GRIEKENLANDS BLOEITIJD liet sporen na op liet gezicht van Italië OP BEZOEK BIJ DE FAMILIE GEURSEN FOTO ELEKTRISCHE CEL ZATERDAG FEBRUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Hellenendie zich oudtijds bijv. op Sicilië vestigdenbehoorden tot hoogontivikkelde groep Syracuse niet minder dan Athene Hoe werkt het (Van onze Romeinse correspondent, Adriaan H. Luijdjens) Voor liefhebbers van de antieke beschaving zijn de landen rondom de Middellandse Zee natuurlijk het paradijs op aarde. En Italië, al is het meer bekend en vertrouwd dan Griekenland, Klein- Azië of Noord-Afrika, is toch wel het neusje van de zalm. Het is waar, dat de Romeinse oudheid ons niet zulke volmaakte kunstwerken heeft achtergelaten als de Griekse, maar het is nog een open vraag, of men er van die laatste meer in het huidige Griekenland dan wel in Italië aantreft. Wie eens op reis zou willen gaan om Griekenland in Italië te ontdekken en daartoe is waarlijk één vakantie niet voldoende zou voor vreemde en prettige verrassingen komen te staan. Zo bedenken wij bijv. te weinig, dat reeds heel vroeg in hun geschiedenis de Griekse stammen, vooral die uit Klein-Azië, uitzwermden naar het westen en dat in de bloeitijd der Helleense cultuur de kuststrook van geheel Zuid-Italië en het grootste deel van het eiland Sicilië niet minder Grieks waren dan Attica zelf. De uitstekende bewaarde tempel van Posel don (450 v. Chr.) is de meest volmaakte Dorische tempel ter wereld. Daar komt nog by, dat de Grieken die xich in Italië vestigden, niet behoorden tot de boerse stammen van Eptrus, Thessalië of Macedonië, maar juist tot hoogstontwikkelde groepen. De hoogbeschaafde Jonlërs hebben steden gesticht als Catanië, Leontini, Zancle (het huidige Messina), Megara, Hyblea, Selinunte, alles op Sicilië, en op datzelfde eiland danken Syraeuse, Camarina en Casmene hun ontstaan aan Corinthe. En andere Jonische kolonisten stichtten Cuma en Napels. Tarente, Metaponte, Croton, Sibari en andere steden langs de zuidkust van het Italiaanse schiereiland zfin daarentegen Dorische vestingen. En dat waren alle grote, belangrijke steden. Syraeuse deed niet onder voor Athene en Akragas (het huidige Agrigento op Sicilië) met meer dan 200.000 inwoners, wordt door Pindaros bezongen als een stad „van ongehoorde weelde", „de mooiste stad der stervelingen". Dat grote Griekse verleden van Italië zou stellig heel wat meer be kend zijn, Indien niet door de eeuwen heen de Italianen om politieke en godsdienstige redenen al hun aan dacht hadden gewijd aan Rome en de Romeinen. Dit neemt echter niet weg, dat er van dat Griekse verleden heel veel over is en dat het ten zeer ste de moeite loont er kennis mee te maken. Dat is ook niet zo moeilijk, althans niet wanneer men zich tevre den stelt met wat voor een ieder zicht baar nog aan die glorietijd herinnert. Op Sicilië voelt iedereen, dat het Griekse verleden er voortleeft en niet alleen in de grootse tempels, talrijker en beter bewaard dan de tempels in Griekenland zelf, met als enige uit sondering de Atheense Acropolis, in Ongehoorde rijkdom aan Griekse vazen Kunsten en wetenschappen, vooral de bouwkunst, de muziek en de wijs begeertebloeiden in dat Italiaa-nse Griekenland. Echïlos en Pindaros hebben in Syracuse gewoond, theocri- tos is in die stad geboren, evenals de vermaarde Archimedes. Akragas telt onder zijn grote zonen een Empe- docles. En in Tarente heeft Aristoxe- nos in zijn „Elementen der harmo nie" voor alle eeuwen de wetten vast gelegd, waarop ritme en muziek tot op de huidige dag berusten. de vele antieke theaters en in de rijke musea. De lucht zelf die men ademt is antiek en Grieks. Het landschap, vooral in de omgeving van Syraeuse, is