoedige omlegging van het door gaande verkeer der richtingen Utrecht- Bollenstreek en Utrecht-badplaatsen ge heel buiten de stad Leiden om (en niet alleen via de singels en het Schutters veld) zou een aanmerkelijke verbetering betekenen. Wij bepleiten daarvoor een ruime bijdrage uit provinciale en Rijks fondsen. Immers via deze richtingen komen vele deviezen ons land binnen. En als het verkeer buiten Leiden wordt omgeleid, komt van de deviezenpot minder aan Leiden zelf ten goede. Het zou derhalve niet meer dan billijk zijn, dat deze projecten voornamelijk uit an dere dan gemeentefondsen zouden wor den gefinancierd! Misschien zou men in afwachting van verdergaande oplossingen in de toekomst de schade van het zware vracht- en autobusverkeer voorlopig enigermate kunnen beperken door voor dat verkeer een lagere maximumsnel heid van b.v. 30 km. op bepaalde tra jecten in te voeren (zoals gebruikelijk in vele buitenlandse steden) en de na leving daarvan daarna dan ook effec tief te controleren! Ook bij de laatste bussen 's nachts en de eerste bussen 's morgens! De chauffeurs, die de laat ste bussen naar de remises rijden, schij nen gezien hun snelheid bepaald „de stal te ruiken"! Wanneer komen ook in Leiden NZ HTM-bus-remises? Daarmee zou dat euvel tenminste ten dele zijn opgelost. 3. Bij het Academisch ziekenhuis is een zeebra-pad met knipperbollen over de Rijnsburgerweg. Aan hetzelfde bestaat behoefte ter hoogte van de klok (telefooncel) Rijns burgerweg/hoek Lijsterstraat, waarvan een dankbaar gebruik zou worden ge maakt door de hulpbehoevende ambu lante patiënten en door de bezoeker: van liggende patiënten van de Anna- kliniek. Het oversteken op deze hoogte is thans voor deze mensen bepaald levensgevaarlijk U heeft in uw naschrift in het ge heel geen commentaar geleverd op de passages betreffende de lawaaibestrij ding en de aansprakelijkheid voor de schade door het zware vracht- en auto busverkeer aangericht aan de omlig gende huizen. Dit zijn o.i. juist de punten, ten aan zien waarvan in het bijzonder dringend behoefte aan initiatief en voorlichting bestaat. Daarom moge ik deze passages hier onder enigszins gewijzigd herhalen met het verzoek, deze van uw commentaar te voorzien. 4. De lawaaibestrijding. Waarom wordt er geen aandacht be steed aan een effectieve lawaaibestrij ding? Ik denk b.v. aan de hoge zoem toon van bepaalde soorten bromfietsen en aan de losse, hotsbotsende karkassen van sommige vrachtwagens. Waarom schrijft men voor bromfietsers niet de uitschakeling van de hulpmotor voorop bepaalde weggedeelten, al of niet ge durende bepaalde uren? 5. De aansprakelijkheid voor de schade aan de omliggende huizen. Wie is aansprakelijk, indien de toe stand zo blijft en de huizen langs de drukke verkeerswegen gaan scheuren en instorten? De bestuursorganen, die nalatig zijn geweest en het zware busverkeer niet aan banden hebben gelegd overeenkom stig de kwaliteit van de gebruikte wegen? Of de allergrootste weggebruikers: de NZHTM en Maarse en Kroon, die met him autobussen van zwaar kaliber welke de gehele omgeving hevig doen trillen een reëel gevaar oproepen voor de omliggende huizen, die daarop niet berekend zijn? En dit temeer naarmate het gehele tramnet door auto busdiensten zal zyn vervangen! Moet degene, die de opbrengst van de schade-veroorzakende handelingen tou cheert, ook niet de veroorzaakte schade vergoeden? De bridgevraag van deze week: In een paren wedstrijd zit u zuid met de volgende kaarten: Sch 10. 6, 5; Hr. H, 7, 4; Ru H, V, 3; Kla B. 8. 