Met aftreden weercommissie wordt de klok aanzienlijk teruggezet Vandaag vijfentwintig jaar geleden vertrok JH.M. K-18" uit Den Helder Unieke positie van opvarenden wordt vandaag 83 jaar treilers in gevaar gebracht Nederlandse volk leeft mee: ,K-18'-suikergoed, K-18''-sigaren Kobus Vrouwes, Katwijk a. d. Rijn DE LASTEN VOOR DEFENSIE WORDEN RELATIEF KLEINER Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 14 november 1959 Derde blad no. 29899 Nog nooit gewaagde, briljante prestatie Zoals reeds gezegd was het hoofddoel van de reis de toevoeging aan de Marine in Soerabaja, doch de reis werd tevens benut om prof. dr. F. A. Vening Meinesz. lid van de Rijkscommissie voor Graad meting en Waterpassing in de gelegen heid te stellen zijn waarnemingen be treffende zwaartekrachtmetingen, die hij reeds op vele plaatsen van de wereld deed, belangrijk uit te breiden. Tevens zou hij metingen doen betreffende in tensiteit van de kosmische stralen. Voorts zou de „K-XVIII, op verzoek van de Engelse regering het eiland Tristan da Cunha in de Atlantische Oceaan, dat zelden door een schip be zocht wordt en waar de Katwijker Pie- ter Groen eenmaal als schipbreukeling aanspoelde, aandoen en er post aanvoe ren en tevens een onderzoek instellen naar de economische toestand. Tot slot zou de „K-XVIH" dienen als baken in de Atlantische Oceaan voor de kerst- vlucht van „De Snip" naar West-Indië. Op de kille ochtend van veertien november zyn er duizenden mensen op de been om getuige te zijn van de unieke afvaart. Al het Marinepersoneel van Den Helder heeft vrij. Men moet een groot autopark inrichten om de stroom te kunnen verwerken. De toenmalige minis ter van Defensie, minister Deckers houdt aan boord een afscheidsrede. „Ik zal alle dagen met belangstelling uw reis vol gen", zegt hij. „Leve de Koningin en vaart allen wel". Filmtoestellen ratelen, machines be ginnen te ronken, marinevliegtuigen dreunen over de haven heen als groet. De bemanning staat aan dek opgesteld. Het Wilhelmus weerklinkt. „Los voor en achter" en de „K-XVIII" vaart af. Vaart af voor een reis, die zyn weerga, waar het de publieke belangstel ling aangaat, nooit gekend heeft. Poly goon maakte een film over de reis: „Twintigduizend mijlen over zee". Ver schillende boeken zagen na afloop het licht over de reis. Honderden kranten in binnen- en buitenland besteedden er grote artikelen aan. En niet zelden op de voorpagina. Zoveel belangstelling als er was voor de luchtvaart (de vlucht van de Snip, de tragische Uivervlucht) zoveel was er ook voor de „K-XVIII". Koos Speenhoff schreef er een lied op. „Aan onze K-Achttieners" heette het. Voorspoedig Het is een voorspoedige reis geweest, die de „K-XVIII" maakte. Een reis, die volledig aan haar doel beantwoordde en in alle havens, die men aandeed voor veel goodwill heeft gezorgd. Ook de be manning heeft deze reis met het groot ste genoegen gemaakt. Getuige bijvoor beeld het reisverslag van een der be manningsleden. De eerste haven, die men aandeed was Funchal: „De rolstenen en de vele re gens van het „Sunny Madeira", daarna naar Sint Vincent: „De onherbergzaam heid van het eiland en de brutale op dringerigheid van de negers". Van Sint Vincent naar Dakar: „De gelukkige samenwerking tussen 't vliegtuig „Snip" en de „K-XVIII". In mijn gedachten onverbrekelijk met deze oceaanvlucht verbonden het tragische ongeluk van de Uiver, dezelfde dag". Dan Dakar: „De energie, waarmee de Fransen deze stad tot een havenplaats van belang weten op te werken". Pernambuco: „De vele herinneringen aan onze voorouders onder Staatssecretaris Calmeyer naar Parijs In verband met de ziekte van de Nederlandse permanente vertegenwoor diger bij de NAVO te Parijs, mr. D. U. Stikker, zal