De brand van mevrouw Peabody
W erkgever sbezoek
aan T.H. te Delft
dan vliegtuig en bus! Goedkoop en snel
Opgericht 1 maart 1860
Zaterdag 31 oktober 1959
Vijfde blad no. 29887
Alle mensen, die in het wiel een symbool zien
pan technische vooruitgang en comfortabel ver-
oer, zullen binnen afzienbare tijd hun mening
ïoeten herzien. De industrie, die het wiel groot
eeft gemaakt in dienst van de mensheid, is nu
ard bezig datzelfde wiel te gaan afschaffen en
vervangen door luchtkussens. Hierbij moet men
wee richtingen onderscheiden. In de eerste plaats
er de platgeslagen pannekoek, die in de kranten
vliegende schotel" heet, maar die officieel Hover-
raft genoemd wordt. De Engelsen hebben hun
landgenoot Cockerell de uitvinder van dit prin
cipe genoemd. Cockerell's verdiensten zijn echter
betwistbaar; de Zwitserse bladen hebben ten
minste de Zwitserse ingenieur Carl Weiland aan
gewezen als de uitvinder. Cockerell, die al over
„schepen" spreekt voor tachtig personen, schepen,
welke snelheden van 300 km. per uur zullen halen,
is met zijn idee na de Zwitser, die al een lucht
kussenvaartuig met twee automobiclmotorcn op
het Züricher meer heeft beproefd. Het vaartuig
is inmiddels gezonken als gevolg van sabotage.
In de Verenigde Staten is de bouw
van kikvorsvoertuigen volgens het Ho
vercraftprincipe bezig een nieuwe
hobby te worden. Tal van Doe-het-
zelvers bouwen zulke voertuigen en
verschaffen de politie daarmee een
onwelkom nieuw verkeersprobleem,
want niemand weet of het een voer
tuig of een vliegtuig is. By Curtiss-
Wright wordt hard gewerkt aan aller
lei „lucht-auto's".
Het verste op de nieuwe weg naar
serieproduktie is de Ford Motor Com
pany, die al een Levacar beschikbaar
heeft in de Ford Rotonde ten dienste
van iedereen, die een ritje op lucht
wil maken. Fords Levacar zweeft op
enkele millimeters hoogte over een
spiegelgladde cirkelvormige baan. Een
stang bevestigt aan een centrale as als
by een draaimolen zorgt voorlopigvoor
het koers houden. De voortbeweging
wordt verzorgd door een motor van 15
pk; het opheffen door een luchtstroom
verwekt door een motor van 1,5 pk.
De snelheid bedraagt 25 km. per uur.
„Zeer snel verkeer langs de weg is al
leen mogelijk met dergelijke voertui
gen" zei Andrew Kucher, chef van
Fords research afdeling, „het nut van
het wiel eindigt om en nabij de 300 km.
per uur; boven die snelheid worden de
trillingen te groot en de besturings-
mogelijkheden onvoldoende om een
veilig verkeer te verzekeren".
Het rijden van de Levacar is een bij
zondere sensatie. Men legt een hef
boom om, er weerklinkt een gesis en
onmerkbaar zet het voertuig zich in
beweging, sneller en sneller. Het voer
tuig is zo volkomen vrij van trillingen,
dat men het gevoel heeft te vliegen.
Hoewel de drie luchtblazende metalen
voetjes het vehikel slechte enkele mil
limeters hoog opheffen, raakt men
nergens de grond. Kucher, die dertig
jaar aan zijn idee heeft gewerkt, wil
met voertuigen van deze soort de
ruimte opvullen, die gaapt tussen het
snelle verkeer langs de weg en per rail
tot 200 km. per uur en het luchtver
keer, dat pas rendeert bij snelheden
boven de 600 km. per uur. De eerste
experimentele Levacar draagt de naam
„Mach I" en biedt plaats aan één per
soon. Maar de Mach II is al gereed en
biedt plaats aan vier personenen men
is zelfs al bezig aan de Mach III, die
acht zitplaatsen heeft. „Neem de af
stand KeulenMiinchen, zegt Kucher,
die goed bekend is in Duitsland, waar
hij gestudeerd heeft, „ik zie hier al
Levacar-autobussen voor zestig perso
nen, die de 800 km. afstand in een uur
tijd afleggen; als een Levacar-bus die
afstand negen maal per etmaal aflegt,
kan men duizend mensen vervoeren
zonder veel drukte van vliegvelden en
de weg daarheen en veel goedkoper dan
het vliegtuig!"
