rof. Van Vleck aanvaardde Lorentz- leerstoel iet woorden van waardering en waarschuwing Weinig voorlichting wat Enromarkt betreft is funest voor bollenvak Gedurfde expansie van outillage en staven universitaire natuurwetenschap noodzakelijk E&nsiy4r-êetu£ uknecht „De EEG is nog ver" mag onder geen beding criterium njn Haagse kunstenaars exposeren kun werken in de „Lakenhal" igericht 1 maart 1860 Zaterdag 5 maart 1960 Vijfde blad no. 29992 Amerikaans gasthoogleraar in Leiden woorden van zeer veel lof voor de prestaties de Nederlandse natuurwetenschappen in de Ite eeuwen, maar daarnaast een waarschuwing niet te verstarren in verworven tradities en l aanvaardde prof. dr. John H. van Vleck, jleraar aan de Harvard University (USA) irmiddag in het Groot Auditorium het ambt gasthoogleraar te Leiden. Hij bezet voor een de Lorentz-leerstoel voor de theoretische jnrkunde, welke in het leven werd geroepen |e viering van de honderdste geboortedag van wereldberoemde Leide natuurkundige. Voor Jjezetten van deze leerstoel worden vooraan- üde buitenlandse geleerden uitgenodigd. Van Vleck sprak onder de titel „Frontiers of physical science in the Netherlands and the United States" over de verschillen die zich in de natuurwetenschappelijke ontwikkeling in deze landen hebben voorgedaan, de oorzaken van deze verschillen en hun consequenties voor de situatie in heden en toekomst. Hij drong aan op een snelle gedurfde expansie van de outillage en de wetenschappelijke staven der Universiteiten zonder welke Nederland zijn vooraanstaande plaats niet zal kunnen handhaven. De oratie van prof. Van Vleck behandelde weten schappelijke vraagstukken op zeer algemeen niveau, waardoor zij voor een veel breder georiën teerd auditorium boeide dan bij de oraties van de laatste jaren meestal het geval was. irgelijking Nederland-Amerika mogelijk ondanks a-nationale wetenscliapsbasis tide aspecten van de verschillen tussen Amerikanen en Europese (i.e. landse) wetenschapsontwikkeling zgn reeds eerder in een Leidse oratie ideld, namelijk door de voorganger van prof. Van Vleck als gasthoogleraar prof. Perry Miller, wiens dikwijls onomwonden kritiek destijds (vooral aanleiding van een artikel in Atlantic Monthly) nogal wat stof deed Prof. Miller behandelde in het bijzonder de uiteenlopende sociale ;n van de nieuwe en de oude wereld als basis voor een beter begrip omtrent ihillen in de literaire ontwikkeling. Na aan deze oratie herinnerd te stelde prof. Van Vleck zich als doel in soortgelijk opzicht een beschouwing aan de natuurkundige wetenschap. Het is volgens prof. Van Vleck zeer ilyk een vergelijking te trekken tussen de evoluties van de natuurweten- in Nederland en Amerika tegen de achtergrond van overeenkomsten ihillen in politiek, geografisch en ethnografisch opzicht, ondanks het feit, wezen wetenschap ophoudt wetenschap te zijn wanneer zij van een etiket wordt voorzien. rijke plaats van Israël niet in strijd met het gestelde omtrent het ..achter blijven'' van naties in het pioniersta dium, omdat Israël als pionierstaat in een uitzonderlijke positie verkeert. Wanneer men de balans opmaakt uit sluitend op het terrein van elektrici teit en magnetisme worden de cijfers nog beter voor Nederland: het staat dan op de eerste plaats met 6,3 per mil joen inwoners voor Amerika met 5,3 en Duitsland, Engeland, Frankrijk en Israël ongeveer op dezelfde hoogte als de USA. Een belangrijke oorzaak van de aan getoonde verschillen is volgens prof. Van Vleck ook gelegen in de homogeni teit van