Sprookjesschrijver Wilhelm Grimm liet hijzonder rijke erfenis na PREMIER DEBRE IN OPSPRAAK En nog altijd slaken de kleintjes zuchten van verlichting aan slot van spannende verhalen Ten tijde van Napoleon nam de romantiek duidelijk vorm aan Nog altijd noemt men zijn naam ongestraft in verband met het z.g. bazooka-schandaal Verklaringen van Mitterrand en hem vierkant tegenover elkaar Leerlingen lagere school maakten kennis inet Molière Zang zij onze leus (Voorschoten) herdacht het 30-jarig jubileum DONDERDAG 17 DECEMBER 1959 „Het vuur in de keuken laaide weer op, snorde en kookte het eten, de kok gaf de jongen een draai om zijn oren, dat hij gilde en de meid plukte de kip. Toen werd de bruiloft gehouden van de prins met Doornroosje, vol pracht en praal en ze leefden nog lang en gelukkig...." Met een klap slaat het boek dicht. De kleintjes slaken een zucht van verlichting, dat alles nog zo goed afgelopen is, draaien zich om in bed en fantaseren in het rijk der dromen verder over „het lang en geluk kig", wat daarna kwam of wat er allemaal had künnen gebeuren als de prins niet gekomen was.. Voor wie is dit een vreemd tafereel? Wie heeft zelf niet eens adem loos geluisterd naar het verhaal van Hans en Grietje? Van Sneeuw witje en haar boze stiefmoeder? Van Assepoester, de wolf en de zeven geitjes, Roodkapje, vrouw Holle en zovele anderen? Werk van de Grimms nimmer overtroffen Achter al deze sprookjes, die ook in de harten van vele volwassenen nog een aparte plaats innemen, staan de figuren van de twee gebroeders Grimm, Jacob en Wilhelm. Mochten zijzelf vermoed (en waar schijnlijk gehoopt) hebben, dat hun sprookjesverzameling een succes zou worden in Duitsland, zij hadden toch nooit kunnen voorzien, dat deze an derhalve eeuw later nog steeds door miljoenen kinderen in alle landen van Europa en zelfs ver daarbuiten gele zen zouden worden en nog minder, dat zij in feite het scenario voor ver scheidene films geschreven hadden! Het was in het jaar 1807: Napoleon Bonaparte trok zegevierend door Europa. Slag na slag besliste hij in zijn voordeel, regeringen zette hij naar zijn hand en waar hij dat nodig vond, wijzigde hij de grenzen. Het was pas enkele maanden gele den, dat ,,de kleine generaal" een einde had gemaakt aan het bijna duizend jarige Heilige Roomse Rijk en het ver splinterde in zo goed als onafhanke lijke staten, die echter in een „ver bond" de wensen van Bonaparte wel heel erg tegemoet kwamen. In hetzelfde jaar, dat Duitsland een van zijn diepste depressies in zijn be staan doormaakte, vond een belang rijke ontmoeting plaats, een ontmoe ting, waaraan wij thans het bezit van de „sprookjes van Grimm" te danken hebben. De taalgeleerden prof. Jacob L. K. Grimm en zijn broer prof. Wilhelm K. Grimm maakten namelijk kennis met Clemens von Brentano en diens zwager Achim von Arnim. Von Brentano en Arnim waren op dat ogenblik reeds beroemde mannen. In 1805 hadden zij tezamen onder de titel „Des Knaben Wunderhorn" een verzameling volksliederen uitgegeven. De „tempel der rede" wankelde reeds op haar fundamenten en een nieuwe stroming, de romantiek, nam al duide lijke vormen aan. Er groeide een enorme belangstelling voor alles wat kunst betrof, men zag in, dat de „ware kunst" niet gevonden wordt in de rijke salons van de aristocratie, maar mid den onder het volk. Het was dan ook niet verwonderlijk, dat „Des Knaben Wunderhorn" insloeg als een bom. Ook de gebroeders Grimm waren enthousiast, maar nog geestdriftiger waren zij voor het plan van Von Bren tano om een uitgave van kindersprook jes het licht te doen zien. Hiertoe zou men dan eerst in alle delen van Duits land optekenen wat er onder het volk leefde. Een teleurstelling De Grimms gingen aan het werk in hun eigen omgeving, in Kassei, en reeds twee jaar ater zond Jacob Grimm alles wat zij uit de mond van de „sprookjesvertelsters" hadden