PORT-DARWINIANEN Roemruchte avonturen van Port Darwin in Noord-Austra- lië is een brand- en mikpunt van journalistieke fantasie. Het is een stad, waarover meer sterke verhalen in omloop zijn dan over welke andere stad op aarde ook. Bovendien is Port Darwin een interessante stad met een bonte bevolking, die zeer gastvrij is, maar tevens een sterk ontwikkeld gevoel voor humor heeft. Dit büjkt uit dit artikel, dat de waarheid en niets dan de waarheid geeft. Toeristen en journalisten bron van vermaak en afkeer Jack de spoorzoeker kroop snuivend door stad en ommeland aardig om te missen! Daarna ging hij door naar de rennen te Camooweal in Queensland. Op de renbaan trof hij een paar goudzoekers, met wie hij de wildernis introk. Toen lifte hij terug naar Port Darwin. Hij had er meer dan 6000 km. opzitten, maar schoen smeer, neen, die was er niet bij. Ge woonweg vergeten. Zijn vrouw onge rust? Weineen, waarom zou ze? Zo zijn wij in Port Darwin. De toerist, verbijs terd, vergeet zijn glas leeg te drinken en kijkt met angstig ontzag naar de rauwe (maar goedhartige) kerels om hem heen. „Ja weet UDe toerist luistert met open mond. En de Darwiniaan zegt: „U had hier in 1948 moeten zijn. Er was een bal. We dansten en plot seling verdween het gehele orkest. Niets meer te zien. Weet U, alle hout was weggeknaagd en opgevreten door de witte mieren. Maar zoiets doet ons niets in Darwin! We telden drie ge broken benen, vier gekneusde armen en timmerden toen in een kwartier tijds een nieuw podium. Daarna dans ten we nog een weeklang dag en nacht door Na dit of dergelijk „sterk verhaal" voegen de „vrienden" van de verteller zich bij het groepje. Ze worden alle maal voorgesteld als „krokodillenja- gers", „buffelvangers", „spoorzoekers", vinders van „grote klompen goud" en was dies meer zij. Iedere toerist moet immers huiswaarts gaan met een grote vracht Darwiniaanse nonsens! Fannie Bay PORT DARWIN heeft een gevan genis, Fannie Bay geheten. Het is een zeer gezellige gevangenis (volgens ongecensureerde berichten). Niet zo lang geleden ontdekte een der bewakers een groot gat. in een zij muur. Hij liet onmiddellijk appél hou den en stelde tot zijn verbazing vast, dat niemand ontsnapt was. Een week later bleek, dat een paar gevangenen wat dorstig waren geworden. Daarom hadden zij een gat in de muur ge maakt en waren zij naar het dichtst- bij zijnde café gegaan. Daar lieten zij zich door hun vrienden onthalen op een paar pittige glazen. Vervolgens waren zij naar de gevangenis terug gekeerd. Een paar jaar nadien vertikte de vrouw van de hoofdbewaker die als kokkin was aangesteld het om voor de gevangenen te koken. Hun aantal was te groot, zei ze. Een der veroor deelden had thuis een vrachtauto. De directeur belde toen op en liet die vrachtwagen komen. Veertien dagen zagen de inwoners van Darwin de ge vangenen tweemaal per dag naar de stad rijden. Daar gebruikten zij dan hun maaltijden in een bekend restau rant. Zonder eten kan immers een ge vangene niet leven! Een schelm! LANGE tijd woonde nabij Darwin een aardige schelm, Snowy ge heten. Hij was een bezienswaar digheid. Als jongen van zeventien jaar werd hij soldaat. Na de oorlog trok hij naar Darwin. Hij leefde van de zon en c!e lucht. Hij at wat de zee en de wildernis hem verschaften. Geld ver diende hij ook .In de vreemdelingen industrie. Port Darwin heeft geen „weer", alleen maar „seizoenen". Als er in het droge seizoen een zwerm toeristen neerstreek in Darwin, gingen zij Snowy bezoeken. De snaak had te voren een seintje gekregen. Hij ver sierde zijn hut met jonge (levende) krokodillen, inheemse wapenen, buffel hoorns en wat dies meer zy. Hij trok een „schilderachtig" hemd aan en speelde op zijn ukulele, als de gasten kwamen. Mooie sentimentele liedjes! Prachtig, vonden de toeristen. Een Jackie's demonstratie van zijn kunnen ten overstaan van jour nalisten van elders. halve wilde. Snowy schonk een glaasje bier en roosterde een speenvarkentje. De stemming kwam erin. De gids gaf Snowy op een gegeven ogenblik een teken. Snowy ontfermde zich dan over een gezette toeriste. Wandelde de twin tig meter samen met haar naar het strand. Vroeg: Zou U hier niet liever wonen dan in de grote stad? Wat hebt U aan al dat geld? Kyk die mane stralen eens. Wat mooi! We konden er samen langswandelen naar China of Japan. De toeriste dacht aan haarhuis in de stad. Zei: Toch