Met aftreden weercommissie wordt
de klok aanzienlijk teruggezet
Vandaag vijfentwintig jaar geleden
vertrok JH.M. K-18" uit Den Helder
Unieke positie van opvarenden
wordt vandaag 83 jaar
treilers in gevaar gebracht
Nederlandse volk leeft mee:
,K-18'-suikergoed, K-18''-sigaren
Kobus Vrouwes, Katwijk a. d. Rijn
DE LASTEN VOOR DEFENSIE
WORDEN RELATIEF KLEINER
Opgericht 1 maart 1860
Zaterdag 14 november 1959
Derde blad no. 29899
Nog nooit gewaagde,
briljante prestatie
Zoals reeds gezegd was het hoofddoel
van de reis de toevoeging aan de Marine
in Soerabaja, doch de reis werd tevens
benut om prof. dr. F. A. Vening Meinesz.
lid van de Rijkscommissie voor Graad
meting en Waterpassing in de gelegen
heid te stellen zijn waarnemingen be
treffende zwaartekrachtmetingen, die hij
reeds op vele plaatsen van de wereld
deed, belangrijk uit te breiden. Tevens
zou hij metingen doen betreffende in
tensiteit van de kosmische stralen.
Voorts zou de „K-XVIII, op verzoek
van de Engelse regering het eiland
Tristan da Cunha in de Atlantische
Oceaan, dat zelden door een schip be
zocht wordt en waar de Katwijker Pie-
ter Groen eenmaal als schipbreukeling
aanspoelde, aandoen en er post aanvoe
ren en tevens een onderzoek instellen
naar de economische toestand. Tot slot
zou de „K-XVIH" dienen als baken in
de Atlantische Oceaan voor de kerst-
vlucht van „De Snip" naar West-Indië.
Op de kille ochtend van veertien
november zyn er duizenden mensen op
de been om getuige te zijn van de unieke
afvaart. Al het Marinepersoneel van Den
Helder heeft vrij. Men moet een groot
autopark inrichten om de stroom te
kunnen verwerken. De toenmalige minis
ter van Defensie, minister Deckers houdt
aan boord een afscheidsrede. „Ik zal alle
dagen met belangstelling uw reis vol
gen", zegt hij. „Leve de Koningin en
vaart allen wel".
Filmtoestellen ratelen, machines be
ginnen te ronken, marinevliegtuigen
dreunen over de haven heen als groet.
De bemanning staat aan dek opgesteld.
Het Wilhelmus weerklinkt.
„Los voor en achter" en de „K-XVIII"
vaart af. Vaart af voor een reis, die zyn
weerga, waar het de publieke belangstel
ling aangaat, nooit gekend heeft. Poly
goon maakte een film over de reis:
„Twintigduizend mijlen over zee". Ver
schillende boeken zagen na afloop het
licht over de reis. Honderden kranten in
binnen- en buitenland besteedden er
grote artikelen aan. En niet zelden op
de voorpagina. Zoveel belangstelling als
er was voor de luchtvaart (de vlucht van
de Snip, de tragische Uivervlucht) zoveel
was er ook voor de „K-XVIII". Koos
Speenhoff schreef er een lied op. „Aan
onze K-Achttieners" heette het.
Voorspoedig
Het is een voorspoedige reis geweest,
die de „K-XVIII" maakte. Een reis, die
volledig aan haar doel beantwoordde en
in alle havens, die men aandeed voor
veel goodwill heeft gezorgd. Ook de be
manning heeft deze reis met het groot
ste genoegen gemaakt. Getuige bijvoor
beeld het reisverslag van een der be
manningsleden.
De eerste haven, die men aandeed was
Funchal: „De rolstenen en de vele re
gens van het „Sunny Madeira", daarna
naar Sint Vincent: „De onherbergzaam
heid van het eiland en de brutale op
dringerigheid van de negers". Van Sint
Vincent naar Dakar: „De gelukkige
samenwerking tussen 't vliegtuig „Snip"
en de „K-XVIII". In mijn gedachten
onverbrekelijk met deze oceaanvlucht
verbonden het tragische ongeluk van de
Uiver, dezelfde dag". Dan Dakar: „De
energie, waarmee de Fransen deze stad
tot een havenplaats van belang weten
op te werken". Pernambuco: „De vele
herinneringen aan onze voorouders onder
Staatssecretaris Calmeyer
naar Parijs
In verband met de ziekte van de
Nederlandse permanente vertegenwoor
diger bij de NAVO te Parijs, mr. D. U.