op getekend aan Von Brentano. Nu wachtte hun echter een teleur stelling. Von Brentano werd zo door andere bezigheden in beslag genomen, dat het manuscript van de Grimms in een stoffige la verdween. Von Bren tano had zijn belangstelling voor het prachtige plan verloren! Op aandringen van de nog steeds enthousiaste Arnim besloten Jacob en Wilhelm daarom de sprookjes zelf uit te geven. In 1812 was het zover en rolde het eerste deel van „Kinder- und Hausmarchen" van de pers. De sprook jes begonnen hun triomftocht door de wereld Intussen zetten de twee broers hun werk voort. Steeds meer bronnen boor den zij aan en steeds meer hulp kre gen zij van belangstellenden, die ieder in de streek waar zij woonden, sprook jes optekenden. Het duurde dan ook maar drie jaar voor het tweede deel verscheen. Jacob en Wilhelm maakten er geen geheim van, dat zij het helemaal niet eens waren over de tekst. Jacob, de filoloog, zag in de sprook jes levende volksschatten en wilde ze absoluut onveranderd laten. Wilhelm, de folklorist, daarentegen was meer dichter. Het liefst zou hij, uitgaande van de oorspronkelijke tekst, een ge heel nieuw verhaal schrijven met een eigen, volkse stijl. Maar Jacob had de touwtjes strak in handen en in de eerste druk was dan ook duidelijk te zien welke sprookjes door Jacob en welke door Wilhelm opgetekend waren. Jacobs teksten waren strak en eenvou dig, zonder opsmuk, terwijl Wilhelm aan het experimenteren was gegaan. Hij had gevijld en geschaafd, ver fraaid en aangevuld, volkomen naar zijn eigen smaak en inzichten. Spoedig echter werd Jacobs aandacht geheel in beslag genomen door zijn taalkundige ai-beid, waardoor hij de verzorging van de verdere uitgaven aan zijn brcuur moest overlaten. "Vilhelms meesterhand Deze, eindelijk bevrijd van de „muil- kerf", ging vol enthousiasme verder met het werk, dat zijn naam voor het nageslacht zou bewaren De (210 bekende en minder bekende) sprookjes van Grimm, zoals wij die heden ten dage lezen, zijn dan ook voornamelijk het werk van Wilhelms meesterhand. Bij elke nieuwe druk bracht hij weer stilistische verbeteringen aan, voegde een moraliserend zedelesje in en ver rijkte de tekst met rake spreekwoor den en duidelijke vergelijkingen. Toen Wilhelm op 16 december 1859 te Berlijn overleed liet hij de wereld een rijke erfenis na. Niet alleen wer- Museum in Kassei Vele generaties zijn opgegroeid met de „sprookjes van Grimm" en ook in de harten van vele vol wassenen is nu nog een plaatsje ingeruimd voor de verhalen van Roodkapje, Assepoester, Sneeuw witje en de vele andere sprookjes figuren. Op 16 december is het 100 jaar geleden, dat prof. Wilhelm K. Grimm, die met zijn broer Jacob de sprookjes verzamelde, in Ber lijn overleed. De „vader van het sprookje", zoals hij wel genoemd wordt, heeft nooit te klagen gehad over een gebrek aan waardering. Dat die waardering zich 100 jaar na zijn dood zou uiten in het inrich ten van een Grimm-museum in de Duitse plaats Kassei, waar de beide broers vele van hun verha len optekenden, heeft Wilhelm echter nooit kunnen voorzien. den zijn sprookjes namelijk vele ma len vertaald, maar wat misschien nog belangrijker was zijn voorbeeld vond navolging, waardoor vele landen verrijkt werden met een schat van eigen sprookjes. Nimmer is er echter iemand in geslaagd om met de „klas sieke" sprookjes van Grimm te wed ijveren, laat staan ze te overtreffen. Poppenspel voor Advent Gisteravond kwamen de leden van de afd. Leiden van de Ver. tot Bevordering der Belangen van Slechthorenden in het Wijkgebouw „Rehoboth" bijeen en heb ben genoten van een zeer sfeervol kerst- programma. De zaal was stemmig met kerst-motieven versierd, op het podium straalde een metershoge kerstboom, ter wijl het licht van tientallen kaarsen het geheel stijlvol accentueerde. Een speciaal geluidssysteem zorgde ervoor, dat allen