de staatssecretaris van Defensie, de heer M.. R. H. Oalmeyer, de Nederlandse delegatie leiden, welke op donderdag 19 november over de Neder landse defensie-inspanning zal worden gehoord. De K-XVIIIaan de kade te Dur ban. Gepavoiseerd wegens het ju bileum van George V van Enge land. Johan Maurits van Nassau en de bewon dering, die de Brazilianen nu nog voor hem hebben. De beslistheid, waarmee de bewoners het feit negeren, dat hun stad een tropenstad is". Vervolgens Rio de Janeiro: „De baai van Rio en een prach tige sterrenavond, waarop ik vanaf het Paö d'Assucar een sprookjesachtig ge zicht had op de miljoenen lichtjes van stad en boulevard. Hierna Montevideo: „Het voor het kleine landje geweldige (en dure) parlementsgebouw en het ont zag, dat de voor de „K-XVIII" geposteer de havenpolitie onder de bevolking had". En zo gaat het reisverslag (een van de vele) verder. Tristan da Cunha: „De onvergetelijke dagen te bezorgen". Voorts roemt de verslaggever „het onvolprezen werk van het comité „Onze Marine", zyn prachtzendingen en het grote, echte medeleven uit Holland, waarvan in brief- en andere vorm in elke haven plaats uit alle lagen der bevolking, de bewijzen lagen, die op ons de hele reis een grote aanmoediging zyn geweest". Bizar De belangstelling voor de reis van de „K-XVIII" heeft bizarre vormen aan genomen. Banketbakkers en suikerwer kers werden geïnspireerd en zy maakten de „K-XVIII" van „suikergoed en mar sepein". Slagers spoten van gesmolten vet de reisroute. Er kwamen „K-XVIII"- sigaren, „K-XVIII"-hoedjes, een jeug dige componiste schreef de „K-XVIIÏ" mars, de Maastrichtse carnavalsfeesten hadden een „K-XVIII"-groep. Voorts „K-XVIir'-haarden „even sierlijk als onze onderzeeboot". Geen land ter wereld had ooit tevoren de risico's aanvaard, die aan zo'n grote reis voor een onderzeeboot verbonden waren. De thans overdreven lijkende be langstelling wat deed de meesten van ons onlangs b.v. het bericht over de prestatie van de Nautilus, die onder het Poolijs doorvoer? was destijds dus helemaal niet verwonderlijk. De „K- XVIII" zorgde ervoor dat Holland in de schijnwerpers van de internationale be langstelling kwam te liggen en alom roem en lof oogstte. Hoezeer de prestatie door het koninklijk huis werd geappre cieerd, bleek uit de onderscheidingen in de orde van Oranje Nassau, die de hele bemanning na de reis ontving. Een minatuurkombuisje, waar de kok echt geen mensen om zich heen kon velen Zandwinning Haarlemmermeer Gelet op de urgentie van de aanleg van Ryksweg no. 6, de toekomstige weg lopende van de tunnel van Velsen ten oosten van Haarlem door Haar lemmermeer naar Zuid-Holland, me nen Ged. Staten van Noord-Holland te moeten overgaan tot het verlenen van de door Rijkswaterstaat gevraagde dispensatie om zand te mogen winnen uit een gedeelte van de Haarlemmer meer. Dit hebben Ged. Staten aan de Prov. Staten meegedeeld. Om tot zandwinning over te gaan is het noodzakelijk een meertje te graven over een oppervlakte van 26 ha. in het zuidelijk deel van de Haarlemmermeer. Wordt elders zand gewonnen dan zou de aanleg van de weg 8 miljoen gulden meer kosten dan thans is geraamd en er zou aanmerkelijke ver traging kunnen ontstaan. Destijds zijn van diverse zijden, o.m. van de Land bouw, Bloembollencultuur en het polder bestuur van de Haarlemmermeer be zwaren tegen het plan ingediend. Ged. Staten delen voorts mee, dat de vergun ning onder bepaalde voorwaarden ver leend zal worden en hopen, dat aan be zwaren van belanghebbenden zoveel mogelijk tegemoet gekomen kan worden. Oogstte ook veel lauweren op tie ijsbaan Vlak bij de trambrug over de Rijn te Katwijk aan den Rijn ligt een klein bescheiden woonschip. Hier woont de heer