Hef wandelfeest van Herman Haas
KOKEN
BOMEN, KNOPPEN EN DIEREN
EEN NIEUWE ROK
ZATERDAG 14 NOVEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Z/zz^z zsi&zMcr zfiotctor.
VOOR EEN NIEUW
SEIZOEN
MEM JOKE
OKTOBER heeft met zware storm
en regenbuien het langste zo
merseizoen afgesloten, dat we
ons kunnen herinneren, daarmee een
onverwacht einde gemaakt aan een
toestand, die langzaam maar onaf
wendbaar naar een catastrofe scheen
te zullen voeren. Nu is het wel eens
aardig, buiten rond te kijken om te
zien, hoe de natuur op deze geweld
dadige ommekeer heeft gereageerd.
De balans valt erg mee. Om te be
ginnen met de weilanden, die het
meest hebben geleden onder de ver
schroeiende droogte, zij hebben zich
snel hersteld en vertonen over het
waterkant en witte meeuwen, netjes in
rijen op het grasland of klapwiekend
achter een felrode tractor, die zich
langzaam boort door de donkere aarde
van een akker. Wel, een heel ander
beeld dan dat van de uitgedroogde Ve-
luwe of van de landen achter de IJs-
sel, de rivier, die zichtbaar kampte met
watergebrek en die zelfs doorwaad
baar werd.
Maar veel van dit leed is nu gele
den, al is het reddende water op vele
plaatsen te laat gekomen.
Nu is de grens dus overschreden, het
hek is van de dam, de regen zal maan
den lang onze metgezel blijven.
omgeven door een groepje zij knoppen,
alle glanzig lichtbruin, dan hebben we
meteen een zeer duidelijk kenmerk, dat
deze boom onmiddellijk onderscheidt
van andere boomsoorten. Het is een
aardige bezigheid, dat letten op de
knoppen van winterbomen. Het scherpt
onze opmerkzaamheid, bovendien ko
men we tot de ontdeking, dat de win
ter op het gebied van de levende na
tuur volstrekt geen dood jaargetijde
is. Wie een beuketakje afsnijdt met
z'n spitse lichtbruine knoppen, een el-
zetak met paarsbruine en een essetak
met koolzwarte hoekige knoppen en ze
bij elkaar in een vaas zet, die zal ver
wonderd staan bij wat hij allemaal
ontdekt aan die prachtige dingen. Het
is zelfs mogelijk, dat hij potlood en
papier neemt om ze te tekenen.
Ieder heeft waarschijnlijk wel eens
gehoord van de namen zomereik en
wintereik, maar hij zal zich op zijn
wandelingen wel niet hebben bezigge
houden met de verschilpunten. Deze
zijn er inderdaad, in bladvorm, blad
steel en in steellengte van de eikels.
Wie dit naadje van de kous wil we
ten, kan het beste een flora raadple
gen.
Er is echter ook een Amerikaanse
eik,, maar die valt de wandelaar on
middellijk op. Het is de eik met de diep
ingesneden en puntig gelobde bladeren,
die kort voor het afvallen zo prachtig
rood verkleuren. Geen wonder, dat
deze eik zo gezocht is als parkboom of
als onderbegroeiing aan bosranden.
OVER het verkleuren van herfst
bladeren in het kort nog dit: een
blad is een zeer belangrijk, een
onmisbaar orgaan van een plant, dus
ook voor een boom. Eigenlijk is het
een soort scheikundig laboratorium in
het klein, waarin heel belangrijke din
gen gebeuren, waar de plant o.a. zijn
voedsel bereidt, hetgeen gebeurt met
behulp van microscopisch kleine kor
reltjes, celletjes, die bladgroenkorrels
worden genoemd. Ze geven de plant
haar groene kleur, maar als de herfst
begint, worden ze veranderd en ont-
FEESTMENIT
leed en dan wordt er een scheiding ge
maakt tussen waardevolle bestandde
len en stoffen, die voor de plant geen
nut meer hebben. De eerste gaan via
de bladnerven naar de stam om daar
te worden bewaard, de laatste, dus die
afbraakstoffen, zien wij als kleurstof
fen in de bladeren verschijnen. En die
noemen wij dan herfstkleuren.