niet, Snowy. En Snowy? Hij haalde opgelucht eens diep adem. Een kwartier later kwam er een herhaling van die scène op het strand, maar met een andere toeriste. Het volk wil immers spel, zei Snowy tegen ons. Hoeveel betaalt dat volk voor het spel, Snowy?, vroegen wij. Een rijksdaalder per hoofd voor het gehele gezelschap en bovendien een algemene risico-dekking van f 25. Risico-dekking, Snowy? Ja, natuurlijk, wat dacht je? Stel je eens voor. dat zo'n vrouw „ja" zei en hier bij mij wilde blijven. Dan was het uit met mijn rust en tevredenheid Niemand (in Darwin) verbaasde zich over Snowy's vreemdelingenexpolitatie. En dat is geen wonder, want in en nabij Port Darwin gebeurt er eigenlijk nooit iets, dat naar het oordeel der echte Darwinianen vreemd of de moeite waard is. Maar de journalisten uit an dere steden maken over al die dood gewone dingen erg veel woorden vuil en vinden eigenlijk alles gek en bijzon der in Darwin. Daarom is het begrij pelijk. dat men in die gastvrije stad eigenlijk niet erg gesteld is op jour nalisten en persfotografen. (NIVANO - NADRUK VERBODEN) En, Broeder Bleekgezicht, weet U kent Uja, twaalf kro kodillen in een kwartier tijd. Met lasso en revolver. Ja, zoiets ge beurt hier vaak! café. De journalisten zagen dit alles met bijna magische vrees aan. Jackie ging verder. Hij kwam weer buiten de stad. Hij klom in bomen en waadde door beekjes. Eindelijk leidde hij zyn „gevolg" naar een open plek, waar een eenpersoons hut stond, het huis van de moordenaar, de schavuit was juist be zig zijn buit te begraven. Hij werd door de politiemannen gearresteerd. De journalisten penden en telefoneerden zich blauw om dit politionele wonder van Port Darwin aan hun lezers be kend te maken. Ja, dit is heus ge beurd. Jackie had, als alle inboorlin gen en alle Darwinianen, een sterk ontwikkeld gevoel voor humor. Toeristen ER wonen in Port Darwin blanken, halfbloeden, inboorlingen, Chi nezen, Indonesiërs en leden van andere rassen en volken. Al die men sen hebben de overtuiging, dat zij een normaal leven leiden. De Australische en andere toeristen denken er echter anders over. Men hoort de Australiërs wel eens verwijten, dat zij afwijzend staan jegens de gekleurde rassen. Voor Port Darwin geldt dit beslist niet. Eén bezoek aan een café daar leert U dat. Op ieder uur van de dag kunt U daar genoeglijk samen zien halfbloed vee hoeders, vissers van Griekse herkomst, Chinese winkeliers, Maleise pareldui kers, goudzoekers van Ierse afstam ming en koks van Italiaanse huize, om dan slechts enige soorten te noemen. Al die mannen praten over alles en nog wat: over de gebeurtenissen in Alice Springs (1600 km. van Darwin gelegen», over een dansfeest op 500 km. afstand, over rennen op 800 km. afstand. U weet, dat in het noorden van Australië twee gezinnen „naaste buren" zfjn, als zy 1000 km. van elkaar wonen Mocht U het niet weten, vraagt U het dan maar eens aan een toerist uit Sydney of Melbourne, zo'n bleekgezicht met een prachtige hoed, een kleurige das en hagelwitte shorts. HU zal het beamen, maarkomt zo'n man een café in Darwin binnen, dan prikkelt hU het gevoel voor humor der aan wezige Darwinianen. ZU aanvaarden „gastvrU" de aangeboden glazen bier en beginnen uit pure dankbaarheid de wildste verhalen over Port Darwin te vertellen. Soms bieden zy zelfs de vreemdeling een glaasje bier aan om te tonen, hoe gastvrU Darwin is. „Weet U, mUnheer, kent U Als de toerist dan nieuwsgierig „nee" knikt, komt het verhaal van de Dar winiaan, die even de deur uitging om een doosje schoensmeer te kopen en vyf weken later terugkwam zonder schoensmeer. De man was een voor aanstaand burger (zegt de verteller), maar toen hen in de stad een paar vrienden tegenkwam, die hem vroegen om mee te gaan naar een feestje op 200 km .afstand, had hU niet neen ge zegd. Wat zUn nu 200 km.! Toen het feest afgelopen was, ging hij met enige feestgenoten een beetje op krokodillen (U weet wel, die mensenetende mon sters!) Jagen. Op jacht ontmoette hU een paar kennissen, die wat wilde buf fels wilden afschieten. Dat vond hU te A - (Bijzondere medewerking) Enige tijd geleden ging de administrateur van een ziekenhuis hier (Port Darwin) naar het strand om te zwemmen. U moet weten, dat de zee daar (althans volgens veel Australische kranten) krioelt van zeekrokodillen, haaien, giftige stekelvissen, zeeslangen, inktvis sen en andere