camera s in KAMER en TUIN Een Zoeklicht ROND OTTO PREMINGER VERFILMT EXODUS EN VOETLICHT Rademakers nieuwste filmrelaas „Makkers...staakt uw wild geraas" ZATERDAG 12 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 N.V. Barry Coe v OP DE BOEKENMARKT EEN PRINSELIJK VERHAAL JILLE HA WORTH .van schoolbank tot filmsterretje. Wilt u wat aandelen in de carrière van een veelbelovend filmacteur Dan kunt u terecht bij mijnheer Barry Coe, die vanzelfsprekend in Holly wood woont. Want alleen daar kan men op zo'n idee komen. Deze mijnr heer Coe is een knappe, veelbelo vende jongeman. Volgens ingewijden snelt hij een aantrekkelijke loopbaan op het witte doek tegemoet. Maar het ontbreekt de heer Coe aan middelen. Daarom heeft hij een plannetje ontworpen, waartoe de wet van Califomiö hem de mogelijkheid laat. Hij maakt van zichzelf een naamloze vennootschap met een ka pitaal van een half miljoen dollar. Wie maar wü kan aandelen kopen in zijn carrière. Volgens hem is het dan mogelijk zijn verdiensten opnieuw in zichzelf te investeren. „Want een nieuwe jonge acteur is precies hetzelfde als een nieuw bedrijf. Hij heeft het even hard nodig om zijn winsten in zijn ..bedrijf" te kunnen ste ken. Op deze manier is zijn „zaak" op een ge zónde financiële leest ge schoeid. een behoorlijke investering op langere termijn". Of Coe's plannetje suc ces zal hebben, is nog een grote vraag. Overi gens heeft de jonge Bar ry op zichzelf ook al aar dig geboerd. Onder con tract met 20th Century Fox speelde hij al in acht films, waarvan ..Peyton Place" wel de bekendste is. En nu concurreert hij met de ..koning van het witte doek" Clark Gable in de .liefde tegenover Carroll Baker in Para- mounts „But not for me". Het is een goede rol, die Barry Coe nog meer be kendheid kan geven en wellicht meer gegadig den voor zijn aandelen. LANGE ATLEET Hij is ongeveer 1 meter 85 lang en weegt tegen de 80 kilo. Een veelzijdig sportsman. Barry werd geboren in Los Angeles als zoon van een journa list, die later perschef van Errol Flynn werd. Terwijl Barry met zijn tweede vader inge nieur Joseph S. Coe, wiens naam hij ook ge bruikt als aéteur rond reisde. kreeg hij zijn op voeding in Canada, Nw.- Mexico, Honolulu en Mia mi in Florida. En daar zat hy natuurlijk heel dicht bü het filmvuur. Het duurde dan ook niet lang of het oog van de filmmensen viel op deze lange, donkere atleet. Inmiddels heeft Coe een „fanclub", die al meer dan 5000 leden telt. De club geeft een keurig verzorgd or gaan uit. dat gratis onder de leden verspreid wordt. „Een dure geschie denis", vertelt Barry Coe, „maar het is een uitstekende investering". Hij geeft grif toe, dat deze kwestie slag op heeft gelegd. Want als zoda nig kunnen we Otto Preminger zeker wel rangschikken. Ongetwijfeld zijn er tegen deze Amerikaanse regisseur bezwaren in te brengen, ook hij komt niet geheel onder de glamourinvloe- den van Hollywood uit, maar hij heeft knappe films gemaakt, waarmee hij een indrukwekkend visitekaartje heeft gepresenteerd. SCHOLIERTJE En Otto Preminger gaat nu „Exo dus" verfilmen. De man, die eens Jean Seberg tot ster bombardeerde, heeft nu ook een nieuw sterretje o'nt- dekt. Hij had zijn rolbezetting al bijna compleet. Onder andere staat de blonde Eve Marie Saint op de lijst. Zij is dezer dagen juist naar Israël vertrokken, want zij moet leren schie ten. En in Israël schat men drie maanden nodig te hebben om haar een geweer te laten hanteren. Voor het gemak heeft Eve Marie Saint haar beide kinderen maar meege nomen. Maar ondanks verwoed speuren