all Street en de Dow-tlieorie oede tijding van KNMI deed de )llenkwekers verlicht ademhalen Bonn bindt de strijd aan tegen de steeds harder kokende conjunctuur roei beleggingsfonds betekent liet alleen maar een voordeel )e thermometer speelt grote rol in het bloembollenvak Maar de Staat zelf vergeet om te bezuinigen en een reserve voor de magere jaren te vormen De Nederlandse visserijvloot telt ongeveer 725 vaartuigen „taievwme et ia feu"' werd voor Chr, Reiver. eew(sckraie troost BloedtvansfusWdiewst was weer wiet sdreuS deVer.vau Huisvrou wen iuisterde uaav leziviq ovev. •richt 1 maart 1860 Zaterdag 12 maart 1960 Vijfde blad no. 29998 ■oot succes lening Bank Ned. Gemeenten (Van onze financiële medewerker) dke medaille twee zijden heeft, is ook op de Amsterdamse beurs de laatste J weer duidelijk gebleken. Het feit, dat Nederlandse aandelen, met name, on de internationale concerns, ook op buitenlandse beurzen zijn geïntrodu- j (n enkele daarvan, zoals aandelen Koninklijke en Unilever, daar een vrij i markt hebben, kan in het raam van het internationaal kapitaalverkeer als voordeel worden gezien. Maar het nadeel is, dat de koersontwikkeling van jindelen en dit geldt vooral van de aandelen Koninklijke, waarvan zich (vn derde in de V.S. bevindt en ook ongeveer een derde in andere landen wr het buitenland wordt bepaald. Hoewel het belang van de Nederlandse pr bij Amerikaanswaarden minder groot is dan voor de oorlog, wordt er vinds voor de radio met spanning naar „stemming en koersen van Wall d" geluisterd en vormen deze doorgaans de richtlijn voor de avondhandel te lerdam en de beursstemming van de volgende dag. is in deze tijd vooral daarom te ijren omdat, gelijk wij meer dan nebben uiteengezet, de situatie in S. in meer dan een opzicht thans mtiger ligt dan in de meeste lan- vjh Europa en ook dan die in ons en ook de technische positie van de orkse beurs op grond van aandelen- ment en koers-winstverhouding kwetsbaarder is dan die te Amster- Afgezien van een aantal interna ls en zware aandelen, wordt in ons van de aandelen nog een redelijk tnient gemaakt, vooral nu het me el van de ondernemingen, die hun ig over 1959 hebben gepubliceerd, iïidend hebben verhoogd. En ook al pen in ons land aan de problemen een scherpere concurrentie, overbe- il en spanningen tussen lonen en n niet voorbijgaan, zo worden toch Komische vooruitzichten door des- ge waarnemers, o.m. ook door de «tellers van het Economisch Plan nog altijd vrij gunstig geacht. Op van de gegevens, welke er ten ,i van de economische toestand in ind aanwezig zijn, is er voor de ïdamse beurs zeker geen reden oofd te laten hangen, maar het zijn is weer de teleurstellende koersen Sew York, die ook hier de stern- bederven en de beleggers van de tamarkt terughouden. (Van een speciale medewerker) zijn weer heel wat mensen in de Bloembollenstreek, die wat Ier zorgen aan het hoofd hebben gekregen door dat late wintertje, [organisatoren van het bloembollencorso reden met de schrik in art langs de velden hyacinten. Broeiers voor tentoonstellingen a de koelste plekken in het bedrijf te zoeken om de ontwikkeling Je hyacinten, tulpen en vooral narcissen maar tegen te houden en eliiig komen daar dan de berichten van het K.N.M.I. „Het koude ile weer kan nog een paar dagen aanhouden". Het klonk als fkin de oren. bepaalde etappes reden zien om een ver dere koersdaling te verwachten, kan zij niet uitblijven. Dat de theorie op zwakke gronden berust, speelt dan nog nauwe lijks een rol. Die zwakke grond kan men o.m. hier in vinden dat het Dow-Jones indexcijfer, waarop de Dow-theorie zich baseert, een uitermate zwakke afspiegeling is van de koersontwikkeling op de Newyorkse beurs. Zij is niet alleen het produkt van een aantal min