5, 2. Het bieden gaat, onder voortdu rend passen van NZ, als volgt: west (uw linker buurman) 1 harten - oost 1 schoppen - west 2 harten - oost 2 SA - west 3 schop pen - oost 3 SA, allen passen. Waarmee moet zuid uitkomen? Antwoord elders op deze De World Bridge Federation organiseert van 23 april—5 mei de Eerste Bridge Olympiade en Nederland is daarbij met een heren- en een damesteam van de partij. In de herenafdeling zal men in 3 groepen spelen, door loting te bepalen; elke groep zal ongeveer 11 teams tellen, die tegen elkaar een halve competitie van 40 spel len per wedstrijd zullen spelen. De nummers 1 en 2 van elke groep zullen in de finale komen totaal 6 teams. Deze spelen wedstrijden van 60 spelen tegen elkaar en de winnaar zal wereldkampioen 1960 zijn. In de da mesafdeling worden er 14 wedstrijden gespeeld een halve competitie van 40 spellen, voor de dames een zwaér pro gramma. Ook hier staat de titel wereld kampioen 1960 op het spel. De Nederlandse herenploeg bestaat uit de heren Pels Rijcken (non playing capt.). Cats. Kramer, Slavenburg, Len- gyel. Boender, W. Oudshoorn. Ons da mesteam uit de dames Levenbach, WestervelcL, Brouwers, Thorbecke en Blibzblum. Hoewel zowel ons heren- als damesteam in staat is voor verrassin gen te zorgen, is het hóógst waarschijn lijk dat de Nederlandse prestaties niet goed genoeg zullen zijn om enig gewicht in de schaal te leggen. Zowel het he ren-- als het damesteam bestaat uit goede, doch individuele krachten, die Advertentie DE -echte PIJNSTILLER Schouderpijnmaar ook andere plagende pijnen raakt u prompt kwijt met WITTE KRUIS. Tabletten, poeders of cachets! zeer weinig (vaak helemaal niet) met elkaar hebben gespeeld. Dit betekent, dat hoe goed men individueel ook mag zijn, men op dit hoogste niveau dat het toemooi-bridgespel kent, vrijwel kans loos is. Want de topteams der wereld kennen zulke goed ingespeelde paren, dat gelegenheidscombinaties onvoldoen de partij kunnen geven. Vermoedelijk zullen bij deze wereld kampioenschappen nog enige harde noten worden gekraakt over „conven ties en systemen", want vooral aan An gelsaksische zijde heeft men zich ge- ergerd aan de Italiaanse (en andere) conventies vermoedelijk, omdat de Italianen er zoveel successen mee heb ben behaald! Bij het laatste toernooi om het we reldkampioenschap, toen nog gespeeld uitsluitend tussen de teams van Italië, Ver. Staten en Argentinië, is het „voor deel'' van de Italiaanse methodes ten opzichte van de Amerikaanse strijd- Advertentie het corset met de volmaakte pasvorm ook voor Uw figuur LEIDEN: BREESTRAAT 35 TEL. 30768 wijze goed gebleken. Het gebeurde de Italianen nimmer dat zij, zoals bj, de Amerikanen, groot-slam bc waarbij troefaas buitenboord hing! Het is natuurlijk moeilijk een voor. spelling te doen, doch dat enig teaa (behalve het Amerikaanse) van buitec Europa méé zal tellen, is hoogst on waarschijnlijk. Bij de dames zal strijd wel in hoofdzaak gaan tusset Engeland, Amerika en Denemarken. Di; laatste kleine Scandinavische land]» heeft een damesteam, dat reeds divery malen prachtige prestaties geleverd heeft en de Europese kampioenstite; won. Wij zouden het natuurlijk zée: prettig vinden als onze Nederlandse speelsters eens een goed resultaat zou- den boeken de kansen daarop zijn h de damesafdeling éérder aanwezig, voor onze heren in de open afde Véél zal afhangen van de geestelijke weerstand zullen onze speelsters en- kele onvermijdelijke nederlagen f weten te verwerken, dan is het niet gesloten dat zij het er nog aardig af. brengen. De komende twee weken z£ men in véle talen in Turijn kunnen horen. „Had jij nu maar liever gepas; dan hadden we de wedstrijd gewon- nen!" Want in bridge moeten partaen altijd zéér brede ruggen hebben wal u misschien wel al wist?! Antwoord op de wekelijkse bridgevraaj: De positie der hartenheer doet zuid vermoeden, dat OW hun contract wd gemakkelijk zullen maken.. Het beste is. om maar te proberen „slagen te ne men" en ruitenheer voor te spelen. K& noord een Boer of Aas in ruiten heeft, is de uitkomst prima in klaveren moet noord véél meer hulp hebben om tot succes te komen. In de praktijk speelde zuid klaveren voor en OW maakten 12 slagen. Noord had ruiten aas-vierde en ruitenuitkomst zou OW beperkt hebben tot 3 SA. H. W. Filarsü Onze schaakrubriek Ongetwijfeld iedere schaakspeler, ongeacht zijn speelsterkte kent dit euvel, de schaakblindheid. De zwakken wordt het als een tekort schieten aan speelsterkte aange rekend, de sterken is het soms een excuus bij