Koken met Joke
HET WINDMANNETJE DAT VAN DE WIND LEEFDE
San
balm
Een Zoeklicht
r
Modevolgelingen
ma izena
du rye a
Tom W'
ZATERDAG 28 NOVEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
denken voor kleine
j
Verhaal voor de kleintjes
V.
OP DE BOEKENMARKT
OLD SPICE
E?TfN
EEN CACAO-TOETJE MET
SLAGROOM
"Wij vrouwen zijn
nu veel beter af l"
„Kind, wat een toestand was
dat vroeger! Die omslachtige
methode! Die ellendige
dagen! Vergelijk dat eens met
onze moderne o.b.-hygiëne,
de Onmerkbare Bescherming.
Miljoenen vrouwen doen nu,
fit en vrolijk, aan alles mee:
dansen, fietsen, uitgaan,
sport. Zij zijn „safe", altijd en
overal, want een pakje 4
o.b.-tampons gaat in het
kleinste tasje."
Vandaag gaan we iets heel feeste
lijks (het loopt tegen Sinterklaas!)
en lekkers maken met room
Daarvoor zetten we klaar: 3 thee
lepels cacao, een klein flesje room,
eetlepel water, wat suiker en een
pakje vanille-suiker.
Parijs, november '59.
Het is nu wel definitief: de lange nazomer is voorbij. De kachel
die nu eens niet op 1 oktober in winterdienst trad, is al geruime tijd
aan. De zomerjurkjes van het kleine volkje, die dit jaar, zij het met
een wollen vestje erover, zo lang doorgedragen werden, zijn gewas
sen en opgeborgen tot volgend jaar. Het wintergoed is in gebruik
en zo de winteruitzet van meisjes tussen vier en vijftien nog aanvul
ling vereist, vindt u hier enkele modieuze modelletjes, die onder de
nieuwe separates de nieuwste van deze winter zijn.
Het eerste tweedelige geheel bestaat
uit een zwarte wollen plooirok en een
lange, pastelkleurige trui die op de
mouwen na in patenteteek is gebreid;
de mouwen zijn in tricoteteek gebreid.
De trui heeft naar moderne trant een
V-hals. Geribde nylonkousen in de
kleur van de trui zijn by dit geheel de
moderne en winterwarme accessoire,
ze worden in lage, zwarte schoentjes
gestoken.
Vervolgens een duo van marine
blauwe rok en witte trui. De rok is
van boucléstof of effen tweed, het
truitje is in tricoteteek gebreid en,
langs de mouwtjes en de zoom, met
wolfranje afgewerkt. Andere, minder
„zondagse" kleurencombinaties zijn
natuurlijk mogelijk. Uit de modieuze
mogelijkheden noemen we lukraak:
een mosgroen truitje op een steenrode
bouclé of mohairrok, een bleekblauw
truitje op een donkere tweed-rok,
waarin paars en blauw de hoofdtinten
zijn.
Het derde modelletje is een combi
natie van trui en rimpelrok: 'n zwarte
trui (en waarom niet?) en een licht
groene wollen bouclé rok. Zwarte kou
sen vullen dit moderne tweetal aan.
De zwarte trui is zelfs voor de aller
kleinste meisjes geen te ouwelijke
dracht: de gekleurde rok fleurt het
tenue immers op. Hij is daarentegen
praktisch als geen andere, want be
smettelijk is hij niet. De trui wordt
van dikke vierdraadswol gebreid, het
model is ruim, heeft een ingebreide
zoom en twee zijsplitjes. Om de brede,
ondiepe halsopening staat een op
staande boord die, dwars, in patent
steek is gebreid.
Model nummer 4 bestaat uit drie de
len: een plooirok van tweed, een over-
gooierblouse van hetzelfde en een dun,
gebreid truitje daaronder. De tweed-
overblouse is mouwloos en breed ge
schouderd, heeft voorts een V-hals en
twee valse steekzakjes kort boven de
zoom. Zwarte nylonkousen vullen dit
per pakje fan 10 tampons.voldoende
voor maandelijks gebruik:
Normaal f Speciaal f 1.25
moderne ensemble aan, indien het van
bruine of beige tweed is; rode kousen
staan wellicht fleuriger bij een geheel
van grijze of zwart-en-witte tweed en
bij een stof van nog andere kleur ko
men mogelijk kousen van andere kleur
in aanmerking.