of meer ingenieuze en dubieuze berekeningen, maar het Dow- Jones indexcijfer vertegenwoordigt slechts 30 aandelen van de meer dan 1000 aandelen, welke op de Newyorkse beurs worden verhandeld, derhalve niet meer dan 3%, terwijl vele grote en be langrijke aandelen niet in de Dow-Jones- index zijn opgenomen. Hoe dit zij, er werd deze week aan de val van het Dow-Jonescijfer beneden 600 hier en daar grote waarde gehecht en de onzekerheid ten aanzien van het toe komstig koersverloop op de Newyorkse beurs is er ontegenzeglijk door ver groot. Er is nog een andere factor, die bij de beoordeling van stemming en koersen in Wall Street in aanmerking moet worden beleggingsfunds gedurende de laatste genomen, nl. de geweldige groei van de twee jaar. Ze vertegenwoordigen een bedrag van ca. 20 miljard en oefenen uiteraard op de koersontwikkeling van de aandelenmarkt een toenemende in vloed uit. Tot voor kort waren het tel kens de aankopen voor rekening van de funds, welke als oorzaak van de koers stijging werden genoemd, de laatste we ken wordt de koersdaling voor een deel aan de verkopen voor rekening van deze funds toegeschreven en ook hier blijkt dus dat elke zaak twee kanten heeft. Beleggingsmaatschappijen en aande- lendepots kunnen zeer zeker een nuttige functie vervullen in zoverre zij voor de kleine belegger een risico-spreiding mo gelijk maken. Maar het samenbrengen van steeds grotore bedragen fonsen in één hand levert ook zijn bezwaren op, die te groter worden als de funds in aantal en omvang toenemen. Niet meer de mening van de individuele fondsen- bezitter bepaalt dan stemming en koer sen op de beurzen, maar die van enkele tweek is men geconfronteerd met «schijnsel, dat op een deel van het iaanse publiek grote indruk heeft ill, namelijk de daling van het Jones-indexcijfer voor industriële Heling. Men concludeert dus niet Ide economische ontwikkeling tot «deel over de toekomstige bewe- lop de effectenbeurs, maar omge- nnuit de koersbeweging op de ef- beurs tot een oordeel over de toe- Ije economische ontwikkeling. Dow-theorie heeft in de V.S. aan- rs en bestrijders. Maar het is dui- dat als een groot aantal bij de geïnteresseerden aan die theorie hecht ,de koersloop van de fond- th ernaar zal richten. Als tien ai op een vlot afspreken bij een de richting naar één kant te zul- «n kantelt het vlot onvermijdelijk een toenemend aantal fondsen- rs in een koersdaling in tevoren deskundigen, van wie moet worden aan genomen dat zU uitsluitend de belangen van de deelnemers in het funds behar tigen. In dit verband kunnen wij dan ook niet zo enthousiast zijn over de ook in ons land nog steeds voortgaande uitbreiding van het aantal beleggingsmaatschap pijen of aandelendepóts, waardoor de fondsenhandel steeds meer aan de in vloed van de gemeenschap der particu liere fondsen bezitters wordt onttrokken. De onzekere factoren, welke thans de aandelen beheersen, zijn mede oorzaak dat de belangstelling voor de obligatie- markt groter is dan enige tijd geleden, conjunctuur wijzen. zoals ook wel is gebleken uit het dave rend succes van de 4%% lening van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, groot f. 100 miljoen, waarop weinig min der dan het tienvoudige is ingeschreven. Nu is dit in zoverre verklaarbaar dat de Jongste staatslening reeds ca 1%% bo ven haar emmissiekoers noteert en dus wel mag worden verwacht dat ook op de toegewezen obligaties van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten een koers winst zal kunnen worden behaald. De Bank heeft intussen al weer een nieuwe lening tot hetzelfde bedrag en op de zelfde voorwaarden aangekondigd, te recht gebruikmakende van de betrekke lijk ruime kapitaalmarkt. Ook op de geldmarkt worden lagere disconto's genoteerd