het landschap van Homerus en op andere plaatsen dat van de idyllische Theocritos. De mensen, de Siciliaanse mensen vooral in de lagere klassen, staan oneindig dichter bij de antieke Grieken dan bijv. de Italianen van midden-Italië bij de oude Romeinen. Hun levensgewoonten, hun folklore, tal van woorden in de plaatselijke dia lecten (maar dit geldt nog veel meer voor Calabrië en Apulië) zijn Grieks en hebben de bekoring van het klas sieke. Sionisisch feest Dat alles begint eigenlijk al bij Na pels. Wie ogen en oren heeft en in staat is achter de moderne, aan het christendom aangepaste levenswijze datgene te zien, wat als bezinksel uit vroegere cultuurperioden is overge bleven, wordt telkens weer aan de Grieken en aan de grote Griekse be schaving herinnerd. Want het is mis schien nog het meest op straat en in het contact met gewone mensen, dat men de indruk krijgt tegelijkertijd in de twintigste eeuw te leven en in de grijze oudheid! Het is geen wonder, dat een dichter als Quasimodo erin slaagt de tragedies van Sophocles te vertalen op een wijze, dat wij ze on dergaan qjs drama's van onze eigen tijd. Hijzelf, de moderne schrijver, staat tenslotte met één been in de Griekse oudheid. Hetzelfde geldt voor de Prins van Lampedusa, wiens roman ,11 Gatto- pardo" (vertaald als ,,De Tjjgerkat") doordrenkt is van Stoische wijsheid en van een Helleense zonnige kijk op het leven. Maar wie daar oog voor heeft, zal dit Griekse ten zuiden van Rome overal aantreffen .niet het minst bij de kerkelijke plechtigheden. Te Gerace in Calabrië, een stadje, wier bewoners voor het merendeel afstammen van de oude Grieken van Locri, zijn wij er (diepgelukkig) ge tuige van geweest, hoe een patroons feest diep in de nacht eindigde met een samenkomst van een grote groep jongemannen, in een van de vele ruime grotten", die men onder de bebouwde kom van dat stadje vindt. In een soort orgiastische vervoering wiesen en baadden zij zich zingend en juichend in rode wijn. Waarschijn lijk is er niets in onze eeuw, dat zo zeer een dionisch feest benadert als de patroonsfeesten in Italië's zuiden! Griekse werken in musea Natuurlijk kan men ook in de mu sea van Italië overal Griekenland terugvinden. Het is maar zaak, dat men vooral een museum niet be schouwt als een stoffig pakhuis van oude dingen. Dat gevaar dreigt nog steeds, omdat de museumzalen door gaans te vol zijn. Wil men de geest van de oudheid aanvoelen, dan moet men vooral niet .alles willen zien", maar zich weten te beperken tot en kele voorwerpen. Het is niet eens nodig, dat dit de meest beroemde en algemeen geprezene zijn. Van veel meer belang is, dat ze u persoonlijk iets te zeggen hebben. Museumbezoek wordt een genot .wanneer men op één ochtend niet meer dan hoogstens een dozijn beelden of andere voorwer pen op zich laat inwerken, onbevoor oordeeld. Weet men toevallig ook nog iets van een bepaald beeld af, of is men in het algemeen met de oud heid vertrouwd, dan kan dat het ge not nog verhogen. Wélke musea bevatten de meeste werkelijk Griekse kunstwerken? Waarschijnlijk komt Napels op de eerste plaats. In ieder geval is de ver zameling antieke bronzen van dat museum volkomen uniek. Daar kan ook Athene niet aan tippen! Ver- verscheidene Griekse originelen vindt men in het Vaticaan, maar ook het Thermenmuseum te Rome en t sted. museum op het Capitool bevatten naast talloze Romeinse kopieën ver scheidene Griekse originelen. Dat zijn er de musea van Palermo, Syraeuse, Reggio Calabria, Tarente, Paestum, en ,in Noord-Italië, Verona, Brescia, Bologna, Ancona, het archeologisch museum van Florence en nog véle andere. Originele Griekse beelden zijn zeldzaam, ze zijn dat in Grieken land en ook in Italië. I ,1 glazen buis| kathode!' ide buiscel bestaat uit jeen luchtledige glazen Ibuis, waarin een weinig Iargon-en heliumgas.... in de buis is een lichtge voelig plaatje metaal (kathode) aan een nega tieve spanning gesloten. een draadraampje er voor (anode) is op een positieve spanning aangesloten. onder invloed van licht- of infrarode stralen gaat de kathode elektronen naar de anode zenden (foto- emissie); anders gezegd er gaat een elektrische stroom vloeien. deze kan worden versterkt en gemeten. meest- 'al echter wordt er een elektrische schakelaar door bediend. dit kan dus gebeu ren wanneer een lichtstraal de cel treft, doch ook om gekeerd door het onderbre ken van een voortdurend op de cel gerichte lichtstraal. Kop van een Grieks brons in het museum te Napels Alleen „geraamten" Hoe statig de tempels op Sicilië ook geweest mogen zijn en die van Agragas en Selinunte zijn ruim dub bel zo groot als het Parthenon te Athene! zij missen voor het meren deel de reliefs en beelden, die de tempels in Athene of Delfi sieren. Op Sicilië noch in Zuid-Italië vindt men marmer. En dat heeft niet alleen tot gevolg, dat de tempels minder rijk getoond waren, maar ook de gebou wen zelf zijn niet als in Griekenland uit marmer maar uit een grover gesteente opgetrokken. In de oud heid verschilden ze minder van de Atheense tempels dan tegenwoordig. De steen immers werd met een dunne laag witte stuc overtrokken en daar na op zeer gevoelige wijze beschil derd, op een wijze, die de architec tonische structuur recht deed weder varen. Wat we nu zien zijn tenslotte slechts de geraamten van de tempels, in Griekenland uit wit marmer, op Sicilië en te Paestum (even ten zui den van Salerno) uit grauwbruine We zeiden reeds dat Italië (Seli nunte, Akragas en Paestum) bogen kan op groter en beter bewaarde tem pels dan het eigenlijke Griekenland. Hetzelfde geldt voor de theaters: het grootste Griekse theater is dat van Syraeuse. Diezelfde stad heeft nog iets volkomen unieks aan te wijzen: een zeer goed bewaard en indruk wekkend Grieks vestingwerk, de „Eurialo". Italiaanse „plunderaars" Wat nog de beeldhouwkunst betreft: de Italiaanse Grieken waren meesters in het maken van beelden en reliefs uit terracotta en daarvan is heel wat bewaard gebleven. Verder hebben, zoals bekend, de Romeinen Grieken land danig geplunderd, zodat een groot deel van de kunstwerken, die zij evenzeer bewonderen als wij dat doen, overzee naar Italië werd ge bracht. En dat deden niet alleen de Romeinen. Toen de Venetianen in 1204 het zo wisten te regelen, dat de vierde kruistocht, inplaats van tegen de mohammedanen, gericht werd te gen het christelijke Oostromeinse rijk en tenslotte Constantinopél plunder den, namen zij vandaar heel wat be langrijke Griekse kunstwerken mee naar Venetië! Het gevolg is, dat het enige Griekse vierspan van levens- 1 grote bronzen paarden, dat men er- 2 gens ter wereld nog kan zien, sedert eeuwen op de voorgevel van de Sint- i Marcus-kerk prijkt. Dit is een aardig voorbeeld van de verrassingen, die ons te wachten i staan, wanneer we Griekenland in i Italië gaan opsporen. Die paarden, i meesterwerken uit de vierde eeuw voor Chr., afkomstig van het eiland i Chios, schijnen een paar eeuwen in j Rome te hebben rondgezworven en I werden door Theodosius II naar Con stantinopél gebracht om tenslotte te recht te komen in een zo „moderne" stad als Venetië, een stad nog geen dertien eeuwen oud. Venetië bezit ook i vier archaisch-Grlekse marmeren leetrwen uit de zesde of zevende eeuw voor Chr. Zij kwamen pas in 1692 naar de dodenstad en staan opgesteld voor het Arsenaal. Ongehoord rijk is Italië aan Griekse vazen. Dit danken wij aan de Etru- riërs, die een levendige handel