het falen! Hoe ook, het geeft een moment van hevige te leurstelling en, wat erger is, het bederft de waarde van de partij. Hoe zal de uitdager Tal, tacticus bij uitnemendheid, zich geërgerd hebben, toen hij, misschien nog tijdens maar zeker na afloop van de 12e partij be merkte, dat hij gemakkelijk had kun nen winnen, als hij i.p.v. 31... Te4-el maar 31... Te4-h4 had gespeeld. Stel ling na 31 Tfl (partij Botwinnik-Tal). Of moeten voor de schade alleen op draaien de individuele bewoners .eigena ren dan wel huurders, hoewel zij aan het veroorzaken van de schade part noch deel hebben gehad? Burgers van Leiden! Let op uw zaak! Mede namens andere bewoners van huizen aan de Rijnsburgerweg, G. D. Liefdewerk Oud-Papier Het hoofdbestuur van de vereniging „Liefdewerk Oud Papier", waarvan de hoofdzetel in Amsterdam gevestigd is, deelt ons het volgende mee. Sedert vele jaren is er in Leiden een afdeling van de vereniging „Liefdewerk Oud Papier". Het doel van deze vereni ging is onder meer het steunen van ker kelijke en/of sociaal-charitatieve in stellingen. De vereniging - en dus ook de afdeling Leiden - tracht dit doel te be reiken door het verzamelen, verwerken en verhandelen van oud papier. In september 1959 heeft er in de afde ling Leiden een reorganisatie plaats ge vonden. Het bestuur is sedert 29 septem ber j.l. als volgt samengesteld: C. J. J. Laken, voorzitter; H. van Buel, Hugo de Vriesstraat 1, secretaris; J. Gubbens, penningmeester. Gaarne wordt op het Leidse publiek een beroep gedaan om alle soorten oud papier te verzamelen en te bewaren, op dat ten gunste van het doel, dat de ver eniging zich stelt, zoveel mogelijk geld beschikbaar zal komen. Bewaar al Uw oud papier en geeft een telefoontje of schrijf een briefkaartje. Telefoon: 30555. Adres: Van der Werfstraat 4 (pakhuis). De afhalers zijn in het bezit van een le gitimatiebewijs. Het bestuur zal voor de ondervonden medewerking zeer erkentelijk zijn. i 4 i W i I mm SI I r— Tal speelde dus Tel en hoew.el Bot- winnik een pion vóór bleef, wist Tal door sterk verdedigend spel remise te houden. Maar wat te doen indien 31... Te4-h4 was gespeeld. Na f2 - f3 of f4 "beslist De3t en tegen 32. g x h4, Dg4t; 33 Khl. Df3t; 34 Kgl, g x h4 is ook geen kruid gewassen. Nog veel erger was het, ook al in ee partij om het wereldkampioenschap!' tussen Euwe en Aljechin in 1937. Hi de 25e zet van de 16e partij was heti! ;e stelling: a b c d e f g h co c- <D «O co ^zJ w - Dat de hele zaal als het ware beefde van emotie, omdat Aljechin (wit) n met Dh8t, Kxh8, P x f7t een gewonBC eindspel kon bereiken. Maar AljechE speelde behoedzaam 26. Lel - b2 waar op Euwe alle aanwezige Hollandse har ten tot wanhoop bracht door met 26... Ld7 - c6 te vervolgen. En nog fatale zou nu Dh8t zijn geweest, ,,'t Is uit", ,,'t Is gebeurd" steunde Euwe's hang. Maar Aljechin zowel als Eu« verkeerden in, mogelijk hogere sferen' Wit zette 27... a2 - a3?? en zwart redce zich onbewust, met 27Ls7 - d6. Effi derde voorbeeld van schaakblindheli, dat is dus eigenlij'k het doen van een zet, welke, gezien de speelkracht der combattanten ondenkbaar sleoht i kwam voor in de 14e partij tussen Las- ker en Capablanca in 1921. Wit (Lasker): Kgl: Dd3; Te2 en f. Pc3 en r4; pionnen a2, b3, c4, e4, f5, g! en h3. Zwart (Capablanca): Kg8; Dh4; T« en e7Lc8, Pf6, pionnen a6, b7, c6, di f7, g7 en h6, Lasker speelde 29. Kgl - h2?? en ver- loor na Capa's antwoord 29Pfó' g4t; 30. Kh2 - hlPg4 - eö de kwaliWj en daardoor de partij, waarna hij zü tevens voor de hele match gewonn® gaf. LADDERWEDSTRIJD XLVII abode f gb 1 i JP 1 S s W I I B zwart aan zet. winst (4 zetten). XLVII (partijstelling) Wit: Khl, De4, Tgl; pionnen a2, b2, c3, d4, f3, h2. Zwart: Kh8. Df2, Pf5, Lh3; pionnen b7, g7, h6. Zwart aan zet geeft mat in vier zetten. Wit aan zet, wint. XLVIII. Wit (Capablanca); Kd8,Tw Pa6; pion b5. Zwart (Lasker): Ka7, en Pd 5; pion b6. Oplossingen uiterlijk 28 mei aan H. van der Nat, Acacialaan 25, Leider dorp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 8