het gesproken woord goed konden be luisteren. Na het openingswoord van de afdelingsvoorzitter, de heer J.. W. Stof fers, waarin hij een bijzonder woord van welkom richtte tot de medewerkenden aan deze avond, hield mej. P. J. Zand- voort haar traditionele kersttoespraak, die ditmaal de Adventtijd en de nade rende geboorte van Christus tot onder werp had en met grote aandacht werd beluisterd. Na een korte samenzang, bracht mevr. S. Snellen—van Goudoever, sopraan, enige kerstliederen ten gehore met pianobegeleiding van mevr. M. Din gerStork. Het hoogtepunt van de avond werd gevormd door het Poppen spel voor de Advent, gebracht door Gera Jansmavan Schouwenburg en de heer J. P. Hulsbos en dat „De Droom van Maria" tot onderwerp had. Vooraf gaf de speelster een korte inleiding, waarin zij o.m. de geschiedenis van het poppen spel weergaf. Oorspronkelijk bij de Egyptenaren en later bij de Indische volken (Wajang-spel) een geheiligd spel, werd het in de middeleeuwen als kerst spel door monniken en priesters ge bracht, doch ontaarde later als minder stijlvol „kermisspel" tot de bekende pop penspeler Henri Nolles er de tegenwoor dige kunstuiting aan heeft gegeven. In het gisteravond gebrachte spel wordt op zeer sublieme wijze weergegeven hoe Maria, nadat zij de aankondiging van de Engel Gabriël heeft ontvangen, dat haar kind geboren zal worden, als in een droom flitsen uit het leven van haar toekomstige kind voor zich ziet. Het spel is opgebouwd in de vorm van een cyclus, die begint en eindigt met de aankondi ging door de Engel. Met een woord van dank tot allen, die hebben meegewerkt tot het welslagen van deze avond, sloot de voorzitter deze zeer indrukwekkende avond. (Van onze Parijse correspondent) De links-radicale oud-minister van Justitie en van Binnenlandse Zaken, Francois Mitterrand, is, zoals reeds eerder bericht, nu officieel in staat van be schuldiging gesteld nadat, op verzoek van de regering, de Senaat eerst zijn parlementaire onschendbaarheid had opgeheven. Men herinnert zich de feiten, zo niet de juiste toedracht van deze geheimzinnige affaire. Een vroeger Pouja- distisch Kamerlid Robert Pesquet pleegt een aanslag met een mitrailleur op Mitterrand, of tenminste op zijn auto, die de Senator ternauwernood had weten te verlaten om zich achter een boom van het Pare du Luxembourg in veiligheid te brengen. Op zichzelf lijkt het een vreemde gang van zaken, dat het slachtoffer van een aanslag, of althans het mikpunt, naderhand door de Justitie wordt beschuldigd van medeplichtigheid, zoals Pesquet het voor laat kommen. Officieel niet. Het parket, en dus de regering, nam het Mitterrand kwalijk, dat hij bij het eerste verhoor de naam van Pesquet niet had genoemd, ofschoon hij hem daags tevoren enige malen over de mogelijkheid van zo'n aanslag gesproken had. Roversrowantiek met politiek verweven Door een ietwat geforceerde interpreta tie van een wetsartikel, werd Mitterrands zwijgen over dit punt beschouwd als een „belediging van een justitionele ambte naar". Men weet, dat Mitterrand zich tegen dit verwijt verdedigt met de te genwerping dat hij Pesquet, ofschoon een felle tegenstnder en een verklaarde fascist, niet in levensgevaar wilde bren gen, omdat hij in de veronderstelling verkeerde, dat Pesquet uit menselijke motieven uit de school had geklapt, door zo het leven van de oud-minister te kunnen redden. Al is het laatste woord in deze myste rieuze aanslag waarbij1 roversromantiek en politiek nauw verweven zijn, nog lang niet gezegd en zal misschien publie kelijk nooit gezegd worden toch wordt de controverse Mitterrand-Pes- quet overschaduwd door een andere zaak waarbij de naam van de minister president Michel Debre in het geding is. Een zaak waarover in het openbaar ook wel, maar toch minder wordt geschre ven die het daglicht dan ook nóg moei lijker schijnt te kunnen