Het volgende geheel (5) is een klas
sieke combinatie: witte blouse en rui
me, wollen rimpelrok. De blouse, met
klein kraagje, korte mouwtje en stik-
seltjes naast de sluitingsbies op het
voorpand, kan van flanel of van wol
len mousseline worden gemaakt. Voor
de rok wordt een mooie, zachte en
wollige ruit in donkere, niet fel con
trasterende kleuren gekozen. Om de
taille een rechte, brede ceintuur, zwart
of gekleurd, al naar gelang de tinten
van de rokstof.
Tot slot (6) een tweedelig model van
donkergroen fluweel, dat met een dun
truitje wordt gecompleteerd. De flu
welen deux-pièces bestaat uit een ruim
rimpelrokje en een rechte, lange en
mouwloze blouse met. boothals en
brede schouders. Het truitje kan, op
werk- of feestdagen, door een min of
meer gekleed bloesje worden vervan
gen.
J. V.
Jan pak jy de cacao-bus en schep
er 3 theelepels uit in een pannetje.
Daar doe ik dan de suiker bij en
een halve eetlepel water en roer het
zó goed door elkaar, dat er geen
klontjes meer in zitten!
Er was eens een mannetje, dat niet
goed wist wat hij met zichzelf moest
doen. Hij had het zichzelf al meerma
len gevraagd: ,.Waar ben ik nu ge
schikt voor?" vroeg hij zich dan. „Waar
deug ik voor?"
En hij wist op die vragen geen ant
woord. O, hij kon natuurlijk wel appels
verkopen, of broodjes smeren in een
broodjeswinkel, en misschien ook wel
schoenen herstellen maar er waren
al zoveel mannetjes die appels ver
kochten, broodjes smeerden en schoe
nen herstelden.
zonder gezicht had: een bol gezicht,
met een ronde neus en ronde ogen en
ronde oren.
„Ja", prevelde dat mannetje toen hij
lang genoeg naar zichzelf gekeken had.
„ja de jongen heeft gelijk. Ik lijk op
de wind. Daar ben ik dus geschikt
voor: voor windmannetje. Ik ben de
windman. Ik breng wind als daar om
wordt gevraagd, ik roep waéi en het
waait. Waai!" riep hij uit het raam.
„Wat is er?" vroeg zijn buurman, die
dit hoorde. Maar meteen stak er zo'n
sterke wind op, dat hij het antwoord
,,Ja, het is wel vreemd", zei z'n moe
der aarzelend.
Het duurde niet lang of iedereen
wist wie de windman was. De buurman
van het windmannetje vertelde aan
ieder die het maar horen wou, dat de
windman alleen maar „wéai!" uit het
raam hoefde te roepen, of het begon al
te waaien te waaien? nee, te stor
men.
Knappe mensen, die het weerbericht
samenstelden, nodigden het windman-
netje uit en het windmannetje kwam
en zei: „Hoe ik dat doe? Heel eenvou
dig. Ik vraag de wind of hy wil
waaien en als hij wil doet hy het. Maar
vandaag vraag ik het niet, want ik
weet zeker, dat hij vandaag geen zin
heeft."
Daar had het mannetje gelijk in en
de knappe mensen van het weerbericht
die voorspeld hadden, dat er die dag
geen wind zou zijn, knikten, onder de
indruk, en ze zeiden, dat het mannetje
een merkwaardig natuurverschijnsel
was.. Het mannetje glimlachte en toen
de knappe mensen van het weerbericht
hem vroegen of hij missohien honger
had, zei hij: „Ja!" en hy mocht heer
lijk eten en het kostte hem niets.
Een oude dame, die van het wind
mannetje hoorde, noodde hem bij haar
thuis en vroeg hem of hij ook wat wind
in haar salon kon maken: daar was
het altijd zo benauwd. En het wind
mannetje wapperde met zijn grote cape
om zich hen en maakte de kamer vol
wind. De oude dame was opgetogen, ze
gaf het windmannetje een handvol
gulden „want windmannetjes moe
ten ook leven," zei ze en daar was het
windmannetje het roerend mee eens
en ze vertelde het aan al haar vrien
dinnen, die ook het windmannetje
vroegen om te komen. En al die dames
gaven geld aan het windmannetje, dat
dus bepaald van de wind leefde. Hij
werd beroemd, maar de roem liet hem
betrekkelijk koud. Hy vond het veel
belangrijker, dat hij nu wist waarvoor
hij deugde. En mensen, die appels ver
kochten, of broodjes smeerden, of
schoenen herstelden, waren er al zo
veel
M. F. B.
Kokkie doet nu de twee eetlepels
water in een pannetje en breng dat
aan de kook. Dan giet hij het vlug
bij het cacaomengsel. Hmm, het ruikt
al heel lekker!
uivertfnM'
De room heeft Dolf intussen stijf
geklopt en met wat suiker vermengd
en nu schenkt hij er bij kleine hoe
veelheden voorzichtig roerende de
cacao bij. Ziezo, klaar is Kees en nu
maar smullen!