J. M. N. Vrouwes, die vandaag zyn drieëntachtigste verjaardag viert. Hoewel de heer Vrouwes in Katwijk aan den Rijn een bekende figuur is, zal men zich toch afvragen of dit feit nu wel zo belangrijk is om hieraan op deze plaats aandacht te schenken. Dat we dit echter toch doen is een gevolg van het feit, dat de naam van Kobus Vrouwens in de jaren rond de eeuwwisseling in de sportwereld een zeer vertrouwde klank had. We hebben daarom deze gelegenheid aangegrepen om eens een praatje met de jarige te gaan maken. Bekende naam in de sportwereld Hoewel de heer Vrouwes zijn carrière in de wielersport maakte, oogstte hij aangemoedigd door zijn tien jaar oudere broer, eveneens een enthousiast sport man, zijn eerste lauweren op de ijsbaan. Toen hy omstreeks elf jaar oud was werden er op de ijsbaan achter het Rijksmuseum in Amsterdam internatio nale schaatswedstrijden gehouden, waar aan o.a. de toenmaals zeer bekende Engelse hardrijder Tibbets deelnam. Wanneer deze zijn oefenrondjes maakte, vond hij steeds de jonge Kobus aan zijn zijde en het viel hem tenslotte op, dat deze .hoe snel hij ook reed. hem steeds wist bij te houden. Het gevolg was, dat hij de jongen uitdaagde voor een sprint over 2 ronden van 500 meter, die Kobus toen op zijn Friese doorlopers wist te dellijk raak. Kobus won de eerste prijs. Tweede werd toen Jo Doornekamp, even eens een bekend renner uit die dagen, waartegen Kobus in vele wedstrijden is uitgekomen. De volgende wedstrijd was acht dagen later en bestond uit een race van Amsterdam naar Amersfoort en terug, waaraan door de bekendste nationale en internationale renners werd deelgenomen. Ook hier behaalde Kobus (zoals hij zelf zegt „per ongeluk") de eerste prijs. Later kwam Vrouwes als be roepsrenner in dienst van een Franse rijwielfabriek, die de eerste werkelijke racefiets in de handel bracht.. Zo begon hij zijn wielercarrière, waarin hij zowel nationaal als internationaal grote suc cessen heeft geboekt Dit duurde tot 1906, toen een ernstige val by een race achter motoren hem deed besluiten ermede op te houden. Op een houten baan te Amsterdam kreeg hij namelijk bij een snelheid van om streeks 80 km per uur een spijker door zijn band. Deze val zou hem zeker nood lottig geworden zyn, ware het niet. dat Opheffing in strijd met CAO visserij (Van onze Haagse redactie) Het belang van de opvarenden van de treilervloot is met het aftreden van de plotseling verguisde weercommissie niet gediend. De oude situatie is in het vis serijbedrijf hersteld. De schipper en al leen hij beslist of een treiler de pieren uit zal gaan. Weer of geen weer. Er is geen instantie meer, waaraan de aan de schipper gehoorzaamheid verschul digde schepeling een geschil over een al of niet rechtmatig gegeven bevel tot varen voor kan leggen. Dat is de conclusie, die men mag trekken nu de kruitdamp van het pro ces tegen de opvarenden van de treiler „Haarlem" IJM 9 is opgetrokken en het zicht wat ruimer is geworden. Daarmee is in feite een onwettige situatie ont staan. De rechtsgeldige door reders en bonafide vakorganisaties getekende c.a.o. voor de grote treilvisserfj schrijft de instelling van een weercommissie voor. De weercommissie heeft op de storm achtige dag. waarop zij oordeelde, dat de „Haarlem" IJM 9 (een zeer zeewaar dig schip, dat altijd het vlaggeschip van de stoom treilervloot is geweest) varen kon, formeel niet gefunctioneerd, zoals zy werd geacht te functioneren. De voorzitter en de plaatsvervangend voor zitter van de commissie waren door toe vallige omstandigheden niet aanwezig. De uitspraak „vaarbaar weer" werd gedaan door leden en plaatsvervangende leden van de weercommissie. Hoewel er op de bewuste dag meer schepen uit IJmuiden naar zeé zijn