Nederland tegenover de hetero geniteit van de Amerikaanse samenle ving. De statistische vergelijking zou heel wat voordeliger voor Amerika zijn uitgevallen, wanneer alle Amerikanen van Hollandse afkomst waren geweest. In 1940 telde Amerika 300.000 inwoners, die in Nederland waren geboren of al thans één Nederlandse ouder hadden, ongeveer eenzelfde aantal als dat der in Amerika wonende Indianen. Vele „Nederlandse" bijdragen kwamen de Amerikaanse statistiek ten goede, vrij wel geen Indiaanse! Ook de weten schappelijke bijdragen van afstamme lingen uit b.v. Oost-Europa of Afrika, die toch een belangrijk deel van de Amerikaanse bevolking uitmaken, zijn minimaal in aantal. De consequenties van deze heterogene oorsprong en samenstelling van de Amerikaanse bevolking worden niet steeds op de juiste betekenis beoor deeld door vele Europese intellectuelen. Prof. Van Vleck ging in het kort in op verschillende aspecten van het MacCartihy-isme als voorbeeld van de gevolgen der bevolkingsiheterogeniteit. Hiervan is ook een zekere mate van anti-intellectualisme in Amerika het gevolg. In recente tijden is het prestige van intellect en wetenschap echter aan- Fundament der vrijheid i belangrijke gemeenschappelijke Voor beide landen kan in één en- wrd samengevat: vrij'heid. Dit is x>te gemeenschappelijke basis, p de samenleving zowel hier als ls gebouwd. Twee recente voor al het Duitsland van Hdtler en alië van Mussolini, tonen duide- sn dat de wetenschap zicih niet in aeld kan ontwikkelen. „iou daar tegenover kunnen stel- it in de Sovjet Unie het tegendeel bewezen, maar men moet dan irgeten dat het hier gaat om een ,dat nimmer de traditie van vry- leeft gekend, zodat het ontbreken a geen verlammend effect kan i. Bovendien is de wetenschappe- jesearch in Rusland het verst ge il, waar een sfeer van vrijwel ge vrijheid heerst, geheel afwij- van het totale maatschappeJyke rizens moet het uiteindelijk re- jtvan de jongste Russische weten- i - afgezien dus van incidentele Ken en effecten nog worden af- Ei- Drie factoren pote verschillen tussen Nederland nerika in n atuurwe tensch appe - ontwikkeling worden voornamelijk drie factoren veroorzaakt: eerst- nde is een oude natie, de laatste tot voor kort verkerend in onierstadium. de eerste is raci- lomogeen de laatste vrij heterogeen slotte is eerstgenoemde natie geo- h kledn en dicht bij andere sta- legen, en laatstgenoemde geo- li groot en geïsoleerd, natuurwetenschappelijke traditie Nederland groot. Zou het bevol- Ijfer een indicatie voor produkti- op dit gebed kunnen zijn, dan linerika dezelfde hoogte bereikt 1 hebben als Nederland tegen het van de achttiende eeuw, maar in d waren er in de Nieuwe Wereld tere problemen typisch inhe- aan het pionierstadium van een leving die meer de aandacht dan wetenschappelijke re- enkele uitzonderingen na ontwik- de natuurwetensohap in Amerika eist ruim een eeuw later, in het van de twintigste eeuw. Eenzelfde Ijnsel zien we nu in Australië, en et Europese deel van Afrika, die aeer in het pionierstadium ver- om een vooraanstaande plaats «men in de wereld van de weten- lelijke research. Pioniers-milieu Van Vleck ging uitvoeriger in Invloed van dit maatschappelijk ire-mllieu" op de wetenschappe- esearch, niet te verwarren met op «h nut gerichte natuurweten- lelijke prestaties als die van ey, Pulton. Morse en Edison. Ook gebied was Nederland echter i geleden voorgegaan, b.v. in de e van Coster die de boekdruk- uitvond en Snellius die in Leiden lehoeksmeting ontwikkelde. De ode