Meer spreiding inkomen/vermogens
Uit de meesterklasse
Interesse voor kleine aandelen
{evordering besparingen en beleggingen
WITTE
KRUIS n
WITTE KRUIS
Sven beroemd als „Désirée"
wordt
Mathilde Bonaparte
Nieuw historisch vervolgverhaal
in Libelle Lees het romantische levensverhaal van
een van de lieftalligste en boeiendste
vrouwen van de negentiende eeuw: Mathilde Bonaparte,
bloedverwante van de Nederlandse koningin Sophia.
Napoleon III houdt van haarzij huwt echter een Russisch
grootvorst en dat wordt een tragedie. Dit prachtige, ge
voelig geschreven vervolgverhaal is geïllustreerd met
talrijke tekeningen en foto's. De eerste aflevering ziet u
in Libelle van de volgende week. Abonneer u nü, dan
krijgt u de eerste twee nummers gratis thuis.
Geen nadelige invloed van tv op
leerlingen voortgezet onderwijs
GOTHENBURG, DE GROOTSTE
VISSERIJHAVEN IN ZWEDEN
y~
pgerkht 1 maart 1860
Zaterdag 28 november 1959
Zesde blad no. 29911
(Van onze financiële medewerker)
Zoals bekend heeft de Nederlandse regering in het kader van het beleid ter
[vordering van de vorming van duurzaam persoonlijk bezit in brede kring, enkele
laatregelen voorgesteld. Behalve de premiering van spaargelden, waarvan wjj,
[ljjk de lezer bekend is, geen voorstander zjjn omdat zjj de een geeft wat ze de
nder ontneemt, zijn die maatregelen ook gericht op de bevordering van het
Ifectenbezit. De regering beoogt namelijk ter vergemakkelijking van risico-
preiding voor de belegging door de kleine spaarders, een algehele vrijstelling van
ennootschapsbelasting aan speciale, nog op te richten beleggingsmaatschappijen,
5e zich in het bijzonder ten doel stellen het sparen ingevolge de algemene spaar-
(geling of via bedrijfsspaarregelingen te bevorderen. Deze bijzondere beleg-
ingsmijen zullen worden vrijgesteld van registratierecht voor het plaatsen en
ilstorten van aandelen en van eventueel verschuldigd zegelrecht. Voorts zullen
ak binnenlandse obligaties met een nominale waarde van f 100.of minder van
[felrecht worden vrijgesteld.
Of deze faciliteiten van veel invloed op de nationale besparingen zullen zijn,
laat nog te bezien, maar in elk geval blijkt er uit dat de kleine belegger thans
bijzondere aandacht van de regering heeft en dat deze in het kader van de
■wenste en inderdaad noodzakelijke kapitaalvorming, het effectenbezit als een
■langrijk hulpmiddel beschouwt.
Een feit is. dat het effectenbezit niet
■er het monopolie is van de grote
pitalist en dat de aanmerkelijke uit-
eiding van de fondsenhandel geduren
de laatste jaren voor een deel ook
ii de activiteiten van de kleine spaar-
rs is te danken. Zo is bijv. uit een
quete onder de brede middenlaag van
Amsterdamse bevolking gebleken, dat
a hen, die weten wat aandelen zijn,
5 een gunstig oordeel heeft over de
entuele belangstelling voor de ontwik-
Ung van kleine aandelen.
Eet is een verheugend verschijnsel, dat
kapitaalvorming vooral na de oorlog
et een bezitsspreiding is gepaard ge-
ook al zyn alle pogingen, welke
«■toe worden gedaan, niet even sym-
ithiek. Het is uit een sociaal-econo-
isch oogpunt toe te Juichen, dat in-
men en vermogen van de bevolking
evenredig is verdeeld. De verho
gen van lonen en salarissen, welke
sis de oorlog hebben plaats gehad,
Üden voor een niet onbelangrijk deel
ïiïtwijfeld verband met de waarde ver
siering van het geld. Maar ze hebben
tii ook het reëele inkomen van een
oot deel der loon- en salaristrekkers
rp-oot en voor hen de mogelijkheid
a sparen geschapen.