verdragen. Bij de verdediging van zijn gedrags lijn in de Senaat heeft Mitterrand eni ge weken een niet onduidelijke toespe ling gemaakt op de medeplichtigheid van Debré in de tijd, dat hy nog sena tor en politieke franctireur was, aan een andere moordaanslag die werd gepleegd op de toenmalige opperbevelhebber in Algerije, Salan. Bij deze aanslag met een bazooka werd toen echter in plaats, van de generaal een zijner stafofficie ren, commandant Rodier, doodgescho ten. Mitterrand vertelde toen dat Debré hem in diens kwaliteit van minister van Justitie kwam op zoeken, omdat zijn naam werd genoemd in verband met dit bazooka-schandaal. En Debré zou Mit terrand toen hebben verzocht hem de tijd te gunnen om zich tegen deze be dekte beschuldigingen te kunnen ver dedigen. Wie liegt' hier Diezelfde dag nog liet Debré, via een officieel communiqué, weten dat hij Mit terrand nooit over deze aangelegenheid gesproken had. Mitterrand bleef, met een lichte nuance, echter op zijn stuk staan. Het avondblad Le Monde, dat een internationale naam van onkreukbaar heid te verliezen heeft, publiceerde de volgende dag een hoofdartikel onder het bijna provocerende opschrift: „Wie liegt hier? Op de vraag nu is nimmer een antwoord gegeven. En men is helaas verplicht te consta teren dat de minister-president van Frankrijk tot dusver niet alles schijnt te hebben gedaan om zich te bevrijden van een zware blaam, die door een (andere) oud-minister van Justitie op hem is ge worpen. Het voorstel van Mitterrand een ereraad of enquêtecommissie te be noemen, werd door de premier niet aan vaard. En op een zeer uitvoerige ana lyse van feiten en gebeurtenissen in verband met het bazooka-schandaal in het weekblad L'Express, waarbij de mi nister-president het vuur, nóg dichter aan de schenen werd gelegd, heeft De bré evenmin gereageerd. Het wordt het publiek zo wèl steeds moeilijker ge maakt te blijven geloven, dat het ene communiqué van de minister-president een afdoende tegenwicht vormt tegen al het materiaal waarmee persorganen en figuren, die eveneens een reputatie te verdedigen hebben, hem nu toch be paald in een dubieus daglicht hebben geplaatst. Debré werd er ondershands ook nog van beschuldigd dat hij als minister van Justitie het onderzoek naar de ware toedracht van de moord op een Franse officier in de doofpot zou hebben ge stopt. Wat velen zich afvragen Het is niet slechts onfris, maar zelfs zeer ongezond wanneer een eerste mi nister ongestraft van toch wel heel on- oirbare handelingen en van nog ernsti ger medeplichtigheden beticht kan wor den. Tegen smaad kan men zich echter altijd nog verdedigen. Waarom neemt de premier, zo beginnen de Fransen zich in steeds bredere kring af te vra gen, die kansen dan niet waar? Omdat die beschuldigingen toch niet voor hon derd percent als ongegronde insinuaties omschreven zouden kunnen worden en de premier dus dan nog maar een twij felachtige schaduw boven het volle licht der waarheid prefereert? Voor dat geval, waaraan men niet ge loven wil, zou de minister-president maar één uitweg openstaan en wel af te treden van zijn hoge post. Voor die mogelijkheid zou, zo is ook al opgemerkt Michel Debré zich bovendien kunnen beroepen op de allerhoogste autoriteit en wel op generaal De Gaulle in per soon, die in zijn laatste memoires heeft geschreven dat een „minister de staat in sommige gevallen nog de hoogste dienst bewijst door zijn portefeuille neer te leggen" FILMAVOND „DE NATUURVRIEND" Gisteravond hield de Aquarium- en Terrariumvereniging „De Natuurvriend" een druk bezochte ledenvergadering in de Jacobazaal van Den Burcht. De voor zitter, de heer C. Borghart. opende de avond met de mededeling, dat de in het programma aangekondigde kleurenfilms geen doorgang konden vinden. De ge luidsapparatuur voor deze films was niet voorhanden. De avond kreeg echter nog een bijzonder