gegaan, achtte het Hof in Amsterdam de uitspraak van de naar haar mening niet volledige commissie formeel niet geldig. Op deze grond sprak zy de opvarenden van de „Haarlem" vrij, maar daarmee is de weercommissie nog niet veroordeeld. Grote aandrang De weercommissie dankt haar bestaan aan het initiatief van de opvarenden van de IJmuider treilervloot. Zy werd in 1947 onder grote aandrang van deze vissers in het leven geroepen. Zy wa ren van mening, dat de schippers by het nemen van een beslissing over uitvaren tydens ruw weer als wettige vertegen- Als een boze macht De „weercommissie" blijft de vis sers bezig houden. De leden van deze commissie hebben zich verbit terd teruggetrokken na de storm, die plotseling boven hun hoofden losbrak na de vrijspraak op formele grond van de opvarenden van de treiler „Haarlem" IJM 9 van de beschuldiging, dat zij een rechtma tig bevel om naar zee te gaan niet zouden hebben opgevolgd. De leden van de weercommissie wensen geen adviezen meer te geven over varen of niet varen. Een situatie, die niemand van de belanghebbenden werkelijk kan be vredigen. Reders en vakorganisa ties hebben zich thans te beraden over de stappen, die zullen moeten worden genomen om deze tere zaak weer in het reine te brengen. Dit was een voldoende aanleiding voor onze redactie om eens te gaan praten met de mensen, die in 1947 tot de conclusie kwamen dat de instelling van een in de c.a.o. voor de grote treilvisserij verankerde weercommissie noodzakelijk was. Wy hebben nagegaan waarom deze commissie is ingesteld en ge tracht een antwoord te vinden op de vraag of deze commissie nu wer kelijk verdient als een soort boze macht op de achtergrond, die vis sers in zwaar stormweer naar zee jaagt, te worden afgeschilderd. woordigers van de reders geneigd waren economische belangen zwaarder te laten wegen dan de veiligheid van de beman ning. De opvarenden verlangden een oordeel, dat uitsluitend was gebaseerd op veiligheidsoverwegingen. Met het instellen van een weercom missie verwierven de opvarenden van de treilervloot een recht, dat zonder meer uniek in de zeevaartgeschiedenis van ons land kan worden genoemd. Want elders in de visserij, kustvaart of koopvaardij is het nog altijd de schipper kapitein of gezagvoerder, die beslist over varen of niet varen. Alleen zeelieden Wie er in de onafhankelijke commis sie zitting moesten nemen? „Alleen zee lui, die hebben geleerd in de praktijk van hun zeemansloopbaan een juist oordeel te vellen over varen bij bepaal de weersomstandigheden". De eerste commissie bestond daarom uit de adjunct-inspecteur voor de scheepvaart, de directeur van de ge meentelijke visserijschool en de com missaris van het loodswezen in IJmui den als voorzitter. Deze mensen waren zeeman geweest Nooit klachten Later werd door mutatie bij de scheepvaartinspectie de adjunct-inspec teur vervangen door de nautische ex pert. Bovendien werd de commissie ver sterkt met twee plaatsvervangende le den, de havenmeester van het StaaU- vissershavenbedrijf en een oud-treiler- schipper, die het vanwege zijn be kwaamheid tot leraar aan de visserij- school heeft gebracht. De leden van de commissie hebben verklaard, dat zy tot aan de „Haarlem affaire" nimmer klachten over hun uit spraken van de zijde der vissers hebben ontvangen. Er is in IJmuiden niemand die het tegendeel beweert. Het aftreden van de weercommissie wordt door veel vissers betreurd. De unieke positie, die zij hebben in de Ne derlandse zeevaartwereld, dreigt verlo ren te gaan. Het aftreden van de com missie is daarom niet verstandig, maar in het licht van de bejegening der leden wel een begrijpelijke daad. De uitspraken van de heer Den Ton- keiaar als deskundige van het KNMI voor