Stikker, zal de staatssecretaris van
Defensie, de heer M.. R. H. Oalmeyer, de
Nederlandse delegatie leiden, welke op
donderdag 19 november over de Neder
landse defensie-inspanning zal worden
gehoord.
De K-XVIIIaan de kade te Dur
ban. Gepavoiseerd wegens het ju
bileum van George V van Enge
land.
Johan Maurits van Nassau en de bewon
dering, die de Brazilianen nu nog voor
hem hebben. De beslistheid, waarmee de
bewoners het feit negeren, dat hun stad
een tropenstad is". Vervolgens Rio de
Janeiro: „De baai van Rio en een prach
tige sterrenavond, waarop ik vanaf het
Paö d'Assucar een sprookjesachtig ge
zicht had op de miljoenen lichtjes van
stad en boulevard. Hierna Montevideo:
„Het voor het kleine landje geweldige
(en dure) parlementsgebouw en het ont
zag, dat de voor de „K-XVIII" geposteer
de havenpolitie onder de bevolking had".
En zo gaat het reisverslag (een van de
vele) verder. Tristan da Cunha: „De
onvergetelijke dagen te bezorgen". Voorts
roemt de verslaggever „het onvolprezen
werk van het comité „Onze Marine", zyn
prachtzendingen en het grote, echte
medeleven uit Holland, waarvan in
brief- en andere vorm in elke haven
plaats uit alle lagen der bevolking, de
bewijzen lagen, die op ons de hele reis
een grote aanmoediging zyn geweest".
Bizar
De belangstelling voor de reis van de
„K-XVIII" heeft bizarre vormen aan
genomen. Banketbakkers en suikerwer
kers werden geïnspireerd en zy maakten
de „K-XVIII" van „suikergoed en mar
sepein". Slagers spoten van gesmolten
vet de reisroute. Er kwamen „K-XVIII"-
sigaren, „K-XVIII"-hoedjes, een jeug
dige componiste schreef de „K-XVIIÏ"
mars, de Maastrichtse carnavalsfeesten
hadden een „K-XVIII"-groep. Voorts
„K-XVIir'-haarden „even sierlijk als
onze onderzeeboot".
Geen land ter wereld had ooit tevoren
de risico's aanvaard, die aan zo'n grote
reis voor een onderzeeboot verbonden
waren. De thans overdreven lijkende be
langstelling wat deed de meesten van
ons onlangs b.v. het bericht over de
prestatie van de Nautilus, die onder het
Poolijs doorvoer? was destijds dus
helemaal niet verwonderlijk. De „K-
XVIII" zorgde ervoor dat Holland in de
schijnwerpers van de internationale be
langstelling kwam te liggen en alom
roem en lof oogstte. Hoezeer de prestatie
door het koninklijk huis werd geappre
cieerd, bleek uit de onderscheidingen in
de orde van Oranje Nassau, die de hele
bemanning na de reis ontving.
Een minatuurkombuisje, waar de
kok echt geen mensen om zich heen
kon velen
Zandwinning
Haarlemmermeer
Gelet op de urgentie van de aanleg
van Ryksweg no. 6, de toekomstige
weg lopende van de tunnel van Velsen
ten oosten van Haarlem door Haar
lemmermeer naar Zuid-Holland, me
nen Ged. Staten van Noord-Holland
te moeten overgaan tot het verlenen
van de door Rijkswaterstaat gevraagde
dispensatie om zand te mogen winnen
uit een gedeelte van de Haarlemmer
meer.
Dit hebben Ged. Staten aan de Prov.
Staten meegedeeld. Om tot zandwinning
over te gaan is het noodzakelijk een
meertje te graven over een oppervlakte
van 26 ha. in het zuidelijk deel van de
Haarlemmermeer. Wordt elders zand
gewonnen dan zou de aanleg van de weg
8 miljoen gulden meer kosten dan thans
is geraamd en er zou aanmerkelijke ver
traging kunnen ontstaan. Destijds zijn
van diverse zijden, o.m. van de Land
bouw, Bloembollencultuur en het polder
bestuur van de Haarlemmermeer be
zwaren tegen het plan ingediend. Ged.
Staten delen voorts mee, dat de vergun
ning onder bepaalde voorwaarden ver
leend zal worden en hopen, dat aan be
zwaren van belanghebbenden zoveel
mogelijk tegemoet gekomen kan worden.