karakter door de te elfder ure opgesnorde films, die mooie vervangers bleken te zijn. De 20 minu ten durende bloemenfilm gaf een snelle opeenvolging van beelden te zien van de meest kleurrijke bloemen en planten, die in een woestijn plegen te groeien. Noemen we de zeldzame ..Evening prin cess" en de in vele variaties bloeiende „symbool der woestijn", de cactus. Bij de tweede film bleef „De Natuurvriend" enigszins bij haar leest en werd de vis vangst op zalm, haaien en walvissen ge toond. Een en al actie waren de manoeuvres van stoere mannen in wankele bootjes, die heroisch streden met monsters van 5, 6 meter lengte. De volgende film toon de de verbijsterende „schoonheid" van het leven op en rond een gezonken oor logsschip. De camera's werden gehan teerd door kikvorsmannen. Via een te kenfilm, die het genre niet verloochende en zich ook hoofdzakelijk op het water afspeelde, kwam de pauze met daarna een aardige verloting Bij het hierna volgende gezellig samenzijn was er ge legenheid vragen te stellen. Aanbesteding uitbreiding neus-, keel- en oorheelkunde Door het architectenbureau Jonkman en Van Dorp te Oegstgeest werd giste ren aanbesteed de uitbreiding van de afdeling neus-, keel en oorheelkunde van het Leids Academisch Ziekenhuis. Er waren 63 inschrijvers, van wie de laaeste was J. G. Mak uit Rotterdam voor f. 1.355.000, de tweede het Ingenieurs Bureau voor de Bouwnijverheid te Oegst geest voor f. 1.367.800 en de derde Proper te Oegstgeest voor f. 1.368.000. De hoog ste inschrijver was J. ten Haaft te Am sterdam voor f. 1.661.000. Arbeidsongeval met dodelijke afloop BIJ SLOPINGSWERKEN VAN ZOLDER GEVALLEN De 53-jarige timmerman/sloper, de heer G. Verheul uit de Da Costastraat, die op 3 december j.l. bij het slopen van een boerderij aan de Vlietweg onder Zoeterwoude van een stalzolder viel en daarbij een schedelbasi/sfractuur op liep ,is gisteren in het Acad. Ziekenhuis aan zijn verwondingen overleden Verbetering walmuren Oude Rijn In de zitting van 25 augustus 1958 heeft de raad, zoals bekend, een bedrag van f. 600.000 beschikbaar gesteld voor het dempen en rioleren van de Uiterste gracht met bijkomende werken. Tot de bijkomende werken behoort het leggen van een zwaarder en dieper lig gend riool dan het thans aanwezige riool in de Oude Rijn (weg), tussen de Uiterstegraoht en de Middelstegracht. Het leggen van een aansluitend riool tussen de Middelstegracht en de Hooi gracht werd reeds opgenomen ln het be stek betreffende het uitvoeren van rio- lerings. en bes tra tingsw erken ten be hoeve van de verbetering van de Hooi gracht. Tijdens de uitvoering van de riole ringswerken ls gebleken, dat de wal- muur van de Oude Rijn neiging vertoon de tot evenwichtsverstoring. Wat betreft het gedeelte, gelegen tussen de Middel stegracht en de Hooigracht, zijn onmid dellijk de nodige maatregelen getroffen, nl. door het aanbrengen van een door lopende gewapend betonnen gording langs de walmuur met een verankering naar achteren aan ankerplaten onder het trottoir. Daardoor wordt de toestand gestabiliseerd zodanig, dat ook. wanneer verkeer op de Oude Rijn zal worden toegelaten, de walmuur hiertegen be stand zal zijn. Ook ten aanzien van het gedeelte wal muur tussen de Uiterstegracht en de Middelstegracht dienen voorzieningen te worden getroffen. De aansluiting van de rijweg van de Uiterstegracht aan de rijweg van de Oude Rijn is uit verkeerstechnisch oog punt bezien, weinig fraai. Aangezien na het gereedkomen der werken toename van het verkeer is te verwachten, komt het B. en W. onder de gegeven omstan digheden gewenst voor, de Oude Riin (weg) door demping van een smalle strook van de gracht zodanig te ver breden. dat de walmuur over een lengte van 39 meter wordt vernieuwd en recht getrokken. Met een en ander is een meerdere uitgave gemoeid van f. 27.500. De kosten van enkele aansluitende