invloed van de genoemde «mentaliteit is in het bijzonder «r op het zuiver theoretische en toratoriumgebied. Een uitzonde- >u gemaakt kunnen worden ten u van de geologische wetenschap- Gunstig statistisch beeld van Nederland en deze late opkomst of het late van volle wasdom op natuurwe- «ppelijk terrein van Amerika be- Prof. Van Vleok zich in het ver eelte van zijn vergelijking Ne- 1-Amerika tot de ontwikkelings- [len in de laatste decennia. moeilijk statistische vergelij ke trekken ten aanzien van kwa- e waarden, hetgeen toch noodza- «°u zijn om een dergelijk beeld ?en van de Nederlandse tegen- le Amerikaanse natuurweten- e'ijke verdiensten, maatstaf kan wellicht gevonden het aantal wetenschappelijke per hoofd van de bevolking, uunvetcnschappelijk gebied stond dan in 1958 met 9,4 per mil- Wwoners op de tweede plaats na ™d (11,5) cn vóór Frankrijk (9,2) '9<0), USA (7,0) cn Rusland (7,0). Schillende redenen ls de belang- buurwetensohappelijke prestaties: de omvang van de apparatuur voor natuur wetenschappelijke experimenten en onde'rzoekingen wordt steeds omvang rijker en kostbaarder, zodat grote wel varende naties zioh soms een betere outillage kunnen verschaffen dan kleine minder rijke landen. Maar Nederland is in dit verband ook niet onvermogend wanneer wij naast de elektronische reus General Electric de Nederlandse aequivalant Philips stellen. Uitwisseling van wetenschappelijke ervaring en zelfs onderzoekers geeft ook Nederland op dit gebied een kans, die alleen schijn baar aan welvarende grote naties voor behouden lijkt. Europese samenwerking b.v. in de CERN geeft op een andere manier de kleinere landen met een grote traditie een waardevolle kans. Weliswaar gaat daarbij de nationale identiteit enigszins verloren, maar deze kan door persoonlijke arbeid worden teruggevonden. Voorts sprak prof. Van Vleck in het kort over het gevaar, dat de persoon lijke wetenschappelijke werker te gronde gaat aan de enormiteit van de outillage. Men zou kunnen zeggen dat hij zich spiegelen moet aan de onder gang van de Dinosaurus, die het slacht offer werd van zijn omvang. Dit geldt ook in steike mate met betrekking tot de administratieve en organisatorische consequenties van een steeds groeiende apparatuur. Verbluffend voorbeeld Recente onderzoekingen naar een bevestiging van bepaalde aspecten van Einstedns relativiteitstheorie hebben echter aangetoond, dat ook vandaag nog zonder massale outillage natuurweten schappelijk onderzoek van fundamen tele en belangrijke aard mogelijk is. De gevoeligheid van de eenvoudige daarbij ontwikkelde meetinstrumenten is zo groot, dat deze te vergelijken valt met het constateren van het Dopplereffect bij geluid van een geluidsbron met een snelheid van 1 centimeter per 1000 jaar...! Waarschuwing! Er is volgens prof. Van Vleck wel de gelijk plaats voor de individuele onder zoeker buiten de mammoet-organisatie. Het gevaar voor Nederland ligt op ander terrein: de verstarring welke voort komt uit een te grote traditie en het zelfvertrouwen dat stamt uit een lang durige vruchtbaarheid. In zeker opzicht mag de pioniers sfeer nadelig zijn voor wetenschappe lijk onderzoek, toch is een zekere fris heid en openheid, vrijheid van organi satieverstarring ook een bijdrage tot wetenschappelijke research. Dit zijn wellicht zelfs de factoren, die Amerika tot de vooraanstaande plaats in de na- Mr. A. F. Visser van IJzendoorn, lid van liet college van curatoren, wenst prof. Van Vleck geluk na afloop van de oratie. zienlijk gestegen door