Oogstte ook veel lauweren op tie ijsbaan
Vlak bij de trambrug over de Rijn te Katwijk aan den Rijn ligt een klein
bescheiden woonschip. Hier woont de heer J. M. N. Vrouwes, die vandaag zyn
drieëntachtigste verjaardag viert. Hoewel de heer Vrouwes in Katwijk aan den
Rijn een bekende figuur is, zal men zich toch afvragen of dit feit nu wel zo
belangrijk is om hieraan op deze plaats aandacht te schenken. Dat we dit echter
toch doen is een gevolg van het feit, dat de naam van Kobus Vrouwens in de
jaren rond de eeuwwisseling in de sportwereld een zeer vertrouwde klank had.
We hebben daarom deze gelegenheid aangegrepen om eens een praatje met de
jarige te gaan maken.
Bekende naam in
de sportwereld
Hoewel de heer Vrouwes zijn carrière
in de wielersport maakte, oogstte hij
aangemoedigd door zijn tien jaar oudere
broer, eveneens een enthousiast sport
man, zijn eerste lauweren op de ijsbaan.
Toen hy omstreeks elf jaar oud was
werden er op de ijsbaan achter het
Rijksmuseum in Amsterdam internatio
nale schaatswedstrijden gehouden, waar
aan o.a. de toenmaals zeer bekende
Engelse hardrijder Tibbets deelnam.
Wanneer deze zijn oefenrondjes maakte,
vond hij steeds de jonge Kobus aan zijn
zijde en het viel hem tenslotte op, dat
deze .hoe snel hij ook reed. hem steeds
wist bij te houden. Het gevolg was, dat
hij de jongen uitdaagde voor een sprint
over 2 ronden van 500 meter, die Kobus
toen op zijn Friese doorlopers wist te
dellijk raak. Kobus won de eerste prijs.
Tweede werd toen Jo Doornekamp, even
eens een bekend renner uit die dagen,
waartegen Kobus in vele wedstrijden is
uitgekomen. De volgende wedstrijd was
acht dagen later en bestond uit een
race van Amsterdam naar Amersfoort
en terug, waaraan door de bekendste
nationale en internationale renners werd
deelgenomen. Ook hier behaalde Kobus
(zoals hij zelf zegt „per ongeluk") de
eerste prijs. Later kwam Vrouwes als be
roepsrenner in dienst van een Franse
rijwielfabriek, die de eerste werkelijke
racefiets in de handel bracht.. Zo begon
hij zijn wielercarrière, waarin hij zowel
nationaal als internationaal grote suc
cessen heeft geboekt
Dit duurde tot 1906, toen een ernstige
val by een race achter motoren hem
deed besluiten ermede op te houden. Op
een houten baan te Amsterdam kreeg
hij namelijk bij een snelheid van om
streeks 80 km per uur een spijker door
zijn band. Deze val zou hem zeker nood
lottig geworden zyn, ware het niet. dat
Opheffing in strijd
met CAO visserij
(Van onze Haagse redactie)
Het belang van de opvarenden van de
treilervloot is met het aftreden van de
plotseling verguisde weercommissie niet
gediend. De oude situatie is in het vis
serijbedrijf hersteld. De schipper en al
leen hij beslist of een treiler de pieren
uit zal gaan. Weer of geen weer. Er is
geen instantie meer, waaraan de aan
de schipper gehoorzaamheid verschul
digde schepeling een geschil over een al
of niet rechtmatig gegeven bevel tot
varen voor kan leggen.
Dat is de conclusie, die men mag
trekken nu de kruitdamp van het pro
ces tegen de opvarenden van de treiler
„Haarlem" IJM 9 is opgetrokken en het
zicht wat ruimer is geworden. Daarmee
is in feite een onwettige situatie ont
staan. De rechtsgeldige door reders en
bonafide vakorganisaties getekende
c.a.o. voor de grote treilvisserfj schrijft
de instelling van een weercommissie
voor.
De weercommissie heeft op de storm
achtige dag. waarop zij oordeelde, dat
de „Haarlem" IJM 9 (een zeer zeewaar
dig schip, dat altijd het vlaggeschip van
de stoom treilervloot is geweest) varen
kon, formeel niet gefunctioneerd, zoals
zy werd geacht te functioneren. De
voorzitter en de plaatsvervangend voor
zitter van de commissie waren door toe
vallige omstandigheden niet aanwezig.