OM op de eiken terug te komen,
onze gewone eik en de vreemde
ling, de Amerikaanse, hebben in
hun vruchten, de eikels, ook een dui
delijk verschilpunt. Ik hoop dit in de
tekening duidelijk te hebben aangege
ven, dus bij de gewone zomer- en win
tereik meteen napje als een diep kom
metje, bij de Amerikaanse een ondiep
schoteltje, maar met opstaande rand.
Eikels herinneren me altijd aan de
dieren. Aan de vogels, die er verzot op
zijn, zoals mijn Vlaamse gaai, die ze
in een takspleet drukte en ze uit el
kaar hakte of ook wel ze in grote hoe
veelheden helemaal inslikte, tot zijn
dasje er wijd van uit stond. Ook onze
tamme eekhoorn kon er kostelijk mee
exerceren. Beide dieren, gaai en eek
hoorn, waren meesters in het verstop
pen van eikels tot hele voorraden on
der bladeren of mos. Dat doen ze na
tuurlijk ook in het wild, hetgeen ver
klaart het groeien van eikzaailingen op
de meest toevallige en daardoor juiste
plaatsen, uit een oogpunt van natuur
schoon bekeken.
AAN vele dieren verschaft de eik
voedsel of onderdak. Dat zijn niet
alleen de grote wilde varkens, de
herten en de reeën, maar ook de kleine
insekten zoals de meikever, de bok
torren (genoemd naar hun buitenge
woon lange kopsprieten) en het vlie
gend hert, een kever met kaken als
een hertegewei. De meikever knaagt
aan het eikeblad, de, andere kevers ge
nieten bij voorkeur van het boomsap
op wondeplekken.
Dan zijn er de vlinders, welker rup
sen het eveneens op de bladeren heb
ben voorzien en die in sommige zomers
de bomen zo kunnen toetakelen, dat
deze er als in wintertijd bijstaan. Drie
jaar geleden hebben we het eikespin
netje gehad, een onnozel wit vlindertje,
waarvan er echter miljoenen hebben
Op deze plaats heb ik gedurende de
afgelopen weken U het een en ander
mogen vertellen over iets wat ons
vrouwen het meest interesseert, n.l.
„Hoe kunnen wij er goed uitzien?" Ik
hoop dat U het met mij eens zult zijn
dat zulks voor elke vrouw is wegge
legd. Er behoeven geen lelijke eendjes
te zijn. De tijd, de slechts enkele minu
ten die U per dag aan Uw huidver-
zorging moet besteden, zijn welbesteed.
Het voornaamste is echter dat U voor
Uw kostbare huid het beste neemt dat
U kunt krijgen, n.l. de Zwitserse vita
minecrème Vitamol. U weet, Vitamol
bevat o.a. vitamine F, de actieve
schoonheidsvitamine.
Bovendien is Vitamol gehomogeniseerd,
waardoor de werking zeer intensief is.
De nieuwe Vitamol-nachtcrème Cellu
laire en de nieuwe Vitamol-dagcrème
Hydratante zorgen, door hun vochtin-
brengende werking, dat het vochtge
halte van Uw huid op het juiste peil
blijft In de Zwitserse Vitamol-labo-
ratoria wordt dag in dag uit geëxpe
rimenteerd en gecontroleerd opdat
alleen werkelijk het beste van het beste
ten dienste komt van de moderne
vrouw.