en bij de banken is in januari het tegoed van clienten met ruim f. 100 miljoen toegenomen, symp tomen, welke niet op een overspannen Advertentie. ZWARE VERKOUDHEID EN BRONCHITIS worden afdoende bestreden met de vermaar de,bacillendodende Potter's Catarrh Pastilles. Eén pastille jcefc onmiddellijk verlichting! (Van onze correspondent in Bonn) Het Westduitse Kabinet heeft besloten tot een reeks maatregelen ter beïnvloeding van de op een al te hoog aantal toeren draaiende hoogconjunctuur zoals die thans in de Bondsrepubliek bestaat. Men wil met deze maatregelen twee dingen bereiken: ten eerste een even wicht tussen vraag en aanbod, waar thans nog een niet te stuiten golf van opdrachten over de industrie slaat, die heeft geleid tot een ontstel lend tekort aan arbeidskrachten en een stijging der prijzen, ten tweede een wezenlijk effect op de ongunstige kanten van de bouwconjunctuur. Belastinginkomsten stijgen maar weinig De maatregelen ter afremming van de hoogconjunctuur, die nu reeds ingaan, pogen onder meer om de degressieve af schrijving te beperken van 25 tot 20 pro cent voor het eerste jaar. Voorts wordt de interest voor pensioenbedragen voor de bedrijven verhoogd, hetgeen, evenals de afschrijvingsmaatregel, er toe zal kunnen leiden dat de ondernemingen minder geld uit het eigen bedrijf voor investering ter beschikking zullen krij gen hetgeen een remmende werking op de conjunctuur ten gevolge zou kunnen hebben. Ook controleert Etzel de staats- premies voor particuliere woningbouwers in dier voege, dat lieden die wel spaar den voor een huis om de premie in de wacht te slepen maar er snel bij waren om het bouwspaargeld op andere wijze te beleggen meer gebonden zullen wor den. Etzel zal voorts een strengere maat staf aanleggen bij de belasting van de speculatie in effecten en bij de beoorde ling van de declaraties in de boeken der bedrijven. M het wetenschappelijk onder innen de mensen, die de bollen u> om de bloemen vroeger te bloeien dan normaal, heel wat flen of tegenhouden. Maar de kunnen ze toch niet helemaal de deur houden. Als het, zoals Efgaande weken, warm en zonnig igaan de planten door. Koele en ff ruimten hebben wel enige toch niet voldoende invloed op [wikkeling. En er staat zo het f ander op het programma. Op «te plaats de grote binnenten- Mng, die 25 maart op de Flo- In Rotterdam geopend wordt. *t weer van de voorgaande we- '-s dat een angstig eind weg als :aar de planten keek. Je kunt opening van zo'n tentoonstelling tet half uitgebloeide bloemen ko- *ant ze moeten daar ook nog «ek mooi blijven. Helpt niet veel fe kissen van de Keukenhof moet SO maart mooi zijn. Als het lussen de vijftien en twintig gra- helpt luchten niet veel. Licht "We jagen de planten en bloe- W de grond. ook exporteurs, die zelf ten- ^ngen In het buitenland orga- Ook daarvoor moeten gelegen- borden gereserveerd. Zij keken "•zorgd naar de thermometer, „shows" worden door vak- bezocht, die bijzonder kritisch Jrmale jaren is het broeien voor 'Paalde datum niet zó moeilijk. •'(gelt dat door middel van de latuur, waarop de planten vrij Saam reageren. Komt er, zoals ^een kink in de kabel, dan wordt uiterste van de broeier ge- j.Het publiek merkt op een ten ding niet veel van de moeite. (r kan tenslotte nog wel het een Wer geïmproviseerd worden, "iet eens onaardig, want een 1 Primula's, waar eigenlijk tul- besten staan kan het ook leuk 01 de kisten en pannen worden '{rder uit elkaar gezet. De orga nisatoren hebben dan toch wel een on bevredigend gevoel. Weekje achterop Enfin, gelukkig voor hen zijn de planten een weekje achterop geraakt. De leden van het corso-comité kunnen weer met wat meer rust langs de vel den rijden. Zij hebben wel een bijzon der zware verantwoording op de schou