de uitdaging aan het Amerikaanse intellect door de Russische Spoetniks. Voordeel uit isolement Na aldus enkele remmende invloe den op de Amerikaanse natuurweten schap te hebben aangeduid, noemde prof. Van Vleck het geografisch isole ment in zeker opzicht een voordeel: het leidde ertoe dat Amerika sleohts op afstand betrokken is geweest bij twee wereldoorlogen en in die tijd geen vij andelijke bezetting heeft gehad. Dit ondanks het feit dat zelfs in de bezet tingstijd in Nederland bijzonder ver dienstelijk researchwerk is verricht. Zelfs in Leiden in de hongerwinter. De tegenwoordige toestand brengt nog een andere factor mee, die van belang is bij een vergelijking der na tuurwetenschap hebben gebracht on danks de remmingen van velerlei aard. Het kwam spreker voor. dat in Neder land een te grota verstarring te consta teren valt in de wetenschappelijke sta ven der Universiteiten. Hij had de in druk gekregen, dat er nauwelijks van enige expansie sprake is geweest sinds zijn vorige verblijf in Nederland in 1930 voor wat betreft deze wetenschappelijke staven, en dat het bouwprogramma aanzienlijk bij de eisen van de weten schap is achtergebleven. Aanbevelingen om verbetering in deze toestand te brengen zijn in recente tijd gedaan door een daartoe ingestelde commissie. Wi| Nederland een in eeuwen opge bouwde reputatie handhaven, dan moe ten zijn prestaties niet alleen goed zijn maar ook uitzonderlijk voor zijn eigen bevolking. Dit doel kan alleen worden bereikt wanneer de problemen van de expansie met durf en verbeelding wor den benaderd, eigenschappen waarvan de aanbevelingen van genoemde com missie getuigen. Dit gaf spreker aanlei ding tot de verwachting, dat Nederland ook in de toekomst grote dingen op we tenschappelijk terrein zal kunnen ver richten. Nadat prof. Van Vleck zijn oratie had besloten met de gebruikelijke toespra ken, vond in de ontvangstzaal van de Academie een receptie plaats. de Bauknecht Volautomaat Vanaf f 1460." Importeur: N.V. Ment Mentor- Apeldoorn Volgens het Zentralblatt für den Deutschen Erwerbs Gartenbau heeft dr. A. J. Verhage, voor zitter van het Produktschap voor Siergewassen, in Nürtingen (Württemberg) een rede voor tuinbouwers gehouden. Hierin heeft hij als zijn mening te kennen gegeven, dat de in Nederland geldende maatregelen ter beheersing van de teelt moeilijk in Europees verband zullen kunnen wor den gehandhaafd. Blijkens de meningen op een vergadering in Lisse van de K.V.O.B. willen niet (Van een speciale medewerker) alle Nederlandse bloembollenkwekers daarin ge loven. Omstreeks 1930 bleek, dat de teelt van land- en tuinbouwgewassen zich veel sneller kon uitbreiden dan het publiek kon opnemen. Vooral de bloem bollencultuur ondervond daarvan afschrikwek kende gevolgen. Jarenlang hadden mensen bloem bollen geteeld, steeds maar weer de exporteerbare bollen opgezet, waardoor hoge prijzen ontstonden. Dit moest eens verkeerd aflopen als alles aan de markt zou komen. Op (le grote trom slaan Omstreeks 1932 kwam een eind aan de „gouden tijd". Men besloot eensgezind de teelt aan een bepaalde oppervlakte te binden en de overschotten op te kopen voor gezamenlüke rekening. Men stelde een binnenlandse prys vast. waaronder niemand bollen mocht verkopen. Goed systeem Dit systeem heeft goed gewerkt. Nu probeert men het aanbod klein te hou den, zodat de prijzen hoog liggen. Er valt dus het een en ander voor de kwe» kers te verdienen. Het bestuur van de afdeling het Centrum van de Katholieke Vereniging van Ondernemers in