onaantrekkelijke schepselen. Die administrateur even wel was een rasechte Darwiniaan. Dus stoorde hij zich niet aan het geschrijf over, noch aan de zeemonsters zelf. Hij ontkleedde zich, deed zijn badpak aan en ging in zee. Na een kwartiertje ontdekte hij, dat hij zijn bril had verloren. Hij besloot toen, rustig te blijven drijven. Zonder bril kon hij immers niet zien, in welke richting de kust lag en hij had weinig lust om door de stroom zeewaarts meegesleept te worden. Hij bevond zich op een meter of veertig afstand van het strand, maar dat zag hij niet. Als een echte Darwiniaan nam hij het zekere voor het onzekere en hield zich rustig. De volgende ochtend om zeven uur pikte een politieman die langs het strand wandelde, hem op. De administrateur was een beetje vermoeid en erg kwaad, omdat zijn bril weg was. omdat men in de pers hun stad voor stelt als een stad met krokodillen in de straten, slangen in de badkuipen en zwarte spoorzoekers op handen en voeten overal. Jackie op pad 'T A, die zwarte spoorzoekers! Nu wy dit schryven, schiet ons een der ■J sterkste Darwiniaanse verhalen te binnen, dat echt is gebeurd. Er is in Port- Darwin een aantal zwarte spoorzoekers, die een ongelooflijke vaardigheid hebben in het opsporen van misdadigers en daarom als helpers der politie hogelijk worden gewaar deerd. Vrijwel geen dief, rover of moordenaar ontsnapt, als de politie zo'n in de wildernis getrainde recher cheur op zijn spoor zet. En nu het verhaal. Er was een blanke man dood aange troffen in zijn woning. Neergeknup- peld en beroofd. De politie stond voor een raadsel en riep de hulp in de „black-tracker" Jack. Jackie ging naar het huis, waar de misdaad was ge pleegd .Hij bekeek de asbak onderzoe kend en nam er een der vele peukjes uit. Toen draaiden de meeste Darwi nianen hun sigaretten zelf. Ieder man doet dat op de hem eigen manier. De verschillen zyn soms heel, heel klein, maar de inboorlingen met hun geheu gen als een filmcamera en hun fan tastische opmerkingsgave wisten van vrijwel elke blanke, hoe hij draaide. Jackie bekeek het peukje aandachtig en wist toen, wie er kort vóór de moord met het slachtoffer in het vertrek was geweest. Er waren toevallig een paar journalisten uit Melbourne en Sydney in Darwin. Zij waren met de politie en Jackie naar het huis van de vermoorde man gegaan. Dit was Jackies grote kans! Hij keek in het rond, glimlachte en besloot, niet dadelijk aan de politie mede te delen, wat hij ontdekt had, maar eerst een „sensationele demon stratie" te geven. En dus begon hy snuivend als een airedale terrier door de kamer te krui pen. Vervolgens klom hy (met enige vol ontzag toeziende Journalisten en twee meespelende politiemannen op zijn hielen) door een achterraam naar buiten. Kruipend en snuivend bewoog hij zich door de tuin en over het erf. Toen over een open terrein. Vervolgens kroop hij, alsmaar snuivend, terug in de richting van de stad. De groep, met Jackie voorop, kwam in de hoofdstraat terecht. Jackie „speelde", dat hij het spoor zo nu en dan by ster was, maar dan weer terugvond. Hij stak de straat over en kroop een café binnen. HU kroop ruikend en snuivend langs de mannen aan de bar. HU verliet het Geen der talrijke zeegedrochten had hem ook maar een haar gekrenkt en van verslinden was helemaal geen sprake geweest. Waarom niet? Wie Port Darwin kent, kent het antwoord op deze vraag. Omdat de zeemonsters wisten, met een Darwiniaan te doen te hebben. ZU zwommen de gehele nacht om hem heen, maar als Dar winiaan lieten zy hem ongemoeid. Was het avontuur overkomen aan iemand uit Melbourne, Sydney of enige andere stad, dan hadden de zeegedrochten be slist een feestmaal georganiseerd. Dan waren de journalisten in de gelegen heid geweest, een maand lang hun Australische lezers (buiten Port Dar win) alsmaar sterkere Darwin-verha- len op te dissen. Nu het slachtoffer een Darwiniaan was, duurde de jour nalistieke activiteit maar een week. In Port Darwin sprak niemand over het geval. Het is immers zo, dat de Darwinia nen rustige, kalme lieden zyn, maar desniettemin gaat alles, wat de Austra lische pers over Port Darwin publi ceert, er (buiten Port Darwin) in als gesneden koek. De Darwinianen wor den daar soms een beetje boos om. HOE WU HANDEL DREVEN DEKKINGSPERCENTAGE VAN ONZE IN-EN UITVOER! incl pakketpost en diamanttiarxjel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 4