De voetjes van de Levacar hebben
elk zesendertig kleine openingen, waar
door de lucht met grote kracht wordt
geperst. Hoe groter het voertuig, des te
meer voetjes zyn er nodig. Gestuurd
en geremd wordt door middel van
straalbuizen, voor, achter en opzy. De
motor is een straalturbine. De gaatjes
in de voeten van de Levacar vormen
het grote geheim; die gaatjes zijn na
melijk maar een vierde van het ko
geltje in een ballpoint
Dr. Andrew Kucher is een man wie
men ondernemingsgeest en durf niet
Geen „pasklare" ingenieurs
Leden van het Verbond van Neder
landse Werkgevers, die in Den Haag hun
algemene ledenvergadering hebben ge
houden, brachten gisteren een bezoek
aan de Technische Hogeschool te Delft.
De president-curator, dr. C. H. van der
Leeuw, en de Rector Magnificus, prof.
dr. R. Kronig, ontvingen hen in 't gebouw
voor werktuig- en scheepsbouwkunde
aan de prof. Mekelweg en feliciteerden
het Verbondsbestuur met zün 60-jarig
jubileum. Dr. Van der Leeuw wees op
het geregelde contact, dat van indus
triële zyde met „Delft" bestaat.
Wfj „leveren" ingenieurs voor u af,
onze wetenschappelijke bezetting is er
om U te helpen", aldus spreker, die o.a.
vervolgens schetste het streven van de
Technische Hogeschool om de studen
ten dusdanig in de praktijk te brengen,
dat moeilijkheden bij de aanpassing uit
blijven.
Prof. dr. Kronig zei o.a. dat de werk
gevers niet mogen verwachten „pas
klare" ingenieurs geleverd te krijgen. Dit
zou in strijd zijn met de andere eis, dat
de ingenieurs op jonge leeftijd hun in
trede in de bedrijven moeten doen. Met
het oog op de zorg voor continuïteit en
winstcijfers van de ondernemer wees
spreker op de noodzaak, dat de a.s. inge
nieur tijdig het nodige kostenbesef wordt
bijgebracht.
Prof. dr. B. Zweers gaf tenslotte een
overzicht van de wijze, waarop de bouw
van het nieuwe T.H.-laboratorium wordt
aangepakt.
Het gezelschap verspreidde zich hierna
voor een bezoek aan de verschillende ge
bouwen en laboratoria van de hoge
school. Na een lunch in het gebouw
voor werktuig- en scheepsbouwkunde,
werd een rondrit langs de nieuwe gebou
wen en het studentensportcentrum in
de Wippolder gemaakt en werden op
nieuw verscheidene laboratoria bezocht.
Het interieur is bekleed met wit leer
en de plastic ruiten en kap verzekeren
een maximaal uitzicht. De eenpersoons
Mach I versöhilt alleen in afmetingen
van de vier- en achtpersoons Levacars,
die al in produktie zijn. De vierper-
soons Mach II weegt zeshonderd kg. en
is nog geen drie meter lang. De Mach
II heeft vijf „voetjes", waaruit een
luchtstroom met een druk van vier at
mosfeer wordt geperst. Dat is vol
doende om het hele voertuig enkele
millimeters op te heffen en te doen
voortglijden op een permanent lucht
kussen.