Terwijl bijv. in 1946 van de aangesla
gen in de Inkomstenbelasting niet
neer dan ca. 7% een inkomen had
tan meer dan f. 5000, was dit aantal
!n 1955 reeds tot 25% gestegen en
ial het niet ver van de 30% verwijderd
ijjn. Ook in de vermogenssfeer valt
ten dergelijke ontwikkeling te consta
teren. In 1946 had nog ca. 60% van
ie aangeslagenen in de Vermogens
belasting een vermogen beneden
30.000, in 195 was dit aantal tot
fo gedaald, wat dus wil zeggen, dat
in laatstgenoemd jaar ca. 65% een
rermogen had boven f. 30.000 tegen
0% in 1946. Ook deze wijziging houdt
erband met de waardevermindering
tan het geld, maar dit neemt niet
reg, dat thans zonder twijfel een
roter aantal personen in het natio
nal vermogen participeert dan tien
n twintig jaar geleden en dus aan de
mdsenhandel kan deelnemen.
iVij hebben er meer dan eens op
/ezen, dat de kleine kapitaalbezitter
beleggingsrisico's in sterkere mate
et beperken dan de grote kapitalist
dat voor de kleine spaarder belegging
spaarbanken en in obligaties der-
ve allereerst aan de orde komt. De
irdevermindering van het geld, welke
■ral gedurende de eerste jaren na de
log is ingetreden, heeft aan de sociale
ekenis van die beleggingen helaas
reuk gedaan, als gevolg waarvan ook
ir de Rijksfondsen een paar Jaar ge
en tot een klein percentage belegging
landelen is toegestaan. Het is echter
rijpelijk dat niettemin ook de bespa
nen bij de spaarbanken blijven toene-
a en dat ook de vraag naar obligaties
bestaan. Niet alleen geeft men
a, .vooral in de kringen van de kleine
arders, nog lang niet algemeen reken-
ap van de waardevermindering van
geld, maar de risico's, aan belegging
aandelen verbonden, zijn nu eenmaal
uiig, dat vele kleine spaarders, die
mogen, of niet willen lopen.
eneinde de kleine spaarder aan te
rken, hebben tal van beleggings-
en sinds de laatste tijd, behalve
iken van f 1000, ook coupures van
100 of f. 50 uitgegeven, terwijl ook
sohillende ondernemingen tot de uit-
ie van honderdjes zijn overgegaan,
heeft bijv. de Koninklijke haar aan-
ïn f. 1000 in aandelen van f. 20 ge-
tst welke niet meer in procenten van
nominaal bedrag, maar zogenaamd
eensgevend geld worden verhandeld,
z. het bedrag aan geld, dat men er
r moet betalen, wordt genoteerd. Een
deel Koninklijke van f. 20 wordt
os bijv. voor ca. f. 155 per stuk ver
nield en ook de grotere coupures (5
f. 20 is f. 100 en 50 van f. 20 is
000) worden op die basis verhandeld,
bk enkele beleggingsmijen zijn tot
tsin-g van hun aandelen overgegaan.
Robeco, de Interunie, de Unitas en
Vereenigd Bezit van 1894 hebben
ns aandelen van f. 50, welke weer
men sagengevoegd tot in combinaties
i 2 en 20 stukjes (die van het Ver-
!gd Bezit 1894 ook in combinaties
f. 5 stukjes)waardoor ze dus ook
!®r het bereik van de kleine spaar-
komen. In 1958 hadden de Robeco
de Interunie behalve stukken van
-OOO, ook reeds coupures van f. 100,
[rin de omzetten niet zonder beteke
naren. Terwijl de omzet van de dui
tjes Robeco In totaal een bedrag van
miljoen uitmaakten, een bedrag
rond f. 1.7 miljoen aan stukjes van
1 verhandeld, bi) de Interunie waren
cijfers resp. f. 3.8 miljoen en rond
1.000.
deze enkele cijfers wordt fel ge-
iistreerd, dat de belangstelling van
't kleine spaarder voor de belegging
j aandelen een groeiproces door
nikt, dat aan de ene kant verband
oudt met de vrees voor een waarde-
ïindering van de gulden, aan de
idere kant met de verwachting, dat
ïgevolge van verschillende factoren,
f conjunctuurschommelingen in ons
■elddeel en ook in ons land in de
*komst minder groot zullen zijn dan
i het verleden vaak het geval was.