dre ven met Athene en vooral vazen schij nen te hebben ingevoerd. De Etrus- kische graven zijn er vol van en de Italiaanse musea bevatten ze bij dui zenden. Ook de musea in overig Europa en in Amerika danken hun fraaie vazen doorgaans niet aan Griekenland, maar aan Italië. Prachtige munten Dan zijn er de vele kleinere kunst voorwerpen, in de eerste plaats de wijgeschenken, tanagrabeeldjes te Paestum en op Sicilië en uiterst fijne reliefs in terracotta in de tempelschat van Locri (die kunstwerkjes zijn nu in de musea van Reggio Calabria en Tarente) en verder, niet te vergeten, de munten. Athene, Corinthe en de overige Griekse steden hebben mooie munten gehad, maar alles wat men op het gebied van munten kent, zinkt in het niet bij die van de Griekse ste den op Sicilië en in Zuid-Italië. Som mige zilveren munten van Syraeuse, Tarente, Velia, Leontlnol, enz., zijn kunstwerken van de eerste rang. En hier wordt de toerist een gelegenheid geboden ook iets van al die schoon heid voor zichzelf te verwerven. Wei nigen kunnen een Rembrandt of een Titiaan kopen, om over een Grieks beeld maar liever niet te praten, maar Griekse munten, ware kunst werkjes in klein formaat, zijn nog steeds te koop. En ze zijn eigenlijk niet duur. De allermooiste munten van Syra euse kosten heel wat minder dan sommige oude postzegels, die men toch moeilijk kunstwerken kan noe men. De oorzaak is, dat er veel min der verzamelaars van Griekse mun ten bestaan dan van postzegels en een tweede oorzaak ligt daarin, dat er heel wat vervalsingen bestaan. Maar wie in de musea zijn ogen de kost heeft gegeven, weet doorgaans wel de echte van de valse te onder scheiden. En een werkelijk mooie munt, die misschien wel door de han den van Plato is gegaan, is nu eens een reissouvenir, dat zin heeft. Iets van de geur der klassieke oudheid kunnen we op die manier met ons dragen. Een stadgenoot, die momenteel een bezoek brengt aan Australië en Zuid- Afrika, de heer D. Scheer, schrijft ons d.d. 4 februari J.l. uit Durban: Na een verblijf van 3 maanden te Hobart op het eiland Tasmanië lan den we op het snikhete vliegveld van Melbourne, t Is nu al weer de vijfde dag met temperaturen boven de hon derd graden. Gelukkig komt er 'smid- dags verandering, een onweersbui met veel regen, zorgt voor afkoeling. De noordelijke woestijnwind is vervangen door een zuidelijke zeewind. De muren van ons hotel blijven echter nog hitte afstralen en met regenjassen gewa pend, ontvluchten we het. 't Is zondag en we zijn van plan ds. Geursen een bezoek te brengen, zo mogelijk in zijn kerk. Zes jaar geleden heeft hij onze dochter, toen ze naar Australië immi- greerde, met raad en daad bijgestaan en daarvoor willen we hem nog eens persoonlijk bedanken. De tram naar de suburb Thornbary is spoedig gevonden maar daarmee zijn we er nog niet. We treffen het evenwel met ons conduc- teurtje. Welke halte? We geven hem het adres, maar dat zegt hem niets, Thornbary is mijlen groot. Hij beduidt ons maar rustig te wachten en we be merken dat hij iedere nieuwe passa gier vraagt naar de Speightstreet. We denken het vraagstuk nog te vereen voudigen door het noemen van de kerk. Och er zijn zo veel kerken en inderdaad we zijn er al een paar ge passeerd. Eindelijk heeft hij beet en dan weet hij ons te vertellen waar we moeten uitstappen en hoe we dan moe ten lopen. Nu kunnen we tenminste betalen voor de lange rit maar daar wil hij niet van weten, service! Ik durf hem nog niet eens wat aan te bieden want daar heb ik mijn hoofd al eens bij gestoten. Fooien geven is er in Australië niet bij. We passeren een kerk, maar de gezochte, is het niet. Het huis van ds. Geursen vinden we wel en we bellen aan. „Oh, Leidenaars", maar de dominee staat klaar om naar de kerk te gaan, waar zijn plaatsver vanger van het immigratiewerk, ds. van Arkel voor hem zal preken. We kunnen bü mevr. Geursen blüven, die de oppas heeft voor de 2 kleinen van de domineesgezinnen. De dominee rekent er echter op ons nog te spre ken na de kerkdienst. Bij een kop koffie vlot het gesprek best in het ge zellige huis van de familie Geursen. 