ders geladen. Alle toeristische organi saties willen minstens een of twee maanden van te voren weten, wanneer dat corso zal rijden. Zij moeten de bui tenlanders daarover inlichten, zodat deze bedden kunnen reserveren. Maar het eerste corso in 1948 reed al op 17 april en in 1956 en 1957 wisten de organisatoren veertien dagen van te voren nog niet of het eind april of be gin mei zou rijden! De bloemen had den het te koud en kwamen maar uiterst traag in bloei. Men houdt het dus nu maar op 23 april. Bloeien de hyacinten vroeger, dan zal men ze in koelcellen moeten opslaan. Men hoeft zich nu geen zorgen te maken, dat ze de 23ste niet zullen halen, want dan wordt alles wel heel moeilijk. De kwekers van bloemen hebben het niet zo best begrepen op deze winter. Er zijn al zeer veel trompetnarcissen, die ver in knop staan. Met een beetje goed weer zouden ze aan het eind van deze week wel opengesprongen zijn. Men mag, gezien de ervaringen in de andere jaren nu wel aannemen, dat de bloemen toch wel van de vorst geleden zullen hebben. Winst derven De bloemtrekkers in de omgeving van Leiden, waar veel narcissen van het vrye veld worden gesneden, zullen dus misschien wat winst derven, door dat beschadigde bloemen nu eenmaal wat minder opbrengen. Er zitten dus heel wat consequenties aan het weer vast. De ene groep wan delt verheugd met de jas los in de milde vroege voorjaarszon, onbewust van het feit. dat andere mensen grijze haren lopen op te doen. Er hangt nu eenmaal veel van het weer af in de bloembollenstreek. Er moet heel wat worden gedaan om een export van meer dan tweehonderd miljoen gulden te bereiken. Na de geslaagde atoomproef in de Sahara zijn verscheidene Franse medewerkers aan het experiment onderscheiden met het Legioen van Eer. Op de foto reikt generaal De Gaulle de onderscheiding uit aan generaal Buchalet en prof. Rocard. Veel kritiek Het effect vanal deze maatregelen zal neerkomen op verhoging van de belas tinginkomsten meteen bedrag van circa 400 miljoen mark per jaar. Het gaat er hierbij niet om, zo verklaarde de staats secretaris van Economische Zaken, Wes- trick om de huidige Westduitse con junctuur kapot te maken, integendeel, men wil de conjunctuur zoals zij thans is wel handhaven, evenwel ervoor zor gen dat de groei niet al te onstuimig verder gaat en daardoor gepaard zou gaan met nog grotere tekorten op de ar beidsmarkt en nog meer prijsstijgingen. De huidige golf van orders, vooral voor de industrie van investeringsgoederen, lokt prijsstijgingen uit. De orders zijn vergeleken bij een jaar geleden in aan tal van 20 tot 40 gestegen! Op deze maatregelen die in de grond front. van de zaak zullen neerkomen op lichte belastingverhogingen is in Bonn felle kritiek geuit. Zowel van liberale als van socialistische zijde is erop gewezen, dat Etzel met geen woord heeft gerept over vermindering van de staatsuitgaven. En juist van deze uitgaven zegt men dat zij in het kader van de politiek van subsi dies aan de landbouw en andere be langrijke groepen door Bondskanselier Adenauer in verband met het naderen der Bondsdagverkiezingen in 1961 - de ongewisse situatie van de conjunctuur in belangrijke mate mede hebben veroor zaakt. Zo is erop gewezen dat de meer- inkomsten van 400 miljoen mark bij een totale begroting van 42 miljard mark en een nationaal inkomen van 240 miljard mark weinig kunnen uitrichten. Blessing: „oppotten" Ook Blessing, de president van de Centrale Bank van de Bondsrepubliek, de Bundesbank, heeft kritiek geuit op de voortgaande hoge uitgaven van de staat, provincies en gemeenten. Deze uitgaven, zei hij in een rede te Zürich, stoken de conjunctuur maar op. Hij meende dat de hogere inkomsten van de staat niet hadden mogen worden ge bruikt voor meer