wer ken zijn reeds begrepen in het toege stane krediet ad f 600.000. Blijkens de uitslag van de aanbe steding van het in de aanhef genoemde werk. is de raming ongeveer f. 9500 te laag is geweest. Naast het beschikbaar stellen van f. 27.500 ware daarom tevens een aanvullend krediet van f. 9500 te verlenen. In deze geest deden B. en W. de raad een voorstel toekomen. Vanguard III zwijgt De radiozenders van de Amerikaanse Vanguard-satelliet III, die op 18 sep tember is gelanceerd, zwijgen. Men ver wacht dat de satelliet nog circa 40 jaar in zijn baan om de aarde zal blijven. Ovatie aan slot bewees waardering Uitgaande van de Leldse Volksuniver siteit K. en O. en de Leidse Jeugdactie gaf „Arena" gistermiddag een in alle opzichten zéér geslaagde opvoering van Molière's „De schelmenstreken van Scapin". Eric Vos, begaafd leider van dit en thousiaste gezelschap, zorgde voor een vlotte en levendige vertaling. Van zijn hand is ook de in het programma ge geven beschrijving van dit spectaculaire blijspel, waaruit wij het volgende aan halen: De inhoud van Molière's „Fouberis de Scapin" is zo eenvoudig, dat die zich in enkele woorden laat omschrijven: twee jongemannen (Octave en Léandre), zijn verliefd op twee jongedames (Hyacinthe en Zerbinette), maar de twee vaders (Argante en Géronte) hebben andere plannen voor de toekomst van hun zoons. Interessant wordt het pas, als de twee knechten (Scapin en Sylvestre) zich er mee gaan bemoeien, zodat de kinderen toch hun zin krijgen en de vaders, zon der dat ze het weten, zelf meewerken aan de totstandkoming van de door hen zo verafschuwde huwelijken. Vooral Scapin weet zich op meesterlijke wijze te bewegen tussen de zee van verlan gens van de kinderen en de storm van verwijten van de vaders. En hoewel de situatie er steeds ingewikkelder op wordt, brengt hij zoveel variatie in de manier, waarop hij zijn slachtoffers om de tuin leidt, dat de arme stakkers er steeds weer opnieuw invliegen en hem geloven. Tenslotte weet Molière het ongelofe lijke waar te maken en komt alles toch nog in kannen en kruiken. Eigenlijk is de inhoud van het stuk niet zo belangrijk. Wat er precies ge beurt, is bijzaak en de manier, waarop het gebeurt, hoofdzaak. Buitelend en bulderend, huilend en hollend bewegen vaders, knechten en kinderen in dit stuk door elkaar en de vreemdste types verschijnen in de meest absurde situa ties. Eric Vos heeft zijn visie op eclatante wijze weten te verwezenlijken. Zijn met strakke hand gevoerde regie, waarin wij tal van kostelijke vondsten konden be wonderen. de levendige, soms uitbun dige mise en scène, het perfect sluiten de samenspel, het prachtige tempo zou den door een heel wat kritischer publiek dan de leerlingen van de lagere klassen deerd. Dat hij dit alles wist te bereiken met jeugdige artiesten, die, hoe toege wijd ook, nog niet tot volle ontplooiing zijn gekomen, is het geheim van zyn sterke mentale invloed. Van deze jonge spelers onderscheid den zich Peter van der Linden als Sca pin, Cees Pijpers en Kees Waterbeek als de beide vaders, Nanni Vermeer als de gewaande zigeunerin en Hans Pouwels als Sylvestre, de knecht van Octave. Het werd voor de jeugdige toeschou wers een vreugdevolle middag, waaraan zij zich ongebonden overgaven. De stormachtige bijval aan het slot leverde het bewijs hoezeer het initiatief op prijs werd gesteld. Aan de dames-medespelers werden bloemen aangeboden. Vandaag volgt een reprise voor de leerlingen van de ulo-scholen. B. H. OUDERAVOND OPENBARE SCHOOL SUMATRASTRAAT Voor het eerst sinds de opening van de nieuwe openbare school aan de Su- matrastraat waren ouders, oudercom missie en leerkrachten bijeen in de feestelijk versierde aula. Het hoofd der school, de heer J. Chr. Bartelsman, opende de avond met een welkom tot alle aanwezigen, in het bij zonder de vertegenwoordigers van de ouderraad. Het