het Bloembollenbedrijf heeft de ontwikke lingen in de EEG zorgvuldig bijgehou den en stelde zijn leden voor het sur- plusfonds en de binnenlandse minimum prijzen op te heffen. Dit voorstel is met grote meerderheid verworpen, omdat de aanwezigen uit gingen van het stand punt, dat het nu zo goed gaat en dat het zo maar moet blijven. Niet op de hoogte De tegenstemmers bleken niet op de hoogte te zün van de gang van zaken in de Euromarkt. Het is niet helemaal hun fout, want er wordt door hun orga nisaties weinig gedaan op het gebied van de voorlichting. Ze hadden echter wel kunnen weten, dat de internationale vereniging van tuinbouwproductenten bezig is een re geling voor de Euromarkt voor te berei den. Deze organisatie, de AIPH, wil een on gebreidelde uitbreiding van de teelt van siergewassen voorkomen door het instel len van vestigings- en erkenningseisen. Om namelijk een strak beleid, zoals dat in Nederland wordt gevoerd, door te voe ren moet men zeer hechte organisaties ver verordenende bevoegdheden op bouwen. In het buitenland is hieraan nog niets gedaan. Men ziet er wel de voordelen van, maar meent hiertoe niet binnen afzienbare tyd te kunnen komen. Aangezien in het buitenland veel bloembollen worden geteeld zou dit be tekenen, dat men daar als men een er kenning heeft, net zo veel grond met bloembollen kan betelen als men wil. Zou Nederland hier niet met meegaan dan zouden de kwekers hier in het na deel verkeren of ook naar het buiten land vertrekken. Dit komt nu al, zij het in geringe mate, voor. In grote lijnen Er is te verwachten, dat deze AIPH binnen niet al te lange tyd haar voor stellen by de Europese Commissie zal indienen. Deze Commissie wacht hierop. Verscheidenheid aan expressiviteit Een achtal kunstenaars schilders en tekenaars uit Den Haag. onder wie verschillende leden van ..Pulchri", wier werk ook elders reeds veel bekendheid verkreeg, exposeert thans in ..De Lakenhal". Zij vormen geen groep, willen niet manifesteren, doch zijn tesaam verbon den door vriendschap of waardering voor elkanders werk. Men leert uit het geëxposeerde een aantal facetten der hedendaagse kunstuitingen kennen: alleen reeds uit dien hoofde is het leerzaam deze tentoonstelling te bezichtigen. De namen der exposanten? Zij zijn: Herman Berserik. Jan Hofland. Hens M. de Jong, Kees van Roemburg, Charles Stok, Toon Wegner, Co Westerik en Aart van den IJssel, wiens metaalsculpturen de aandacht vragen. Ieder van hen gaat te werk in eigen stijl en volgens eigen inzicht. Zy be horen stellig niet tot de ultra-moder nen, de abstracten of non-figuratieven. Het zichtbare blijft waarneembaar, maar in dit opzicht zyn er zoveel stromingen als er kunstenaars zyn. En deze verscheidenheid vormt een der grootste attracties van deze tentoonstelling, die uitdrukking geeft aan de geest van deze tyd, welke de één zal aanspreken, de ander nog verre ligt. ontroeren of emotioneren zal. Verre van dat! Daartoe is de expressie veelal nog te ongrypbaar voor vele beschouwers. Doch dal hier kunstenaars aan het woord zijn. wier scheppingen verant- zy is van mening, dat de producenten van siergéwassen zo goed zyn georgani seerd. dat zij zelf niet met voorstellen moet komen. Er kan worden aangeno men, dat de Europese Commissie het door de AIPH uitgestippelde beleid zeker in grote lynen zal overnemen. Willen dus de Nederlandse bloembol lenkwekers voorbereid zyn op de toekom stige ontwikkelingen dan zullen zy moe ten trachten zich te richten naar wat thans bekend is. Het is byzonder