JAN KLAASSEN SPRONG OVER ATLANTISCHE OCEAAN SARKEY's ZEEHOND Canadezen in de greep van schelmse volksfantasie Eeuwenlang maakten de Cana dese Roodhuiden poppen, die „optraden" by plechtige gele genheden. De Indiaanse poppen- kunst is, praktisch gesproken, uitgestorven, maar de Canadese Bleekgezichten zyn in de loop dezer eeuw in de ban gekomen van Jan Klaassen en zyn vele neven en nichten. Zij hebben de poppenkunst nieuw leven inge blazen en genieten er met volle teugen van. Het maken van goede poppen is een kunst apart, die veel bij draagt tot het succes van het poppenspel. Deze moderne ruiter met zijn paard vertoont weinig over eenkomst meer met de ouderwetse Jan Klaassen en zijn vrouw Katrijn. door Glynn Croudace Sarkey wachtte niet langer dan zyn dertig-jarige ervaring hem had geleerd te wachten en sloeg toen toe. Het was een zuivere, zekere slag met z'n lin ker hand. Zeven vadems beneden de kiel van de boot kronkelde op dat mo ment een zeesnoek zyn gestroomlynde lyf wild in allerlei bochten. De num mer 13 haak, die met kracht door z'n bovenkaak was getrokken, had een plotselinge folterende pyn veroorzaakt. Met verrassende snelheid haalde de visser de lyn in. De snoek vocht tegen de hem weer strevende krachten, maar Sarkey zette z'n voeten tegen de railing en bracht z'n vangst aan de oppervlakte. Juist toen hij het dier aan boord wilde halen, schoot een donkere, be kende schaduw door het grijs-groene water. De spanning, die op de lyn stond, werd even groter, maar het vol gende ogenblik hing de lyn slap neer. Aan de haak hing nog slechts de bloe dende kop van de snoek, de bek met de wrede kaken half open gesperd Die rot zeehond, viel Sarkey uit. De hoeveelste is dat, Joe? De elfde, antwoordde Joe en vloekte heftig. Elf snoeken hebben we nu al verspeeld. Acht shilling per stuk zouden ze opgebracht hebben, ruim vier pond! Was 't dezelfde, Sarkey? vroeg emand van de bemanning. Ja, antwoordde hy. Dat beest dat op z'n zijkant zwemt. Ze werden nu al de hele week door dezelfde zeehond geplaagd. Zelfs als Sarkey's boot, de „Eeuwigheid", temid den van de andere vissersschepen in de baai voor anker lag, had de zee hond hen gevonden. En als ze het anker lichtten en haasje-over speelden met de school snoeken, volgde de zee hond hen, iedere vijftien minuten of zo aan de oppervlakte komend om hen met zyn grote, zachte ogen aan te sta ren. Ze konden het zien aan de manier vaarop het dier zwom, op zyn zyde en ïooit erg diep. Gelukkig waren dit seizoen de vang- .ten tot nu toe goed geweest en had- len ze zich niet te veel zorgen gemaakt jver de last, die de zeehond hen be- jorgde. Het was echter wel hinderiyk om geen sterkere uitdrukking te ge bruiken om opgescheept te zitten net zo'n je hardnekkig volgend dier en Sarkey was er dan ook erg op ge rand het beest kwijt te raken. Jammer genoeg zyn zeehonden in iepaalde gebieden beschermd, zoals lier, en de scholen vissen waren dan >ok gedecimeerd of naar elders ver- reven door de steeds grotere aantal en zeehonden. Sarkey haalde de haak uit de kop, teed er aas aan en slingerde de lijn .eer de zee in. De kop van de snoek verd achteloos op dek geworpen. Ze ileef daar met wijd-geopende ogen en ;en gapende wrede bek liggen. De ;cherpe tanden van de korte boven- caak glommen venijnig, evenals de tleinere scheermes-scherpe tanden ichterin de bek. Wreedaardige, bijna bbsceen, zag de kop van de neef-in-de berste-graad van de gevreesde barra cuda er uit. De kieuwen waren ech- er even fyn geschulpt en even mooi ls een rode chrysant. Sarkey's lyn liep langzaam uit totdat iet aas ongeveer zes vadem gezonken ^as. Hy zat daar, weggedoken in z'n bude olie-jas. De andere scheepjes van de vloot hadden de steven reeds naar huis gericht, omdat de scholen uitge dund waren. De „Eeuwigheid" lag bin nen een myl van de kust voor anker en de vissers waren reeds bezig hun lynen binnen te halen. Het scheepje rees en daalde met de deining van het koude, gryze water. Veertig jaar oud en nog even so lide als op de dag, dat ik haar kocht, mompelde Sarkey. Z'n gemompel werd onderbroken doordat een vis aan de lyn begon te rukken. Hy wachtte juist lang genoeg om de haak in een goede positie te krygen, sloeg toe en begon de lyn in te halen. Hy werkte snel, maar niet snel ge noeg, want toen hy de vis aan boord haalde zag hy dat een fiks stuk uit haar staart