'fen kan van mening verschillen over
Jïraag in hoeverre de pogingen om
nieuwe wereldoorlog te voorkomen,
p slagen, alleen reeds die pogingen
[echter van betekenis en brengen te
h aanzien een grotere gerustheid
In nog sterkere mate speelt thans
ongetwijfeld de economische integratie
een rol bij de beoordeling van de con
junctuurontwikkeling. Ook hierover
wordt verschillend gedacht. Tot dusver
schijnen toch reeds de voordelen van de
E.E.G. (Europese Economische Gemeen
schap) groter te zijn dan de nadelen,
terwijl het streven naar een samenwer
king met de z.g. ..Kleine Vrijhandels
zone", de Europian Free Trade Area
(Engeland, Zweden, Denemarken, Noor
wegen, Zwitserland, Oostenrijk en Por
tugal) voor de algehele vrijmaking van
de internationale handel in ons wereld
deel nieuwe perspectieven oproept, welke
tenslotte ook aan de ontwikkeling van
het Nederlandse bedrijfsleven en der
halve aan de algemene volkswelvaart
ten goede zullen komen Dat een groter
deel van de bevolking door middel van
in aandelen belegde besparingen bij dit
proces wordt betrokken, valt om meer
dan een reden toe te juichen.
Gelet op het aantal beleggingsmaat
schappijen, dat wij in ons land reeds
bezitten, is het de vraag of daartoe
nieuwe, speciale maatschappijen met
fiscale faciliteiten, moeten worden
opgericht en of het niet veel meer de
voorkeur verdient de groei van de be
staande instituten en in het algemeen
de belangstelling voor de belegging in
aandelen te bevorderen door het doen
wegvallen van de dubbele belasting,
welke over de winsten van de naam
loze vennootschappen moet worden
betaald.
Dit zou heel wat billijker en ook veel
eenvoudiger zijn dan een reeks inci
dentele en gecompliceerde faciliteiten,
waarmee de regering thans de spaar
zin en de effectenbelegging wil be
vorderen.
Onze bridgembriek
DE £chtz PIJNSTILLER
Hoofdpijn... maar ook andere
plagende pijnen verjaagt u
prompt met WITTE KRUIS.
Tabletten, poeders
of cachets!
Wederom waren de meesters in
Utrecht een weekeinde bijeen en
de elf A-paren speelden elk weer
100 spellen. Hoewel Filarski—
Verboog 20 of meer punten op
hun concurrenten voorstaan, is de
strijd nog niet beslist. Eén der ge-
Advertentie
het nichtje van drie keizers
BON
Is nu eenmaal beter
Noteer mi| als abonnee en stuur mi|
twee weken GRATIS Libelle. Daarna
betaal Ik per week 35 cf per kwartaal 4,55*
NAAM
STRAAT
HAATS
A.u.b. doorstrepen wat niet wordt verlangd. In
open envelop, w.o. 4 ct postzegel, zenden aan
libelle, Nassaupleln 7, Haarlem. Postgiro 268670.
Statistieken 1957 wezen uit:
In 1957 brachten leerlingen van het
voortgezet onderwijs met huls televisie
het er gemiddeld niet slechter af dan
leerlingen, die thuis geen televisie had
den.
Dit is de conclusie van een onderzoek,
dat het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek in de herfst van 1957 heeft inge
steld naar de invloed, die de televisie op
de schoolprestaties heeft. De resultaten
ztfn opgenomen In het zojuist versche
nen tweede deel van de serie CBS-pu-
blikaties „Schooljeugd en televisie", ge
titeld: „Invloed op schoolprestaties en
belangstellingsrichting".
Bij de publikatie wordt opgemerkt,
dat men wel dient te bedenken, dat in
1957 de televisie-zendtijd nog beperkt
was en voorts dat slechts 1 op de 10 on
derzochte scholieren uit een gezin met
televisie kwam. De invloed van de daar
na opgetreden ontwikkeling kon dus nog
niet worden waargenomen.
Voor het onderzoek werden de cijfers
op het kerstrapport 1957 van omstreeks
1000 leerlingen in het eerste en twèede
leerjaar bij het v.h.m.o., u.l.o. en n.o.
uit gezinnen met televisie vergeleken
met de rapportcijfers van eenzelfde aan
tal van hun klasgenoten uit gezinnen
zonder televisie. Een statistische ana
lyse toonde aan, dat leerlingen met
thuis televisie het er gemiddeld niet
slechter afbrachten dan hun mede
scholieren zonder televisie.