„Ik breng wind, als u erom vraagt", zei het mannetje.
Nee. het mannetje wou iets anders.
En een kleine jongen, die op een dag
tegenover hem zat in de tram, bracht
hem op een idee. Het jongetje, dat
naast zijn vader zat, zei opeens: .Vader
dat mannetje lijkt precies op de wind,
je weet wel: die tekening van de wind
in het voorleesboek".
„Stttzei de vader vlug en hij
legde zijn vinger op zijn mond en hij
keek naar het mannetje. En de kleine
jongen keek ook naar het mannetje en
hij zei: „Zie je wel vader?"
„Ja-ja." zei zijn vader, „stil nou
maar. Joosje". En hij glimlachte wat
verlegen naar het mannetje. Toen hij
vlak bij zijn huisje was, stapte het
mannetje uit de tram en hij liep regel
recht naar zijn slaapkamer. Daar ging
hy voor de spiegel staan. Nu was het
waar, dat dit mannetje een heel bij
van het mannetje niet kon verstaan.
Het mannetje was verbleekt van
schrik: hij had „wééi" gezegd en het
begon te waaienhoe was dat mo-
geluk?
Nu had er in het weerbericht in de
krant gestaan, dat het echt herfstweer
zou zijn, met windvlagen en regen
buien, dus zo verwonderlijk was die
plotselinge wind ook weer niet. Maar
het mannetje dacht niet daaraan. Hy
maakt Uw groenten zo lekker.
keek weer in de spiegel en hij fluister
de: „Dus ik ben hetde wind
manEn hy ging de straat op
waar het nu niet meer waaide, maar
wel regende en hij kocht een wijde
mantel, die hij om zijn schouders hing
en hij zei tegen ieder die hij tegen
kwam: „Weet U, wie ik ben? Ik ben
het windmannetje".
De voorbijgangers trokken verwon
derd hun wenkbrauwen op en stapten
verder, maar een enkele vroeg: ..Het
windmannetje? Wat is dat?"
„Ik breng wind als U er om vraagt,"
zei het mannetje en omdat hy er zo
vreemd uit zag, zo helemaal anders dan
alle andere mannetjes, geloofde de
voorbijganger hem.
„Nu," zei hij tegen het mannetje.
„Zorgt U er dan voor, dat er vannacht
een stevige storm komt: dan vallen
mijn appels tenminste van mijn boom"
,.Da's goed", zei het windmannetje
„Ik zal er voor zorgen". En werkelijk"
die nacht stormde het zoals het nog
niet gestormd had dat najaar.
De volgende dag kwam de windman
de kleine jongen tegen, die hij in de
tram had ontmoet, Joosje. Het kereltje
wandelde met zijn moeder en de wind
man vroeg: „Hé herken JU mij nog
wel?"
„Ja," zei Joosje. „U bent het wind
mannetje. Moeder, dit is het windman
netje". En de windman woei met zijn
wijde mantel om zich heen. zodat de
kleine jongen riep: „Voel je het wel,
noeder? Nu waait het!"
„Maar nu niet meer", zei de wind
man en hy liet de cape stil achter zich
hangen. „Nee, nu niet meer", gaf
Joosje bewonderend toe „Vind je het
niet geweldig, moeder?,"
Paul Christiaans. „De fluwelen
kraag". J. M. Meulenhoff,
Amsterdam, 1959.
„De fluwelen kraag", debuut van de
schrijver, is als geheel weinig geslaagd.
Men begrijpt wel wat Christiaans
heeft willen bereiken door zijn boek in
twee afzonderlijke delen te splitsen,
maar of hy dat doel het verschil te
laten zien tussen de indruk, die een
mens op zijn omgeving maakt en zijn
ware persoonlijkheid op deze wijze
bereikt heeft, staat te bezien. Want
het feit, dat de figuur Karei enige tijd
op zoek gaat naar de achtergronden
van zijn overleden vriend Arthur en
daarmee niets bereikt, is een te theo
retisch verband om aanvaardbaar te
zijn in een roman. Dit is geen speciale
vorm van compositie, maar gebrek aan
compositie. Het eerste gedeelte is
zwakjes. De stijl is niet boeiend door
een overvloed van weinig terzake doen
de details zoals: Het papier, dat zij
zacht heeft samengepropt, wordt weg
geworpen in een mand van metalen
vlechtwerk vlak bij het hek.