„Het is alleen maar verwonderlijk,
dat niemand ooit eerder op dit idee is
gekomen", zegt dr. Kucher, „tenslotte
is lucht een ideaal medium voor snel
vervoer, betrouwbaarder dan aarde of
water en overal aanwezig. Maar het
zal wel daaraan liggen, dat technische
mogelijkheden pas sedert korte tyd
aanwezig zün om dergelijke voertuigen
te bouwen!"
Dr. Kucher loopt met een plan rond,
dat alleszins kans van slagen heeft:
een snelweg van New York naar Al
bany voor dergelijke „luchtvoertuigen".
„Als de eersten uit de produktie komen
zal de vraag ernaar enorm stijgen",
zegt hen. „Ik stel me een zesbaansweg
voor met radarbesturing, zodat men
irpmok v>n luchtvervoer heeft se-
De prijs van dezvanos-shrdlushrd
paard aan individuele wensen. De prijs
van de Levacar hoeft niet hoger te lig
gen dan die van een normale auto
mobielDr. Kucher kan ook schet
sen laten zien voor een transcontinen
tale weg van New York naar San
Francisco, langs welke de Levacars zich
met een snelheid van 800 km. per uur
zullen bewegen, in vier uur van de
Atlantische Oceaan naar de Stille
Zuidzee met uw eigen voertuig en uw
eigen gezin, zonder een vinger uit te
steken, voortglijdend op een luchtkus
sen. „Het gaat even snel als vliegen
en is veel goedkoper", zegt dr. Kucher,
„geen landingsorganisaties, geen vlieg
velden, geen ongelukken en bovendien
doet het ons tóch aan de auto denken,
waaraan we nu eenmaal ons hart heb
ben verpand!"
Dr. Andrew Kucher, die dertig jaar
geleden zijn eerste idee voor een
voertuig op een luchtkussen al uit-
werkte in een tijd, toen het wiel
onder de auto zijn grootste triom
fen vierde, met de Levacar „Mach
I" en met George Walker, de chef
van Fords stijlafdeling, die in de
Mach I zijn ideeën over de auto
ran de toekomst vastlegde.
m m m mb m*. mm -a. m m b m m m m b b kan ontzeggen. In de twintiger jaren,
All TP JNk i» M MA jpP fffck 1 1 Jr A toen het wiel zijn grootste triomf be-
K I I 1 ff 1 f fl R E&l I n M «Al H H H leefde, dacht hij al aan voertuigen
IA ES I I H Ar I H I I Bp UP flsBA I HP I 0s® 111 zonder wielen. Terwijl de mensheid
1 Mm rei hm M tifiï Bil us PbESwü pp IS yï SHffiW I wk I I meende met het autowiel het maximum
%)I I \i"- J ÊSm TO# H m K&# Bkra Em f I n L t£U I m 1 aan persoonlijke vervoermogelijkheden
r» af Mei 18 I hebben gevonden, kwam Kucher op
I ^et ldee om een voertUig te ontwerpen
h j -m 0 v I dat op een millimeterdik luchtkussen
qaat binnenkort in produktie I T°?i^hoo:;;w
goede voortbewegingsmogelijkheden en
vooral aan betrouwbare motoren voor
(;UCUivu|Jti een permanente luchtstroom.
Pas vyf jaar geleden waren de tech
nische mogeiykheden aanwezig om zyn
Idee te verwezenlijken. Fords chef-ont-
De Levacar Mach I zonder carros
serie; het chassis is van aluminium;
de beide compressors links en rechts
leveren het luchtkussen, waarop de
Levacar zich voortbeweegt op en
kele millimeters van de grond. Men
kan duidelijk de „voetjes" zien waar
de lucht doorheen wordf geblazen.
werper George Walker heeft gebruik
gemaakt van de gelegenheid om in de
Mach I zün ideeën vast te leggen om
trent de auto van de toekomst.