Een vergelijking van rapportcijfers
voor en na de komst van een televisie
toestel thuis, bij een groep leerlingen uit
het tweede leerjaar, wees evenmin op
noemenswaardige negatieve gevolgen
van de televisie.
In een uitvoerige toelichting wordt ge
wezen op de mogelijkheid, dat in de
praktijk de televisie slechts fungeert als
vervanging van andere min of meer ge
lijksoortige vormen van vrije-tydsbe-
steding zoals radio, film en bepaalde
soorten lectuur.
In diverse gegevens omtrent de in
teresses van leerleerlingen met en zon
der televisie thuis bleken geen aanwij
zingen te vinden, dat de televisie er veel
toe bijdraagt om de algemene ontwik
keling en de culturele belangstelling van
de leerlingen te bevorderen.
Gelijktijdig met het onderzoek onder
de leerlingen hield het Centraal Bureau
voor de Statistiek een enquête onder de
docenten, die les gaven in bepaalde vak
ken aan de onderzochte scholieren.
Maximaal 1 op de 7 leraren keek min
of meer regelmatig naar de televisie. De
overgrote meerderheid der leraren
maakte zelden of nooit gebruik van de
gelegenheid om in de les aan te kno
pen bij bepaalde televisieprogramma'.'
Ook hadden de meeste leraren geen uit
gesproken positief of negatief stand
punt over de pedagogische waarde van
de televisie.
vaarlijkste concurrent-paren acht
ik zelf nog altijd de Kaisers, on
danks hun 24 punten achterstand.
Bob Kaiser is zonder twijfel één
der 4 beste spelers van Nederland
(wat broer Kees wel aanleiding
zal geven^mij te vragen „Wie zijn
de andere twee?"), wat hij
Utrecht o.a. aantoonde door het
volgende spel:
Sch. A H 4
Ha. H 3
Ru. H 6 4
KI. A 10 8 6 3
Sch. V 8 7 5 3
Ha. 4
Ru. A 9 2
KI. V B 9 4
N
W O
Sch. B 6
Ha. 10 8 5 2
Ru. V B 10 8
Z KI. 7 5
Sch. 10 9 2
Ha. A V B 9 7 6
Ru. 7 5
KI. H 2
Oost gever, nz kwestbaar. Oost en zuid
begonnen te passen, als west opende ik
in de 3e hand met 2 schoppen (zwakke-
twee)noord 2 sa, oost paste, zuid 4 har
ten, allen pasten.
De gaten in schoppen leken mij groot
genoeg om aan de uitkomst met kla
ver vrouw de voorkeur te geven. Dit
was weinig gelukkig, doch nog minder
fortuinlijk voor mijn partner en mij was
het feit, dat Bob Kaiser dit spel moest
afspelen.
Publiceert men het als prijsprobleem
en stelt men de vraag „hoe maakt zuid
thans alle slagen?", dan zou men vele
onjuiste oplossingen ontvangen. Zulks,
ondanks de 4 x 13 open kaarten;
vraag U dus maar eens af, hoe moeilijk
zo'n spel wel is met dichte kaarten.
Probeert U het zelf eens te vinden?
Oplossing onder de boekbespreking.
Bridgeboeken. Als man, verloofde of
zoon bridge speelt wordt de aanschaf
van een St-Nicolaasgeschenk weer een
voudiger, doordat twee boeken zojuist
het licht zagen.
„Waarom U bij het bridgen verliest"
(S. J. Simon, bewerking voor Neder
land van mr. E. C. Goudsmit en H. Fi
larski, uitg. A. J. G. Strengholt, A'dam)
is het meesterwerk waarvan alleen in
Amerika al bijna 100.000 exemplaren
Antwoord op vragen over
Amsterdamse G.G. en G.D.
Op vragen van het Amsterdamse
raadslid, de arts J. A. de Jong (WD),
betreffende het op 12 oktober jl. in haar
woning overlijden van een vrouw, voor
wie op 9 oktober ziekenhuisopname was
verzocht, hebben B. en W. geantwoord,
dat de controlerende arts geen verzuim
heeft gepleegd. Na de controle heeft hij
met de huisarts overlegd, waarbij zij ge
zamenlijk tot dec onclusie kwamen, dat
opneming (nog) niet behoefde te ge
schieden. B. en W. betreuren het, dat
vraagsteller de suggestie wekt, dat de
controlerende arts een fout zou hebben
gemaakt en dat derhalve maatregelen
tegen hem zouden moeten worden ge
nomen. De dienstaanwijzing voor de
controlerende artsen achten B. en W.
juist en behoeft derhalve geen wijziging.
werden verkocht. Op geestige en duide
lijke wijze houdt de schrijver de lezers
hun bridge-tekortkomingen en fouten
voor, doch geeft gelijk aan hoe deze te
verbeteren zijn. Hoewel het boek over
robberbridge handelt, is het onmisbaar
voor alle bridgers, die de psychologie
van dit spel willen leren doorgronden.