Wij zouden het -prettig vinden om
U persoonlijk nog meer te mogen
vertellen over de goede hoedanig
heden van Vitamol, de complete
schoonheidsbehandeling die zo
weinig kost. Ook kunnen wij U dan
tevens adviseren inzake de ver
schillende crèmes en de toepassing
daarvan. Mogen wij op Uw bezoek
rekenen?
in Leiden
J. P. VAN DER BLOM
uitsluitend verkrijgbaar
STEENSTRAAT B7
by:
TELEFOON 21721
„Ga je mee een wandelingetje ma
ken?" vroeg Herman Haas aan Rupert
Rat.
Rupert Rat schudde zijn spitse kop,
Rupert hield niet van wandelingetjes.
Rupert hield veel meer van zwemmen.
En dat zei hij ook tegen Herman en
hij vroeg of Herman dan niet met hem
zwemmen wou. Nu was het Herman
Haas' beurt om zijn kop te schudden:
Herman kon niet zwemmen. Wat be
drukt keek hij Rat na, toen die met
een luide plons in de beek sprong en
behendig tegen de stroom inzwom.
Zuchtend liep Herman Haas het bos
pad op en wie kwam hij daar tegen?
Doctor Kik, die kikvors en natuurvor
ser was. Dr. Kik staarde door een ver
grootglas naar een plant en mompel
de: „Merkwaardig, uiterst merkwaar
dig".
„Gaat u mee wandelen, doctor Kik?"
riep Herman Haas. Verstrooid keek dr.
Kik naar de haas. „Wandelen?" zei hij.
„Nee, daar heb ik geen tijd voor. Ik
moethet spijt me, Herman Haas".
En doctor Kik boog zich aandachtig
over zijn plant.
Teleurgesteld vervolgde Herman zijn
weg, die al spoedig werd gekruist door
zyn tante Harmanna Haas. „Dag tan
te Harmanna", groette Herman be
leefd. „Voelt u er misschien iets voor
om een eindje met me te wandelen?"
„Wandelen?" zei tante Harmanna.
„Ik moet worteltjes kopen, en wortel
tjes schrappen en worteltjes koken,
nee, Herman, daar komt niets van in".
En met lange stappen liep tante Har
manna haar neef voorbij.
Spijtig keek Herman om zich heen.
En wie zag hij daar? Jonathan Muis.
En Jonathan Muis wilde ook niet met
Herman wandelen, want Jonathan
hield van zijn rust. En Herman Haas
praatte zoveel, en bovendien kon Her
man veel vlugger lopen dan Jonathan.
Nee, Jonathan voelde er niets voor.
Het was heel jammer voor Herman.
Hij ging zitten op een grote steen ter
zijde van het bospad en vouwde zijn
kop in zijn beide voorpoten, dat deed
Herman altijd wanneer hij wilde den
ken. Waarom ging hij niet alleen wan
delen? Omdat hij dat niet gezellig
vond. En Herman hield van gezellig
heid, en hij hield van wandelen hoe
moest dat nu? Hij dacht, en hij dacht,
hij dacht heel lang en tenslotte kreeg
hij een idee. Hij stapte naar zijn hol,
nam een dik vel papier en een lang
potlood, en op dat papier schreef hij:
.Morgen groot wandelfeest. Begint om
negen uur. Met vlag en zang aanmel-
de bij Herman Haas".
Met dat papier liep Herman naar de
kruidenier, die hem toestemming gaf
het papier achter de winkelruit te
hangen. Zo kon iedereen lezen dat er
een groot wandelfeest zou zijn. En
iedereen las het, en iedereen wilde er
meer van weten. Dus ging iedereen
naar het hol van Herman om te vra
gen, wat voor feest dat nu wel was.
„Een echt wandelfeest", zei Her
man. „Alle dieren lopen achter elkaar,
zodat we een lange optocht krijgen, en
het voorste dier draagt de vlag die ik
zelf gemaakt heb". En hij wees naar
de vlag die in een hoek van zijn hol
gereed stond.
„En wie zorgt er dan voor de zang?"
En zo vertrok de stoet. Voorop, met de vlag. liep doctor Kik, die zijn
verrekijker had meegebracht.
vroeg de oude snibbige juffrouw Uil,
die niet zingen en niet wandelen kon.