De Levacar Mach I is geheel van
alum'rr""i en rood en wit gekleurd
Ons kort verhaal
door Victoria Steuenson
Iedereen in het dorp kent mevrouw
Peabody als een ongevaarlijke, oude
kletskous en daarom grinnikte Ernie
Birks, de leerjongen van mijnheer
Meeks, maar wat, toen mevrouw Pea
body op zekere avond haar hoofd om
de winkeldeur stak en ademloos ver
kondigde, dat er een mijl buiten het
dorp iets ergs gebeurd was.
Mijnheer Meeks nam zelfs niet de
moeite even op te kijken van zijn
schoenlapperswerk.
,,'t Is iets verschrikkelijks, mijnheer
Meeks"!
Mevrouw Peabody liet zich in een
schommelstoel vallen, die onder haar
gewicht gevaarlijk begon te kreunen.
Haar grot$ strohoed met levensgrote
rozen viel door haar zenuwachtigheid
voor haar ogen. Mevrouw Peabody
droeg die hoed moedig het hele jaar
door, of ze nu op een winterochtend in
de oude overjas van haar vader de ko
nijnen ging verzorgen, of op een zo
merse dag in een lichtgroen kleurige
kunstzijden japon naar een vergade
ring ging.
,,'t Brandt verschrikkelijk! Ongeveer
een mijl voorbij de boerderij van Tiver
ton. Je kunt de vonkenregen mijlen ver
den. Als je er niet direkt met de spuit
op uittrekt, Sam Meeks, komt er el
lende van! Let op mijn woorden!"
Mevrouw Peabody, die naar adem
snakte, schoof eindelijk haar hoed naar
boven.
„Onschuldige vrouwen en kinderen
verbranden misschien wel levend in hun
bed! Mijn Emmy is juist thuisgeko
men van haar dienst je en ze zegt dat
je de vlammen mijlen ver kunt zien.
Mevrouw Peabody zag dat Ernie
maar wat zat te grinniken.
„Je ginnegapt nu wel, jongen, maar
op een goede dag zul je nog eens lachen
als een boer die kiespijn heeft. Je zult
lachen alsof je eigen huis een prooi van
ie vlammen wordt! Je weet toch wel
wat in Wobblesdown gebeurd is, toen
die oude Mike in de stal een lantaarn
aanstak?"
Mijnheer Meeks haalde een hand-
vol spijkertjes uit zijn mond omdat hij
kennelijk wat in het midden wilde
brengen. Mijnheer Meeks handelde al
tijd langzaam en nooit overhaast. Hij
was met alles de voorzichtigheid zelve.
Mijnheer Meeks was een achterneef
van Mevrouw Peabody en had dezelfde
uitgesproken karaktereigenschappen.
Mijnheer Meeks meende dus precies
te weten hoe in een situatie als deze te
handelen.
„Goed, mevrouw Peabody! Windt U
zichzelf nu niet op. Als de brandspuit
nodig is, komt ze meteen, maar geen
moment eerder. Ik kan me nog heel
goed herinneren, dat U nog niet zo
lang geleden hier naar binnen kwam
stormen om te vertellen, dat er bij Be-
vystock een grote brand was. Een
hooiberg bij Morton, weet U nog wel?
U herinnert zich natuurlijk, dat we de
winkel sloten enErnie Bill en Har
ry gingen waarschuwen. En dat kwam
hun toen helemaal niet gelegen, omdat
ze bezig waren met het binnenhalen
van het hooi. Kort en goed, we zijn er
met de spuit op uit getrokken en wat
vonden we?"
„Iedereen vergist zich wel eens, mijn
heer Meeks, antwoordde mevrouw Pea
body uit de hoogte.
„Zoals ik zei, ging mijnheer Meeks
koppig verder, „Wat vonden we er toen
we er kwamen? Een vreugdevuur ter
gelegenheid van de gouden bruiloft van
de Mortons!
Nee, mevrouw branden worden tegen
woordig anders behandeld. Alles wordt
nu van de Centrale uit geregeld. Zelfs
als er hier vlak naast de deur een
brand zou zijn, zou ik wachten op een
telefoontje van de Centrale voor mijn
orders. Ik ben de commandant van de
spuit en ik weet dus heel goed wat ik
zeg, mevrouw Peabody. Was er wérke
lijk een brand, dan zou ik een tele
foontje krijgen.
