ZORG VOOR LEIDSE MONUMENTEN Opgericht 1 maart 1860 Vrijdag 13 november 1959 Vierde blad no. 29898 In steden met een oude kern als Leiden heeft men met twee zeer tegenstrijdige pro blemen te kampen: het verkeer en het behoud van monumenten. Het zijn beide problemen, welke niet beide (in plaats van een ten koste van het andere) tot een goede oplossing kunnen worden gebracht door de gemeente alleen. Behoud van de cultuurhistorische monumenten is trouwens niet slechts een plaatselijk belang, maar een nationaal. En wanneer de behartiging van dit nationale belang de oplossing van meer (maar ook weer niet alleen) plaatselijke belangen als die van het verkeer moeilijker maken en vooral kostbaarder, is het mede de taak van de hogere overheden, om hun steun aan deze oplossingen te verlenen. Wij hebben daarover reeds eerder geschreven, en het is gebleken, dat begrip hiervoor ook in Den Haag aanwezig is. Dat begrip moge dan nog niet op materiële wijze vorm hebben gekregen, wel wordt telkens weer getoond, dat ook het nict-plaatselijk belang van de monumentenzorg wordt gehonoreerd met onmisbare financiële steun. Daardoor wordt het bv. in Leiden mogelijk, het verléden te bewaren en daardoor de continuïteit van de culturele ontwikkeling te handhaven. Dezer dagen schreven wij over de subsidies, welke van provinciale zijde worden ver leend voor restauraties van cultuur-historisch zeer belangrijke gebouwen in de Sleutelstad. Zo'n bericht zegt veelal te weinig, drukt de betekenis van dergelijke steun onvoldoende uit. Men gaat zich de waarde hiervan eerst realiseren, wanneer men aanschouwt wat er door behouden blijft. Op deze pagina hebben wij foto's samengebracht van de gebouwen, waarvan in deze provinciale subsidieverlening sprake was. Enkele van deze gebouwen zijn reeds gerestau reerd, waardoor de subsidies het karakter kregen van hulp bij het wegwerken van tekorten, andere objecten zijn in uitvoering (zoals de Hooglandse Kerk), weer andere moeten nog een aanvang nemen, zoals de restauraties van Morspoort en Wevershuisje aan de Oranjegracht. Deze pagina toont links boven, spiegelend in het water van de „schoonste gracht in Europa", het pand Rapenburg 29, dat thans door de dijkgraaf van Rijnland wordt bewoond. Midden boven het studentencentrum Prytaneum aan het Rapenburg, waarvan de restauratie eveneens is voltooid. Rechts boven (het linker topgeveltje) het Wevers huisje, Oranjegracht 83, dat gerestaureerd zal worden. In het midden van de pagina de Morspoort, waarvan de restauratiewerkzaamheden eveneens nog in het verschiet liggen. Verder rechts op halve hoogte van de pagina de Hooglandse Kerk en onder aan de pagina van links naar rechts de Waag, het Rectorspoortje bij het Gravensteen, het pand Rapenburg 48 (nu nog school, voorbestemd voor Universitaire doeleinden) en de Lode- wijkskerk aan het Steenschuur, alle objecten waarvan de restauratie reeds is voltooid. ^Tfco's Leids Dagblad).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 13