staatsuitgaven, maar als een reserve voor slechtere tijden had den moeten worden opgeborgen bij de Bundesbank. Deze algemene oproep aan regering en parlement te Bonn om ook van staats wege te besparen is bepaald niet opge volgd. De verkiezingen naderen nu een maal en niemand wil in het aangezicht daarvan bepaalde kiezersgroepen onaan genaam zijnInmiddels gaat de ..boom" door (het hoogtepunt is nog niet bereikt!), wordt het arbeiderstekort gro ter, dreigt een verdere prijsstijging, als mede een gToter dan de verantwoorde loonsverhoging over een zeer breed Op 1 januari 1960 vond weer de jaar lijkse inventarisatie plaats van de vis serijvloot, zoals deze is geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van de Visserywet. Ter vergelijking van de uitkomsten van deze telling geven wjj U ook de sterkte van de vloot per 1 januari 1959 en 1 januari 1949. Hierbij zij vermeld dat de inhoud is opgegeven in bruto-register tonnen (van 2.83 m3). Bij beschouwing van de verschillende vaartuigsoorten blijkt, dat in het jaar 1959 geen verandering is gekomen in de sterkte van de stoomtreilervloot. Hierbij dient echter te worden opgemerkt, dat 2 van de 3 stoomtreilers in de tweede helft van het afgelopen jaar definitief uit de vaart werden genomen en werden opgelegd. Het andere vaartuig is nog vrijwel onafgebroken het gehele jaar in bedrijf geweest. Deze laatste stoomtrei- ler zal echter binnen afzienbare tijd aan de Nederlandse visserij onttrokken wor den. Per 1 januari 1949 waren er nog 63 stoomtreilers in bedrijf. In het aantal stoomloggers is in de afgelopen 10 jaren veel veranderd. Per 1949 waren er nog 29 van deze schepen aanwezig en per 1 januari 1959 en 1960 waren er nog 5 van dit type. De groep motor-treilers en -loggers telde per 1 januari 1960 248 eenheden en per 1 januari 1959 246. Dus een ver meerdering van 2 schepen. Per 1949 was dit aantal 221. Wij zien hier dus een groei in. In 1959 werden 9 vaartuigen van de vloot afgevoerd terwijl er 11 aan werden toegevoegd. De 9 afgevoerde vaartuigen, metende in totaal 1556 b.r.t. en met een motor vermogen van 2965 PK, betroffen in 7 gevallen oude schepen, waarvan er 3 de finitief uit de vaart werden genomen en opgelegd voor verkoop, 2 voor sloop wer den verkocht, 1 naar Griekenland werd verkocht en 1 tijdens de uitoefening van de haringdrijfnetvisserij na ontploffing in de motorkamer, lekgeslagen en ge zonken is. Voorts ging nog 1 motortrei- ler van het bouwjaar 1952, voorzien van een motor van 750 PK, na aanvaring met een vreemde treiler, verloren, terwijl 1 motortreiler van bouwjaar 1956 en voorzien van een motor van 600 PK, werd verkocht naar St.-Pierre et Mi- quelon. Aan de vloot motorloggers-treilers werden in de loop van het jaar 1959 toegevoegd 11 vaartuigen, met in totaal 2615 b.r.t. en 7231 PK. Van deze vaar tuigen werden 10 nieuwbouw, terwijl 1 logger, welke in het jaar 1950 werd af geleverd, weder in de vaart werd ge bracht .nadat het vaartuig een grondige vernieuwing had ondergaan. Van de nieuwgebouwde vaartuigen behoren 4 tot de sterkste motorgroep en 3 tot de groep met een motorvermogen van 500799 PK. De nieuwbouw vond in 4 gevallen plaats op grond van de Wet op de Ma teriële Oorlogsschade en in 3 gevallen met toepassing van de Regeling voor Bijzondere Visserij Financiering. Van de na de oorlogsjaren, d.w.z. na 1 janu ari 1948, hier te lande nieuwgebouwde motortreilers en- loggers zijn thans nog 65 vaartuigen aanwezig, metende in to taal 16.270 b.r.t. met een totaal motor vermogen van 38.246 PK. Dit betekent dus, dat meer dan 1/4 gedeelte van de tegenwoordige vloot, mo tortreilers en -loggers, nét de oorlog werd geboiiwd. De tonnage en het motorver mogen van deze vaartuigen maken resp. 35 en 45% van het