Als het vriest dat het kraakt LAAT HAAR MAAR PRET MAKEN! u om MENU VAN DE ZATERDAG 23 JANUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Ê3VW Luchtdicht afgesloten Asiton Hunink MAÏZENA DURYEA Bljf San ml De buitenlander, die ons land be zoekt, valt het steeds weer op en laat dat ook dikw^ls onomwonden blijken, dat onze Nederlandse keuken to uiterst sober en vaak fantasieloos is. En wanneer we eerlijk willen zijn moeten we toegeven, dat over het al- Parijs, januari 1960 Als het vriest dat het kraakt schikt U zich zo goed of zo kwaad naar de omstandigheden, i.e. de lage temperatuur, buiten en misschien ook binnen en de snijdende noordenwind. Indien U die bezit, houdt U zich natuurlijk lekker warm in uw wintersport- of winterse sport- kleding, doch wanneer U die niet heeft of wanneer U sportkleding neti geschikt acht voor uw werkkring of uw dagelijkse omgeving, dan trekt U onder uw mantel wellicht een extra vestje aan, dan bindt U om uw hoedje misschien een hoofddoekje (al staat het dan ook niet bepaald mooi), dan draagt U twee truitjes over elkaar (waarbij U angstvallig probeert het onderste „onzichtbaar" te houden), kortom, U voegt omwille van de warmte allerlei kledingstukken bij elkaar, die au fond niets met elkaar te maken hebben en mogelijk niet zo heel erg goed bij elkaar staan. polsboord tot reikt. bijna elleboog Weet u de kou echter op moderne wijze te pareren, dan past alles wat u bij elkaar voegt wel bij elkaar, ook al werd het niet noodzakelijk voor elkaar gemaakt. Inplaats van twee willekeu rige truitjes over elkaar (truitjes die ongeveer van dezelfde afmeting zijn, en niets met elkaar uitstaande heb ben), draagt u een dun (of semi dun) truitje met een „overtrui" (figuur 1). Het onderste truitje kan fijn zijn en een ronde halsopening ofwel een met 'n hoge rolkraag hebben. Het is en daarom kiest u het natuurlijk in pas sende tint zichtbaar in de halsope ning van de „overtrui", die dikker, langer en ruimer is dan het truitje, dat u eronder draagt. De halsopening van de overtrui, die op de tekening een diepe U-hals is, kan net zo goed een boothals met of zonder kraag zijn alswel een klassieke V-hals. De mo derne overtrui is van driekwart lengte of langer nog en kan zowel bij een pantalon als bij een rechte rok worden gedragen. Het model van de tekening is van groene boucléwol en laat een zwart ondertruitje met rol kraag zien. De moderne overtruien vertonen echter evenveel variatie als moderne truien in het algemeen en kunnen, behalve effen, evengoed ge- chineerd of dwars gestreept en zelfs geruit zijn. Om de oren warm te houden als accessoire een simpele, gebreide hoofd band, die in een middagje of een avondje in elkaar wordt gezet en die wat kleur betreft wordt aangepast aan de tint van een der beide truien of aan een ander sportief geheel of zelfs aan de daagse mantel of de accessoires waarmee u op boodschappentocht of naar het werk gaat. Zo'n gebreide hoofdband is bij elk wintertenue een uitkomst indien u niet tot de hoeden- draagsters behoort. Een andere, minder sportieve en meer kostbare oorwarmer ziet u in figuur 3. Mogelijk vindt u zo'n grote, zware stola van wollen tweed, die langs één lengtekant met een rand bont gebiesd is en die over een tam boerijnhoedje van identieke tweed wordt gedragen, wat onhandig voor dagelijks gebruik, aangezien hij de draagster niet doorlopend twee vrije handen laat. Bedenkt u dan echter dat niemand minder dan Dior stola's, op die manier gedragen, als modenieuwtje uitbracht. Overigens doch een kleine variatie op het oorspronkelijke voorbeeld kan niemand u euvel dui den zijn dergelijke hoofdstola's bij Dior niet alleen van dezelfde wollen stof als het tamboerijnhoedje, maar is de tailleur of het ensemble, waarbij hoedje en stola accessoire zijn, even eens van hetzelfde materiaal. Een praktische en flatteuze variatie op de recht-toe-recht-aan stola is de gesloten halssjaal van mohair of an dere warme, maar soepele stof, die in figuur 4 is weergegeven. Het geldt hier een korte, stola, waarvan de korte uit einden aan elkaar zijn genaaid of met knopen aan elkaar worden bevestigd. De sjaal heeft de vorm van een afge knotte kegel (of een lampekap), en is dus enigszins rond, terwijl de boven ste opening kleiner is dan de onderste (die om de schouders valt). Deze on derste opening is met wolfranje afge werkt. Een dergelijke halswarmer, in de juiste tint, verstaat zich met elke of deze laatste nu wel of geen heeft