„Wij allemaal", zei Herman Haas
overtuigd. „Wij zingen alle liedjes die
wy kennen. Uit volle borst".
„Een prachtig plan", vond Carolien-
tje Konijn, die een mooie zangstem
had.
„En om alles nog feestelijker te ma
ken", zei Herman, „houden wel na elk
half uur stil, om tien minuten te bab
belen en te eten".
„Wat eten we?" vroeg een klein ha-
zeneefje dat altijd honger had.
„Dat is een verrassing", zei Herman.
„Want ieder, die dat kan, neemt een
mandje met voedsel mee, en niemand
weet wat daarin zit".
„Dat vind ik aardig", zei juffrouw
Egel goedkeurend. „Ik zal dadelijk een
frambozencake gaan bakken".
„Nou", zei een gulzig muisje, „ik ben
van de partij, Herman, op mij kun je
morgen rekenen!"
„En op mij ook, en op mij ook", rie
pen wel twintig andere stemmen daar
doorheen. Herman Haas glom van
vreugde.
Het was prachtig weer toen de die
ren zich om negen uur op de ochtend
van het wandelfeest voor Herman's
hol verzamelden. Alle dames- wande
laars hadden picknick-mandjes vol
etenswaren bij zich waar iedereen be
gerig naar keek.
.Laten we gauw op pad gaan, dan
kunnen we over een half uur wat
eten!" riep Jonathan Muis. En zo ver
trok de stoet, Voorop, met de vlag, liep
Doctor Kik, die zijn verrekijker had
meegebracht, en iedereen die dat wil
de, mocht er doorkijken. Het werd een
heerlijke dag. Er werd meer gegeten
en gezongen dan gewandeld, maar dat
viel niemand op, zelfs Herman Haas
niet. En tegen de avond zei juffrouw
Egel opgetogen: ,Dat doen we nog
sens weer, volgende week om dezelfde
tijd".
„Prachtig!" riep iedereen, en: „Dank
je wel, Herman, voor het feest!" riep
iedereen.
Voldaan trok Herman zich beschei
den in zijn hol terug, waar hij binnen
tien minuten in slaap viel. En hij
droomde heerlijk van het wandelfeest!
M. F. B.
franjes (gemaakt uit de stof) en
boordsels (van wollen tres, grosgrain,
satijn etc.) de dernier cri.
Heel eenvoudig is, om te beginnen,
het eerste model van onze tekening,
dat geen andere garnering nodig heeft
dan de mooie, soepele, maar heel dicht-
gekrulde boucléwol waar het uit ge
maakt is. Het model is slechts matig
wijd, bezit twee, vrij laag geplaatste
steekzakjes, echt of vals, en de ruimte
van de voorkant Is in de tailleband in-
eengeplooid. 90 centimeter 1 meter
dubbelbrede stof is voor dit model vol
doende. De rok heeft slechts één
naad: midden op de rug.
Voor het tweede model, een rechte
rok met franjegarnering, dient een
Schotse ruit in mooie donkere tinten
of in bruin en zwart. Enkele centi
meters boven de zoom is de franjerand
aangebracht. Deze franje is uit de stof
gerafeld, en een of twee lagen dik.
De zoom die onder de franje zichtbaar
is.^ is aan een voering onderrok van
crêpe-de chine of Japanse zijde gezet:
de rok met franjerand is dus als het
ware een tuniek. Voor deze rok is 1
meter dubbelbrede stof nodig indien de
franje uit de inslagdraden van de stof
wordt gerafeld, of 1,10 k 1,20 meter in
dien de franje uit de scheringdraden
wordt gemaakt.
Het derde model, een ruime door-
knooprok is van tweekleurige tweed in
bruin, grijs of zwart. Langs de overslag
van de knoopsluiting is een rand stof-
franje, twee of drie lagen dik, genaaid.