totaal uit. Van ge noemde nieuwe vaartuigen behoren er 25 thuis te Katwijk, 1 te Rotterdam, 21 te Scheveningen, 6 te Vlaardingen en 12 te IJmuiden. In het afgelopen jaar werden voorts nog 5 motorloggers van een nieuwe mo tor voorzien. Tenslotte kan nog worden vermeld, dat bij de afsluiting van dit overzicht 17 opdrachten lopende waren voor de bouw van motortreilers en -log gers. Van de groep motorkofcters werden in het afgelopen jaar 3 vaartuigen, met to taal 213 b.r.t. en 630 PK, afgevoerd, waarvan 2 werden verkocht naar Ier land en 1 werd verkocht voor verbou wing tot woonschip. In totaal werden aan de Noordzee- kottervloot toegevoegd 45 vaartuigen, met totaal 3035 b.rt.. en 8546 PK. De kotteivloot onderging een zeer be langrijke uitbreiding door de nieuwbouw van niet minder dan 39 vaartuigen. Van deze nieuw gebouwde kotters behoorden er o.a. 7 te Katwijk en 14 te Urk thuis. In het afgelopen jaar werden voorts nog 20 kotters van een nieuwe en in de meeste gevallen ook krachtiger motor voorzien. Het aantal Noordzee-motorkotters voorzien van een motor van tenminste 120 PK bedraagt thans 203, tegen 170 per 1 januari 1959 en slechts 32 per 1 januari 1949. Van de nieuwgebouwde kotters werden er in het afgelopen jaar 6 gebouwd met toepassing van de Regeling voor de Bij zondere Visserij Financiering. Voor zo ver bekend, waren per 1 januari 1960 bij de verschillende scneepsbouwwerven 37 opdrachten lopende voor de bouw van Noordzee-motorkotters en garnalen- kotters. In de groep botters en dergelijke vindt sinds jaren geen nieuwbouw meer plaats. Het verloop in deze groepen heeft hoofd zakelijk betrekking op vaartuigen uit de beide lagere PK-groepen, met name dus de garnalen vissersvaartuigen. Hiervan werden enkele verkocht voor de sloop of voor pleziervaarten, dan wel kregen een bestemming bij andere takken van visserij in de kustwateren. In totaal be trof het hier een 13-tal vaartuigen. Daarentegen werden er weer 10 aan deze vloot toegevoegd, waarvan 1 in Duits land werd aangekocht, 1 tevoren als vrachtvaartuig diende en 8 reeds in ge bruik waren bij de garnalenvisserij in de Waddenzee en andere wateren. Ten minste 13 botters e.d. werden in het afgelopen jaar van nieuwe motoren voorzien. Blijkens de totaalcijfers werd de voor de uitoefening van de zeevisserij be stemde vloot gedurende het jaar 1959 uitgebreid met 41 vaartuigen met een totale inhoud van 3.878 b.r.t. en een totaal vermogen van 13.542 PK. Per 1 januari 1960 bestond de vloot van de zeevisserij uit 724 vaartuigen, per 1 januari 1959 uit 683 en per 1 ja nuari 1949 een aantal schepen van 730. ITALIAANSE ONDERSCHEIDING VOOR MR F. H. A. DE GRAAFF De Italiaanse ambassadeur in Neder land, markies R. Giustiniani, heeft gis teren aan de voorzitter van het Neder landsche Roode Kruis. mr. F. H. A. de Graaff, de versierselen overhandigd behorende bij diens benoeming tot Commandeur in de orde van Verdienste van de Italiaanse Republiek. Deze on derscheiding is mr. De Graaff verleend voor zijn algemene verdiensten op cha ritatief gebied. Voorts heeft de ambassadeur aan mr. De Graaff een Grieks-Italiaanse vaas overhandigd, door de Italiaanse rege ring aan het Nederlansche Roode Kruis geschonken ter herinnering aan het be zoek, dat een delegatie van het Itali aanse Rode Kruis en de Italiaanse re gering vorig jaar aan Nederland heeft gebracht ter bezichtiging van het her stel van de stormrampschade. Wet was deze week wat deSilt noemt„, eensedtvale week... wiet üksdeK&cbgidiiQen U t i militairen mo^ewvoor taan vrije artsenkeu ze doev* o OENAy DE ALV VROUW NVOiS AIS MENS mfrn MiNNAHÊS EN fm, HOEDER* Ml \vj de Rijnstreek tagmt eiwet vavicüt jaar de scViooltandverzorgiviq„

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 7