De uitspraak „vaarbaar weer" werd
gedaan door leden en plaatsvervangende
leden van de weercommissie. Hoewel er
op de bewuste dag meer schepen uit
IJmuiden naar zeé zijn gegaan, achtte
het Hof in Amsterdam de uitspraak
van de naar haar mening niet volledige
commissie formeel niet geldig. Op deze
grond sprak zy de opvarenden van de
„Haarlem" vrij, maar daarmee is de
weercommissie nog niet veroordeeld.
Grote aandrang
De weercommissie dankt haar bestaan
aan het initiatief van de opvarenden
van de IJmuider treilervloot. Zy werd
in 1947 onder grote aandrang van deze
vissers in het leven geroepen. Zy wa
ren van mening, dat de schippers by het
nemen van een beslissing over uitvaren
tydens ruw weer als wettige vertegen-
Als een boze macht
De „weercommissie" blijft de vis
sers bezig houden. De leden van
deze commissie hebben zich verbit
terd teruggetrokken na de storm,
die plotseling boven hun hoofden
losbrak na de vrijspraak op formele
grond van de opvarenden van de
treiler „Haarlem" IJM 9 van de
beschuldiging, dat zij een rechtma
tig bevel om naar zee te gaan niet
zouden hebben opgevolgd. De leden
van de weercommissie wensen geen
adviezen meer te geven over varen
of niet varen.
Een situatie, die niemand van de
belanghebbenden werkelijk kan be
vredigen. Reders en vakorganisa
ties hebben zich thans te beraden
over de stappen, die zullen moeten
worden genomen om deze tere zaak
weer in het reine te brengen.
Dit was een voldoende aanleiding
voor onze redactie om eens te gaan
praten met de mensen, die in 1947
tot de conclusie kwamen dat de
instelling van een in de c.a.o. voor
de grote treilvisserij verankerde
weercommissie noodzakelijk was.
Wy hebben nagegaan waarom
deze commissie is ingesteld en ge
tracht een antwoord te vinden op
de vraag of deze commissie nu wer
kelijk verdient als een soort boze
macht op de achtergrond, die vis
sers in zwaar stormweer naar zee
jaagt, te worden afgeschilderd.
woordigers van de reders geneigd waren
economische belangen zwaarder te laten
wegen dan de veiligheid van de beman
ning. De opvarenden verlangden een
oordeel, dat uitsluitend was gebaseerd
op veiligheidsoverwegingen.
Met het instellen van een weercom
missie verwierven de opvarenden van de
treilervloot een recht, dat zonder meer
uniek in de zeevaartgeschiedenis van ons
land kan worden genoemd. Want elders
in de visserij, kustvaart of koopvaardij
is het nog altijd de schipper kapitein of
gezagvoerder, die beslist over varen of
niet varen.
Alleen zeelieden
Wie er in de onafhankelijke commis
sie zitting moesten nemen? „Alleen zee
lui, die hebben geleerd in de praktijk
van hun zeemansloopbaan een juist
oordeel te vellen over varen bij bepaal
de weersomstandigheden".
De eerste commissie bestond daarom
uit de adjunct-inspecteur voor de
scheepvaart, de directeur van de ge
meentelijke visserijschool en de com
missaris van het loodswezen in IJmui
den als voorzitter. Deze mensen waren
zeeman geweest
Nooit klachten
Later werd door mutatie bij de
scheepvaartinspectie de adjunct-inspec
teur vervangen door de nautische ex
pert. Bovendien werd de commissie ver
sterkt met twee plaatsvervangende le
den, de havenmeester van het StaaU-
vissershavenbedrijf en een oud-treiler-
schipper, die het vanwege zijn be
kwaamheid tot leraar aan de visserij-
school heeft gebracht.
De leden van de commissie hebben
verklaard, dat zy tot aan de „Haarlem
affaire" nimmer klachten over hun uit
spraken van de zijde der vissers hebben
ontvangen. Er is in IJmuiden niemand
die het tegendeel beweert.
Het aftreden van de weercommissie
wordt door veel vissers betreurd. De
unieke positie, die zij hebben in de Ne
derlandse zeevaartwereld, dreigt verlo
ren te gaan. Het aftreden van de com
missie is daarom niet verstandig, maar
in het licht van de bejegening der leden
wel een begrijpelijke daad.
De uitspraken van de heer Den Ton-
keiaar als deskundige van het KNMI
voor het Hof waren niet vleiend voor
de leden van de commissie. Maar daar
tegenover staat, dat de commissieleden
zelf niet gehoord zün.