het Hof waren niet vleiend voor de leden van de commissie. Maar daar tegenover staat, dat de commissieleden zelf niet gehoord zün. Bovendien heeft de verklaring van de heer Den Tonkelaar veel van zyn waar de verloren, sinds het KNMI heeft ver klaard, dat hij in geen geval namens het KNMI heeft gesproken. Het KNMI wenst trouwens de leden van de weercommissie ook niet als ,weer-amateurs" te zien. Zij voelt even min iets voor het geven van adviezen over het al of niet uitvaren van vissers vaartuigen. „Wy hebben geen verstand van vissersvaartuigen", zegt het KNMI. Geen boosdoeners Zo mag men tenslotte tot de conclu sie komen, dat de weercommissie zeker niet uit boosdoeners bestond, die de vis sers in stormweer voor de haaien wilde werpen. Waarom zou zij? Aan de terug keer van de tyd, die Heijermans in „Op hoop van zegen" heeft beschreven, heeft niemand in het visserijbedrijf meer behoefte. winnen. Eén der andere kampioenen, een Amerikaan, was hierover zo enthou siast, dat hy Kobus meenam naar zyn kleedkamer en hem een paar prachtige Noren cadeau gaf. Dit was voor Kobus aanleiding om zich met groot enthou siasme op de schaatssport te werpen en in de winter 1894/1895. op achttienjarige leeftijd, was hy zover, dat hy aan de grote landelijke wedstrijden ging deel nemen. Het resultaat was onmiddellijk indrukwekkend: vier tweede prijzen en acht eerste prijzen in die ene winter. In een slag was Kobus' naam in de sportwereld gevestigd. Toch betekende dit tevens het einde van zijn schaats- carrière. Per ongeluk In het voorjaar van 1895 werd hij namelijk benaderd door William Tott, toenmaals hoofdvertegenwoordiger van een rijwielfabriek te Amsterdam die waarschijnlijk dacht, dat in een goed schaatsenrijder ook wel een goed wiel renner zou schuilen en die hem aan raadde om de wielersport te gaan be oefenen. Hij kreeg tevens een betrekking bij de zaak van de heer Tott als rijwiel- verkoper en had gelegenheid te over om zich te trainen waarbij hy keuze kon maken uit de gehele sortering rijwielen, die in die tijd op de markt was. De eer ste wedstrijd, waarin Vrouwes meereed, was een onderlinge wedstrijd van de Amsterdamse Atletische Club over 25 tan door de Purmer.. En het was onmid- Kobus Vrouwes in zijn woonschip (Foto L.D./Jaap van Duijn, Katwijk) hy voor het eerst van zijn leven een valhelm droeg, die hij juist een week tevoren in Hamburg had gekocht. Hij verwisselde daarop de fiets voor de auto en was van 1907 tot 1934 in dienst als chauffeur by jonkheer H. Loudon te Wassenaar, de toenmalige directeur van de Koninklijke Petroleum Maatschappij. Lang is de heer Vrouwes de fiets nog trouw gebleven en nog steeds maakt de 83-jarige tochten per rijwiel. Toen ech ter de benen niet meer zo goed meewil- den kocht hy enige jaren geleden voor langere tochten een motorfiets, die ech ter weer spoedig aan de kant werd gezet omdat, zoals hij het zelf zegt, bij zo'n ding de motor de baas is en niet de be rijder. Thans heeft hii daarom een lichte bromfiets aangeschaft, waarbij de motor niet zo'n overheersende rol speelt. Receptie Ter gelegenheid van de verjaardag van de heer Vrouwes zal hedenmiddag, van half drie tot vyf uur. in hotel „De Roskam" een receptie worden gehou den. waarby zeer zeker verschillende bekende figuren uit de oude sport wereld present zullen zijn om de jarige de hand te drukken. Dat hierbij zeer vele oude herinneringen zullen worden opgehaald, kan wel als vaststaand worden aangenomen. Wereldreis van 42.000 km Den Helder, 14 november 1934. Vandaag dus vijfentwintig jaar ge leden. In de vroege morgen ligt onaanzienlijk een donkergroene onderzeeboot met een grijze commandotoren in Nieuwediep langs de wal. Haar ranke deklijn vervloeit in het grijsgroene, zanderige water van de buitenhaven. Het is de ,,H.M. K-XVIII", 75 meter lang met een bemanning van 34 koppen. Vertreksklaar voor een wereldreis van 130 dagen met 22567 zeemijlen voor de boeg (haast 42.000 km.). Een wereldreis, die zal voeren langs Funchal, St.