en wel of niet gedecolle- beslist niet lang zijn, laat u óf de lange mouwen van de trui onder de mantelmouwen uitkomen en draagt u er wanten bij van dezelfde wol en in dezelfde kleur als de trui, öf u voegt bij de capuchon-met-schouderkraag wanten van dezelfde tint waarvan de Tenslotte voor de thuisblijfsters nog een aardige suggestie: de plaid of de grote mohairstola die tot een tuniek wordt gemetamorfoseerd (figuur 2). Het is een werkje waar u zo mee klaar bent, want de tuniek is in beginsel niet meer dan een in de breedte dub belgevouwen stola (of langwerpige lap) waarin voor de hals een split van ongeveer dertig centimeter wordt ge knipt (en afgewerkt) en waarvan de zijkanten van de franjezoom tot even boven de taille aaneen worden ge naaid. Een dergelijke tuniek schiet u net zo gemakkelijk aan over een daags japonnetje als over rok of pantalon met truitje. De lengte van de tuniek zal, indien u met een stola werkt, door de lengte van die stola worden be paald; het effect van een driekwart of een negentiende en zelfs een lange tuniek zal echter gelijkelijk aantrek kelijk zijn. J. V. U weet hoe lekker Anton Hunink's Gelderse rook worst met het loodje is. Nu is er bovendien Anton Hunink's rookworst in va- cuumverpakking. Lucht dicht, dus kersversKlaar voor de boterham... voor de warme maaltijd even laten wellen in water dat nèt niet aan de kook is. Smullen maar! échte Gelderse rookworst HOFLEVERANCIER gemeen weinig werk van het eten wordt gemaakt. Als de maaltijden maar vet en dus voedzaam (wat een verkeerde veron derstelling is, want niet alleen het vet bepaalt de voedingswaarde!) is meent men al alles te hebben gedaan wat no dig is om de gast of het gezin tevre den te stellen. Maar er komt meer kij ken! Wil men tevreden eters hebben en een goede stemming aan tafel dan moet die tafel ln de eerste plaats be hoorlijk worden gedekt, moet er van behoorlijk uitziend aardewerk gebruik worden gemaakt en de schotels niet al leen goed op smaak worden afgemaakt maar ook, al is het maar met een klei nigheidje, gezellig worden gegarneerd. Dit behoeft heus niet extra veel te kosten. Met weinig middelen maar met heel veel goede wil en interesse kun nen dikwijls wonderen worden bereikt. MAANDAG: Schotel lof met eieren; gebakken aardappelen; karnemelksepap (ka pucijners in de week zetten). Recept: Kaasragoüt. liter melk of liter water, 1 bouillonblokje, 50 gr. bloem, 50 gr. bo ter, 200 gr. in blokjes gesneden belegen kaas, zout, peper, aroma. De boter smelten, droog de bloem erdoor roe ren en met het vocht tot een gladde saus koken. Van het vuur af de blok jes kaas eraan toevoegen (zonodig even verwarmen in de saus, maar niet door koken!) De saus op smaak afmaken met peper en zout en meteen (bijv. in een schelp) opdienen. Voor kaassaus i.p.v. dobbelsteentjes kaas - 100 gram geraspte kaas door de saus roeren. gehakt; kapucijners, gevulde sinaasappel- Een andere flatteuze en echt win terse. oplossing voor de mantel die rond de hals niet voldoende beschut ting geeft vooral voor de zo mo derne mantel met ruim decolleté en zonder kraag is de dikke, warme trui met aangebreide capuchon (of, indien u geen trui wilt dragen, een capuchon met aangebreide, brede schouderkraag die het manteldecolleté royaal op kan vullen). Zelfs al heeft u uw moderne mantel met ruime hals opening totnutoe als geklede stads- mantel beschouwd en er uw meest elegante en beste accessoires bij gedra gen, dan kunt u toch, zodra het een maal vriest dat het kraakt, uw mo derne hoed door zo'n gebreide capu chon vervangen en de mantel daarbij over een moderne pantalon met nauwe pijpen dragen. Aangezien voorts de mouwen van die moderne mantel krijgt er rimpels van op het voorhoofd, wanneer U ziet hoe onze jeugd op groeit. in een wereld, die haar steeds minder gelegenheid geeft, zich uit te leven. De natuur verdwijnt, de ge bouwen rijen zich aanéén tot de fantastische, met „Randstad Holland" aangeduide „wonder stad", er blijft nauwelijks een lege plek over, om zich te ont spannen Dit is, voor mij, een der grote problemen van deze tijd: waar moet 't met een generatie heen, die de „natuur" nauwelijks van „horen-zeggen" kent en haar energie slechts tussen hoge mu ren kwijt kan? x en doet alle mogelijke moeite de Jongeren toch nog met de landschappe lijke schoonheid in kennis te brengen. Daarvoor alle hulde! Maar zo een paar daagjes buiten de grote stad maakt van bleekneusjes tóch geen gezonde boerenjongens met een