Bovendien heeft de verklaring van de
heer Den Tonkelaar veel van zyn waar
de verloren, sinds het KNMI heeft ver
klaard, dat hij in geen geval namens
het KNMI heeft gesproken.
Het KNMI wenst trouwens de leden
van de weercommissie ook niet als
,weer-amateurs" te zien. Zij voelt even
min iets voor het geven van adviezen
over het al of niet uitvaren van vissers
vaartuigen. „Wy hebben geen verstand
van vissersvaartuigen", zegt het KNMI.
Geen boosdoeners
Zo mag men tenslotte tot de conclu
sie komen, dat de weercommissie zeker
niet uit boosdoeners bestond, die de vis
sers in stormweer voor de haaien wilde
werpen. Waarom zou zij? Aan de terug
keer van de tyd, die Heijermans in
„Op hoop van zegen" heeft beschreven,
heeft niemand in het visserijbedrijf meer
behoefte.
winnen. Eén der andere kampioenen,
een Amerikaan, was hierover zo enthou
siast, dat hy Kobus meenam naar zyn
kleedkamer en hem een paar prachtige
Noren cadeau gaf. Dit was voor Kobus
aanleiding om zich met groot enthou
siasme op de schaatssport te werpen en
in de winter 1894/1895. op achttienjarige
leeftijd, was hy zover, dat hy aan de
grote landelijke wedstrijden ging deel
nemen. Het resultaat was onmiddellijk
indrukwekkend: vier tweede prijzen en
acht eerste prijzen in die ene winter.
In een slag was Kobus' naam in de
sportwereld gevestigd. Toch betekende
dit tevens het einde van zijn schaats-
carrière.
Per ongeluk
In het voorjaar van 1895 werd hij
namelijk benaderd door William Tott,
toenmaals hoofdvertegenwoordiger van
een rijwielfabriek te Amsterdam die
waarschijnlijk dacht, dat in een goed
schaatsenrijder ook wel een goed wiel
renner zou schuilen en die hem aan
raadde om de wielersport te gaan be
oefenen. Hij kreeg tevens een betrekking
bij de zaak van de heer Tott als rijwiel-
verkoper en had gelegenheid te over om
zich te trainen waarbij hy keuze kon
maken uit de gehele sortering rijwielen,
die in die tijd op de markt was. De eer
ste wedstrijd, waarin Vrouwes meereed,
was een onderlinge wedstrijd van de
Amsterdamse Atletische Club over 25
tan door de Purmer.. En het was onmid-
Kobus Vrouwes in zijn woonschip
(Foto L.D./Jaap van Duijn, Katwijk)
hy voor het eerst van zijn leven een
valhelm droeg, die hij juist een week
tevoren in Hamburg had gekocht. Hij
verwisselde daarop de fiets voor de auto
en was van 1907 tot 1934 in dienst als
chauffeur by jonkheer H. Loudon te
Wassenaar, de toenmalige directeur van
de Koninklijke Petroleum Maatschappij.
Lang is de heer Vrouwes de fiets nog
trouw gebleven en nog steeds maakt de
83-jarige tochten per rijwiel. Toen ech
ter de benen niet meer zo goed meewil-
den kocht hy enige jaren geleden voor
langere tochten een motorfiets, die ech
ter weer spoedig aan de kant werd gezet
omdat, zoals hij het zelf zegt, bij zo'n
ding de motor de baas is en niet de be
rijder. Thans heeft hii daarom een
lichte bromfiets aangeschaft, waarbij de
motor niet zo'n overheersende rol speelt.
Receptie
Ter gelegenheid van de verjaardag van
de heer Vrouwes zal hedenmiddag,
van half drie tot vyf uur. in hotel „De
Roskam" een receptie worden gehou
den. waarby zeer zeker verschillende
bekende figuren uit de oude sport
wereld present zullen zijn om de jarige
de hand te drukken. Dat hierbij zeer
vele oude herinneringen zullen worden
opgehaald, kan wel als vaststaand
worden aangenomen.
Wereldreis van 42.000 km
Den Helder, 14 november 1934. Vandaag dus vijfentwintig jaar ge
leden. In de vroege morgen ligt onaanzienlijk een donkergroene
onderzeeboot met een grijze commandotoren in Nieuwediep langs de
wal. Haar ranke deklijn vervloeit in het grijsgroene, zanderige water
van de buitenhaven. Het is de ,,H.M. K-XVIII", 75 meter lang met
een bemanning van 34 koppen. Vertreksklaar voor een wereldreis van
130 dagen met 22567 zeemijlen voor de boeg (haast 42.000 km.).