-Vincent, Dakar. Pernambuco, Rio de Janeiro, Montevideo, Buenos Aires, Mar del Plata, Kaapstad, Durban, Mauritius en Fremantle om tenslotte in Soerabaja aan te komen, waar de ,,H.M. K-XVIII" aan de Nederlandse Marine in Oost-Indië zal worden toegevoegd. De dag ervoor -—13 november had schout bij nacht T. L. Kruys voor het laatst inspectie gehouden. Filmapparaten, persfotografen, microfoons en gummikabels langs de kademuur, beslist een ongewone entourage voor een inspectie. Na onder andere door de commandant van de ..K-XVIII", luitenant ter zee eersteklasse D. C. M. Hetterschij verwelkomd te zijn inspecteerde de schout bij nacht de boot. Hierna hield hij een rede, waarin hij tevens de reisinstructie behandelde. grote verlorenheid van het eiland mid den in de Zuid-Atlantische Oceaan". Overal viel volgens de verslaggever op „de buitengewone hartelijkheid van onze landgenoten, wien niets te veel was om het ons zo prettig mogelijk te maken en die er daardoor in geslaagd zijn, ons vele, NOTA DEFENSIEPOLITIEK BEGIN 1960 VERWACHT De nota inzake de defensiepolitiek, welke het kabinet in de jaren 1961 tot 1963 denkt te voeren kan in de eerste helft van 1960 worden verwacht. In deze nota zal ook het standpunt van de re gering worden uiteengezet over de uit voering van de voorstellen, welke de commissie werkelijke diensttijd dienst plichtigen heeft gedaan. Het rapport van deze commissie zal dan tegelijk met de nota over de defensiepolitiek in de Tweede Kamer in discussie kunnen ko men, zo deelt de minister van Defensie in zijn nota naar aanleiding van het verslag van de vaste commissie voor de fensie uit de Tweede Kamer over de be groting voor 1960 mede. K e r k e I ij k Leven NED. HERV. KERK Beroepen te Ommeren (toez.) M. van der Leun, kand. te Sliedrecht. GEREF. KERKEN Bedankt voor Zwljndrecht-Grote Lindt N. Korenhoff te Appingedam. Herinneringen van een oud-wielrenner Minister Visser verklaart: Het percentage van het nationaal in komen dat in 1959 aan defensie zal wor den besteed kan voorshands nog slechts op zeer voorlopige basis worden ge raamd zo zegt de minister van Defensie in zijn nota naar aanleiding van het verslag van de vaste commissie voor Defensie uit de Tweede Kamer over de begroting 1960. Ten aanzien van de defensie-uitgaven 1959 en in het bij zonder bereffende het nationale inko men 1959 ontbreken de benodigde con crete gegevens en dient van globale schattingen te worden uitgegaan. Deze percentages zijn derhalve voorlopige cijfers, welke nog wijziging kunnen on dergaan: Verenigde Staten 10.6 pro cent. Frankrijk 8.5. Verenigd Konink rijk 7,8, Griekenland 6.1. Canada 5.9, W. Duitsland 5,7, Turkije 5. Portugal 4.7. Italië 4.2. Noorwegen 4,1, België 3.9. Denemarken 3.3 en Luxemburg 2.0. De minister antwoordt op een andere vraag, dat de hoogte van de defensie begrotingen welke kunnen afwijken van de kasuitgaven in de opvolgen de jaren ten opzichte van het nationale inkomen een dalende tendens ver toont. De defensiebegroting 1951 ad 1500 miljoen bedroeg ongeveer 7.9 procent van het toenmalige bruto nationale in komen tegen factorkostem. Dit percen tage daalde voor de begroting 1955 tot 5.0 procent, voor 1958 tot 4,9 procent en voor 1960 tot 4.4 procent. De minister zegt zich niet aan de indruk te kunnen onttrekken dat het begrotingsontwerp voor 1960 relatief een geringere last betekent dan die van voorgaande jaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 11