Het blijkt duidelijk, dat het de
schrijver om de geschiedenis van Ar
thur te doen is geweest. Arthurs on
dergang wordt geïnspireerd voorgedra
gen, hoewel ook dit leven niet over
matig boeiend is. Pas bij de sleutel tot
dit zoveelste jeugdtrauma in de litera
tuur komt Christiaans los. Het pak
voor de blote bibs. dat het jongetje
Arthur krijgt van zijn onredelijke en
zeer kortzichtige mama. is goed weer
gegeven. Evenwel vraagt men zich af
of dergelijke jeugdervaringen nu heus
nog niet overwonnen behoren te zijn
als iemand midden dertig (Arthurs
leeftijd in het verhaal) is. Zowel Karei
als Arthur, is advocaat en men ver
baast zich over het succes van deze
on volwassenen
Anton Kloppers. „Rennen zon
der richting" Querido, Am
sterdam, 1959.
Nogmaals een debuut. Anton Klop
pers, die volgens de mededelingen op
de omslag redacteur van de Nieuwe
Rotterdamse Courant is, heeft de ro
man geschreven van een door de auto
bezetene. Voorwaar modem genoeg,
zou ik zeggen. Het is echter niet dui
delijk in hoeverre Kloppers zyn figuur
zelf au sérieux neemt. Want wanneer
men 'n tijdsverschijnsel als dit, de ver
houding mens-techniek, tot onderwerp
kiest, dan kan men zich daar niet af
maken met een wat lauw, vaag naar
het ironische hellend toontje. Het in
leidende, naar het wijsgerige zwemen
de gesprek tussen „ik" en Jaap is wei
nig verhelderend.
Maar goed, de ik, die Batenburg
blijkt te heten, krijgt gelukkig een er
fenis van een tante, want anders zou
hij bepaald een „joyrider" geworden
zijn.
Hij kan zich nu uitleven in een dure
vier-cilinder en probeert dat ook. De
voldoening is echter gering, want het
blijft Rennen zonder Richting. Een
korte tijd tracht Batenburg te ontko
men aan de fascinatie van de machi
ne, maar aan het slot grijpt hij de
telefoon om thans een zes-cilinder te
bestellen. Ik vind het voortreffelijk,
maar op deze wijze voorgedragen kan
ik er toch niet erg in geloven. Eigen
lijk zou ik een uitspraak van de auteur
(op blz. 36) willen variëren en zeggen
als je eens wist hoe vervelend het
is om de verveling van anderen te
moeten verwerken!
„Meesters der Jiddische Vertel
kunst". J. M. Meulenhoff. Am
sterdam, 1959.
De Jiddische meestervertellers scha
ren zich terecht bij hun vele voorgan
gers. Zonder twijfel is er naast de
prachtige Hebreeuwse verhalen plaats
voor deze meer traditionele. Het Jid
disch is eigenlijk een internationale
taal. Het is ontstaan in de middel
eeuwen in de Rijnstreek, verrijkt met
Romaanse, Hebreeuwse en Aramese
elementen en door her en der trekken
de groepen Joden over Europa ver
spreid. De literatuur, die in deze taal
geschreven is, is oud en veelzijdig.
De Jiddische verhalen, zoals ze hier
voor ons liggen, gekozen en vertaald
door L. Fuks, zijn volksverhalen, ge
baseerd op traditie en religie. Men
kan zich zowel van de oude als van
de moderne voorstellen, dat zy van
mond tot mond overgeleverd zouden
zyn. Zy hebben dat onmiskenbare ech
te, dat aangrijpend dramatische van
alle zuivere volksverhalen en -gedich
ten.
In zyn voorwoord wijst de samen
steller van deze bundel er op, dat het
niet uitgesloten is, dat de Jiddische
letteren aan hun eind gekomen zijn.
Men zou dat, gezien de mentaliteit
er van ook kunnen verwachten, hoewel
op dit gebied niets met zekerheid te
zeggen valt.
Jaap ter Haar. „De Geschie
denis van Noord-Amerika". C.
A. J. v. Dishoeck, Bussum '59.
Dit fraai uitgegeven boek behoort
tot de serie „Geschiedenis en Cultuur
voor jonge mensen". De geboorte en
de groei van Noord-Amerika ik ge
bruik deze woorden speciaal omdat ge
geschiedenis zo uitermate levendig is
wordt fris en onderhoudend voor
gedragen en mede door de ingevoegde
dramatische passages (cursief) heeft
het iets gekregen van een goede docu
mentaire film. Ik kan uit ervaring
zeggen, dat dit uitstekend geschreven
boek een succes is: wie dit gelezen
heeft vergeet de geschiedenis van
Noord-Amerika niet meer. Goede te
keningen, mooie reproducties en kaar
ten verhogen het effect nog.