Een wereldreis, die zal voeren langs Funchal, St.-Vincent, Dakar.
Pernambuco, Rio de Janeiro, Montevideo, Buenos Aires, Mar del Plata,
Kaapstad, Durban, Mauritius en Fremantle om tenslotte in Soerabaja
aan te komen, waar de ,,H.M. K-XVIII" aan de Nederlandse Marine
in Oost-Indië zal worden toegevoegd.
De dag ervoor -—13 november had schout bij nacht T. L. Kruys
voor het laatst inspectie gehouden. Filmapparaten, persfotografen,
microfoons en gummikabels langs de kademuur, beslist een ongewone
entourage voor een inspectie. Na onder andere door de commandant
van de ..K-XVIII", luitenant ter zee eersteklasse D. C. M. Hetterschij
verwelkomd te zijn inspecteerde de schout bij nacht de boot. Hierna
hield hij een rede, waarin hij tevens de reisinstructie behandelde.
grote verlorenheid van het eiland mid
den in de Zuid-Atlantische Oceaan".
Overal viel volgens de verslaggever op
„de buitengewone hartelijkheid van onze
landgenoten, wien niets te veel was om
het ons zo prettig mogelijk te maken en
die er daardoor in geslaagd zijn, ons vele,
NOTA DEFENSIEPOLITIEK
BEGIN 1960 VERWACHT
De nota inzake de defensiepolitiek,
welke het kabinet in de jaren 1961 tot
1963 denkt te voeren kan in de eerste
helft van 1960 worden verwacht. In deze
nota zal ook het standpunt van de re
gering worden uiteengezet over de uit
voering van de voorstellen, welke de
commissie werkelijke diensttijd dienst
plichtigen heeft gedaan. Het rapport van
deze commissie zal dan tegelijk met de
nota over de defensiepolitiek in de
Tweede Kamer in discussie kunnen ko
men, zo deelt de minister van Defensie
in zijn nota naar aanleiding van het
verslag van de vaste commissie voor de
fensie uit de Tweede Kamer over de be
groting voor 1960 mede.
K e r k e I ij k Leven
NED. HERV. KERK
Beroepen te Ommeren (toez.) M. van
der Leun, kand. te Sliedrecht.
GEREF. KERKEN
Bedankt voor Zwljndrecht-Grote Lindt
N. Korenhoff te Appingedam.
Herinneringen van een oud-wielrenner
Minister Visser verklaart:
Het percentage van het nationaal in
komen dat in 1959 aan defensie zal wor
den besteed kan voorshands nog slechts
op zeer voorlopige basis worden ge
raamd zo zegt de minister van Defensie
in zijn nota naar aanleiding van het
verslag van de vaste commissie voor
Defensie uit de Tweede Kamer over de
begroting 1960. Ten aanzien van de
defensie-uitgaven 1959 en in het bij
zonder bereffende het nationale inko
men 1959 ontbreken de benodigde con
crete gegevens en dient van globale
schattingen te worden uitgegaan. Deze
percentages zijn derhalve voorlopige
cijfers, welke nog wijziging kunnen on
dergaan: Verenigde Staten 10.6 pro
cent. Frankrijk 8.5. Verenigd Konink
rijk 7,8, Griekenland 6.1. Canada 5.9,
W. Duitsland 5,7, Turkije 5. Portugal
4.7. Italië 4.2. Noorwegen 4,1, België
3.9. Denemarken 3.3 en Luxemburg 2.0.
De minister antwoordt op een andere
vraag, dat de hoogte van de defensie
begrotingen welke kunnen afwijken
van de kasuitgaven in de opvolgen
de jaren ten opzichte van het nationale
inkomen een dalende tendens ver
toont. De defensiebegroting 1951 ad 1500
miljoen bedroeg ongeveer 7.9 procent
van het toenmalige bruto nationale in
komen tegen factorkostem. Dit percen
tage daalde voor de begroting 1955 tot
5.0 procent, voor 1958 tot 4,9 procent en
voor 1960 tot 4.4 procent. De minister
zegt zich niet aan de indruk te kunnen
onttrekken dat het begrotingsontwerp
voor 1960 relatief een geringere last
betekent dan die van voorgaande jaren.