was gebeten. Twintig voet verder dook een kogelronde kop uit het water op. Sarkey staarde voor de zo veelste maal in de grote, kinderlyke ogen van de zeehond. Start de motor, Joe, zei hy kalm. Haal 't anker in. Ik ga achter dat beest aan. Een man kan tenslotte niet Alles verdragen! Wet of geen wet! Hy gaf de snoek, die hy binnen boord had gehaald, een fikse tik op haar kop, zodat 't dier half verdoofd werd. De vis glom als gesmolten zilver. Ik gooi haar terug, zei hy grim mig. Sta klaar met 't net! Het an ker werd druipend binnengehaald, de motor begon te stampen en Sarkey wierp de snoek weer in het water. Na genoeg op het zelfde moment hapte de zeehond toe, maar zat toen meteen verward in het net. Rustig aan. riep Sarkey waar schuwend, netten zyn kostbaar! De man haalde het net in en de zeehond lag al spoedig op dek. Het beest bleef rustig liggen en staarde met by kans pathetische ogen door de mazen van het net. Sarkey pakte de stok op, die hy al- tyd gebruikte voor het doden van snoeken. Het beest is kreupel, riep één van de mannen. Sarkey hief de knuppel op. Op dat moment zag hy dat de zeehond een poot miste. Waarschyniyk afgebeten in een gevecht of afgerukt door de schroef van een boot. Hy aarzelde en wist dat de beman ningsleden hun ogen op hem gericht hadden. Daarom steelt het arme dier aan een lyn zittende vissen, dacht hij. Ze is waarschyniyk niet snel genoeg meer om op de normale manier haar kost bij elkaar te krygen. Met een zucht liet hy het wapen val len. Gooi haar maar weer terug, man nen, zei hy tenslotte. Onaandoeniyk keek hy toe hoe de zeehond weer in vryheid werd gesteld. Het slanke, zwarte dier zwom op haar eigenaardige manier een eind weg. Sarkey wreef nadenkend over het stompje van z'n rechterarm, die hy by na twintig jaar geleden had ver loren by een ongeluk op een werf. Hy keerde zich naar Joe, de motordryver, om. Waar wacht je nog op? schreeuw de hy. We gaan naar huis! De „Eeuwigheid" begon te trillen toen Joe de gashandel open zette. Het was een goede schuit, al was ze dan ook al veertig jaar oud. Een koopje, Sarkey, hadden ze hem gezegd. Hy glimlachte somber. Een koopje, vyfhonderd dollar, de prys van een goede rechterarm werpers, regisseurs en scenario- schryvers kregen dank zy Jan Klaas sen nieuwe kansen. Zy grepen die met beide handen aan .En ze maakten er veel van! Het Canadese marionet tentheater is in minder dan een kwart eeuw tyds op hoog niveau gekomen. Anders gezegd: Jan Klaassen behoort tot de bes tgeslaagde immigranten in Canada! Is dit verwonderiyk? Voor ons, Ne derlanders, geenszins. Immers, wy kennen de onsterfeiyke verdiensten van die snaak en alle andere leden van de familie Schalkse-Volksver- beelding. Geen wonder dus, dat hy en zyn neefjes en nichtjes Canada en de Canadezen stormenderhand ver overden, nadat zy in dat land voet aan wal hadden gezet. Kunstenaars van diverse pluimage vinden emplooi voor hun talenten (Bijzondere medewerking) Tijl Uilenspiegel en Jan Klaassen zijn figuren, die in Nederland en Vlaanderen van oudsher vermaard zijn al volkshelden. Er zijn weinig kinderen in de Lage Landen, die niet opgetogen zijn over de schel menstreken en dolle invallen van die twee „nationale schalken". Met recht kan worden gezegd, dat zij de fantasie van onze jeugd bevolken en er steeds weer in slagen, een blijde lach te toveren op verrukte kindergezichten en ook op het gelaat van menig volwassen man en vrouw. De familie, waartoe Tijl en Jan Klaassen behoren, de familie der schelmse volksverbeelding dus, telt in vele landen der wereld leden. Tijl vindt men terug in het noordwesten van Duitsland, ja, tot in Denemarken toe. Jan Klaassen heeft in Duitsland zijn neefje Kasperle en verder oostwaarts een niet minder snaakse neef, te weten de Tsjechische Kasparek, die op zijn beurt weer twee in deze eeuw geboren Tsjechische kleinkinderen heeft, te weten Spejbl en Hurvinek. De bekendste Engelse neef van Jan Klaassen is Punch. Zo zouden wij nog andere neven kunnen noemen van onze Jan; neven, die in diverse landen optreden ten vermake vooral van de jeugd. Uit de oude doos HOEWEL de poppenkast en zyn moderne vorm het poppenthea ter tegenwoordig in vele landen op aarde voorkomen, ligt hun baker mat in Azië. Anders gezegd: Zy ont sproten aan de fantasie der Ooster lingen. In de Middeleeuwen kwam de poppenkast geleideiyk