Om aan de conversatie een einde te
maken, stak mijnheer Meeks weer een
handvol spijkertjes in zijn mond.
Daar ze er niet in geslaagd was enige
indruk te maken met haar verhaal
over de brand, stond mevrouw Peabody
op. De rozen op haar hoed knikten
dreigend.
„Als jullie nog eens levend verbran
den, gooi dan niet de schuld op mij" zei
ze verontwaardigd. „Ik heb mijn plicht
gedaan, zoals ik altijd doe. en ik waar
schuw jou Sam Meeks, dat je van nie
mand nog meer kan verlangen.
Verontwaardigd snuivend sloeg ze de
winkeldeur achter zich dicht.
Vrede en rust waren teruggekeerd in
het kleine schoerriapperswinkeltje. Al
leen het getik van de hamer en het
vermoeide ademhalen van Ernie Birks,
die de schoenen, welke weggebracht
moesten worden, uitzocht, was hoor
baar. Ernie wist namelijk maar al te
goed, evenals iedereen uit het dorp,
dat de schoenlapperij de enige plaats
was, waar mijnheer Meeks de baas was,
de schoenlapperij en de brandweerpost,
waar mijnheer Meeks woorden wet wa
ren. Mijnheer Meeks moedigde praten
trouwens niet aan. Bij hem thuis werd
al meer dan genoeg gepraat.
Plotseling vloog de winkeldeur voor
de tweede keer open. Dit keer was het
Harry Heath, die puffende en blazende
binnen kwam stormen, alsof hij ach
terna gezeten werd door de buldog
van de oude Morton.
„Hé!, bracht hij er met moeite uit,
toen hy het vreedzame toneeltje had
gezien. „Heb je het nog niet gehoord?"
Mijnheer Meeks keek Heath argwa
nend aan, maar hij zei niet.
„Ik ben naar de brandweergarage ge
gaan, maar daar was niemand".
Met plechtige stem ging hij verder.
„Er is een grote brand by Tiverton,
zeggen ze. Het moet daar al een half
uur lang branden".
Mijnheer Meeks richtte zijn bleek
blauwe ogen op Ernie, niet wetende
wat hy hier nu van moest zeggen. Hy
wist dat de reglementen voorschreven,
dat hy op een telefonische waarschu
wing van de Centrale moest wachten,
maar oude gebruiken roesten meestal
vast en het was niets voor hem, de
commandant van de brandweerspuit,
om te horen vertellen dat ergens brand
is en dan niets te doen.
Mevrouw Peabody's geklets was heel
anders, zy wist niet het verschil tus
sen een vreugdevuur en een hooiberg-
brand, maar de jonge Harry Heath was
er niet de man naar om kletspraatjes
rond te bazuinen.
„De telefoon heeft toch nog niet
gebeld, hè Ernie?" vroeg mynheer
Meeks. die aan zyn eigen oren ging
twijfelen.
„Nee, mijnheer Meeks", antwoordde
Ernie, die hoopvol naar Harry keek.
Hy voelde dat er onrust in de lucht
zat.
Mynheer Meeks legde met een be
studeerd gebaar de hamer neer en liep
naar de deur. Nieuwsgierig speurde hij
langs de al donker wordende hemel.
„Ik heb 't niet zélf gezien", zei Har
ry, over zyn kin strykend. „Ik moest
voor myn moeder naar het dorp en
ontmoette toen mevrouw Peabody. Ze
zei dat haar Emmy het haar al uren
geleden verteld had".
„Ik had het kunnen weten!"
Mijnheer Meeks draaide zich om en
wilde weer aan het werk gaan.
„Dat verschrikkelijke mens is een
ramp
Hem werd echter het zwijgen opge
legd door luid gepraat op straat, het
geraas van een motorfiets en Bill Hod
ges magere gezicht, dat om de deur
kwam kijken.
