Wie er kwamen....
<^Baclplaató 3*Ca.twylz
V'
HEEFT ZEER VEEL AAN V V V TE DANKEN
Reddingsbrigade
neemt bijzondere plaats in
tj "MAART 1860 - 1960 LE1DSCH DAGBLAD ECHO EN VISIOEN 1
Een organisatie, die aan het strand een bijzondere plaats inneemt, is de
Katwijkse Reddingsbrigadedie naast de badmannen voor de veiligheid van
de baders zorgdraagt. De oprichting vond plaats in 1923, doch het duurde tot
1926 vooraleer van daadwerkelijke actie gesproken kon worden. Er zijn thans
twee strandposten, welke tijdens het badseizoen voortdurend door vrijwilligers
worden bezet en voorzien zijn van reddingsmaterialenwaaronder enkele
motorvletten, en hulpmiddelen voor het verstrekken van eerste hulp bij onge
lukken. Als nevenactiviteit ontfermen de vrijwilligers zich ook over ver
dwaalde kinderen, die in de beide posten een veilig onderdak vinden, totdat
de ouders komen opdagen. Buiten het strandwerk zorgt de K.R.B. verder
nog op grote schaal voor het geven van zwemlessen aan de jeugd, hetgeen,
zij het dan indirect, de veiligheid bij het baden eveneens ten goede komt.
Een jaarlijks terugkerend evenement zijn de grote reddingsdemonstraties,
die voor de badgasten worden georganiseerd.
Propaganda
zich in het VW-bureau alweer voor
op het nieuwe seizoen door het leggen
van contacten met reisbureaus, om
aldus te trachten Katwijk in de nieuwe
reisprogramma's opgenomen te krij
gen. Advertenties in binnen- en bui
tenlandse bladen ondersteunen deze
campagne. Naast deze activiteiten
verzorgt VW, al dan niet in samen
werking met andere organisaties en
verenigingen, gedurende het badsei
zoen een groot aantal evenementen als
strandfeesten, een bloemencorso, con
certen. amusementsprogramma's, film
avonden, bridgedrives, een nationaal
in de topmaanden juli en augustus,
met zijn honderden tenten schier
overbevolkt. In verband hiermee
zyn dan ook plannen in voorberei
ding de kampeeraccommodatie uit te
breiden, waarbij in de eerste plaats
Een toeristenplaats mag nog zo aan
trekkelijk zijn, men moet deze aan
trekkelijkheid ook weten te „verkopen".
Dit geldt uiteraard ook voor Katwijk,
dat, om zün populariteit als badplaats
te kunnen handhaven, propaganda
moet voeren in binnen- en buitenland.
Hiervoor zorgt sedert de laatste zestig
jaar de Vereniging voor Vreemdelin
genverkeer „Katwük". Al eerder ech
ter waren er lieden, die inzagen hoe
belangryk de propaganda was voor de
in opkomst zynde badplaats en zo
ontstond reeds in de jaren vlak na
1880 een z.g. badcommissie, bestaande
uit de toenmalige burgemeester T. A.
O. de Ridder en de „badarts" dokter
L. V. Hoog. In 1888 gaf deze commissie
voor het eerst een gids uit betreffende
het Noordzeebad Katwyk-aan-Zee,
waarvan zich thans nog een exemplaar
in het archief van VW bevindt. Wan
neer men dit boekje doorbladert, komt
men spontaan tot de overtuiging, dat
dit werk bü de commissie in goede
handen was. Ja, ze was zelfs haar tüd
ver vooruit. Naast een kalender voor
het badseizoen (hoog- en laagwater)
treffen we een lyst aan van kamer
verhuurders met opgaaf van de be
schikbare accommodatie, of al dan niet
gelegenheid tot pension aanwezig is en
een opgave van de tarieven. Een wan-
delkaart ontbrak evenmin, terwyl een
dienstregeling van stoomtram en trein
het voor de gasten gemakkelyk
maakte om na te gaan op welke wijze
Katwyk te bereiken was. Na dit baan
brekende werk van de badcommissie,
rypte spoedig het inzicht, dat het ar
beidsveld, ter wille van het welzyn van
het badbedrü'f, moest gaan steunen op
een bredere en hechtere basis. Zo
kwam het, dat enkele ingezetenen in
1897 het initiatief namen tot oprich
ting van een Vereniging voor Vreem-
Zo zag Pension Kruijt er op het
eind van de vorige eeuw uit.