De voor dit model benodigde hoeveel
heid stof bedraagt 1,80 meter dubbel-
breed
Het vierde model, van harige mo
hair of van ander harig materiaal, is
eveneens een doorknoopmodel, doch
met de koopsluiting zijdelings voor.
Het model heeft een brede overslag
en twee vrij grote knopen zijn op de
bovenste helft van de rok geplaatst.
De rok is geboord met ripslint. dat van
dezelfde kleur als de stof ofwel van
afstekende kleur kan zijn. Ook twee
kleurige, dikke tweed is voor dit model
geschikt. 1,80 meter dubbelbrede stof
is voor deze rok voldoende. Model
nummer vijf is recht en simpel. De ge
bruikelijke zoom van dit model is ver
vangen door een rand franje, die uit
de stof gerafeld werd en niet is aan
genaaid. Uit 90 centimeter stof maakt
u deze modieuze rok, en indien u niet
te groot bent of niet te lange rokken
draagt kan 80 centimeter zelfs vol
doende zijn.
Vervolgens een zeer ruime rok, die
aan de tailleband gerimpeld is en
waarvan de zijnaden van de taille af
gespleten zijn. Deze rok is dan ook
een overrok, die gemaakt wordt uit
een dikke wollen ruit in wit en zwart,
en die gedragen wordt over een zwart
japonnetje met rechte rok. Voor deze
rok is 1,80 stof nodig.
Het laatste model is het meest ge
kleed en wordt gemaakt van (zwart)
fluweel. De zoom is, evenals het zeer
laag geplaatste, valse steekzakje, ge
boord met (zwart) satijn. Op het steek
zakje wordt een trass bijou geprikt.
Voor deze slechts matig wijde rok is
80 k 90 cm materiaal van 1.30 cm
breedte of 1,60 1,70 meter van 70 cm
breedte nodig. J. V.
Wie helpt er mee de tafel dekken?
Allemaal! Kelner Dolf met een servet
over de schouder, dient alles ne: s
op! Joke zit op een versierde stoel.
Lang zal ze leven, hoera!
gewolkt om onze Nederlandse eiken.
Nu moet ik een heel bijzondere eik
liefhebber laten rusten, omdat er zo
veel van te vertellen is, dat ik met te
kening en al een heel artikel ervoor
nodig heb. Het is de galwesp, die de
roodgele sappige appeltjes aan de on
derkant der eikebladeren doet ont
staan.
Die galwesp zal dus zeker aan de
beurt komen. Ik heb er gelukkig een
hele winter voor!
SJOUKE VAN DER ZEE
DE bomen hebben het zwaar te ver
duren gehad in de korte maar
hevige oktoberstorm. Vele zijn
in één nacht volkomen leeggeschud en
hebben hun hele bladervracht klets
nat over weg en grasberm gestrooid.
Dat zyn de linden, de populieren,
krenteboompjes, vlier en vele andere.
De eik niet, die houdt zijn bladeren
vast nu nog groen, maar ook straks,
als ze volledig zijn vergeeld en ver
dord, blijven ze stevig aan hun tak zit
ten. Als in het voorjaar de andere bo
men zich in hun eerste tere groen
hullen, staat er de eik nog in zijn oude
versleten winterjas van droge dorre
bladeren, die ritselen in de lentewind.
De jonge eikeknoppen profiteren na-
turlijk van deze beschuttende wlnter-
bladeren, maar ook de overnachtende
vogels kunnnen zich daarin bescher
men tegen wind, sneeuw en regens.