kon Otto Preminger toch geen geschifte persoon vinden voor de vertolking van de belangrijke rol van Karen. Hij had eigenlijk het zoeken al zo'n beetje opgegeven, toen hij in Zuid-Engeland kennismaakte met het hierbij afge beelde blonde scholiertje Jill Ha- worth. Preminger was werkelijk en thousiast. Volgens hem bezit zij de juiste combinatie van onschuld, char me en verstand om de moeilijke rol tot een goed einde te brengen. Wat een volmaakt meisje! Hij engageerde haar prompt. Wie weet, wellicht is voor dit veertienjarige meisje ook een ogenschijnlijk heerlijke carrière als filmster weggelegd. Er is in de Israëlische boek winkels thans nauwelijks een artikel, dat zo vlot van de hand gaat als het boek „Exodus" van Leon Uris. In het kort kan men zeggen, dat het een uitvoerige schildering is van de totstand koming van de staat Israël. Een tikkeltje geïdealiseerd, geschied kundig niet helemaal feilloos, maar voor het overige een adem benemende avonturengeschiede- nis op een redelijke solide authentieke basis. Wij lazen ergens, dat in de Ver enigde Staten het boek blijkbaar zo'n opgang heeft gemaakt, dat de Ame- het land van de bijbel, maar naar het land van de Bijbel, maar naar Israël, het land van Exodus trekken. Was het wonder, dat deze „best-sel- ler" eens in handen van de filmmen sen zou vallen? Dat schijnt nu een maal het onontkoombaar lot van alle literaire succeswerken te zijn. Ge lukkig maar, dat een vakman er be- OTTO PREMINGER .nu Exodus. De man met die lange, wilde haar dos achter de camera rechts op de foto is Fons Rademakers. Na een flinke leerschool in het buitenland te hebben doorlopen o.a. onder Vit- torio de Sica heeft hij zich in ons land op de film geworpen. Zijn cine matografisch debuut was ,,Dorp aan de rivier". Zeker geen onverdeeld succes! Men heeft aan het aanvan kelijke produkt langdurig en opval lend moeten schaven voor het accep tabel bleek voor het buitenland. Des tijds zei scenarioschrijver Hugo Claus ons reeds: ,,Dat boek van Anton Coo- len is in feite onverfilmbaar. Het is te fragmentarisch" Dit was heel duidelijk terug te vin den in de film. Er was nauwelijks een draad te vinden, die de verschillende scènes tot een eenheid maakte. Door er een verteller aan toe te voegen, werd dat bezwaar voor een groot deel opgeheven. Maar bij alle nega tieve punten, bleef er één positieve als een paal boven water. Fons Rade makers had zich in sommige scènes als een bekwaam cineast doen ken nen. Na de revisie gooide zijn eerste speelfilm dan ook hoge ogen op de Berlinale in Berlijn en zelfs heeft zij op de nominatie gestaan voor een Oscar. Met een ietioat afgezaagde en plat getrapte opmerking zou men kunnen zeggen: „Fons Rademakers eerste ling hield beloften in voor de toe komst Welnu, aan deze filmer thans het woord om die beloften waar te maken. Hij is er druk aan bezig. Althans aan zijn tweede film: „Mak kers staakt uw wild geraas". We hebben het al eens eerder gezegd, al doet de titel wel zoiets vermoeden, het is allerminst een sinterklaasver haaltje voor jeugdige kindertjes. Dat zou ook niet passen in het dramati sche talent van Fons Rademakers. Eens verklaarde hij ons, dat hij in zijn films altijd iets wilde zoeken naar iets specifieks Nederlands, naar iets echt Hollands. In zijn „Dorp aan de rivier" vond hij dat in een karakte ristiek Brabants dorpje, maar ook in zijn „Makkers" werkt hij met derge lijke effecten. Zoals wel uit deze foto blijkt, die genomen kon worden in de befaamde poffertjeskraam aan het Weteringscircuit te Amsterdam. Voor twee dagen legde de Nederlandse Filmproduktie Maatschappij beslag op dit bekende etablissement met zijn smakelijke gerechten. Ze zullen te zijner tijd in de bioscopen worden opgediend bij „Makkers staakt uw wild geraas". Giuseppe Tomasi di Lampedusa. „De Tügerkat". Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1960. Het is niet helemaal te wonderen, da: dia reman van Giuseppe di Lam pedusa genaamd II Gattopardo mi. ten onrechte vertaald met „De Tijger- kat" aangezien ik vermoed dat „Het Luipaard" juister ware geweest een wereldsucces is gebleken. Dit boek tooh is geschreven door de Prins van Lampedusa en het speelt op Sicilië. Het is het enige boek, dat deze auiteur hij is gestorven in 1957 BARRY COE .naamloze vennootschap. hem ertoe gebracht heeft zichzelf in een naamloze vennootschap te laten omvormen. Als na „But not for me" niet spoedig een nieuwe belangrijke rol volgt, zal hü zijn advocaten op dracht geven de zaak wat te bespoe digen. „Maar ik houd 51 procent van de aandelen voor mijzelf", zegt hij lachend. Hij wil kennelijk dus niet al Vaste planten komen vrijwel in elke tuin voor. Ze zijn on misbaar voor de entourage en vooral in een border heeft men ze nodig. De hoogop groeiende soorten kunnen de achtergrond van uw tuin of border vormen en het kleine goedje dient men meer op de voorgrond te hou den. Lavatera's zijn vrij alge meen bekende planten. Lava- tera trimestris pleegt men veel in de tuin te kweken. Het is een éénjarig gewas met grote malva-achtige donker roze bloe men; echt iets voor uw4 border of voor het snijbloemenhoekje. Ze behoeven niet eerst in kas sen of bakken voorgekweekt te worden. U kunt ze direct ter plaatse in de volle grond van de tuin zaaien. Na opkomst zal men alleen maar behoeven te dunnen en dat is alles wat men er aan te doen heeft. Lavatera olbia moet men meer als een vaste plant be schouwen. Een plant, die wel een hoogte van ruim ander halve meter kan bereiken en van begin zomer tot laat in de herfst overdekt kan zijn met een schat van lila-roze bloe men, die ook al weer aan de malva doen denken. Deze lava tera vormt na de bloei vrij ge makkelijk zaad en soms in zo'n overvloed, dat de plant er niet meer aan denkt nog nieuwe scheuten met bloemknoppen te vormen. Daarom is het van veel belang, dat de uitgebloeide scheutjes takjes waarop geen bloemknoppen meer zitten worden weggenomen. Deze Lavatera moet dus be slist op de achtergrond gepoot worden. Niet alleen dat ze zo in de hoogte opgroeien; ook in de breedte hebben ze wel een onderlinge afstand van een halve meter nodig. Lavatera olbia kan men ook prachtig voortkweken door mid del van stekken. Dat kunt u vroeg in het voorjaar doen, als de eerste scheuten tot ontwik keling komen, doch over het algemeen bereikt men betere resultaten door in de nazomer te stekken. Jonge scheuten ter lengte van ongeveer tien cen- timeter wortelen in de volle grond van de tuin vrij gemak kelijk. Men zal ze alleen de eerste tijd tegen de felle zon moeten beschermen, doch dat moet men er maar voor over hebben. Laat in de herfat of vroeg in het voorjaar kunnen ze dan op de voor hen be stemde plaats gepoot worden. Ze zijn niet helemaal winter hard. Oude planten kan men beter een beetje aanaarden; over de jonge legt men wat groene sparretakken; dat kan in beide gevallen voldoende be scherming bieden. G. KROMDIJK. Lavatera olbia in bloei. ooit geschreven heeft. De roman roept het beeld op van t midden van de vo rige eeuw, d.w.z. de tijd waarin Gari baldi en zijn vrijscharen, van terzijde gesteund