Gepast vermaak
Gelezen in het Leidsch
Dagblad van 30 juli 1885:
De schoolkinderen en
eenige meisjes uit het Room-
sche Weeshuis te Leiden
hebben met den stoomtram
een bezoek aan Katwijk-
aan-Zee gebracht en er
zichonder behoorlijk toe
zicht, aan het strand en in
de duinen op eene gepaste
wijze vermaakt.
Een opname van het Groot Bad
hotel, dat in 181,5 ten noorden van
het Waaigat verrees.
delingenverkeer. Dit waren de heren H.
J. H. Modderman, H. J. Smits, A. van
Leeuwen, S. Gonggrijp, R. Ouwehand
en J. W. Kobus. Merkwaardig genoeg
werd het grote belang niet dadelijk
begrepen. Aanvankelijk leek het zelfs
twyfelachtig of het idee van de op
richters levensvatbaarheid zou blyken
te bezitten. Na twee jaren kon men het
eindelük zover brengen, dat een le
denvergadering werd bijeengeroepen,
waarin o.m. werd besloten voor de
vereniging rechtspersoonlijkheid aan te
vragen, op welk verzoek bij Koninklijk
Besluit van 20 juli 1900 gunstig werd
beschikt. Hierdoor werd VW een offi
cieel erkende vereniging. Dit wil echter
niet zeggen, dat nu ook alles van een
leien dakje ging. Financiële moeilijk
heden waren in de eerste jaren de
grote zorgen van het bestuur. De enige
inkomsten waren in 1900 slechts de
contributies, die een bedrag van f100
beliepen. Het zou te ver voeren om de
lotgevallen van VW gedurende de 60
jaren van haar bestaan op de voet te
volgen.
Vast staat echter, dat zij sedert de
eeuwwisseling veel heeft gedaan om
de populariteit van Katwijk als bad
plaats te vergroten door van het
oude vissersdorp een vakantie-oord
te maken, waarin het prettig toeven
is. Vooral gedurende de laatste jaren
is de groei van VVV verbluffend:
van 745 leden in .1954 tot 1880 leden
in 1959.
De vereniging beschikt sedert enige
jaren over een fraai houten inlichtin
genbureau aan het centrum van de
Boulevard, dat echter thans al weer te
klein blükt te zyn. De directeur, de
heer Chr. Verplancke, voert een inten
sieve reclamecampagne, zowel in bin
nen- als buitenland. Wanneer een
badseizoen is afgesloten, bereidt men
drumbandconcours, een taptoeparade,
volleybalwedstrijden, tennistoernooien
en andere sportmanifestaties. Van de
plaatselijke overheid ontvangt WV
steeds grote steun en medewerking,
niet in het minst op financieel gebied.
de gedachten uitgaan naar een af
zonderlijke autocamping. De beperkte
mogelijkheden binnen de Katwijkse
gemeentegrenzen vormen echter een
moeilijkheid, die nog overwonnen
moet worden.