westwaarts. Denkt U niet, dat hy met open armen werd ontvangen! Aanvankeiyk be schouwde men hem in Europa als een soort ..afvalprodukt", als een kunst uiting van de derde of vierde rang. Aan deze geringe waardering is het voor een belangryk deel toe te schry- ven, dat wy omtrent de vroegste ge schiedenis van de poppenkast en de kunst van het poppenspel in Euro pa zo weinig weten, zy, die met de poppenkasten rondtrokken, kwamen voort uit de heffe des volks en waren in de regel de kunst van lezen en schryven niet machtig. En zy, die het publiek vormden van die poppenkast- vertoningen, waren ook geen mensen, die memoires nalieten of boeken en kritische verhandelingen schreven. Geen wonder dus, dat de poppenkast- litteratuur der oude tyden weinig om vangrijk is. Pas na 1650 de Dertigjarige Oor log was ten einde, de Reformatie had haar beslag gekregen komt er wat meer licht in de duisternis, die de oudste geschiedenis van de poppen kast onthult. Italianen, Engelsen, Ne derlanders en Duitsers trekken dan met hun poppenkasten door ons we relddeel. Soms zelfs gaven zy verto ningen, waarin zowel levende auteurs als poppen optraden. Het repertoire dier rondtrekkende poppenkastkunste naars bestond uit de belevenissen van Jan Klaassen en zyn neven en nich ten, alsmede uit vertoningen, die ont leend waren aan of gebaseerd op stuk ken van bekende auteurs als. bij voor beeld, Shakespeare en Molière. De taak van de poppenkastvertoner was het dan, de oorspronkeiyke teksten er gegevens zo te behandelen of, als 1 dat woord in dit verband prefereert mishandelen", dat zy spraken tot hel gevoel en de verbeelding der toe schouwers. Eigeniyk maakten die een voudige, rondtrekkende kunstenaars dus nieuwe stukken (met oude gege vens) aan de lopende band. Renaissance SPEELPOPPEN zyn zo oud als d beschaving. In vóórchristeiyk» Griekse graven heeft men zi aangetroffen. Beroemde schryvers als Plato en Aristoteles maakten melding van „poppenspelen". India en China om dan slechts twee Aziatische landen te noemen kenden de pop penkast reeds, toen onze voorvaderer nog bezig waren, de stap van de pre historie naar de historische tyd te zetten. In de vroege middeleeuwer, begon de speelpop Midden- en West- Europa in zyn ban te brengen. Hy was toen (hoogstwaarschyniyk) nog niet beweegbaar. Immers, voorzover wy weten kwam de beweegbare speel pop of marionet (,,trek aan de touw tjes!") pas in de loop der zeventiende eeuw in Europa in gebruik. Naarmate de tyd verstreek en de technische mogeiykheden groter werden, werden de speelpoppen of marionetten steeds verfijnder gemaakt. En toen men in de loop dezer eeuw in Europa Ita lië. Duitsland, Frankryk, Nederland. Rusland en Tsjecho-Slowakije vooral meer en meer belangstelling ging vertonen voor het poppentheater of de (op hoger niveau gebrachte) pop penkast, ging men eveneens meer en meer aandacht besteden aan de af werking der poppen of marionetten. De vervaardiging van een pop- penfilm vraagt een langdurige voorbereiding. Voor een filmpje van slechts tien minuten zijn niet minder dan 15.000 opnamen no dig. zodat de poppen zowel als de voorwerpen voortdurend anders moeten worden opgesteld. Deze „renaissance van de pop" bleef niet beperkt tot Europa. Ook in Canada vond die wedergeboorte plaats. Het begon in de jaren twintig. Aarzelend in den beginne. Geleideiyk echter groeide de belangstelling voor die „nieuwe oude kunstvorm" en thans leven de Canadezen vooral in de provincies Ontario en Quebec geheel in de ban van Jan Klaassen en zyn vele naneven. Alleen reeds in de provincie Ontario vindt men ruim drieduizend poppenkostvertonin- gen. Zy zyn georganiseerd in vier „poppenkastgilden". Duizenden voor stellingen geven zy jaariyks, vooral in de maanden december en januari. Jan Klaassen waagde de grote sprong over de Atlantische Oceaan. Hy kwam keurig op zyn pootjes te recht. Al spoedig na zyn sprong vond hy bewonderaars en volgeliygen, vooral in kunstenaarskringen. Geen wonder, want de poppenkast of het marionettentheater betekende een „opening" voor de talenten van. veel artiesten. Houtsnyders, kostuumont- De kinderlach is internationaal: dit zijn Canadese meiskes. die zich blijkbaar kostelijk amuseren met de avonturen van Jan Klaas sen. Maar ze konden evengoed in Katwijk. Hazerswoude of Bols- ward wonen j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 10