door Oavour, de Italiaanse staatsman die gewerkt heeft aan de eenwording van het Koninkrijk, land de bij Marsala om het eiland bij Italië te trekken. Opvallend is het wel dat Oavour niet genoemd wordt. Deze tijd is al voldoende om de be langstelling te wekken voor dit prinse lijk werk in dubbele betekenis. Doch het voornaamste beroep op die belang stelling zal wel gedaan zijn door het standpunt van waaruit het geschreven is. Lampedusa heeft tot hoofdpersoon gekozen zijn. overgrootvader, de bezit ter van het Sicilaanse landgoed, dat hij in de roman Salina noemt. Fabrizio Corbera, Prins van Salina is, als het verhaal aanvangt, een man van mid delbare leeftijd met vele zonen en dochters. Hij is het middelpunt van zijn familie, zijn pachters en bedien den, van de Sicilaanse wereld vóór de eenwording. Een feodale wereld, doch een die op het punt staat een democra tische te worden. Deze Salina is een uitzonderlijk mens. Hij is een man met een grote intelligentie, een groot hart en een heldere kijk op zijn levensperio de en wat daaruit voort, zal komen. Goed, de adel zal verdwijnen, althans in de vorm, waarin die zich totnogtoe gemanifesteerd heeft. Maar daarvoor in de plaats zullen de nieuwe rijken opstaan. De maatschappelijke groep, waaruit het meisje Angelica voortkomt, dat zal trouwen met zijn neetf en pleeg zoon.. Tancredi, de Garibaldlst. Een groep, waarin men zo snel mogelijk zal kijken of men niet ergens papieren of andere bewijzen van oorspronkelijke adeldom 'kan vinden. Zie de vader van Angelica. Salina is behalve een wijsgerig man ook een mens met een interessant in nerlijk leven. En, zoals een ieder die nadenkt over het bestaan van de mens, in ziin hart melancholiek. Zijn vlucht uit hst dagelijkse voltrekt zich in zijn observatorium ,v/aar hij door zijn kij kers de loop der sterren volgt. Deze liefhebberij neemt evenwel niet weg, dat hij heus wel met zijn twee benen op de grond staat en de facetten van zijn leven: de jacht, vrouwen, zijn ge zin. zijn mcoie paleizen en aangename maaltijden, in hoge mate weet te waar deren. Door deze veelzijdige belichting van de figuur Salina is de roman ,De Tijgerkat" meer nog een boeiende ze denschildering geworden dan een ver haal van een omwenteling. Bespiegeling en handeling wisselen elkaar op de onverwachtste wijze af- Het verhaal bestaat voor een groot deel uit de overpeinzingen van de hoofdfi guur en z\jn reacties op de daden van zijn omgeving. Doch dit heeft het voor deel, dat bijv. de landschaps- en om- gevingsbeschrijvingen een grote bezie ling krijgen, die de eenheid man-eiland uitstekend tot stand brengt. Terugkomende op wat ik in de aan vang zei: nl. dat het mij niet zo ver wondert dat II Gattopardo een wereld succes is geworden, zou ik dit als volet willen verklaren. Dat een beek als dit duizenden lezers vindt, terwijl het to taal niets heeft van de gebruikelijke best-seller-flodderigheid, wijst erop, dat die lezers er blijkbaar genoeg van hebben een land altijd beschreven te zien van het standpunit van de kleine man uit. Want hoe belangrijk dat standpunt ook moge zijn, de andere kant is en blijft er ook. Dit evenwel zou nog niet voldoende zijn. Deze ro man is in feite een familiekroniek en straalt de authenticiteit uit van een, met kleine verschuivingen, in feite wa re geschiedenis. Geschiedenis die dat blijkt uit dit verhaal indruk wekkender en geloofwaardiger te voor schijn treedit uit het leven in de tijd dan uiit beschouwingen over die tijd. CLARA EGGINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 14