„Wat is er aan de hand?" vroeg
mynheer Meeks verbaasd. „Kun je in
je eigen zaak nog niet eens rust heb
ben?"
„Het gaat om de brand, mynheer
Meeks! De bemanning van de spuit is
hier mevrouw Peabody heeft ons door
haar Emmy laten waarschuwen. We
kunnen echter niet by de brandspuit
komen, want de deur is op slot".
De brandspuit-commandant Meeks
was een heel andere man dan de echt
genoot van mevrouw Meeks. Thuis zat
hy fiks onder de plak, zodat hy hele
maal opleefde als men bij blussings-
werkzaamheden naar hem luisterde. Hij
begon dus zijn autoriteit te doen gel
den.
„Luister nu eens, jongens. Als er
brand is, zal de Centrale wel waar
schuwen en niet mevrouw Peabody!
Als er inderdaad een brand zou zyn,
zou ik het wel gehoord hebben. We
kunnen er niet op uit trekken, zonder
dat ik een melding gekregen heb. Stel
je nu eens voor, dat er werkeiyk een
brand was, wat ik overigens niet ge
loof. Wat zou er dan gebeuren? We
zouden er heen gaan, en een andere
brandweer aantreffen, terugryden en
dan ontdekken dat in ons eigen dorp
brand is ontstaan en dat er niet meer
aan blussen valt te denken. Zouden
jullie dat een goede organisatie vin
den?"
Op dat moment kwam niemand an
ders dan Juffrouw Tabby aanlopen, die
eens kwam kyken wat er aan de hand
was, nadat zij haar postkantoortje en
kruidenierszaakje had gesloten.
„Lieve hemel"! zei ze met een hoog
stemmetje, toen ze al die mannen zo
bij elkaar zag. „Hebben jullie de brand
al geblust? Juffrouw Priscilla heeft het
me verteld, en zy heeft het zelf ge
hoord van
Mynheer Meeks trok zyn wenkbrau
wen hoog op.
„Ja. dat weten we, juffrouw. We
wachten op een melding van de Cen-
trrie of er wèrkeiyk brand is".
„Maar waarom belt U de Centrale
niet even op?" zei juffrouw Tabby. „De
telefoonlynen zyn wel eens meer ge
stoord".
„Ja, dat lykt me een goed idee", zei
Bill Hodges. „Nu verliezen we maar
tyd en vanavond om 7 uur moet ik
met een paar lui een kaartje leggen".
„Ik weet niet, of dat eigeniyk wel
juist is", mompelde mynheer Meeks,
terwijl hij naar de telefoon keek op
een manier, waaruit op te maken viel
dat hij veel liever gewild had dat zy
uit zichzelf was gaan spreken. „Maar ik
zal wel een einde maken aan al deze
nonsens".
Aarzelend nam hy de hoorn van de
haak, draaide een nummer en wachtte
totdat de Centrale zich met een offi
ciële stem meldde.
„Een brand in Tiverton? Nee, we
hebben daar geen melding van binnen
gekregen. Ze hebben niet opgebeld. Er
is niets voor U te doen! We hadden U
wel gewaarschuwd als we U nodig had
den. Goedenavond!"
Mynheer Meeks legde de hoorn weer
op de haak.
„Jullie kunnen gerust naar huis gaan,
jongens, en bedank mevrouw Peabody
maar dat ze jullie uit jullie werk heeft
gehaald".
De mannen maakten hierop aanstal
ten om te verdwynen, behalve Harry
Heath, die beslist het laatste woord
wilde hebben.
„Maar mevrouw Peabody zei, dat
haar Emmy het met haar eigen ogen
heeft gezien".
Hy zweeg daar langzame voetstap
pen naderden. Het waren geiykmatige,
majestueuze voetstappen, geheel anders
dan het nerveuze geren eerder op de
avond. Ze konden slechts aan één man
toebehoren, en dat was Hustlethwaith,
de politieagent.