blos op de wangen Er zijn, door het bouwen en bouwen, nog slechts héél weinig plekjes, waar de zon schijnt. De torenhoge flatcomplexen benemen het uitzicht op de blauwe hemel, de kinderen voe len er zich tussen gevangen, zij willen er uit breken, maar kun nen niet. En steeds meer stenen liggen klaar, om nieuwe bastions op te richten, waar tussen steeds min der ruimte is om krijgertje te spelen, te ravotten en te tieren, totdat éénmaal de gevan genis „totaal" zal zijn en oud noch jong meer zullen weten, hoe een boom, een plant, een bloem er uit zien. T atüürlijk is dit overdreven! i Toch gaat het er in ons land een héél eind die richting uit. Er zijn al duizenden en dui zenden kinderen, die tussen het beton opgroeien. Dat beton is de triomf der moderne maatschappij, het om sluit ontelbare gezinnen in on telbare kooitjes, het ziet er alle maal even rechtlijnig en geor dend uit. Zou het er in de harten van hen, die erin wonen, óók zo rechtlijnig en geordend uitzien? Wat teveel omsloten wordt, barst ten slotte uit z'n voegen: dat geldt zowel voor het inner lijke- als het uiterlijke leven. Düürom houd ik m'n hart vast voor de jongens en meisjes, wier enige toevlucht om nog wat vrij heid te vinden, de stapels steen en staal zijn, die in steeds gro tere hoeveelheid worden aan gevoerd, om er voor te zorgen, dat iedereen een „gezellig" dak boven z'n hoofd krijgt. Zo af en toe kan ik met wee moed terugdenken aan de „eigen" jeugd, toen er de „witte plek" was, waar wij voet balden, of de „bosjes", naar ons jeugdig gevoel eindeloos groot en eindeloos geheimzinnig, waar wij Indiaantje speelden, waar telkens een nieuw veld voor onze onmetelijke fantasie op doemde. zonder dat er ergens een -kunstmatige grens te ont dekken viel. Daar brak dan los, wat wij, onder het scherp toeziend oog der pedagogen, in de klas zorg vuldig onder de duim gehouden hadden. Alles wat in ons leefde, kreeg „ruim-baan". Al kwamen we, tot schrik en beven der huisgenoten, thuis met bemodderde schoenen en pikzwarte handen, wat kwam 't er op aan? Er was immers „stoom afge blazen" en het kon, na al dat gespring, gevlieg en geren in de frisse buitenlucht, thuis weer rustig en zoals het behoort „netjes" toegaan. loms denk ik, dat 't met de n huidige jeugd wel eens vreemd gesteld is, omdat zij niet meer als vroeger in het stoomtijdperk in dit atoom tijdperk ten volle aan haar trek ken kan komen. Misschien is het goed dat de jeugd al vroeg leert, hoe zeer de „vrijheid" aan banden is gelegd. Dat „rechtlijnigheid en orde lijkheid" ieder ogenblik in het omgekeerde kunnen omslaan, staat voor mij vast. Dat is de keerzijde van de medaille! Daarom: laat haar maar pret maken Zolang het zonder chaos tussen de bolwerken nog kin. FANTASIO. Foto Will Eiselin, Rijswijk. maakt Uw groenten zo lekker. Hamburger aardappelen; bakjes. WOENSDAG: Andijvie, gebakken kaasplak, aard appelpuree, appelmoes. DONDERDAG: Kalfspoelet in kerrysaus, rijst en sla; drie in de pan. Gebakken schol, peen en aardappe len öf hutspot met klapstuk; citroen- rijst. ZATERDAG: Gestoofde prei, kaasragoüt, aardap pelkoekjes; fruit. Koninginnesoep met kaasrotjes; run derrolletjes met spruitjes en aard appelen; yoghurtpudding. Recept: Hamburger gehakt. Op gewone wijze wordt 4 ons gehakt aangemaakt en hiervan in de koeke- pan in 75 gr. boter 4 platte balletjes gebakken. Zodra ze gaar zijn worden ze uit de boter genomen. In de boter wor den nu ringen ui en fijne reepjes ham lichtbruin gefruit en daarna op de ge haktballetjes gelegd. Met partjes to maat wordt de schotel versierd. Nu gaan we wat bijzonders maken! Wat we nodig hebben? 1 grote knol selderij of 2 kleinere. 3 eetlepels bloem, wat melk, een tikkeltje zout en 3 eetlepels margarine. Ziezo, Kok, snij jU de knolselderij in 5 dikke plakken en denk er aan de zwarte schil er af te snijdan. Dan doet Jan ondertussen de bloem in een kommetje en roert die met de melk en het shufje zout tot een dik papje. ischijven bak ik lichtbruin aan beide kanten. Met een pannekoekmes keer ik ze om. Denk er aan het vuur niet te hoog te houden, want de schij. ven moeten langzaam gaar worden. Ze smaken vast wel heel lekker! Advertentie lijylB [frillH- BÜÉV handcrème V2- 3 De koekepan komt er weer aan te pas! Ik laat de margarine er eerst goed warm in worden. Dan prikken we allemaal een schijf knolselderij aan een vork, dompelen die in het papje en dan vlug de pan in!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 15