„Het bridgespel" (A. Voorthuyzen, uit
gave „Kosmos" A'dam) beleefde de zes
de druk en verdient dat. Het is een
boekje voor allereerste beginners, over
zichtelijk, duidelijk en beknopt genoeg
om echte beginners niet af te schrikken.
Oplossing spel „Uit de meesterklasse":
g 1 de kl. vrouw genomen met kl.
heer. Slagen 25 wordt 4 malen troef
gespeeld; west ruimt 1 troef, 2 schop
pens en 1 ruiten op - noord 2 troeven,
een ru. en een sch. Hierna volgt kl., ge
sneden met de 10; vervolgens kl. aas
(oost ru. weg) waarop zuid ru. 5 weg
gooit. Dan in slag 8 een kl. aftroeven in
zuid. Nu gaat men naar de sch. heer
van noord en de laatste vrije kl. wordt
gespeeld - zuid gooit zijn laatste ruiten
weg, west heeft op dit moment nog sch.
V 8 en ru. A 9 - waarvan hij één kaart
moet weggooien. Gooit hij ru. 9, dan
speelt noord ru. 6 en zuid troeft in;
noord de rest. Gooit west sch. 8 dan
wordt eerst sch. aas gespeeld - zuid
komt dan aan slag met introeven van
ruiten en heeft nog een vrije schoppen.
H. W. FILARSKI
Gezond bedrijf
Behalve als haven voor de grole
vaart, heeft Gothenburg ook veel te
betekenen als visserijhaven. Deze
plaats is gelegen aan het Kattegat
ongeveer op 57°-45' N.B. en 12°-00'
O.L. Voor de uitoefening van de zee
visserij heeft deze plaats een uitne
mende ligging. Dit is dan ook de reden
dat Gothenburg circa 2/3 van de to
tale visaanvoer van de Zweedse west
kust heeft. Deze ligging is zowel voor
de Noordzee als voor het Kattegat
gunstig. Het grootste deel van de vloot
oefent dan ook de Noordzeevisserij
uit en enkele schepen de visserij op
IJsland.
Wij spraken van Gothenburg als de
grootste visserijhaven van de Zweedse
westkust. Het is juister om Gothenburg
te kwalificeren als de grootste visserij -
haven van Scandinavië. Omstreeks 1910
werd deze haven in gebruik genomen.
De visserij had aanvankelijk weinig te
betekenen. In die jaren was de aanvoer
ca. 12.000 ton vis voor een waarde van
1.5 miljoen Zw. kronen. De laatste vijf
tig jaar is hierin een reusachtige voor
uitgang te constateren. Jaarlijks be
draagt de omzet in Gothenburg 600.000
ton voor een waarde van circa 40 mil
joen Zw. kronen.
VISAFSLAG
De visafslag staat onder toezicht van
een gemeentelijke instelling, het z.g.
Vissertjhavenkantoor. Dit is weer een
onderdeel van het Gothenburgse haven
bestuur.
Evenals in andere havens wordt de
lading van een schip in volgorde van
binnenkomst verkocht. Deze lading dient
dan ook vooraf te zijn opgegeven aan
de haveninstantie. Doorgaans begint het
lossen om 5 uur 's morgens. Is de aan
voer groot dan wordt het aanvangsuur
vroeger bepaald. Het lossen uit het
schip geschiedt door de bemanning.
Deze plaatst de viskisten op de kade,
terwijl de vissorteerders de lading daar
verder opzetten. Alle vis wordt in het
schip gestuwd in kisten, van 20 of 40 kg.
Dit komt de kwaliteit ten goede. De
afslag begint als regel om 7 uur 's mor
gens. Men heeft minimumprijzen; wor
den deze prijzen niet behaald, dan wordt
de vis het eigendom van een coöpera
tie, die er verder over beschikt. De voor
naamste kopers zijn de groothandela
ren, exporteurs, de conservenfabrieken,
vrieshuizen en de kleinhandelaren. Een
speciale vergunning om op de afslag te
kopen wordt niet vereist.