't Is vakantietyd, de oudste zoon en oud-* ste dochter verblyven op een boerderü waar ze o.m. kunnen paardrüden en een tractor besturen, geweldig. Voor de laatste week is een vakantiehuisje aan zee gehuurd en dan is de familie weer compleet. Ja, het bevalt uitste kend in Melbourne, de kinderen vooral. Toch wordt er met vreugde aan Lei den teruggedacht en woonden ze mooi aan de Zoeterwoudse Singel. We heb ben gedurende een lange tüd niets meer van U in het L.D. gelezen zeg gen we. Och, ik heb het druk met myn gezin, veel aanloop en huishoudelüke hulp is hier uitgesloten. Als we mevr. vertellen, dat haar stukjes met zoveel belangstellng worden gelezen zegt ze, toch nog weer eens de pen ter hand te zullen nemen. Als ds. Geursen later thuis is, zegt hy, zich dit ook voor te nemen. (Wy houden ons gaarne aan bevolen Red. L.D.) Ook hy is druk, 's Zondags 2 keer preken, het kerke lijke werk, de redactie van een immi grantenblad, een paar uur college ge ven aan de universiteit en ook nog werken aan een proefschrift. Mün ge meente heeft recht op goedgesproken Engels en daar span ik my voor in, zegt hy. Neen, in huis wordt Hollands gesproken, 't is toch onze moedertaal en de kinderen leren zo, twee talen beheersen, 't Is grappig te horen hoe „Juultje" die op school in de le klas zit zich zowel in het Hollands als in het Engels keurig uitdrukt. Ook nadat ds. van Arkel met vrouw en dochtertje is vertrokken, praten we nog geruime tyd, waarby Melbourne en Leiden om beurten aan bod zyn. Een foto van de familie voor het huis in de brede dorps aandoende straat gaat niet door want het begint juist weer te storten. Als het tijd wordt om op te stappen, re gent het nog. Dit is geen bezwaar, want de dominee zal ons met zijn auto wel even naar de tram brengen. Als zyn vrouw ook instapt, maakt hy het nog mooier en brengt ons naar de city by het hotel. Waren we al zeer te vreden over ons bezoek en bly met de hartelyke ontvangst, we hadden nog meer te wachten. Dinsdags kregen we nl. een telefoontje van ds. Geursen, met de mededeling dat hy een paar boodschappen in de stad had te doen, waarby hy ons wilde afhalen en nog wat van Melbourne laten zien. Natuur lijk werd dit niet afgeslagen en zo zagen we nog een paar mooie buiten- wyken over de rivier de Yarra en het complex schoolgebouwen met zwem bad en sportterreinen van het „Scot tish College", waarvan de oudste twee zoons enthousiaste leerlingen zyn. Een kop thee in één van de prachtige par ken, die Melbourne rük is vormde nu het definitieve afscheid". belichtings -meter |- een modern type is de "sperlaagcel' die gebruikt wordt in de elektrische belichtings-meter. een foto-elektrische cel zet een lichtstraal (elek- tro-magnetisch signaal) om in een stroom (elek- trisch signaal). lichtrooster)' deze cel bestaat uft een ijzeren plaatje bedekt met een dunne laag selenium. daarover is een laag.je goud aangebracht, zo dun dat het lichtstralen door laat. door het invallende licht wordt een zeer lage elektrische spanning opge wekt tussen de buitenste metaallagen. door een ge voelige ampêremeter die met deze lagen verbonden is zal een stroompje vloei en, zodat de meter uitslaat evenredig aan de hoeveel heid opgevangen licht. amperemeter 1 werkingsschema sperlaagcel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 16