onderwijzendpersoneel, doch vooral de kinderen wenste hU geluk met deze prachtige moderne school. Een school waar ruimte, licht en kleuren om de voorrang strijden. Hij was verheugd deze kerstouderavond eindelijk „thuis" te kunnen vieren. Een woord van dank richtte spreker tot het gast vrije bestuur van de Speeltuinvereniging „Oosterkwartier", dat in het verleden steeds een prettig onderdak verleende. De heer Bartelsman wees er verder op, dat in de benedenlokalen van de nieuwe school een zelfstandige kleuterschool ge vestigd is. Na nog gewezen te hebben op het euvel van het schoolverzuim, werden enkele huishoudelijke zaken behandeld In 3 vacatures van de oudercommissie werden benoemd de heren Van Putten Gortzak en Van Hugten. Een woord van dank werd gesproken tot de aftredenden. Na de pauze brachten de leerlingen van de 6de-klas enige kersliederen ten gehore, waarna Joop Koevoets de aan wezigen vergastte op prachtig schimmen spel, t.w. een „Kersttriptiek' van Felix Timmermans. Wim Roelandse, leerling uit de 6de- klas .zorgde voor een accordeonsolo en van het VHMO hooglijk zijn gewaar- begeleidde de zang van de kerstliederen, Programma onder mevr. Stenz op hoog vlak Voorschotens Herv. Gem. Zangvereniging „Zang zij onze Leus", waarover Tilly Stenz-Leening het bewind voert, heeft met een kerkconcert in de Herv. Kerk het 30-jarig bestaan herdacht. Het werkte dikwijls mee aan zangersavonden en concoursen van de „Ring Leiden" en kwam dan zonder moeite aan de kop te staan te midden van de zusterkoren uit de Rijn-, Duin- en Bollenstreken. Tilly Stenz en haar koor hebben en hadden dus een vanzelfsprekend recht op lof, eerbied en bewondering. Nog lang moge dit zo blijven! Een en ander betekent niet, dat deze ernstig willende vereniging altijd over rozen met verwijderde doornen heeft ge wandeld. Een aantal jaren heeft zij zich aan openbaar optreden moeten onttrek ken, omdat de bezetting ontoereikend werd en aanvulling met gelijkwaardige krachten niet slaagde. Daarin kon ten slotte worden voorzien en verleden jaar was er eindelijk, in het Cultureel Cen trum, weer een uitvoering. Dit voortref felijke moderne gebouw bleek echter voor koorzang ongeschikt en „Zang zij onze Leus" keerde terug naar haar oude zetel, de Herv. Kerk. Dit scheen, zoals het althans gisteren verliep, in het ge heel geen verbetering. De ingenomen standplaats bleek wei nig gelukkig. Deze kerkruimte is als een diepe, brede, hoge kubus. De preekstoel verdeelt de achterwand, links daarvan bevond zich het meewerkende Herv. Kinderkoor, geleid door A. Vroegop, rechts „Zang zij onze Leus". Het orgel is aangebracht op een galerij aan de achterwand. Koor en orgel hebben even eens samengewerkt, het publiek zat dus tussen beide geluidsbronnen in en het orgel overheerste. Het koor is 20 man sterk en door de dirigente niet naar een groot volume toe ontwikkeld. Tilly Stenz opereerde altijd met sobere, ranke op fijnzinnigheid en doorzichtigheid afgestemde zanglljnen. De akoestiek heeft hier nu deze toch al bedwongen klankkracht zwaar gedrukt en genivelleerd, zodat een effect van watte-verpakking is ontstaan. Een assis terend orkestje van een vijftal (kundi ge) strijkers moest het evenzo ontgelden. We onthouden ons dus van beoordeling inzake details en finesses van de slechts als een ijlheid gehoorde vertol kingen. Indertijd zong het koor op de orgel galerij en daar klonk de zang ideaal. Nu heeft daar gisteren slechts de jonge violiste Henny Ravestein gemusiceerd, begeleid door de organist Wim v. d. Reijden en wel met een Handel-sonate in D. Haar toon was vol en rijp, warm en gevoelig, expressief en prachtig dra gend, met name in de langzame canti lenes. Oneffenheidjes in snelle delen en een verbrokkeld slotmaatje zijn nauwe lijks het memoreren waard, want de violiste heeft écht geboeid. Programma's van mevrouw Stenz zijn