Peter Sebastiaan. „De geneesheer
directeur". Hollandia, Baarn, 1959.
De schrijver Peter Sebastiaan,
chef de clinique en voordrager voor de
Westduitse t.v. Deze veelzijdige figuur
weet ook een boeiend boek te schri
ven en daar doktersverhalen gelie"
koosde lectuur zijn, zal het zijn weg
wel vinden. De wat gevoelige lezer zij
echter gewaarschuwd, want ik wil het
niet op mijn geweten hebben, dat hij
nachtmerries of erger nog: ziektehal
lucinaties zou krijgen van de vele
kanker- en andere operaties, waarbij
ons weinig details bespaard blijven.
Want hoewel er enige „love-interest"
doorheengeweven is. lijkt het mij toch
om de bloederigheid begonnen.
CLARA EGGINK
geven is een kostelijke taak, aange
zien het „kiezen" van geschenken
voor diegenen die ons lief zijn, Al
begint vóór het „geven".
Karakter, charme en persoonlijke
instelling van degene, voor wie U
geschenken wilt kopen, zijn uiterst
belangrijk.
Wanneer al deze elementen zyn
bezien, wordt het moment van
.schenken" een dubbel, overgroot
genoegen. De stralende ogen van
de ontvanger (ster) tonen aan, dat
U goed heeft „getouched" en een
warm gevoel in ons binnenste zegt
ons, dat wij juist gekozen hebben.
Maandenlang verzamelden wij ge
schenken uit de gehele wereld, ten
einde aan eenvoudige, zowel als aan
de meest verwende smaak tegemoet
te komen. Onze etalages zyn te
klein om alle schatten te tonen, die
aan dit genoegen van „schenken"
kunnen voldoen.
zond ons haar parfums „Mitsouko",
„Shalimar", „Vol de Nuit" enz.,
maar ook schoonheidsprodukten,
waarnaar iedere vrouw verlangt.
vertrouwde ons haar collecties bad
zouten, zepen etc. toe; in het bij
zonder voor jonge meisjes haar
prachtige jeugd-sets, die niet te
kostbaar zijn en aan kleinere beur
zen de mogelijkheid openlaat tot
kopen.
biedt met verfijnde smaak haar
nieuwste produkten als Skin Life,
Skin Life Mask, parfums etc.
Amerika's grootste huis voor hand
verzorging, nagellakken, hand-
crearns, Moondrops en Clean and
Clear als de meest uitgelezen pro
dukten op onze wereldmarkt.
LANVIN haar beroemde parfums
en lotions Arpège, Scandal en Eau
de Lanvin.
BALMAIN, bekend om haar Jolie
Madame en exotische Vent-Vert.
MARCEL ROCHAS gaf rijkdom
aan het pittige .Femme" in ver
fijnde luxe verpakking.
CHANEL over de wereld beroemd
met No. 5, No. 22 en Culr de Russie.
CHRISTIAN DIOR met het vro
lijke Miss Dior, het heerlijke Dioris-
sima en Diorama.
CARVIN het charmante Ma Griffe
naast het moderne Vert et Blanc.
NINA RICCI met haar kleine par
fums vanaf f. 4,95 als l'Air du
Temps en Coeur Joie.
SORTILEGE die reeds een klasse-
parfum brengt in kleine maten
vanaf f. 2,50.
Kortom, stralende collecties voor de
vrouw aan wie U geven wilt.
Vaporisateurs „Step", originele „Li
moges" en de modernste Ameri
kaanse vindingen.
Poederdozen uit Zwitserland,
Frankrijk en Engeland.
Echter ook voor de heren is gezorgd
en
met zyn belangrijke scheer-series
After-Shave, Pré-8have, Shaving-
Cream etc. biedt voor de vrouw de
mogelijkheid datgene te kiezen, wat
„hij" eigenlijk in zyn hart van haar
verlangt.
„MOUSTACHE", voor de gesoig
neerde man, voorziet in een be
hoefte aan verfijning en verzorging.
ARDEN FOR MEN geeft buiten een
uiterst verzorgd produkt, een echt
mannelijk aanzien aan deze ge
schenken.
„TABAC", zepen, talcs, after-shave
etc. zijn stoer en door exclusieve
verpakking tot waarlijke geschenken
geworden.
Kortom
die waarde bezitten en die de
St.-Nicolaas-avond tot een verfijnd
genoegen maken van „geven" en
stralend „ontvangen", koopt U bU
Breestraat 45 - Leiden