Hustlethwaith was een vriendeiyk
mens en als je hem thuis zag, zijn
boord los en zyn helm op een stoel lig
gend, zou Je menen dat hy even on
schuldig was als een pasgeboren baby.
Die helm maakte echter een groot ver
schil en als hy deze op had, vertegen
woordigde iedere centimeter van poli
tieagent Hustlethwaith de majesteit
van de wet.
Langzaam liep hij de winkel binnen
een bleef middenin staan. Hy keek by-
zonder ontstemd.
.Mynheer Meeks!"
Hy dwong met deze twee woorden
ontzag af. Nee, hij was niet langer Bill
Hustlethwaith, die de grootste pompoe
nen kweekte in het dorp, maar een
vertegenwoordiger van de wet!
„Als het oorlogstyd was geweest had
ik je onder arrest gesteld. Je map je
beschermheilige dus wel bedanken, dat
het geen oorlog is.
Hy zweeg even om zijn woorden be
ter te laten inwerken. Mijnheer Meeks
haalde de spykers uit zyn mond om
wat te kunnen zeggen.
„Wat heeft dat allemaal te beteke
nen, mynheer Hustlethwaith? 't Laat
ste halfuur heb ik hier in myn winkel
geen moment rust gehad! En dat
kwam allemaal door mevrouw Peabody
en haar brand!"
.Daar wilde ik het juist eens over
hebben!" zei Hustlethwaith dreigend.
„Ik vergis me toch niet als ik zeg dat
U Dyke's Cottage bewoont, mynheer
Meeks?"
„En als ik dat nu eens deed, myn
heer Hustlethwaith"?
Mynheer Meeks stond op het punt
zyn geduld te verliezen.
„En wat zou dat? U doet de laatste
tyd wel erg officieel!"
„Het is dus uw woning, mynheer
Meeks! U bent een prachtman moet ik
zeggen, een voortreffeiyke comman
dant van de brandweerspuit!
„Maar agent!"
Mynheer Meeks plukte wat aan zyn
grüze hangsnor.
„Ik had er geen notie van dat
„Geen notie van? En ik heb nog wel
Emmy Peabody gestuurd om U te
waarschuwen dat U moest komen hel
pen! „Roep direct de brandweer", heb
ik gezegd. Gelukkig kwam ze toevallig
voorby. Het huis is er nu slecht aan
toe met al dat water en al dat roet.
Mevrouw Meeks zal wel een hartig
woordje met U te wisselen hebben!"
„Ik heb het U ook nog verteld, myn
heer Meeks!"
Het kwam hoogst ongelukkig uit, dat
Harry Heath niet met de anderen naar
huis was gegaan. Hy stond daar by het
raam, ogen en mond van opwinding
wyd open.
„Mevrouw Peabody zei dat haar Em
my had verteld dat het verschrikkeiyk
brandde. Maar zy zei niets over myn
huis, agent!"
Mynheer Meeks had zyn pet al op
gezet en hü zocht zyn Jas.
„Ze heeft me alleen maar gezegd,
dat er de kant van Tiverton op een
brand was. En U weet wat een klets
kous het is. We hebben hier zitten
wachten op een telefoontje".
„Telefoons groeien nu eenmaal niet
langs de weg, antwoordde de politie
man. „Als U meteen gekomen was
toen ik U een waarschuwing stuurde,
had U misschien het tapyt in de woon
kamer en mevrouw Meeks lievelings
stof 1 kunnen redden. Zoals ze er nu uit
zien, zijn zy ryp voor de vuilnisman".
Toen hy de deur opende, klonk er
een andere stem, die hem wel héél be
kend was.
„Ik heb het U verteld, mynheer
Meeks! Dat kunt U niet ontkennen. Ik
zei eerst in de richting van Tiverton,
maar er zyn altijd mensen, die je niet
uit laten spreken. Ik vraag me af, wat
die arme mevrouw Meeks wel te zeggen
zal hebben".
Zoals altijd, had ook dit keer weer
mevrouw Peabody het laatste woord