Intussen worden die door de storm
uitgeklede bomen al mooier, naarmate
ze kaler worden. Dit klinkt tegenstrij
dig, maar toch is het zo. Elke boom
toont in de wintertijd zyn speciale ka
rakter, juist door de afwezigheid van
de bladeren. Ieder kan zich hiervan
zelf overtuigen bij een wandeling door
een park met oude bomen of tijdens
een tochtje door een landschap met
vergezichten op boomgroepen en naar
de horizon wijkende lanen. Wat een
prachtig gezicht bijv. levert een met
iepen bezette weg door het vlakke
Friese land of een indrukwekkende
groep eiken boven een Drents hune
bed aan de top van een glooiend ak
kerland. En dan in de duinen de ont
bladerde berken in herfst en winter,
witte stammen met een vracht van
zwiepende paarsbruine takken, waar
aan de jonge berkekatjes als stijve vin
gertjes omhoog steken.
VAN eiken gesproken. Die zijn on
onmiddellijk herkenbaar aan hun
typisch ronde kroon van gedron
gen en gebogen takken. Als we daarbij
ook de knoppen van de eik goed bekij
ken, de eindknoppen kort en vierzijdig,
Parijs, november '59.
De meest modieuze rok van deze winter is laten we het maar
onomwonden vaststellen de rechte rok, de rechte rok van tweed,
bouclé, mohair, wollige visgraatstof, ander ietwat rustiek wollen
materiaal of fluweel (effen of bedrukt). Maar comfort en doelmatig
heid zullen het op het gebied van rokken zeker wel van het modieuze
winnen en in de praktijk zal, dunkt ons, de ruime rok voorlopig nog
wel het meeste recht van spreken hebben. Trouwens, het wijde model
(dat echter niet overmatig wijd is!) vindt ook in de Hoge Mode nog
steeds aanhang, en niet alleen voor het uitgesproken sportieve tenue.
Petticoats zijn deze winter net zo wei- mooie, gedekte tinten, en vooral ook
nig in tel als ze de afgelopen zomer ruiten aan de orde van de dag ja,
populair waren. De slechts matig wijde zelfs aan de orde van de avond, want
rok van deze winter doet het zonder. terwijl fluweel de voornaamste geklede
Ook voor de ruime rok worden alle rokstof is ivóór de feestelijke zijdjes),
mogelijke dikke (of diklijkende) wol- daar wordt niet alleen effen fluweel
len stoffen van ietwat rustiek aspect maar ook geruit fluweel gebruikt. De
gebruikt en niet zelden werden ze uit modellen zijn, overdag en 's avonds,
het rek „mantel- en tailleurstoffen" vrij eenvoudig, ze hebben een mini-
gekozen. Behalve effen materiaal zijn mum aan naadjes en stiksels want de
ook twee- en driekleurige tweeds, al- stof is de voornaamste garnering van
lerhande moderne mengweefsels in elke moderne winterrok ook al zijn
Jan is druk bezig de chocolade vla
uit de fles in een glazen kom te schud
den en mooi glad te maken met een
vork. Wil Annemieke het dan met
poppeschuimpjes versieren voor de
feestelijkheid?
dorre bruin en geel alweer een waas
van nieuw groen, het verse gras, dat
de ontzaglijke watervloeden juist no
dig had, om weer tot leven te komen.
Het is me opgevallen, dat de lage
landen van Noord- en Zuid-Holland,
zelfs kort voor de storm nog het ver
trouwde beeld vertoonden van de groe
ne weide met water in de sloten en
eenden plassend in de weerzen en po
pulieren. Een reiger peinzend aan de
Vandaag is Joke jarig en we maken
een feestelijk menu voor haar. Eerst
soep van een pakje groentesoep. Het
recept staat erop. Terwijl het zacht
staat te koken, schillen we 5 appelen
voor appelmoes. De klokhuizen er uit.
In kleine stukjes, maken we ze in een
beetje water gaar. Ziin ze al zacht?
Doe JU er dan wat suiker bij, Jan!
Mammie gaf ons gehakt uit een
blikje en koude aardappelen. Wil jij
ze in plakjes snijden. Dolf? Dan kun
nen ze in de koekepan, waarin Kokkie
de boter al goed warm heeft laten
worden.
NAAR
DUBBELE
GARANTIE
Advertentie
VOOR