het vissersdorp aan zee. Wanneer we
echter de cijfers nagaan in de jaren
voor de eeuwwisseling, blykt het be
zoek slechts gering te zyn geweest. In
1883 vermeldden de badlysten nog
slechts 323 gasten. In 1901 waren er al
1100 badgasten. De stijging duurde tot
de eerste wereldoorlog. In 1913 werden
in totaal byna 2500 gasten geregis
treerd. Het wegvallen van de buiten
landers bracht in de jaren 1914 tot
1918 een inzinking in het badbedryf,
terwyl ook in het begin van de jaren
twintig de Duitsers nog niet terug
keerden. Niettemin werden in 1922
wederom byna 2000 vakantiegangers
geteld, van wie 1866 Nederlanders, 20
Fransen, 8 Amerikanen, 4 Oostenry-
kers. 6 Italianen en 12 Belgen. In 1928
was het aantal gestegen tot 4850, ter
wyl in 1932 met 10.030 gasten een myl-
paal werd gepasseerd. Dit ging zo
voort tot kort voor de tweede wereld
oorlog. Een vooroorlogs record werd
behaald in 1937 met bijna 15.000 gas
ten. De volgende jaren brachten een
geringe daling doordat de onzekere
internationale toestand de stroom van
buitenlandse toeristen begon af te
remmen Het eerste oorlogsjaar 1940
bracht een scherpe daling: slechts 2200
gasten brachten in. Katwijk hun va
kantie door. Het jaar 1941 was weel
een stuk beter. Men had zich aan de
oorlogstoestand gewend en 11.000 Ne-
Een foto van hotel Levedag, dat in vroegere jaren grote bekendheid genoot.
Een ruime subsidie, gebaseerd op het
bedrag der contributies, stelt de ver
eniging in staat de omvang van de
propaganda op te voeren.
Cijfers
Kamperen
Een der jongste vormen van toe
risme is het kamperen. Ook voor
hen, die de vakanties het liefst in
een tent doorbrengen, is in Katwijk
gezorgd. De gemeente liet in de
Zuidduinen een kampeerterrein aan
leggen, dat in 1929 werd openge
steld. Sedertdien is het herhaaldelijk
noodzakelijk gebleken het terrein uit
te breiden en nog is er geen ruimte
genoeg om alle kampeerders, die vlak
bij het strand hun tent willen op
slaan, op te vangen. Het betrekkelijk
kleine kampeerterrein wordt, vooral
We willen dit artikel besluiten met
enige cyfers, waarin de groei van de
badplaats tot uitdrukking komt. Zoals
wy al eerder schreven is, sedert de
opkomst van het badbedryf, Katwyk
ook by de buitenlanders sterk in trek
geweest. Het waren vooral de Duitsers,
die een grote voorkeur hadden voor
derlanders verkozen Katwijk weer als
vakantieoord. Dit was echter het
laatste Katwijkse badseizoen vóór de
bevrijding. In de zomer van 1942 was
het strand „Sperrgebiet" geworden en
langs de Boulevard verrezen als onder
deel van de „Westwall" metersdikke
betonnen pantsermuren, waardoor de
zee zelfs aan het oog van de Katwy-
kers werd onttrokken.
Het grote gebouw op de voorgrond
is het latere hotel „Klein Du Rhin",
oorspronkelijk gebouwd als hotel-pen
sion voor W. F. van Teilegen, later
overgegaan aan de familie Kroon.
Het gebouwtje links op de foto stond
vroeger terzijde van de oprit naar
het Groot Badhotel. De ouderen onder
onze lezers zullen zich .ongetwijfeld
nog wel herinneren, dat hierin geves
tigd was de „Bazar van Speet", een
beschaafd seizoenwinkeltje, waarin
alles werd verkocht waarvoor de
strandbezoeker interesse had, van
versnaperingen tot strandartikelen en
speelgoed. De exploitant heette B. G.
A. Speet en ivas afkomstig uit Leiden.
Toen in 1892 een typhus-epidemie Kat
wijk teisterde zette deze Leidenaar
zich onmiddellijk in ten behoeve van
de getroffenen. Dag en nacht bracht
hij door aan de ziekbedden der slacht
offers, zonder acht te slaan op het
grote gevaar waaraan hij zich bloot
stelde. Het gevolg was, dat ook hij
werd besmet en op 31,-jarige leeftijd
aan de gevolgen der ziekte overleed.
Drama van de afbraak
Hierna voltrok zich het drama van
de afbraak van Katwyks zeefront.
Alle huizen aan en achter de Boule
vard werden afgebroken, waardoor
de badplaats het voornaamste deel
van haar logeeraccommodatie verloor.
Toch gingen de Katwykers niet by
de pakken neerzitten en ook de gas
ten kwamen terug. Vooral in de
eerste jaren na de bevrijding was
het behelpen, doch de wederopbouw
werd met kracht ter hand genomen.