altijd opgeheven in een hoog vlak, met hoofdkenmerken smaak, intelligentie, stijlgevoel. Zo ook nu. Met Bach-koralen begon het en een aantrekkelijk, welgebouwd a cappella- motet van 'n ons onbekende Fr. E. Niedt. Deze Niedt deed aan Buxtehude denken en paste dus bij de Kantate „Das neu- geborne Kindelein", een vocaal juweel van deze Buxtehude. Persoonlijk staan we deze Kantate puntiger en bewogener voor, met sprekender contrast van de samenstellende taferelen. Maar mis schien is het gewaagd, dit met een te klein koor zo te realiseren. We beluisterden verder een „Ere zij God", een a cappella in 'n geheel nieuw ontwerp van Herman Stenz, melodisch en in de samenzang van de stemmen ten volle bevredigend. Een knap werk is Gezang 29 van Piet Kiel, met invoeging van kinderstemmen en orgel. Alweer dachten we dat de componist zich een scherper en dynamischer aftekening van tegenover elkaar gestelde koorpartijen moet hebben voorgesteld. Een bijzonder mooie afsluiting leverde de koraal kantate „Was Gott tut" van Pachelbel, met strijkers en orgel als con tinuo, en met aan koorleden gegeven solo-stemmen. Als merkwaardigheid viel te constateren, dat de koorklank hier eindelijk z'n kleur en doorzongenheid begon door te geven. Kwam dit omdat hier een gemakkelijke aanleuning aan de orkeststemmen mogelijk was? Dan zou het in het voorafgaande een beetje aan zelfvertrouwen ontbroken hebben. Het kinderkoor had een oude Duitse melodie, een der koralen van Luther als componist en een geslaagde psalmbe werking van Vroegop. Deze kinderzang bezat het verzorgde, beschaafde, zuivere en goed uitgesprokene, dat we ervan verwachten. Dit koortje kon zich wel voordelig en met een zekere stemglans doorzetten tegen de akoestische weer stand Dat moet aan de eenstemmigheid hebben gelegen. Mevr. Stenz is tenslotte gehuldigd en met bloemen verrijkt. De koristen heb ben zich in een ruime belangstelling mo gen verheugen. V. OEGSTGEEST KERSTVIERING V.V.D. VROUWEN De jaarlijks terugkerende kerstvie ring door de vrouwen in de V.V.D. vond gistermiddag plaats in de sfeer vol versierde zaal van het Witte Huis. Deze samenkomst werd behalve door een groot aantal Oegstgeester dames tevens bijgewoond door vertegenwoor digsters van verschillende afdelingen uit de omtrek. Mevrouw P. H. SmitsWitvliet wees er o.m. op welk een voorrecht het is in vrijheid kerstfeest te vieren als men bedenkt hoe talloos velen in vluchte lingenkampen daartoe niet in staat zijn. „Jimmy's Kerstfeest" was de titel van een verhaal van Dickens dat werd gelezen door mevrouw C. Hageman Verhagen, terwijl mevrouw G. Braat Bertel voordroeg „Heilige Nacht", door Selma Lagerlöff. Begeleid door mevrouw I. Krantz Santmann zong mevrouw H. Barnard Estopey enkele toepasselijke liederen. Mevrouw Smits dankte allen, die met hun zorg en toewijding deze middag hadden voorbereid, o.m. mevrouw Van Gulik, die o^ kunstzinnige wijze het programmablad had getekend. „Stille Nacht" was de samenzang waarmede deze goede middag werd besloten. Hond doodt schapen Een veehouder uit Oegstgeest kwam gistermorgen tot de minder prettige ontdekking, dat een hond een aantal van zijn schapen op het land had op gejaagd. Van de dertien schapen, die zich in een sloot bevonden, werden er vier levenloos aangetroffen. Het stuk land. waarop dit dierendrama zich heeft afgespeeld. Is gelegen tussen de Warmondertol en het oude dorp. WASSENAAR De Haagse Rechtbank heeft van morgen gelast dat een psychiatrisch rapport zal worden uitgebracht over de twee 22-jarige Nijmeegse machine bankwerkers, die te Wassenaar een geldkistje en een auto hadden gesto len. Op de terugweg waren zij met de auto te Utrecht verongelukt. P officier van Justitie had tegen beid^ verdachten twee jaar jeugdgevangeni geëist. De zaak is thans voor ont paalde tijd aangehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 5