merk waardig, dat bijvoorbeeld de Konink lijke Algemeene Vereeniging voor Bloem bollen cultuur tot nu toe hierop niet heeft gewezen en zelfs het gehele pro bleem nog niet in discussie heeft ge bracht. De viering van het honderdjarig be staan van deze vereniging mag toch niet leiden tot een verwaarlozing van der- geiyke belangrijke ontwikkelingen. Te meer, daar haar voorzitter jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Panner- den eens heeft gezegd, dat het niet mo gelijk zal zyn de maatregelen geleidelijk af te breken. Het bloembollenvak zal dus vrij plotseling voor de keus worden ge plaatst en te weinig tijd hebben om zich voor te bereiden op de veranderingen. Maar het gaat nog goed en „de Euro markt is nog ver". Deze redenatie lykt weer verdacht veel op die tydens de ont wikkeling van de PBO. Het Produktschap voor Siergewassen bestond al bijna een jaar toen zeer velen in alle ernst meen den deze PBO even te kunnen afstem men. Stomverbaasd was men te verne men, dat er niets meer te stemmen was. Alarm Indien de leidende figuren in het vak niet op de grote trom slaan dan bestaat het gevaar dat men met een schok wak ker wordt en in een alarmtoestand raakt of gebruik zal moeten gaan maken van een speciaal fonds, dat dient om de eige naren van onrendabele bedrijven om te scholen, zoals nu de mijnwerkers uit de onrendabele mijnen by tienduizenden tegelyk aan een ander beroep moeten worden geholpen. Advertentie. LAAT U NIET OVERMEESTEREN! to ons gure klimaat liggen verkoudheid en bronchitis altijd op de loer. Wapen U mee de vermaarde, bacillendodende Potter's Ca tarrh Pastilles apotheken en drogisten d f. 1.10 Berserik, wiens soms ..kinder lijk" aandoende styl, die zy in feite toch eigeniyk niet is. valt op met zijn kleurige „koffiewa- gen", zyn in evenwichtige kleu ren gehouden ,,Oud roest", of zyn imponerend „Deltawerken", om maar enkele van zyn inzendingen te noemen. Jan Hofland presen teert zUn zwartkryttekeningen, waarby men op den duur niet aan een gevoel van eentonigheid ontkomt, Hans M. de Jong ver loochent zyn humoristische kyk op de dingen niet men denke byv. aan de „Muizenfamilie" in Kees van Roemburg's oliever ven vallen speciaal zyn „Clown" en „Twee kaartspelers" op, in de kleurige olieverven en gouaches van Charles Stok waardeert men het stylistisch-decoratieve, de by* zonder knappe kleurenlino's van Toon Wegner byv. Joegoslavi sche vrouwen in de trein, het Marionettentheater van Ljublja na (vierkleurendruk), Liggende vrouw in de trein en het hierbij afgebeelde Drie huizen vor men naar ons gevoel hoogtepun ten van het geëxposeerde. Co Wes teriks fynzinnige etsen en tekeningen en tenslotte de merkwaardige metaal gewrochten van Aart van den IJssel: dit alles geeft een bezienswaardig beeld van hetgeen een aantal onzer huidige kunstenaars beweegt. Het is zeker niet zo, dat dit „nieuwe" en dikwyis „bevreemdende" een ieder woord in de tyd staan, lykt ons buiten discussie. Men neme de moeite hun werken te bezichtigen en er zieh in te verdiepen. Zy vertellen U iets van stromingen, richtingen en opvattingen, die tegen woordig in het centrum van de aan dacht staan. Reeds als zodanig heb ben zy betekenis. Toon Wegner: Drie huizen Bovendien is er de cerlykheid, waar mee deze kunstenaars voor hun opvat tingen durven uitkomen, zonder dat er van gewildheid sprake lykt. De interessante verzameling, nie' minder dan een 80-tal werken bevat tend, is tot 27 maart te bezichtigen. U.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 7