Reeds in 1947 konden weer 7000 bad
gasten worden ondergebracht en de
stijgende lijn zette zich voort. De
kuststrook werd herbouwd en kreeg
een fraaier aanzien dan ooit tevo
ren. De nieuwe huizen werden veelal
speciaal ingericht voor de verhuur
aan badgasten en thans, vyftien jaar
na de oorlog, overtreft de capaciteit
van de badplaats verre die van voor
1940, waardoor het mogelijk is een
aantal badgasten te ontvangen, dat
het inwonertal van Katwijk verre
overtreft. Ook de buitenlanders keer
den weer terug en wanneer we de
gemiddelde cijfers over de laatste
jaren bezien, dan blykt dat ongeveer
de helft van de badgasten uit Ne
derlanders bestaat. Van de buiten
landers nemen de Duitsers, met on
geveer 35 van het totaal, weder
om de voornaamste plaats in. Engel
sen en Amerikanen nemen 2 van
het totaal voor hun rekening, terwyl
de rest van de gasten hoofdzakelijk
bestaat uit Scandinaviërs, Belgen en
Fransen.
Dat Katwijk aan Zee al in 1885 als badplaats
grote bekendheid had, blijkt o.m. uit het volgende
lijstje van aangekomen badgasten, dat wij in een
oud exemplaar van het L.D. aantroffen:
Groot Badhotel: Moritz Von Villebois en familie
5 personen, van Homburg; J. D. Ten Cate Visse-
ring, van AmsterdamD. 3 er as, van Middelburg
Frau Professorin Nippold, van Bazel, Richard
Wansleben, van Crefeld; C. A. De Jong en echt
genote, met 3 kinderen, van Schoonhoven; IV. L.
Smit, van Amsterdam; Mad. Tschuka en Frau
dr. Röchling, van Stuttgart.
Hotel Levedag: M. C. Chavannes en familie,
8 personen, van Leiden; G. Sandifort, mr. H. Mou
nter en G. A. A. F. M. De Bruyn, van Leiden;
baron Plate, baronesse Von Bülow geb. bar. Van
Bijern, baronesse Van Bijern, van Marwaof f J
JH. Bhjdendijk, van Leiden.
Hotel De Zwaan: Dr. A. van Rhijn, A. Cosijn
en H. Kollf.
Hotel Du Rhin: Jonkheer H. Van Rijckevorsel
met 3 kinderen en 2 dienstboden, van Valkhof bij
Nijmegen.
Hotel Pension: Herr Vict. Wagner, van Boren
(Tyrol); H. W. Appel, van Hannover; S. J. C.
Buddingh, van Utrecht.
Bij C. Kruyt: H. H. B. Vos, mevrouw en 3 kin
deren, van Leiden; mevrouw Hendrix en 3 kinderen,
van Amsterdam.
Wijk B, No. 85: A. De Koster, mevrouw, 4 kin
deren en dienstbode, van Leiden.
Bij A. Kruyt: J. Scheuer, van Breda.
Bij P. Van der Bent: Mevrouw Sprenger, mej.
Marie Sprenger en mej. L. Sprenger, van Leiden;
G. J Zuy derhof f, van Amsterdam.
Wijk C, No. 15: Mej. Willy Jaeger, van Leiden.
Bij J. Schaap: C. W. van Overeem, mevrouw,
7 kinderen en 2 dienstboden, van Leiden.
Bij Du/pon: Kinderen van dr. A. van Rhijn met
mej. C. Fokkervan Leiden; mej. M. Fokker met
2 kinderen van mevrouw Van Houten—Fokker,
van Doesburg.
Bij de Wed. Vooys: G. H. Marius, van 's-Hage.
Bij JAandewiel: de dames H. L. en E. M. Cosijn,
van 's-Hage.
Bij C Vun der Plas: Mevrouw Faber en familie,
8 personen.
Bij H. Van der Plas: Mevrouio Corts met 2 kin
deren en 1 dienstbode.