De voornaamste vissoorten, die in Go
thenburg worden aangevoerd zfln ha
ring, sprot, makreel, kabeljauw
diverse soorten platvis.
De export van vis vindt plaats naar
Groot-Brittannië, West-Duitsland
andere landen.
BAKERMAT
Gothenburg is de bakermat van de
Centrale Organisatie van Zweedse west
kustvissers. Deze organisatie is in 1930
opgericht en, werd uit de nood gebo
ren. Het jaar daarvoor was de situatie
in de visserij dei-mate slecht, dat de vis
sers de handen ineen sloegen en deze
organisatie oprichtten. Deze vereniging
heeft een ledental, dat de laatste jaren
ongeveer 7000 bedroeg.
De visserij wordt in Zweden hoofd
zakelijk uitgeoefend door de vissers
zelf. Doorgaans is het schip het eigen
dom van de schipper en één of meer
bemanningsleden. Dit in tegenstelling
tot diverse visserijlanden, waar zich
grote visserijmaatschappijen hebben
ontwikkeld. Hierdoor worden de vis
sers dan ook niet als werknemers in
de gewone zin des woords beschouwd.
Men zou dit kunnen vergelijken als
de verhouding op onze Urker kotters,
waarbij de vissers op een z.g. „maat
schapsovereenkomst" varen.
DEELLONEN
Wordt een lid van de bemanning ziek,
dan wordt het ziekengeld betaald uit de
gage van het schip. De gage voor de le
den van de bemanning is afhankelijk
deellonen. Doorgaans is het zo, dat de
van de besomming Zij ontvangen dus
netto-besomming - dat is dus de bruto
besomming verminderd met een zeker
percentage ter bestrijding van bepaalde
kosten - wordt verdeeld in een variabel
aantal gelijke delen. De kosten voor het
financieren van de boot en de uitrusting
worden gedekt door een bepaald aantal
delen, terwijl voorts ieder lid van de
bemanning zijn eigen deel krijgt.
COÖPERATIES
Voor de afzet van de produkten werd
in 1938 de „Svensk Andelsfiste" opge
richt. Aanvankelijk werkte deze onder
neming op een zeer bescheiden schaal,
doch geleidelijk aan werd zij niet alleen
de grootste vishandelaar in Zweden,
doch ook de belangrijkste exportfirma.
Behalve een verkoopapparaat beschikt
de Zweedse Westkust Vissers Organisa
tie, ook over een coöperatieve inkoop
vereniging, die zich bezig houdt met de
verkoop van olie, smeerolie en alles wat
voorts behoort tot de uitrusting van vis
serijschepen.
De organisatie treedt ook prijsregelend
op. Tijdens de tweede wereldoorlog en
kort daarna was het niet moeilijk om
een goede prijs voor vis te verkrijgen.
Toen daarna het voedselpakket ruimer
werd en de behoefte aan vis minder,
was het moeilijk een goede afzet voor
vis te creëren. Daarvoor werd de hulp
van de overheid ingeroepen om te ko
men tot minimumprijzen en tevens tot
afzet van overschotten. Daartoe werd
bijv. ook een coöperatieve haringzouterij
opgericht.
Voorts beweegt deze vissersorganisatie
zich op velerlei gebied en heeft ook een
eigen vakblad, dat eens per 14 dagen
verschijnt. Tenslotte worden er cursus
sen georganiseerd waarbij onderwerpen
worden behandeld op het gebied van na
vigatie, Engelse taal, boekhouding, reke
nen en eenvoudige wiskunde, technische
hulpmiddelen bij de visserij.
Al met al kan worden gesproken van
een gezond visserijbedrijf niet alleen in
Gothenburg, doch in geheel Zweden.
\vi Leiden qtuqev?
Stemmen op voor eev;
veremcjiwqs raad
ffltsstVuev)kuviwenwe
ketdamnde toekomst
met een Smt doen..
Cv—
de Leidse Amateur
fotografen waven
58 Wfiêk wm-adiaL
cv? in \\fcmncvia was
lietdeljsclub die
weer bijeen kwam.
Cv—
qister werd de Leidse
Licktweek(écVit qe-
zeliiq)qeoyev>d
Leiderdorpse raad
besprak verpachting
van viswater.